21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1093 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 3 oktober 2011

De vaste commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 8 september 2011 overleg gevoerd met minister Rosenthal en staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken over:

  • de brief van de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 22 juli 2011 met het verslag van de Raad Algemene Zaken van 18 juli 2011 (21 501-02, nr. 1082);

  • de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 3 augustus 2011 met het verslag van de Informele Raad Algemene Zaken te Sopot van 28 en 29 juli 2011 (21 501-02, nr. 1083);

  • de brief van de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 2 september 2011 met de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 12 september 2011 (21 501-02, nr. 1086);

  • de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 21 juli 2011 met de rapporten van de Europese Commissie inzake de voortgang van Bulgarije en Roemenië in het kader van het Coöperatie en Verificatie Mechanisme (CVM) (23 987, nr. 118);

  • de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 2 september 2011 met de kabinetsappreciatie van de rapporten van de Europese Commissie over het Coöperatie en Verificatie Mechanisme voor Bulgarije en Roemenië (23 987, nr. 119);

  • de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 24 juni 2011 over het beoogde monitoringsmechanisme voor Kroatië (23 987, nr. 117);

  • de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 2 september 2011 met de reactie van het kabinet op de voorstellen van de Europese Commissie voor het meerjarig financieel kader van de EU voor de periode 2014–2020 (21 501-20, nr. 583);

  • de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 23 mei 2011 met de fiche: Verordening Statuut Hof van Justitie (22 112, nr. 1178).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Knops

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Pechtold

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Van Keulen

Voorzitter: Knops

Griffier: Van Keulen

Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Albayrak, Van Bommel, Bontes, Dijkhoff, Knops, El Fassed, Ormel en Schouw,

en minister Rosenthal en staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken, die vergezeld zijn van enkele ambtenaren van hun ministerie.

De voorzitter: Dames en heren, van harte welkom bij het algemeen overleg van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 12 september 2011. Op de agenda staat een aantal brieven. Ik heet van harte welkom de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken.

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter. Ik begin met een punt dat niet op de agenda staat, maar waarover de Nederlandse regering wel iets zou moeten zeggen. Het betreft de twee vergaderlocaties van het Europees Parlement, Brussel en Straatsburg. Deze kwestie wordt ook in het regeerakkoord genoemd. De Nederlandse regering heeft tot 20 september 2011 de tijd om bezwaar te maken tegen de procedure die Frankrijk bij het Europees Hof is gestart. Frankrijk heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Europees Parlement om twee vergaderingen aansluitend te doen, waardoor er één vergadering minder zal plaatsvinden in Straatsburg. Het is weliswaar een kleine, maar belangrijke stap op weg naar de wens, die in het regeerakkoord tot uitdrukking is gebracht, om te komen tot één vergaderlocatie. Ik roep de regering op om gebruik te maken van de mogelijkheid om voor 20 september 2011 bezwaar aan te tekenen tegen de procedure bij het Hof. Hiermee zetten we dat belangrijke eerste stapje in de richting van de wens van het kabinet, die wordt gedeeld door de SP-fractie, om te komen tot één vergaderlocatie. Zodra dat doel bereikt is, kan er uiteindelijk een paar honderd miljoen euro per jaar worden bespaard. In deze tijden is dat een belangrijk bedrag.

Het thema economic governance wordt besproken tijdens de Raad Algemene Zaken, mits er vooruitgang is geboekt in de onderhandelingen met het Europees Parlement. Voor zover mij bekend, is er een compromis bereikt over de sancties. Kan het kabinet de Kamer melden op welke wijze er toch semiautomatische sancties komen en welke punten nog openstaan in de onderhandelingen?

De minister-president heeft deze week heel opmerkelijk een voorstel geagendeerd tot het aanstellen van een Eurocommissaris die de begrotingsafspraken zal handhaven. Mijn fractie zit niet te wachten op een ondemocratische technocraat die de begrotingen van de landen gaat dicteren. Hoe verhoudt dit voorstel zich tot het eerder gedane voorstel van Sarkozy en Merkel om te komen tot een economische regering voor het Eurogebied, mogelijk zelfs met Van Rompuy aan het hoofd? Graag verneem ik een reactie van de minister op de spanning die tussen beide voorstellen bestaat.

Tevens ontvang ik graag een reactie op het oordeel van de Duitse minister van Financiën dat voor een dergelijke ontwikkeling een verdragswijziging nodig zou zijn. Volgens de verdragen ligt het afdwingen van de aspecten van het Stabiliteits- en Groeipact nu primair bij de lidstaten. Graag hoor ik het oordeel van de minister op dit punt.

Ik kom op het CVM voor Bulgarije en Roemenië. De rapporten worden voorgesteld als een A-punt, dat neerkomt op een hamerstuk. Het kabinet zal erop toezien dat bepaalde zaken in de conclusies komen. Hierdoor lijkt het alsof er al overeenstemming is over die conclusies, zeker als het hamerstuk wordt. Er zouden dan ook conceptconclusies moeten zijn, die de minister reeds aan de Kamer had kunnen sturen. Waarom heeft hij dat niet gedaan? Wil hij dat alsnog zo spoedig mogelijk doen? De Kamer kan zich dan ook ermee bemoeien. Zij doet dat liever in dit stadium dan in een later stadium.

Inhoudelijk is de SP-fractie het eens met de opstelling van het kabinet inzake Roemenië en Bulgarije. Hoewel het niet bij deze Raad Algemene Zaken aan de orde is, ga ik ervan uit dat ook het kabinet vindt dat dit soort zaken, alhoewel formeel en technisch niet geheel correct, betrokken kan worden bij de discussie over de toetreding tot Schengen. Graag ontvang ik hierop een reactie van de minister.

De heer Ormel (CDA): Voorzitter. Het is jammer dat we zo weinig tijd hebben voor de behandeling van zo veel belangrijke onderwerpen. Het meerjarig financieel kader wordt nogmaals behandeld. Ik hecht eraan hierover enkele opmerkingen te maken, maar ik kom namens de CDA-fractie erop terug.

De CDA-fractie heeft een motie ingediend bij de Staat van de Unie, de zogenaamde synergiemotie. De regering geeft in haar reactie rekening te zullen houden met deze motie, maar niet op welke wijze. Indien zij stelt dat per definitie de totale omvang van de Europese begroting te hoog is, zou synergie geblokkeerd kunnen worden. Het is wellicht beter om in Europa bepaalde zaken gezamenlijk te regelen, omdat dat kan leiden tot een nationale besparing. Dat is de synergiemotie.

De heer Van Bommel begon al over het feit dat de besparing op administratieve uitgaven niet ver genoeg gaat. Anderen spreken hierover reeds in de media. Een en ander staat ook in het meerjarig financieel kader. Meer dan 5% moet haalbaar zijn. Het CDA is het op dit punt eens met de regering.

In het meerjarig financieel kader staat ook de Straatsburgkwestie genoemd. Mijn fractie is het eens met de inzet van de regering. Zij vindt echter het voorstel om nu aan te haken bij het Europees Parlement symboolpolitiek. Het CDA huldigt het Europees Parlement over het feit dat het een en ander doet. Hierbij aansluiten is echter een beetje makkelijk. Mijn fractie wil verder gaan. Zij roept de regering op om bij een volgende verdragswijziging, bijvoorbeeld als Kroatië toetreedt, voorstellen te doen om het Europese Verdrag aan te passen en de locatie Straatsburg ter discussie te stellen. Het lijkt mij zinvoller en waardevoller om die weg te bewandelen dan om nu een beetje symbolisch aan te hangen.

De heer Van Bommel (SP): Een en ander wordt gezien als symboolpolitiek. Het zou voor het eerst zijn dat er een stapje wordt gezet in het bereiken van de doelstelling uit het regeerakkoord om te komen tot één vergaderlocatie. Ik vraag de heer Ormel dat te erkennen. Ook één vergadering minder scheelt een aardig bedrag en heel veel milieuverontreiniging. Waarom wil de heer Ormel wachten totdat het grotere doel bereikt is of in zicht komt?

De heer Ormel (CDA): Ik wil hiermee niet wachten. De heer Van Bommel gaat echter gewoon op de bagagedrager van het Europees Parlement zitten en zegt: «Hè, hè, dit doet het Europees Parlement, wij doen mee.» Het Europees Parlement heeft deze zaak aanhangig gemaakt bij het Europese Hof. Het Hof bepaalt vervolgens. Het CDA zou verheugd zijn als het Europees Parlement hierin zegeviert. Dat is inderdaad een stapje. Mijn fractie gaat echter een stap verder. Zij vraagt de Nederlandse regering om dit punt bij een komende verdragswijziging ook ter tafel te brengen.

