21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1672 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2016

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 18 oktober 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 18 oktober 2016

Voorbereiding van de Europese Raad van 20 & 21 oktober

De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal de Europese Raad (ER) van 20 en 21 juni 2016 voorbereiden. Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda is de formele agenda voor de ER nog niet bekend. Naar verwachting worden voor die ER de volgende onderwerpen geagendeerd. Omdat er nog geen discussies hebben plaatsgevonden, is het nog niet mogelijk de meest recente stand van zaken te geven over het krachtenveld.

Migratie

De aanpak van de migratieproblematiek heeft de onverminderde aandacht van het kabinet. Het kabinet onderstreept het belang van gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit in de aanpak van de problematiek. De RAZ spreekt ter voorbereiding van de Europese Raad van 20 en 21 oktober over migratie. Op het moment van schrijven van deze Geannoteerde Agenda is nog niet zeker op welke wijze migratie tijdens de ER van 20 oktober a.s. aan bod zal komen. De opvolging van bestaande Europese afspraken, waaronder de afspraken over herplaatsing, zullen waarschijnlijk aan bod komen in de ER, evenals de effectieve en zorgvuldige implementatie van de afspraken tussen de EU en Turkije. Daaronder valt ook de laatste voortgangsrapportage van de Europese Commissie zoals gepubliceerd op 28 september jl. Verder is het aannemelijk dat de ER in zal gaan op de uitwerking van de brede partnerschappen (de zogenoemde «compacts») met herkomst- en transitlanden en andere landen. Voortgang bij de uitvoering en uitwerking van deze afspraken is van groot belang voor het kabinet. Deze discussie zal naar verwachting plaatsvinden in het licht van de uitkomsten op deze onderwerpen van de informele top van regeringsleiders en staatshoofden in Bratislava op 16 september jl. en de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober.

Het kabinetsstandpunt betreffende de Europese migratieproblematiek is uw Kamer bekend. Het kabinet verwijst uw Kamer hiervoor naar de Kamerbrieven van 8 september 2015 (Kamerstuk 19 637, nr. 2030), 8 januari 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2048) en de brief over de informele Bratislava-top die uw Kamer op korte termijn zal worden toegezonden. Tevens werd uw Kamer op 17 februari 2016 geïnformeerd over de maatregelen van de Europese Commissie met betrekking tot de uitvoering van de Europese Migratieagenda d.d. 10 februari 2016 (Kamerstukken 21 501-20 en 22 112, nr. 1076). Tot slot verwijst het kabinet naar het met uw Kamer gevoerd schriftelijk overleg d.d. 17 mei 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1114). Voor het Europese krachtenveld op het gebied van migratie verwijst het kabinet uw Kamer naar het verslag van de ER van 17 en 18 maart 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1112) en het verslag van de ER van 28 en 29 juni 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1129) en het verslag van de informele ER van 16 september (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1150)

Handel (m.n. CETA)

De Europese Raad zal naar verwachting een brede discussie houden over handelsvraagstukken. De focus zal hierbij waarschijnlijk liggen op het handelsakkoord tussen de EU en Canada, het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA). Voor aanvang van de RAZ vindt op 18 oktober a.s. een RBZ/Handel plaats. Daar zal, met het oog op ondertekening tijdens de EU-Canada Top op 27 oktober, gesproken worden over voorliggende Raadsbesluiten (ST 10975 2016 INIT) voor de ondertekening, voorlopige toepassing en sluiting van CETA. Op vrijdag 23 september jl. spraken de EU-handelsministers eveneens over CETA op de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (de Kamerbrief met het verslag gaat u toe voorafgaand aan het AO RAZ op 5 oktober a.s.).

Rusland

Na het Russische optreden in Oekraïne – de illegale annexatie van de Krim, en het destabiliseren van het oosten – heeft de Europese Unie in drie fases sancties ingesteld tegen Rusland. Tijdens de Europese Raad van juni jl. zijn de fase 3 (ofwel economische) sancties verlengd tot 31 januari 2017. In de ER zal een brede discussie over de betrekkingen met en benadering van Rusland worden gehouden. Over de specifieke vraag wat te doen met de sancties wanneer deze in januari verlopen, zal naar verwachting pas in een later stadium besluitvorming plaatsvinden. De Gymnich bijeenkomst van 2 september jl. gaf geen aanleiding te verwachten dat significante verschuivingen in het krachtenveld optreden. Er zijn enkele landen die pleiten voor verlichting van sancties. Maar vooralsnog staat een grote meerderheid van de lidstaten pal achter het Europese sanctiebeleid. Het kabinet ziet geen reden de sancties af te zwakken, omdat er tot op heden hoegenaamd geen voortgang geboekt wordt op de implementatie van de zogenoemde Minsk akkoorden. Voor wat betreft de algemene benadering van Rusland steunt het Kabinet de vijf pijlers die de Hoge Vertegenwoordiger voorstelde tijdens de RBZ van maart jl. als het raamwerk voor eensgezind EU-beleid t.a.v. Rusland: (1) Implementatie van de Minsk-akkoorden blijft voorwaarde voor elke substantiële wijziging in de EU-RF relatie. (2) De EU blijft inzetten op het versterken van de relaties met de landen van het Oostelijk Partnerschap. (3) De EU moet de eigen weerbaarheid op het gebied van o.a. veiligheid, communicatie en economie versterken. (4) Selectief engagement met RF op gebieden waar het EU-belang gediend wordt. (5) Steun aan Russisch maatschappelijk middenveld en «people to people» contacten. Verder is uw Kamer het kabinetsstandpunt inzake de betrekkingen met Rusland bekend. Het kabinet verwijst hiervoor naar de Kamerbrief van 13 mei 2015 (Kamerstuk 34 000 V, nr. 69).

