21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2690 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2023

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 10 JULI 2023

Op maandag 10 juli a.s. vindt in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda1 staat de tussentijdse evaluatie van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027, de prioriteiten van het Spaans voorzitterschap, een evaluatie van de jaarlijkse rechtsstaatsdialoog, het rechtsstaatsrapport van 2023 en onder diversen de punten Toekomst van Europa en het Interinstitutioneel Orgaan voor ethische normen. Verder is er een lunch over strategic foresight voorzien. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze Raad.

Tussentijdse evaluatie van het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027

Op 20 juni jl. presenteerde de Europese Commissie voorstellen voor een tussentijdse herziening van het MFK.2 De Commissie stelt dat deze herziening van het MFK noodzakelijk is om de Unie haar bestaande en urgente doelstellingen te verwezenlijken. Na een toelichting door de Commissie zal de RAZ een oriënterende discussie voeren. De voor het MFK verantwoordelijke ambtelijke raadswerkgroep is onlangs gestart met een technische bespreking van de voorstellen, waarbij vooral verduidelijkende vragen worden gesteld zonder dat onderhandelingen nog plaatsvinden. Het streven is uw Kamer eind augustus met BNC-fiches nader te informeren met een uitgebreide appreciatie van de voorstellen en de kabinetsinzet. Voor een aanpassing van het MFK is unanimiteit in de Raad vereist na goedkeuring door het Europees Parlement.

Zoals reeds benoemd in de Geannoteerde Agenda van de Europese Raad van 29 en 30 juni jl. zal de voorgestelde MFK-herziening bestaan uit een aantal onderdelen. Ten eerste stelt de Commissie voor om een Oekraïne-faciliteit op te richten van waaruit de EU meerjarige financiële steun aan Oekraïne kan verstrekken.3 In het voorstel heeft deze faciliteit een maximale omvang van 50 miljard euro. De steun kan bestaan uit leningen, giften en garanties en is gericht op liquiditeitssteun, herstel, investeringen en technische assistentie. Aan de steun zijn voorwaarden verbonden ten aanzien van corruptiebestrijding, goed bestuur en rechtsstaat. Ten tweede omvat de MFK-herziening de instelling van een platform voor de ondersteuning van strategische technologieën (STEP) om de Europese concurrentiekracht te versterken.4 Dit platform maakt gebruik van bestaande EU-instrumenten. De Commissie stelt voor een aantal bestaande programma’s te flexibiliseren en het budget van een aantal andere bestaande programma’s specifiek voor dit doel te verhogen met in totaal 10 miljard euro. Ten derde kent het Commissievoorstel extra budget toe vanwege onvoorziene omstandigheden op de terreinen migratie en extern beleid (samen totaal 15 miljard euro), administratieve uitgaven (1,9 miljard euro) en de rentekosten voor het EU-herstelinstrument Next Generation EU (indicatief ca. 19 miljard euro). Tot slot bevat het voorstel voor de MFK-herziening verruimde begrotingsflexibiliteit voor de resterende jaren van dit MFK (tot en met 2027) door onder andere een ophoging van het Flexibiliteitsinstrument (3 miljard euro). Sinds de vaststelling van de MFK-verordening in 2020 is de EU voor ingrijpende uitdagingen komen te staan, met name als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.

Het kabinet vindt het van belang dat de EU in staat is deze uitdagingen adequaat het hoofd te bieden. Het uitgangspunt voor het kabinet is dat dit in principe moet gebeuren binnen de bestaande uitgavenplafonds van het MFK en de bestaande budgetflexibiliteit bovenop deze plafonds. Het kabinet staat dan ook terughoudend tegenover een herziening van het MFK. In lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne, staat het kabinet in beginsel positief tegenover het idee om de financiële EU-steun aan Oekraïne structureler vorm te geven. Daarbij kijkt het kabinet onder andere naar wat de meest gepaste omvang, voorwaarden en vorm van die steun is.

Het Europees Parlement (EP) heeft in een resolutie haar positie uiteengezet.5 Het EP pleit onder andere voor ophoging van de MFK-plafonds voor diverse beleidsterreinen en meer begrotingsflexibiliteit. Deze positie staat ver af van de Nederlandse inzet.

Prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap

Het Spaanse voorzitterschap zal zijn prioriteiten aan de Raad presenteren. Premier Sánchez presenteerde de volgende prioriteiten op 15 juni in Madrid: 1) herindustrialisatie van de EU en open strategische autonomie, 2) de ecologische transitie, 3) een socialer Europa en 4) het versterken van de Europese eenheid. Het kabinet verwelkomt deze prioriteiten en kijkt uit naar de samenwerking met het voorzitterschap, onder meer op open strategische autonomie. De presentatie in het EP volgt in september, dit in verband met de Spaanse landelijke verkiezingen op 23 juli.

Evaluatie jaarlijkse rechtsstaatsdialoog

Sinds 2014 vindt in de Raad een jaarlijkse rechtsstaatdialoog plaats. De verwachting is dat het Spaanse EU-voorzitterschap tijdens de Raad zal toelichten hoe het proces rondom de evaluatie van de jaarlijkse rechtsstaatdialoog eruit komt te zien. Oorspronkelijk werd die dialoog gevoerd op basis van door het voorzitterschap van de Raad voorgestelde specifieke thema's. In 2019 is het karakter van de rechtsstaatdialoog gewijzigd in een jaarlijkse inventarisatie van de stand van zaken en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat. Tevens is destijds afgesproken dat voor de jaarlijkse inventarisatie gebruik kon worden gemaakt van de jaarlijkse Commissieverslagen over de rechtsstaat. Deze wijzigingen zijn vastgelegd in voorzitterschapsconclusies van het Finse EU-voorzitterschap.6 Twee lidstaten konden deze wijzigingen niet steunen, omdat zij meenden dat de dialoog in deze nieuwe opzet niet langer voldeed aan de 2014 overeengekomen uitgangspunten van onder meer objectiviteit, non-discriminatie en gelijke behandeling van alle lidstaten. In 2020 is de rechtsstaatdialoog door het Duitse EU-voorzitterschap in de praktijk verder aangevuld met een separate bespreking van de staat van de rechtsstaat van telkens vijf lidstaten per EU-voorzitterschap.7 In de voorzitterschapsconclusies van 2019 is vastgelegd dat de jaarlijkse rechtsstaatdialoog eind 2023 wordt geëvalueerd.8

Het is voor Nederland, evenals voor het overgrote deel van de lidstaten, met name van belang om de bestaande praktijk, inclusief de praktijk van de separate bespreking van de staat van de rechtsstaat van vijf lidstaten per EU-voorzitterschap, vast te leggen in conclusies die door alle 27 lidstaten kunnen worden gedeeld, om zo de steun voor – en continuering van – de jaarlijkse rechtsstaatsdialoog voor de lange termijn te verzekeren. De rechtsstaatdialoog heeft er in zijn nieuwe opzet aan bijgedragen dat problemen met de rechtsstaat in de lidstaten in een vroegtijdig stadium worden gedetecteerd en op politiek niveau besproken, alsmede dat een goede follow-up en continuïteit worden gewaarborgd. Verder zou Nederland graag zien dat de rol van de vakraden (de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken en de Raad Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport (Media)) worden versterkt binnen de rechtsstaatdialoog, en meer in het bijzonder bij het bespreken van de follow-up van het Nederlandse rechtstaatsrapport. Dit zou aanvullende diepgaande en gerichte uitwisselingen mogelijk maken tussen Ministers die de binnenlandse verantwoordelijkheid dragen voor de verschillende pijlers waarop het rechtsstaatrapport betrekking heeft.

Rechtstaatsrapport 2023

Tijdens de Raad zal de Commissie het rechtsstaatsrapport 2023 presenteren. In het rechtsstaatrapport wordt verslag gedaan van de rechtsstatelijke situatie in de Europese Unie (EU) als geheel en in de lidstaten afzonderlijk, aan de hand van vier pijlers; justitieel stelsel, corruptiebestrijding, pluriformiteit en vrijheid van de media en andere institutionele kwesties die verband houden met checks and balances, en worden landspecifieke aanbevelingen gedaan.9 De publicatie van het rechtsstaatrapport wordt verwacht op 5 juli aanstaande. Tijdens de Raad is geen uitgebreide bespreking van het rechtsstaatsrapport 2023 voorzien; deze bespreking, de jaarlijkse horizontale rechtsstaatdialoog, volgt tijdens de Raad Algemene Zaken van 19 september aanstaande. De kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport 2023, met daarin een reactie op het algemene deel van het rapport en op het Nederlandse landenhoofdstuk, ontvangt uw Kamer voorafgaand aan deze Raad.