De heer Van Bommel (SP): Ik spring niet op de bagagedrager van het Europees Parlement. Frankrijk heeft die zaak ook aanhangig gemaakt, omdat het bezwaar maakt tegen de beslissing van het Europees Parlement. Vindt de heer Ormel deze stap, het bezwaar maken tegen die procedure, niet gewoon uitvoering van het regeerakkoord? Ik hoef de heer Ormel toch niet daarom te vragen? Hij zou zelf daarom moeten vragen.

De heer Ormel (CDA): Er is sprake van uitvoering van het regeerakkoord als de Nederlandse regering een komende verdragswijziging aangrijpt om dit punt in het Verdrag te wijzigen. Dat is de koninklijke weg, de gouvernementele weg. Nu ligt de zaak bij het Hof. Ik hoop dat het Europees Parlement wint, maar dat is nog maar de vraag. Hulde aan het Europees Parlement. Ik vind het alleen een beetje obligaat om daarin mee te liften.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Je zult 10 mln. maar symboolpolitiek noemen! In deze tijden is dat een forse besparing. Het Europees Parlement zet een eerste stap. De lidstaten van Europa zijn formeel gerechtigd om zich te voegen, omdat zij belanghebbenden zijn. Het is helemaal niet obligaat. De lidstaten kunnen zich voegen in deze zaak om de argumenten van het Europees Parlement kracht bij te zetten. De PvdA vraagt het kabinet om dit te doen. Wat is hierop tegen, gelet op het regeerakkoord en de houding van de partijen in deze Kamer? Een meerderheid is voorstander en het Europees Parlement wil het regelen. Wat is hierop tegen, al was het een symbool?

De heer Ormel (CDA): Het lijkt iets in de trant van: «Er is kans op een succesje. Jongens, laten we snel aanhaken.» Het Europees Parlement heeft een ander in gang gezet. Hulde hiervoor aan het Europees Parlement. Ik hoop dat het wint. Daarnaast moet de Nederlandse regering zich inzetten om een verdragswijziging door te voeren en om daarvoor een Europese meerderheid te krijgen, opdat we uiteindelijk overgaan op één vergaderlocatie voor het Europees Parlement.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Ik hoor nog steeds niet wat erop tegen is om deze stap te zetten als het grotere streven nog niet binnen bereik is.

De heer Ormel (CDA): Wat is voor? Wat bereik je ermee? Niks. Het punt ligt al bij het Hof. Het Europees Parlement is mans genoeg om dat te verdedigen. Daarnaast is het veel verstandiger om te proberen een meerderheid te krijgen voor een verdragswijziging en een en ander op die manier te regelen. Dat moet uiteindelijk toch gebeuren.

De heer El Fassed (GroenLinks): Over bagagedragers gesproken ... Ik heb hierover bij de Staat van de Unie een motie ingediend, die niet gesteund werd door partijen die constant mopperen over het Straatsburgdrama. Het wordt tijd dat ook die fracties de daad bij het woord voegen.

De voorzitter: Ik constateer dat dit geen vraag was, maar een publieke verklaring. Ik wil dit voorkomen. We hebben een uur. Ik verzoek de Kamerleden zorgvuldig met de tijd om te gaan.

De heer Ormel (CDA): Voorzitter. We zijn bezig met de voorbereiding van een Raad Algemene Zaken, waartoe veel belangrijke punten op de agenda staan.

Ik ga door op het meerjarig financieel kader. De regering geeft aan dat het cohesiebeleid meer resultaatgericht moet zijn en dat het landbouwbeleid dient te verduurzamen. Mijn fractie is het hiermee eens. Een zeer belangrijke opgave voor een Europees landbouwbeleid is voedselzekerheid. Mijn fractie verzoekt de regering met klem om dit uitgangspunt toe te voegen als belangrijk doel om na te streven.

Ik kom op het CVM voor Bulgarije en Roemenië. De CDA-fractie is evenals het kabinet teleurgesteld over de beperkte resultaten die met name in Bulgarije in de praktijk zijn gerealiseerd. Zij is van mening dat het CVM onverkort gehandhaafd moet blijven. Mijn fractie is bovendien bezorgd naar aanleiding van de beantwoording van de Kamervragen die ik heb gesteld over vermeend misbruik van Europese fondsen in de Bulgaarse stad Sliven. Die stad heeft de heer Letsjkov als burgemeester, een voormalig sterspeler van het Bulgaarse voetbalteam. Dat is allemaal geweldig, maar er is 29 mln. aan Europees geld naar die stad gegaan voor het herzien van een waterleiding. Er is nog steeds geen nieuwe waterleiding, maar er is wel een heel mooi nieuw hotel. De eigenaar hiervan is de heer Letsjkov. Dat is allemaal mooi en aardig. Het antifraudebureau OLAF doet onderzoek hiernaar, maar kan waarschijnlijk onvoldoende de vinger hierachter krijgen. Als er onvoldoende toezicht is of als er een dreiging of een serieuze verdenking van fraude is, moet de stroom van Europees geld in die richting gestopt worden. Graag ontvang ik hierop een reactie van de minister.

Tot slot is het CDA verheugd over de voortgang die wordt gemaakt met het naderende volwaardige lidmaatschap van Kroatië.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Voorzitter. Ik kom nog even terug op het punt dat ik in mijn interruptie aanhaalde. Het is eigenlijk heel simpel. Er ligt een kans om te besparen. Ondertussen wensen we dat er een verdragswijziging komt, zodat er sprake zal zijn van nog maar één vergaderplek. Een en ander bespaart 10 mln. en 1500 ton aan emissies, zodat ook het milieu wordt ontzien. Het Europees Parlement moet hierbij gesteund worden, want Luxemburg heeft zich al geschaard aan de zijde van Frankrijk. Er is nu al sprake van twee tegen één. Andere landen, zoals Engeland, overwegen het Europees Parlement te steunen, maar iedereen wacht op elkaar. Laat Nederland alstublieft deze stap zetten. Tot 20 september 2011 is dit nog mogelijk. Het is derhalve urgent om een en ander ook hier met elkaar af te spreken. Als de minister dat weigert, zal de PvdA in vervolg op de motie-El Fassed/Schouw de Kamer nogmaals om een uitspraak vragen over een voeging in deze zaak voor 20 september.

Over het meerjarig financieel kader volgt nog een heel traject. Er komen nog brieven van het kabinet over de wijze waarop dit in Kamer zal worden behandeld. Ik zal hierop derhalve nu niet inhoudelijk ingaan.

Ik kom op het sixpack en de economic governance. Ik heb begrepen dat er gisteren een compromis is bereikt tussen het Europees Parlement en de raad. Graag ontvang ik hierover meer informatie, ook over de aard ervan. In mijn ogen is economic governance daarmee een feit. Ook dit wordt volgende week in de Ecofin-Raad uit-en-te-na besproken. Dat is ook een ander traject. Houdt het kabinet na deze stappen en de brief van gisteren, waarin premier Rutte aankondigt voorstander te zijn van een Eurocommissaris die belast is met het toezicht op de begrotingsdiscipline, nog steeds vol dat er geen sprake is van extra bevoegdheden en soevereiniteitsoverdracht? Wat stelt zo'n Eurocommissaris dan voor? De handhaving van de afspraken is tot nu toe door de Raad niet gelukt. De Commissie moet het doen. Mijn fractie juicht dat toe. Ronald Plasterk heeft dat in vele debatten reeds voorgesteld. Het moet derhalve een Commissaris met bevoegdheden en macht zijn. Dat perkt de beleidsruimte van de lidstaten in. Houdt de minister nog steeds vol dat een en ander niet gepaard gaat met extra bevoegdheden en soevereiniteitsoverdracht? Zo ja, dan is dat een redelijk bizar standpunt.

Ik ga kort in op de kwestie bij het Hof. Mijn fractie steunt de minister in zijn benadering dat binnen de huidige budgettaire kaders gezocht moet worden naar ruimte om de workload aan te kunnen en de achterstanden weg te werken. Het standpunt van de minister luidt dat binnen de huidige kaders gezocht moet worden naar efficiency in begroting. Wat zijn de mogelijkheden hiertoe? Ziet de minister die daadwerkelijk ook? Wat gebeurt er als een en ander niet gevonden wordt? Sluit hij dan alsnog een uitbreiding met twaalf rechters niet uit? Het is een fors probleem. Het feit dat de rechtspraak in Europa spaak loopt, zit ons in Nederland ook erg dwars. Het gaat erom dat Nederlandse burgers uiteindelijk hun recht halen in Europa, ook als het gaat om prejudiciële beslissingen. Er moet duidelijkheid zijn over de wijze waarop wij het Europese recht dienen te interpreteren.