Oekraïnereferendum

Voorts is het kabinet voornemens, cf. de motie met Kamerstuk 34 550, nr. 13 van het lid Pechtold c.s. terzake, het gevolg geven aan de uitslag van het raadgevend referendum over het associatieakkoord met Oekraïne aan de orde te stellen.

MFK review

Sinds de Commissie de mid-term review van het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (MFK) in de Raad Algemene Zaken van 20 september jl. presenteerde, zijn de onderhandelingen tussen lidstaten en de Commissie gestart in de Friends of the Presidency groep. Over de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen en het krachtenveld inzake ontvangt u, voor het AO RAZ van 5 oktober a.s., separaat een Kamerbrief.

Implementatie IIA

Het Kabinet wil voldoende vaart houden in de uitvoering van de afspraken zoals gemaakt in het Interinstitutioneel Akkoord beter wetgeven (IIA) en verwelkomt dit agendapunt op de RAZ. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap zijn in Raadskader voorbereidingen getroffen voor uitvoering van de afspraken op het gebied van programmering (legislative programming) en transparantie. Het Slowaaks voorzitterschap heeft het punt van programmering voortvarend overgenomen en volgt nauwgezet de planning zoals neergelegd in de praktische regelingen van de Raad betreffende jaarlijkse programmering (6879/16) die onder Nederlands voorzitterschap overeen zijn gekomen. Op basis van de inbreng van de lidstaten in de RAZ van 20 september 2016 voor het Commissie Werkprogramma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1668 van 26 september jl.) zal het Slowaaks voorzitterschap de Commissie informeren over de appreciatie van de Letter of Intent en de prioriteitstelling vanuit de Raad.

De lidstaten spraken tijdens de voorgaande RAZ over het algemeen steun uit voor de prioriteiten van de Commissie in de intentieverklaring en het merendeel van de lidstaten merkten de Digitale Interne Markt aan als prioriteit. Vooral op sociaal terrein en migratie waren er verschillen van inzicht tussen de lidstaten langs scheidslijnen die aan het licht kwamen ten aanzien van de herziening van de detacheringsrichtlijn en relocatie. Het Commissie Werkprogramma 2017 – dat eind oktober zal verschijnen – komt aan de orde tijdens de RAZ in november. De drie instellingen zullen op basis hiervan een gemeenschappelijke verklaring afsluiten en ondertekenen over de gezamenlijke prioriteiten binnen dit programma.

Daarnaast zal het Kabinet nogmaals aandacht vragen voor verdere bespreking van de afspraken uit het IIA op het gebied van transparantie. Op basis van de Nederlandse voorzitterschapsnotitie (10120/1/16 REV) heeft hierover in de RAZ op 30 juni jl. een eerste bespreking plaatsgevonden. Het voorstel kreeg toen brede steun waarmee een goede basis is gelegd. Op het punt van publieke toegang tot eerste onderhandelingsmandaten bestond echter terughoudendheid onder de lidstaten. Zij wensten dit nader te bespreken. De Raad loopt op het gebied van een transparante werkwijze achter op de Commissie en het Europees Parlement. Het is ook in dat kader van belang voor de Raad om een stap vooruit te zetten.

In dit kader is ook het recent gepubliceerde Commissievoorstel voor een verplicht transparantieregister relevant (COM (2016) 627). Ter voorbereiding heeft de Commissie van 1 maart tot en met 1 juni 2016 een consultatie gehouden. De inzet van het kabinet is u tegemoet gekomen (Kamerstuk 22 112, nr. 2160). U zult via een regulier BNC fiche geïnformeerd worden over de kabinetsappreciatie van het definitieve voorstel. Er is nog geen beeld van het krachtenveld op dit dossier.

Tot slot blijft het Kabinet voorstander van de inzet op het gebied van betere regelgeving. Deze inzet wordt breed gedeeld onder de lidstaten. Nederland verwelkomt de recente mededeling van de Commissie waarin uiteen wordt gezet welke resultaten zijn bereikt op dit gebied (COM (2016) 615). Ook voor deze mededeling wordt u via een BNC-fiche geïnformeerd over de kabinetsappreciatie.

Strategisch partnerschap Canada

Naast CETA is ook ondertekening van de Strategisch Partnerschapovereenkomst (SPA) tussen de EU en Canada voorzien tijdens de EU-Canada top van 27 oktober a.s. Het Raadsbesluit voor ondertekening en voorlopige toepassing door de Unie van deze overeenkomst, zal vermoedelijk als A-punt door de RAZ van 18 oktober worden aangenomen. Naar verwachting kunnen alle EU lidstaten akkoord gaan met voorgesteld Raadsbesluit. Het kabinet informeerde U al over de inhoud van de SPA, onder meer middels het Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 8 mei 2014 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1385 d.d. 23 mei 2014).

Na de ondertekening door de EU, de EU lidstaten en Canada zal het akkoord nog door alle partijen geratificeerd moeten worden voordat het inwerking kan treden. Daarvoor zal de Raad een besluit tot sluiting van de overeenkomst moeten vaststellen (na goedkeuring door het Europees Parlement). Daarnaast moeten de nationale parlementen de nationale procedures voor de goedkeuring als zelfstandige verdragspartij doorlopen. Ter overbrugging van de periode tot de inwerkingtreding zullen delen van de overeenkomst die onder de EU-bevoegdheden vallen voorlopig worden toegepast tussen de Unie en Canada. De SPA zal in Nederland via een goedkeuringswet worden voorgelegd aan het parlement.

Naar boven