Diversen: Toekomst van Europa

Het Spaanse voorzitterschap heeft een informatiepunt opgenomen over de Toekomst van Europa. Het is de verwachting dat dit agendapunt raakt aan de bredere discussie die in de EU leeft over welke hervormingen binnen de EU noodzakelijk zouden zijn om voorbereid te zijn op de uitdagingen in de toekomst. Recentelijk werd deze discussie bijvoorbeeld gevoerd tijdens de informele Raad Algemene Zaken (21–22 juni 2023).10 Naar verwachting zal het Spaanse voorzitterschap in de RAZ toelichten hoe zij deze discussie onder hun voorzitterschap verder willen brengen. Het punt is opgenomen onder «diversen» en er is geen inhoudelijke discussie of besluitvorming voorzien tijdens dit agendapunt.

Diversen: Interinstitutioneel Ethiekorgaan

Op 8 juni jl. presenteerde de Commissie een mededeling met een voorstel voor de oprichting van een interinstitutioneel ethiekorgaan: een ethics body. In het voorstel van de Commissie wordt dit orgaan voor ethiek belast met (i) het opstellen van ethische minimumstandaarden, met als doel dat EU-instellingen en organen zich committeren aan deze standaarden door deze over te nemen in interne regelgeving; (ii) het organiseren van gedachtewisselingen met instellingen en organen over implementatie van de standaarden; (iii) het faciliteren van uitwisseling van best practices en het bevorderen van samenwerking tussen de betrokken partijen. Het voorstel richt zich dan ook met name op het stroomlijnen van processen op basis van loyale samenwerking tussen de betrokken instellingen en organen. Het orgaan zal worden opgericht middels een interinstitutioneel akkoord tussen de betrokken instellingen en organen11. Naar verwachting zal de Commissie in de RAZ de mededeling met het voorstel nader toelichten en wellicht uiteenzetten hoe zij het proces richting de vaststelling van een interinstitutioneel akkoord betreffende het ethiekorgaan voor zich ziet. Uw Kamer ontvangt conform de informatie afspraken op korte termijn een BNC-fiche over deze mededeling en het voorstel, waarin het kabinetsstandpunt wordt uitgewerkt.

Lunch strategic foresight

De Commissie publiceert sinds 2020 jaarlijks een strategic foresight report. Het rapport voor 2023 zal op 11 juli 2023 openbaar gemaakt worden en heeft betrekking op de toekomst van de sociale en economische duurzaamheid van de EU. Het rapport zal ingaan op het vermogen van de EU de eigen duurzaamheidsdoelstellingen in 2050 te behalen, de open strategische autonomie van de EU te versterken en het vermogen van de EU om hierbij mondiaal leiderschap te kunnen behouden. Naar verwachting zal de Commissie tijdens de lunch een presentatie geven van de analyse en verwachtingen die in het rapport dit jaar staan.


X Noot
6

Conclusies evaluatie jaarlijke RoL dialoog van 1 november 2019, https://www.consilium.europa.eu/media/41394/st14173-en19.pdf

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2225

X Noot
8

Zie overweging 16 in de conclusies evaluatie jaarlijkse RoL dialoog van 1 november 2019, https://www.consilium.europa.eu/media/41394/st14173-en19.pdf.

X Noot
9

Zie Kamerstuk 21 501-02, nr. 2426

X Noot
10

Zie Kamerstuk 21 501–02, nr. 2665

X Noot
11

Zoals voorgesteld door de Commissie zou het orgaan voor ethiek opgericht worden via een interinstitutioneel akkoord tussen de volgende negen in artikel 13 VEU genoemde EU-instellingen en adviesorganen: Europees parlement, Europese Raad, Raad, Commissie, Europees Hof van Justitie, Europese Centrale Bank, Europese Rekenkamer, Europees Economisch en Sociaal Comité en Comité van de Regio’s.

Naar boven