De heer Schouw (D66): Voorzitter. Namens mijn fractie wil ik mijn complimenten overbrengen aan het kabinet. Dat gebeurt niet vaak. D66 is blij verrast met de nieuwe toekomstvisie van dit kabinet op de economische en monetaire unie. Dat is een forse stap vooruit. Het is heel goed dat premier Rutte de lijn voor Hofstad omarmt. Mijn fractie is erg blij hiermee. Ik heb hierover wel een vraag. Mijn collega's hebben ook reeds enkele vragen gesteld. Wie stelt zo'n Eurocommissaris die sancties moet kunnen opleggen aan? Wie kan hem of haar weer wegsturen? Het Europees Parlement, de regeringsleiders of het land waaruit die persoon afkomstig is? Die vragen houden mijn fractie bezig. Wellicht kunnen de bewindslieden hierover iets zeggen.

Over het meerjarig financieel kader komen wij aan het eind van deze maand uitvoerig met elkaar te spreken. Ik ga hierop derhalve nu niet in. Het is wel belangrijk om In reactie op mijn collega's iets te zeggen over Straatsburg. Mijn fractie heeft helemaal niets erop tegen om een dubbele strategie te bewandelen. De regering zou haar best moeten doen om nu echt van Straatsburg af te gaan. Het parlement kan een duwtje in de rug geven richting het Europees Parlement om van dat vergadercircuit in Straatsburg af te komen. Een dubbele strategie lijkt mij fantastisch.

De heer Ormel (CDA): Het is mooi dat de heer Schouw hierover complimenten geeft aan het kabinet. In zijn bespiegeling over de Eurocommissaris geeft hij een aantal opties. Welke optie acht D66 het meest wenselijk?

De heer Schouw (D66): Wat dacht u? Dat is natuurlijk de optie van het Europees Parlement. Daar zou de aanstelling van de Eurocommissaris moeten gebeuren. Je zet hem dan in een onafhankelijke positie neer. Die andere twee opties lijken mij eerlijk gezegd ondenkbaar, want dan gaat het fout. Ik wil de regering verlokken om met mijn fractie voornoemde keuze te maken.

Voorzitter. Ik kom op de economic governance en de het sixpack. Ik weet niet precies of een en ander akkoord is. Ik begreep dat er nog een twistpunt is tussen het Europees Parlement en de regeringsleiders over de sancties. Er wordt hier nee geschud. De vraag is of twee derde of eenderde van het aantal regeringsleiders die sancties kan tegenhouden. Wat mijn fractie betreft, zou het een derde moeten zijn. Ik hoor graag wat de uitkomst is van het overleg en wat de inzet is van de regering.

Ik kom op het Statuut van het Hof van Justitie. Ik vind de reactie van het kabinet, op zijn Hollands gezegd, benepen. Wij weten allemaal dat er bij het Hof grote problemen zijn. Door te zeggen dat de problemen worden erkend, maar dat deze binnen het eigen budget moeten worden opgevangen, wordt het probleem niet serieus genomen. Zou het kabinet daarop nog wat toelichting kunnen geven?

Tot slot kom ik op Roemenië en Bulgarije. De Europese Commissie zegt dat Bulgarije en Roemenië te weinig vooruitgang boeken bij de bestrijding van corruptie. Twee weken geleden ben ik er nog geweest voor een bezoek met een commissie die onderzoek doet naar arbeidsmigratie. Ik twijfel niet aan de inzet van beide regeringen om ervoor te zorgen dat de zaken op orde zijn, ongeacht de persoon die je spreekt. Ik heb begrepen dat staatssecretaris Knapen daar een aantal weken geleden ook is geweest. Twijfelt hij aan de inzet? Is de Nederlandse regering van plan om nieuwe extra eisen aan die landen te stellen? Het kan toch niet de bedoeling zijn om tijdens het spel de spelregels te veranderen?

De heer Bontes (PVV): Heeft de heer Schouw geen kennis genomen van het persbericht, waarin staat dat je voor € 500 via Bulgarije de EU binnenkomt en dat er in het grensgebied miljonairs wonen die de functie van douanebeambte uitvoeren? Zij zijn miljonair geworden door vele vele malen € 500 op te strijken. De heer Schouw verkondigt hier dat het daar allemaal perfect in orde is. Hoe komt hij aan die waanzin?

De heer Schouw (D66): Luisteren is natuurlijk een kwaliteit die niet iedereen gegeven is. Ik ben daar twee weken geleden geweest en heb met vele vertegenwoordigers, ook van de regering, gesproken. Aan de inspanningen ligt het niet. Dat er fouten zijn en dat er fraude is ... Er gebeurt van alles en nog wat. Vandaag is er ook een onderzoek gestart van de Europese Commissie naar de omgang van de gemeente Amsterdam met Europese fondsen. De heer Bontes moet niet een voorbeeld aanhalen en dan gelijk de hele inzet van beide regeringen in twijfel krijgen. Daartegen maak ik bezwaar. Ik heb geen oordeel gegeven over het eindplaatje. Ik heb mij vooral gericht op de inzet van beide regeringen en daaraan twijfel ik niet.

De heer Bontes (PVV): Vindt de heer Schouw het op basis van die inzet akkoord dat die landen toetreden tot de Schengenzone?

De heer Schouw (D66): De inzet is er. Ik ken ook alle rapporten. Om net als de PVV op basis van incidenten te oordelen dat we geen stap kunnen zetten, doet geen recht aan de inzet en de oprechtheid van die landen teneinde ook tot de Europese familie te kunnen behoren.

De heer Bontes (PVV): De heer Schouw heeft moeite om concreet te worden. Zijn die twee landen, Roemenië en Bulgarije, volgens de heer Schouw op dit moment in staat om toe te treden tot de Schengenzone? Ja of nee? Ik vraag een duidelijk antwoord.

De heer Schouw (D66): Uit de rapportage blijkt dat een en ander op alle punten nog niet voldoende is. Regels zijn regels en afspraken zijn afspraken. Dat heb ik altijd gezegd en dat geldt ook voor die landen. Dat is nog steeds mijn antwoord. Het kan niet zo zijn dat we op basis van incidenten van die afspraken afwijken of dat we richting die landen nieuwe extra eisen met elkaar formuleren. Dat is oneerlijk en aan die oneerlijkheid doet mijn fractie niet mee.

De heer El Fassed (GroenLinks): Voorzitter. Er is al een aantal zaken gepasseerd, zoals het meerjarig financieel kader. Hierop komen we nog terug. Over Straatsburg is ook het nodige gezegd. Ik beperk me tot het Hof van Justitie. Welke inhoudelijke bezwaren heeft de regering tegen het voorstel van het Hof? Heeft de regering procedurele bezwaren of gaat het haar alleen om het verminderen van de doorlooptijd? Mijn fractie hecht zeer aan de rechtshandhaving en de toegang tot het Europees recht.

Het is goed dat Kroatië met grote stappen dichtbij toetreding komt. Er zijn belangrijke hervormingen geweest en het is zaak deze trend door te zetten. Juist daarom is toezicht op deze stappen en vorderingen van belang, ook op het moment van toetreding. Mijn fractie meent ook dat de huidige lidstaten na toetreding moeten voldoen aan de vastgestelde criteria. Er moeten geen extra criteria worden geformuleerd, maar landen moeten wel blijvend voldoen aan de Kopenhagencriteria. Acht de regering het denkbaar dat in het uiterste geval de toetredingsdatum wordt uitgesteld?

Voor de zomer kreeg ik van de minister van Buitenlandse Zaken de toezegging dat hij assistentie zou verlenen bij het opstellen van een actieplan tegen homofobie. Is dit aanbod inderdaad destijds gedaan en wat was hierop de reactie? Ik ben zeer benieuwd hiernaar.

De heer Ormel (CDA): De heer El Fassed oppert hier een interessante gedachte. Hij zegt dat toetredende landen aan criteria moeten voldoen. We hebben het net gehad over Bulgarije en Roemenië. Die moeten aan criteria voldoen volgens het CVM. De heer El Fassed zegt dat bestaande EU-landen hieraan ook moeten voldoen. Pleit GroenLinks voor een controlemechanisme van alle lidstaten? Hoe stelt de heer El Fassed zich dat voor? Moet het onafhankelijk zijn? Wie moet het doen? Waarop wordt gecontroleerd? Kan hij hierover iets zeggen?

De heer El Fassed (GroenLinks): Ik kan wel een voorbeeld noemen. Ingeval van toetreding hebben we het bijvoorbeeld heel vaak over respect voor mensenrechten. In een aantal huidige lidstaten worden de mensenrechten nog wel eens geschonden. Hierover mag de Europese Commissie of Europese Unie best iets zeggen.

Afgelopen week werden in Libië documenten gevonden waaruit blijkt dat Europese landen betrokken zijn geweest bij de ontvoering van verdachten naar derdelanden, waar zij vervolgens werden gemarteld. Human Rights Watch heeft hiernaar onderzoek gedaan. We moeten met ons allen ertegen waken dat mensen in Europa vogelvrij zijn. Is de minister bereid om dit te agenderen voor de Raad en op EU-niveau een onderzoek in te stellen naar deze kwestie?

De heer Dijkhoff (VVD): Voorzitter. Allereerst complimenteer ik het kabinet ook namens mijn fractie, met name met het uitonderhandelde monitoringsmechanisme voor Kroatië. Hierover hebben we uitgebreid in de Kamer gedebatteerd. Ik heb nog eens het verslag van die vergadering teruggelezen. Alle punten die hierin worden genoemd zijn ook teruggekeerd in het mechanisme, inclusief early warning en het opnemen van rapportages in hoofdstuk 35. We kunnen een en ander ook allemaal zelf meewegen als we in de toekomst voor ratificatie staan. Er is zelfs opgenomen dat ingeval het lidmaatschap er eenmaal is, er nog rapportages komen voor toetreding tot Schengen. Dit laat zien dat er in de Unie geleerd wordt van fouten uit het verleden en er correcties worden toegepast bij nieuwe gevallen. Mijn fractie zal een en ander blijven volgen, met alle waardering voor de inzet en de reeds geboekte resultaten in Kroatië.

Ik kom op de CVM-rapporten voor Roemenië en Bulgarije. Er werd al eerder gesproken over een positieve inzet. De VVD-fractie kijkt liever naar de voortgang en de geboekte resultaten. Zij leest hierin dat een en ander niet stilstaat. Het is niet zo erg als je vreest, maar ook nog niet zo goed als je hoopt. We zitten er nog middenin. We moeten erop blijven hameren dat een en ander verbetering behoeft en dat er nog veel werk te verrichten is, met name wat betreft de attitude van de mensen die werkzaam zijn in de instellingen die opgericht worden.

In de brief stond dat het niet bekend is of het sixpack wordt geagendeerd. Na de enkele verklaring van een onderhandelaar van gisteren, is het wel heel kort dag om hierop uitgebreid in te gaan. Mijn fractie is erg benieuwd of het kabinet meer weet over de details. Zij neemt aan dat het onderhandelingsresultaat terugkomt naar de lidstaten. Het feit dat er een overeenkomst is, klonk positief, maar dat verhaal met die afkoelingsperiode en een gewone meerderheid deed de VVD denken aan de Franse slag. De aanscherping van het Stabiliteits- en Groeipact is hard nodig. Een en ander is reeds voorzien in de wens van het Europees Parlement, die de VVD volledig steunt. Mijn fractie meent dat er nog verdere stappen moeten worden gezet. Zij was blij met de brief van het kabinet van gisteren, waarin blijk werd gegeven van een consistente lijn, een onafhankelijke feitelijke constatering van schending van het pact en niet van een politieke beslissing. De VVD-fractie hamert al jaren hierop. Zij hoopt dat een en ander nog scherper wordt dan datgene wat zij vernam uit het compromis. Kunnen de bewindslieden bevestigen dat het compromis nog niet het eindpunt is en schetsen op welke wijze het kabinet in de komende maanden het traject voor zich ziet om tot een aanscherping van de governancestructuur te komen, ook in het licht van die brief van gisteren?

Tot slot noem ik het meerjarig financieel kader. Ik verwijs gemakshalve naar hetgeen reeds gewisseld is in het debat voor het reces ter voorbereiding op de Europese top. Mijn fractie hoopt dat van begin af aan het kabinet de harde lijn laat horen, ook bij de Raad Algemene Zaken, als het voor het eerst ter bespreking komt. Het meerjarig financieel kader is in de ogen van de VVD een gemiste kans van de Europese Commissie en het Parlement om te laten zien dat zij begrijpen dat er in alle lidstaten bezuinigd moeten worden en dat het stellen van nieuwe prioriteiten betekent dat oude prioriteiten vervangen worden. Mijn fractie gaat ervan uit dat deze stevige lijn op inhoud, hoogte en Nederlandse betalingspositie van begin af aan in de onderhandeling stevig wordt ingezet. Zij zou graag een bevestiging ontvangen dat dit gebeurt en in hoeverre de staatssecretaris medestanders ziet en werft.

Mevrouw Albayrak (PvdA): De heer Dijkhoff heeft niets gezegd over Straatsburg en de discussie die net ontstond. Is hij dit keer wel bereid om een motie te steunen die vraagt om voeging in de zaak van Frankrijk tegen het Europees Parlement?

De heer Dijkhoff (VVD): De VVD vindt dat niet de meest elegante manier. We hoorden net al een uitspraak dat er sprake is van twee tegen één, omdat Luxemburg zich bij Frankrijk heeft gevoegd. Ik ben waarschijnlijk niet de enige die zich aan die move van Luxemburg geërgerd heeft. Mijn fractie vreest dat er een politieke vervuiling komt van een juridisch traject. Er zijn twee manieren om dit probleem aan te pakken. Enerzijds is aanpassing van het verdrag mogelijk, teneinde een en ander echt eens op te lossen. Mijn fractie hoopt hierop en het kabinet zet hierop in. Anderzijds is er nu een interessante ontwikkeling gaande met een gang naar de rechter door het Parlement. De VVD ziet een en ander met belangstelling tegemoet. Als ik zelf mag bepalen wie er wint, heb ik hoop. Het moet echter een juridische procedure zijn met een juridische uitspraak. Voeging en het symbolisch kiezen van kampen door allerlei partijen, terwijl iedereen al weet hoe de landen erover denken, acht de VVD niet bevorderlijk voor het proces.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Dan snapt de heer Dijkhoff de juridische werkelijkheid niet. Nederland en alle lidstaten hebben de juridische positie om zich te voegen in deze zaak teneinde de argumenten van het Europees Parlement kracht bij te zetten. Er is geen sprake van politieke inmenging in een juridische zaak, we hebben die positie. Wat is erop tegen om 10 mln. te besparen? Dat is toch het eigen standpunt van de heer Dijkhoff?

De heer Dijkhoff (VVD): Ik heb mijn woorden zorgvuldig gekozen. Ik heb ook niet gezegd dat een en ander juridisch onmogelijk is. Dan had ik het inderdaad niet begrepen. Ik bedoel dat het nog steeds een keuze is of je van die mogelijkheid gebruik maakt. Als partijen als het ware een kleur kiezen en zich als voetbalsupporters in een zaak voegen, wordt de aan het Hof gevraagde juridische analyse van een uitspraak over datgene wat er binnen het verdrag mogelijk is, stevig gepolitiseerd. Mijn fractie acht dat niet bevorderlijk. Zij vindt het bevorderlijk om het reeds lopende traject, dat niet beter wordt als Nederland zich erin voegt, te laten zoals het is en zich meer te richten op de definitieve oplossing van het Straatsburgse vraagstuk. Er is niets mis met bezuinigen. Er kan nog wel meer bezuinigd worden dan 10 mln. binnen die Europese begroting. Daarover zullen we in het aparte algemeen overleg Behandelvoorbehoud meerjarig financieel kader nog uitgebreid van gedachten wisselen. Ik kom dan met nog meer miljoenen en hoop dat mevrouw Albayrak het nuttig vindt om ook daarop te bezuinigen.

De heer Bontes (PVV): Voorzitter. Wat betreft het meerjarig financieel kader is er sprake van een historisch moment. De Europese Commissie heeft het lef om voor de periode van 2014 tot 2020 een begroting te vragen van meer dan een biljoen. Dat is voor de eerste keer in de geschiedenis. Het huidige budget van 900 mld. stijgt naar 1083 mld., oftewel meer dan een biljoen. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de Europese Commissie zo'n begroting vraagt, in een tijd dat lidstaten de broekriem moeten aanhalen. Ik snap niet waarvandaan zij het lef haalt. Hoe moeten landen dit ophoesten? We zullen hierover nog uitgebreid spreken. Ik zie verschillende mogelijkheden, zodat er veel minder geld kan naar die Europese Unie. Maar goed, het is een historisch moment. Het is onvoorstelbaar dat dergelijke bedragen als begroting kunnen worden opgevoerd.

Roemenië en Bulgarije hadden nooit tot de Europese Unie toegelaten mogen worden. Dat is duidelijk. De Europees Commissaris voor Uitbreiding heeft dat destijds ook gezegd. Dit is het negende kritische rapport. De heer Schouw vindt het prima en meent dat we kunnen doorgaan. Het gaat echter nog steeds over corruptie, rechterlijke macht, justitie en de vraag of hervormingen moeten plaatsvinden. Roemenië en Bulgarije mogen niet toetreden tot Schengen. Die discussie wordt binnenkort ook gevoerd bij de JBZ-Raad. De PVV-fractie vindt nog steeds dat deze landen niet moeten worden toegelaten tot Schengen. Een analist van Europol zegt bijvoorbeeld dat illegale immigratie zal toenemen. Daarnaast is er een publicatie over de corruptie bij de grens met Bulgarije, waaruit blijkt dat je voor € 500 de Europese Unie binnenkomt. Mensen zijn door deze praktijken miljonair geworden en hebben grote huizen gekocht.

Ik kom op Kroatië. Er is een mechanisme waarmee actie kan worden ondernomen bij terugval tussen het moment van afronding van de toetredingsonderhandelingen en de daadwerkelijke toetreding. Dit lijkt mij een wassen neus, een papieren tijger. Ik ben helemaal niet gelukkig met het geboekte resultaat. Waarom niet? In plaats van het uitvoeren van harde actie worden er eerst waarschuwingsbrieven uitgeschreven. Vervolgens wordt er met een gekwalificeerde meerderheid besloten of er daadwerkelijk acties komen. Op voorhand hebben al heel veel landen gezegd dat zij een en ander onzin vinden en dat het niet nodig is, omdat Kroatië verder is dan de meeste EU-landen. Ik vraag mij af op welke wijze wij die gekwalificeerde meerderheid ooit gaan halen bij die terugval. Als uiterste actie zou zelfs opschorting kunnen plaatsvinden. Is dat echter vastgelegd en vinden andere landen dat ook? Ik heb hierover derhalve een aantal vragen. Vinden andere landen ook dat de toetreding kan worden opgeschort en is het vastgelegd? Waarom stel ik deze vraag? Heel veel landen staan gereserveerd hiertegenover. Die gekwalificeerde meerderheid maakt mij onrustig. Ik had veel liever unanimiteit gezien, zodat Nederland iets had kunnen zeggen in de trant van: «Tot hier en niet verder, wij trekken de stekker eruit.»

Ik kom nog even op Straatsburg. De PVV-fractie heeft altijd gezegd dat er met die verhuisonzin moet worden gestopt. Sinds de verkiezingen voor het Europees Parlement werd zij aangevallen door alle partijen. Nu gaan Eurofiele partijen, zoals GroenLinks, D66 en de PvdA, de kar trekken om minimaal te bezuinigen op de hele waanzin die EU heet. Mijn fractie heeft moeite ermee om achter de moties van dat soort Eurofiele lieden aan te lopen. Zij voeren symboolpolitiek voor hun achterban, zodat zij kunnen zeggen dat zij wat aan bezuinigingen doen en een beetje kritisch zijn. Daar moet ik achteraan lopen. No way! De PVV-fractie heeft hierin geen trek. Zij heeft derhalve deze motie niet gesteund. Je kunt maar beter duidelijk zijn.

De voorzitter: Die lieden, over wie u spreekt, zijn ook uw collega's. U kunt het uiteraard niet eens zijn met hen, maar ...

De heer Bontes (PVV): Eurofiele collega’s ...

De heer Van Bommel (SP): Ik heb alle begrip ervoor dat de heer Bontes niet achter een motie wil aanlopen van Eurofiele fracties in deze Kamer.

De heer Bontes (PVV): De heer Van Bommel doet dat wel.

De heer Van Bommel (SP): Nee, want ik ga op dit thema zelf een motie indienen. Ik wil de heer Bontes van harte uitnodigen om die motie te steunen. Het gaat om een serieus thema. Het bezuinigen van 10 mln. kan niet een symbolische motie worden genoemd. Een eerste stap om te komen tot één vergaderlocatie kan ook niet symbolisch worden genoemd. Ik nodig de heer Bontes van harte uit om met mij samen, zijnde het Eurokritische geluid in de Tweede Kamer, die motie in te dienen. Wat is hierop zijn antwoord?

De heer Bontes (PVV): Ik zou die motie eerst moeten zien en dan geloven. Voordat we zover zijn, zou ik ook heel veel steun willen zien op andere initiatieven van de PVV om radicaal te bezuinigen. Dit zijn druppels op een gloeiende plaat teneinde de achterban te laten zien dat ze ook wat doen. Als het op echte acties aankomt, staat de PVV alleen in dit parlement.

De heer El Fassed (GroenLinks): Zo kennen we het weer, mopperen maar niet de daad bij het woord voegen. Het gaat helemaal niet om symboolpolitiek. De CO2-reductie die naast de bezuiniging hiermee kan worden bereikt, gaat GroenLinks heel erg na aan het hart. Als de heer Bontes zo hard roeptoetert over Straatsburg en hij moties niet op de inhoud maar enkel op de afzender wil beoordelen, dan lijkt het me vanzelfsprekend dat hij een motie hierover van de heer Bommel en diens fractie steunt. Zou de heer Bontes dit doen?

De heer Bontes (PVV): Niets is vanzelfsprekend. Ik heb al eerder gezegd dat ik naar de motie van de heer Van Bommel zal kijken. Ik doe hier geen toezeggingen. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Het is bedoeld voor de achterban. In het kader van echte bezuinigingen kun je die begroting van een biljoen vele malen verlagen en vind ik de heer Van Bommel niet op mijn pad om een motie te ondersteunen. Ik zal deze bekijken.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Hoe kan de heer Bontes aan zijn achterban uitleggen dat hij een kans laat liggen om 10 mln. te besparen op die begroting, waartegen hij terecht zo vaak bezwaar maakt? Overigens maken alle Eurofiele partijen in het Europees Parlement hiertegen ook regelmatig bezwaar. Ik weet het goed gemaakt. Het is inderdaad de zoveelste keer dat de PVV-fractie hartstikke hard roept. Als het echter daadwerkelijk aankomt op het steunen van concrete initiatieven om te besparen of mensen uit haar eigen achterban te ontzien, geeft zij niet thuis. De PVV duldt niet dat het initiatief hier is genomen door GroenLinks of de PvdA. Als de heer Bontes op deze manier omgaat met collega's en hen Eurofiele lieden noemt – ik voel me aangesproken – ben ik bereid om de motie die ik heb gemaakt, en waaronder de handtekeningen van de heer El Fassed en de heer Schouw staan, in te trekken op het moment dat de heer Bontes de motie van een niet-Eurofiele partij steunt in de Tweede Kamer. Dat moet hij dan wel doen. Hij zal nu zeggen dat hij de motie eerst wil zien. Ik vraag bij dezen al een VAO aan als het kabinet niet toezegt. Eerst zal dan de motie van de heer Van Bommel in stemming komen. GroenLinks, D66 en de PvdA zullen die van harte steunen. De heer Bontes steunt deze op voornoemde voorwaarden. Het is niet fraai dat twee moties verworpen worden, maar het is in ieder geval een bijzonder symbool ter waarde van 10 mln. van de Eurofiele partijen tezamen met een in de ogen van de heer Bontes niet-Eurofiele partij. Is hij hiertoe bereid? Ik loop op de toekomst vooruit, maar dat debat zal er komen.

De heer Bontes (PVV): Mevrouw Albayrak trekt de discussie naar zich toe. Dat vind ik schandalig en niet juist. Zij gaat ermee aan de haal. In het Europees Parlement is onder anderen mevrouw Hennis-Plaschaart van de VVD lange tijd bezig geweest met het hele Straatsburgverhaal en nu kaapt mevrouw Albayrak het. Het is gewoon populisme. Schei toch uit!

De voorzitter: Hiermee is de eerste termijn aan de zijde van de Kamer tot een eind gekomen. We gaan over naar de beantwoording zijdens de regering.

Minister Rosenthal: Voorzitter. Ik bedank de Kamerleden voor hun vragen in mijn richting. Dat zijn er slechts enkele geweest. Ik zal hierover heel kort zijn.

Allereerst behandel ik de vragen over de toetreding van Kroatië. Er bestaat een verschil tussen toetreding en toelating. Dat is relevant in het kader van het versterkte monitoringmechanisme. Ik bedank de heer Ormel voor zijn opmerkingen inzake het naderend lidmaatschap van Kroatië. Ik bedank eveneens de heer Dijkhoff voor zijn steun aan de moeizaam tot stand gebrachte besluitvorming in de Raad over het versterkte monitoringmechanisme. In de richting van de heer Bontes kan ik zeggen dat Nederland op dat terrein gelijk is opgetrokken met het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Finland en Denemarken. Het is op die basis erin geslaagd om de vier bekende additionele zekerheden in te bouwen, conform de in de brief aan de Kamer van 24 juni 2011 naar voren gebrachte componenten. Die brief is weer gestuurd mede naar aanleiding van de motie-Van Bommel.

In deze procedure geld qualified majority vote. Als de heer Bontes echt het heft in handen wil hebben, ligt er nog altijd de ratificatie van de nationale parlementen. Hij zit derhalve zelf in de democratische setting die bij een parlement hoort. Hier zal het mogelijkerwijs ook weer met meerderheden en minderheden gaan, maar dat moet hij accepteren.

Een teleurstellende mededeling moet zijn dat, in tegenstelling tot eerdere berichten, de toetreding van Kroatië maandag niet op de agenda staat, omdat er nog geen duidelijkheid is over de plaats en datum van ondertekening van het verdrag.

De heer El Fassed heeft nog twee vragen gesteld. Hij informeerde naar de rendition. Ik ben geneigd om op dit ogenblik te zeggen dat dit eerst en vooral een zaak is van de desbetreffende landen. Indien een en ander heeft gespeeld, is onderzoek op zijn plaats. Dit punt wil ik vooralsnog niet in EU-verband aan de orde stellen.

Ik kom op het actieplan tegen homofobie. Voor de narigheid met betrekking tot homofobie is er volop aandacht in de Europese gelederen. Dat geldt ook voor de narigheden wat betreft de gay parades et cetera. De Europese Unie heeft gezamenlijk een heldere lijn gevolgd in de richting van de desbetreffende landen. Dit neemt niet weg dat het onderwerp dermate belangrijk moet worden geacht. Het past volledig in al datgene waarover we het in het kader van de mensenrechten hebben, zoals artikel 2 in de associatieakkoorden. We zullen hierop messcherp zijn.

De heer El Fassed (GroenLinks): In het vorige debat voor de zomer heb ik aangegeven dat een collega van mij uit het Europees Parlement een gesprek had gehad met de minister van Justitie in Kroatië. Die had eigenlijk wel horen naar zo'n actieplan. De vraag was toen of wij hieraan geen assistentie konden verlenen. De minister antwoordde toen volmondig dat hij de mogelijkheden wilde bekijken om een aanbod te doen. Is er een aanbod gedaan? Zo ja, wat was de reactie?

Rendition is uiteraard een Europese aangelegenheid. Het is niet voor niets dat de Raad van Europa daarnaar onderzoek doet. Het is echter een EU-aangelegenheid. Het lijkt mij verstandig om het te agenderen en onderzoek hiernaar te laten doen, desnoods door de Europese Commissie, en vervolgens te bekijken wat er met de aanbevelingen en conclusies uit dat onderzoek kan worden gedaan.

Minister Rosenthal: Wat betreft de rendition neemt de heer El Fassed mij de woorden uit de mond. Wanneer het Europa betreft, speelt de EU natuurlijk een rol. Eerst en vooral is er in dit geval echter de Raad van Europa. In dit forum moet deze zaak aan de orde zijn.

Wat betreft het actieplan tegen homofibie zal ik datgene wat ik heb toegezegd in een vorige vergadering per definitie nakomen. Ik zal ervoor zorgen dat ik alsnog die zaak verzilver conform de lijn die ook door de heer El Fassed is genoemd.

De heer El Fassed (GroenLinks): De Raad van Europa is geen EU-institutie. Het lijkt mij juist goed dat een en ander niet op Europees niveau, maar op EU-niveau aan de orde wordt gesteld. De Raad Algemene Zaken lijkt mij bij uitstek de aangelegenheid om dit te agenderen.

Minister Rosenthal: Ik zeg de heer El Fassed ruimhartig toe dat ik dit punt zal aankaarten bij mijn collega van Veiligheid en Justitie. Hij heeft in eerste instantie een verantwoordelijkheid voor ordentelijke rechtsgang en alles wat hiermee samenhangt. Een en ander zal mogelijkerwijs eerder in de JBZ-Raad aan de orde komen, voordat het in een ander forum terechtkomt.

De heer Ormel (CDA): Ik begrijp dat de minister de beantwoording van opmerkingen over het meerjarig financieel kader aan de staatssecretaris laat. Desondanks heb ik hierover een vraag aan de minister. De Europese Dienst voor Extern Optreden, de EDEO, is in oprichting. De bedoeling hiervan is dat een gezamenlijk buitenlands beleid ook in het buitenland beleden wordt. Dat zou kunnen leiden tot een nationale besparing op de begroting van de minister. Daarmee komen we aan de synergie die ik bedoeld heb in mijn motie. De minister heeft in een eerder debat de wens geuit voor die EDEO. Hoe ziet de minister een en ander voor zich als hiervoor geen geld beschikbaar is? Op welke manier moeten wij hiermee omgaan?

Minister Rosenthal: Ik roep in herinnering de discussie die we hebben gehad bij de behandeling van het plan voor de hervorming van de diplomatieke dienst. Daarin hebben wij inderdaad ook gesproken over mogelijkheden om die synergie tot stand te brengen. Er liggen reeds concrete voorstellen voor. Die heb ik met de Kamer gewisseld. Wij zijn hiermee bezig. Ik zie synergetische mogelijkheden, in de eerste plaats voornamelijk bij de consulaire dienst, zij het dat de Britten hiertegen zeer gekant zijn. Voor Nederland moet het mogelijk zijn. In de tweede plaats zal een en ander ook betrekking hebben op al datgene wat de EDEO op bepaalde plekken in de wereld aan diplomatieke ondersteuning voor de EU zal uitzetten. Het zal ongetwijfeld terugkomen in de wijze waarop wij onze bezuinigingen toespitsen in het proces van de hervorming van de diplomatieke dienst.

De heer Ormel (CDA): De minister ziet in de synergie bezuinigingen op de nationale begroting. Daarover hebben we ook in de eerdere fase gesproken. Moet je dan ook niet investeren in die andere kant? Je kunt bij synergie natuurlijk niet aan beide kanten bezuinigen.

Minister Rosenthal: Wij zoeken het natuurlijk ook in het bevorderen van een effectieve en efficiënte diplomatieke dienst van de Europese Unie. We zitten daarbovenop. Er zijn wat problemen, maar het begint nu te lopen. Vanuit Nederland werken we volop hieraan mee. Een en ander begint geleidelijk inhoud te krijgen. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de vertegenwoordiging van de EDEO in Latijns-Amerika, waarbij ook een Nederlander een vooraanstaande rol zal spelen. We proberen voortdurend zo effectief en efficiënte mogelijk met dit punt om te springen. Dat is in elk geval gezegd.

Staatssecretaris Knapen: Voorzitter. Ik bedank de Kamerleden voor alle opmerkingen en kanttekeningen. Mij is gevaagd te reageren op onderwerpen als de economic governance, het sixpack, het CVM en een aantal onderwerpen dat te maken heeft met de aanscherping van de governance binnen de Eurozone. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke vragen, alsmede de discussie over de vergaderlocaties van het Europees Parlement.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Gaat de staatssecretaris ook de vragen over het Europese Hof beantwoorden?

Staatssecretaris Knapen: Zeker, dat is ook nog een vraag.

Voorzitter. Door de meeste Kamerleden is gesproken over het sixpack. In de Raad Algemene Zaken van volgende week zou de voortgangsrapportage op de agenda staan. Mij is ook ter ore gekomen dat er gisteren in het Europees Parlement belangrijke stappen zijn gezet. Deze zullen echter niet voor maandag in de vorm zijn gegoten van een afgerond pakket met zes voorstellen, waarover de Raad een besluit moet nemen. Zoals het er nu uitziet, zal dit aan de orde komen in de RAZ die zal plaatsvinden ter voorbereiding op de Europese Raad in oktober. Dat zal nog heel even moeten wachten. Volgens de laatste berichten zou het Europees Parlement zelf in formele zin in de laatste week van september erover spreken. Dit alles is in de voorlopigheid van de laatste 24 uur.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Er is natuurlijk wel iets van een onderhandelingsresultaat bekend, los van de vraag hoe hard dat compromis is. Dat moet allemaal nog afgezegend worden. Kan de staatssecretaris bevestigen dat daarin in ieder geval uitdrukkelijk de rol van de Europese Commissie vermeld staat inzake het economisch bestuur en de Eurozone?

Staatssecretaris Knapen: Dat is mij ook ter ore gekomen. Officieel heb ik nog geen stuk gezien waarin dit compromis, de afspraak, is vastgelegd. Op dit moment kan ik hierop nog niet reageren. Ik heb alleen gehoord dat men eruit zou zijn, maar dat het niet meer haalbaar is om het aanstaande maandag veel verder te brengen dan een mededeling over de stand van zaken. De besluitvorming in dezen zal pas plaatsvinden in de volgende raad.

De voorzitter: Ik stel voor dat de staatssecretaris de gestelde vragen beantwoordt en dat de Kamerleden aansluitend nog de gelegenheid krijgen om een interruptie te plaatsen. Anders gaan we geheel uit de tijd lopen. Ik wil iedereen gelijk behandelen. Kan de Kamer hiermee leven? Akkoord? De staatssecretaris gaat verder met de beantwoording.

Staatssecretaris Knapen: Ik kan hierover niet veel meer zeggen dan het voorlopige dat de Kamer en ik weten. We komen hierop terug, zodra we stukken hebben op basis waarvan we kunnen spreken.

Er is door alle Kamerleden op enigerlei wijze gesproken over de vraag hoe het staat met onze voeging in de zaak van het Europees Parlement. We hebben destijds de motie-El Fassed afgeraden. Waarom? Ons standpunt is bekend. We zullen dit ook inbrengen in de context van onze inbreng in het meerjarig financieel kader. Dit verhuiscircus is een financiële kwestie. Wij zijn hiertegen en hebben het neergelegd bij de andere lidstaten. We kunnen deze zaak meenemen zodra er een verdragswijziging op de rol staat. Wij voelen niets ervoor om ons op deze wijze, via een omweg en niet-hoffelijke route, in de strijd te mengen. Dat ligt mede aan het feit dat we met alle landen, ook met Frankrijk, nog heel veel zaken moeten regelen. Het Europees Parlement heeft het volste recht om dit te doen en het Hof zal, volgens de rechten die het heeft, hierover een oordeel vellen. Uiteindelijk gaat het ons om de zaak zelve, het reduceren van het aantal vergaderplekken tot één. Het komt aan op een verdragswijziging en daarvoor willen wij ons inzetten.

Door alle Kamerleden is gesproken over het rapport van de Commissie over het CVM, het CVM. Het gaat hier om de procedure en om de inhoud. De procedure is als volgt. De Commissie komt met een CVM-rapport, dat met de Kamer gedeeld. Wij komen met een appreciatie van dat rapport, die eveneens met de Kamer is gedeeld. Vervolgens is er een discussie in de raad. Deze is niet openbaar. Volgens de lijnen van de appreciatie kan de Kamer ervan uitgaan dat wij onze inbreng hebben gedaan. Vervolgens zullen wij het resultaat, de raadsconclusies inzake dit rapport, met de Kamer delen. De Kamer heeft hierover vervolgens een oordeel te vellen. Het laatste woord over dat oordeel is uiteindelijk aan de Kamer. Zo is de procedure en zo is ook de volgorde.

Ik kom op de inhoud. Door verschillende Kamerleden is op bepaalde punten van dit rapport gewezen. De Kamer heeft ook in de appreciatie gezien op welke wijze wij hiernaar kijken. Hierin zitten enkele positieve elementen, waarmee we op de goede weg komen. De heer Schouw vroeg hoe het staat met de twijfels over de inzet. Op diverse plekken, zeker bij de regeringen, is sprake van een constructieve inzet om het CVM te implementeren. Wij hebben vastgesteld dat een en ander niet alleen betrekking heeft op de regering, maar ook op een aantal andere bestuurslagen. Dit is logischerwijze lastiger en heeft naar alle waarschijnlijkheid meer tijd nodig. Het is echter wel cruciaal. Bij het CVM en het effectueren van alle regels van rechtsstatelijkheid in Roemenië en Bulgarije gaat het ons erom dat het blijvend en onomkeerbaar is. Blijvend en onomkeerbaar vergt niet alleen wetgeving, maar ook implementatie en een track record. In die zin zeggen wij dat in het rapport een aantal positieve elementen zit, maar dat er nog heel veel moet gebeuren. Enfin, de Kamer heeft dit in het rapport van de Commissie ook kunnen lezen. Enkele zaken zijn simpelweg nog niet op orde. Op deze manier kijken wij hiernaar. Dat hebben wij ook in onze appreciatie aan de Kamer voorgelegd. Wij zullen datgene wat uit de Raadsconclusies terugkoppelen en met de Kamer delen. Het is aan de Kamer om hierover een oordeel te vellen.

De appreciatie die wij geven op het rapport van de Commissie is vergelijkbaar met een ambtsbericht. Het is vervolgens aan de JBZ-Raad en de lidstaten om hieraan conclusies te verbinden. Vervolgens komt de conclusies die daaraan worden verbonden aan de orde.

Naar ik aanneem, verwacht en hoop komen we nog uitvoerig te spreken over de brief die wij de Kamer gisteren hebben doen toekomen over de governance. Het is wellicht nu erg kort door de bocht om dingen hierover te zeggen. De heer Van Bommel vroeg mij naar de positie van een Eurocommissaris en hoe zich dat verhoudt tot de democratie. De heer Schouw noemde dit punt ook, weliswaar vanuit een andere invalshoek. Wij willen de discussie openen over een onafhankelijk gezag dat kan handelen als dat naar onze mening nodig is. De Europese Commissie is als instituut ingebed in de checks and balances van de Europese instellingen, zoals het Europees Parlement en de Europese Raad. In termen van democratische afrekenbaarheid is het aantrekkelijk om zo'n functie te beleggen bij een persoon of instituut dat is ingebed in die checks and balances van de organisatie. Ik realiseer me heel goed dat hieraan haken en ogen zitten, evenals aan alle andere oplossingen. Wellicht is het nu iets te prematuur om die hele discussie te voeren. Wij zijn zeer erop tegen om de Europese Centrale Bank op dit terrein in een oneigenlijke positie te brengen. Het ligt derhalve meer voor de hand in voornoemde richting te denken dan in die andere.

De heer Van Bommel vroeg of er een verdragswijziging nodig was. Voor sommige dingen is dat het geval. We hebben dat in de brief aangegeven. Voor sommige dingen geldt dat niet. Die kun je invoeren wanneer iedereen het erover eens is. Dat is wel een vereiste, maar er hoeft geen verdrag te worden gewijzigd. Voor sommige zaken moet je het verdrag wel wijzigen. Een voorbeeld betreft het stemrecht, hetgeen behoorlijk extreem is in onze escalatieladder. We moeten niet suggereren dat alles even vlug kan. Er zijn immers zaken die een verdragswijziging vereisen, hetgeen ingrijpend is. Het leek ons goed om een perspectief te schetsen van de wijze waarop wij hier, los van die voortdurende reactie op incidenten, gebeurtenissen en marktdeconfitures, op de langere termijn naar kijken. Op die wijze kunnen we ook daarover een debat voeren.

Hoe gaan we hiermee verder? De heer Dijkhoff vroeg hoe het traject eruitziet. Wij gaan een en ander sturen naar de Commissie, de instituties en aan de lidstaten en willen dat dit de input vormt voor de discussie op de Europese Raad in oktober. De voorzitter, de heer Van Rompuy, heeft de opdracht op zich genomen om een paar uitspraken te bundelen, die de Franse president en de Duitse bondskanselier bij hun laatste bijeenkomst over ondermeer Europese een economische regering hebben gedaan. Wanneer die discussie over die toekomstige governance wordt gevoerd, willen wij dat deze uitspraken de input vormt voor die discussie. We hebben derhalve ook een zeker tempo willen betrachten om dit naar buiten te brengen.

De heer Ormel had een aantal vragen, ondermeer over synergie. Een van de praktische zaken die we in de toekomst willen bekijken, betreft de vraag of we bij de beoordeling van het nieuwe beleid van de Commissie, de BNC-fiches in deze vierkante kilometer geheten, ook een synergietoets kunnen zetten. Dat lukt niet altijd. Dat is logisch. Synergie is in de particuliere wereld vaak een kwestie van een vinger in de lucht houden. We kunnen proberen extra kosten en extra besparingen een zekere weging te geven. Daarin kunnen we anderen meenemen en het oordeel en de kritiek van de Kamer uitlokken, zodat we hierover een discussie blijven voeren. Hetzelfde zullen wij doen als wij nader ingaan op de specifieke onderdelen van het meerjarig financieel kader.

De heer Ormel vroeg naar de administratieve uitgaven. Ja, wij gaan op die 5% personeelsreductie zitten. In het kader van het meerjarig financieel kader (MFK), een van onze belangrijke punten, willen we bezien of we die begroting omlaag kunnen brengen. Dit antwoord ik ook richting de heer Bontes. We weten allemaal dat het een van de risico's van instituties die ruimte krijgen is, dat zij die ruimte nemen. Dit moeten we via die administratieve uitgaven naar vermogen zien te beperken.

De heer Ormel vroeg ook naar voedselzekerheid. Daarvan maken we zeker werk, ook in het kader van het European Development Fund, dat wat ons betreft zijn accent meer gaat verleggen in de richting van voedselzekerheid. Ik kom hierop terug.

Ik ben het met de heer Ormel eens dat de Europese Commissie moet ingrijpen als blijkt dat er sprake is van corruptie in Sliven. Het rapport is er nog niet, maar een en ander kunnen we natuurlijk niet over onze kant laten gaan. Overigens is er al regelmatig ingegrepen en zijn er projecten teruggetrokken, omdat de transparantie ontbrak. De Kamer weet dat Bulgarije de afgelopen jaren meer dan 80% van alle cohesiemiddelen niet heeft kunnen gebruiken, omdat er geen projecten waren of omdat de projecten niet op orde waren.

Mevrouw Albayrak sprak over bevoegdheden en overdracht. Intussen hebben wij een hele variëteit met elkaar te discussiëren inzake het woord bevoegdheden. Het gaat niet om nieuwe bevoegdheden, maar om handhavingsbevoegdheden. Tevens gaat het over het toekennen van bevoegdheden. Die bevoegdheden hadden wij nooit, zodat we die ook niet kunnen overdragen.

Ik kom op het Hof. Hoe zit het met de uitbreiding van het gerecht? We hebben twaalf nieuwe extra rechters. Wij kijken genuanceerd hiernaar. Als ik het zo beluister, moeten we ten eerste ervoor zorgen dat een en ander niet leidt tot een stijging van de administratieve lasten. Het behoeven niet per se de lasten van het gerecht as such te zijn, maar het kan ook het geheel betreffen. In die zin moet je die ruimte wel laten. We hebben een werkgroep gevraagd nog eens goed hiernaar te kijken. Iedereen vraagt altijd uitbreiding. Hiermee moet je behoedzaam zijn. Ik realiseer me echter heel goed dat wij ook grote problemen ermee krijgen als zaken te lang blijven liggen. Ik hoef de Kamer niet te vertellen hoe lastig een kwestie als die met de ING is, wanneer grote bedrijfsonderdelen lang in onzekerheid verkeren over hun toekomst. We zien het probleem, maar we vinden het iets te gemakkelijk om zonder kritisch te kijken te zeggen: «Oké, doe er maar een aantal rechters bij, met alles wat erbij hoort aan apparaat.» Dat is helaas toch een kwestie van nuance.

De heer Schouw vroeg hoe het zit met zo'n specifieke Commissaris. Hierover komen we nog te spreken. De Kamer weet hoe een en ander gaat. Het Europees Parlement kan de Commissie uiteindelijk naar huis sturen.

De voorzitter: De commissie heeft vanmiddag besloten deze overleggen in het vervolg iets te verlengen, zodat de bewindslieden niet gedwongen worden om vragen sneller en wellicht wat ongenuanceerder – volgens mij viel dat nu wel mee – te beantwoorden. Ik geef alle Kamerleden nog de gelegenheid om één korte vraag te stellen.

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter. Het kabinet wil wachten op een verdragswijziging inzake het verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg. Daarmee maakt het kabinet het betere de vijand van het goede. Ik vraag de minister te erkennen dat zelfs één vergadering minder, waarop wordt aangestuurd, 10 mln. scheelt en dat dit een unieke stap is in het verminderen van de vergaderkosten van het Europees Parlement. Dat kan de minister toch wel erkennen?

Het standpunt van het kabinet is bekend. Ik wil verzoeken om een verslag van het algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen, opdat we gezamenlijk met alle Eurokritische partijen in de Tweede Kamer op dit punt een motie kunnen indienen.

De voorzitter: De heer Van Bommel gaf net zelf aan dat 20 september 2011 hiervoor de deadline is. Voor alle duidelijkheid, een en ander hoeft niet vandaag plaats te vinden en er behoeft derhalve niemand te worden geconsigneerd.

De heer Ormel (CDA): Voorzitter. Een discussie over het meerjarig financieel kader kunnen we over twee weken nog voeren. Dan spreken wij hierover verder. Ik ben het niet geheel eens met de staatssecretaris over het punt voedselzekerheid, maar dat komt dan aan de orde.

De CDA-fractie vindt dat het CVM in deze fase onverkort gehandhaafd moet blijven. Zij vraagt de staatssecretaris om dit nog eens nadrukkelijk uit te spreken.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Voorzitter. Ik kom op het punt van Straatsburg. Het eerdere argument van het kabinet was, dat we op weg zijn om de grote buit binnen te halen, een verdragswijzing. Dat is hier ook herhaald. Het goud dat we ondertussen op de route tegenkomen laten we gewoon liggen. Dat zegt de staatssecretaris de facto. Ik vind dat een beetje raar. Maar goed, hij kan hiervoor kiezen. Vandaag ging de minister een stap verder en komt de echte aap uit de mouw. Het kabinet wil Frankrijk namelijk niet voor het hoofd stoten. De staatssecretaris zei letterlijk dat we nog zaken moeten doen met Frankrijk. Hij zal zich derhalve niet voegen in deze zaak. Ik vind dat werkelijk merkwaardig en niet te begrijpen. Het zijn tijden waarin iedereen de mond vol heeft van bezuinigingen. Vooral Europa wordt, om heel goede redenen, steeds «gebasht» vanwege het feit dat daar van alles verkeerd gaat. Pak het dan echt aan!

Ik ga ervan uit dat de heer Bontes ter plekke tijdens het VAO een argument verzint om de SP niet te steunen. Hij kan zo een kwalificatie uit de mouw schudden waardoor de PVV geen moties van de SP zal steunen. Ik moet een en ander nog maar zien. Derhalve doe ik hem nog een handreiking ...

De voorzitter: Ik begrijp wat u allemaal wil zeggen, mevrouw Albayrak. Het is ook zeer relevant. Er is echter een VAO aangekondigd. U moet mij helpen. U kunt de heer Bontes wel uitlokken tot nog een reactie, maar dat is niet conform de afspraak. Er is verzocht om de regering één vraag te stellen. Ik geef nu het woord aan de heer Schouw.

Mevrouw Albayrak (PvdA): Ik was nog niet klaar. Ik wil de heer Bontes vragen om zelf met een motie te komen met dezelfde strekking, zodat hij alle eer krijgt en niemand deze naar zich toetrekt. Ik en alle anderen hier zullen met heel veel liefde die motie steunen en dan is het niet een motie van een van deze partijen.

De heer Schouw (D66): Voorzitter. Het zou fijn als deze Kamer enerzijds niet populistisch, maar anderzijds ook niet hypocriet reageert inzake Straatsburg. Laten we bekijken of we volgende week daaruit kunnen komen.

Ik heb nog een vraag over de sancties in het sixpack. De staatssecretaris doet het voorkomen alsof hierover verder wordt onderhandeld en dat we hierover niet verder spreken. Er is eigenlijk maar één simpele vraag. Komt er meer macht bij het Europees Parlement en steunt de regering dat ook? Of vindt de regering dat die macht bij de Raad voor regeringsleiders zou moeten liggen?

De heer El Fassed (GroenLinks): Voorzitter. Er resteert bij mij een vraag. Ik weet dat Kroatië niet op de agenda staat. Acht de regering het echter mogelijk dat in het uiterste geval die toetredingsdatum wordt uitgesteld? Of is dat onmogelijk?

De heer Dijkhoff (VVD): Voorzitter. Ondanks het feit dat we later nog spreken over het meerjarig financieel kader, had ik nog wel een vraag. Wil het kabinet reeds bij de eerste bespreking de harde lijn duidelijk neerzetten, zodat geen misverstand kan bestaan over het feit dat de plannen niet in ons straatje passen. We moeten zeer kritisch zijn op het Eigen Middelenbesluit, omdat het anders zal resulteren in een extra Europese Belastingsdienst, die het niet leuker en makkelijker kan maken, maar wel duurder.

De heer Bontes (PVV): Voorzitter. Ik heb een soortgelijke vraag. In de brief staat dat de Commissie eigen middelen claimt, zoals Europese btw en bankenbelasting. No way, wat betreft de PVV. Ik zie die harde stellingname niet terug in de brief. Hoe staat de staatssecretaris hierin precies?

Staatssecretaris Knapen: Voorzitter. De heer Van Bommel en mevrouw Albayrak willen een herhaling van zetten voorkomen. Mevrouw Albayrak gebruikte de woorden: «Pak het echt aan!». Dat willen we doen. Als je een en ander echt wil aanpakken, moet je het verdrag wijzigen, opdat er één vergaderlocatie komt. Het Europees Parlement gaat hier zoeken naar een definitiekwestie en de vraag of sprake is van één of twee vergaderingen, hoeveel tijd hiertussen moet zitten en hoe lang je moet schorsen. Dat wil het kabinet niet verstaan onder aanpakken. Een echte aanpak is het aansturen op een verdragswijziging, zodat een en ander afgelopen is. Met een procedure bij het Hof is het niet afgelopen, ongeacht de uitslag. Ons gaat het erom dat het afgelopen is, zodat wij kiezen voor een inzet door de voordeur.

De heer Ormel attendeerde ons terecht erop dat wij onverkort vasthouden aan de voortdurende rapportage. Dat staat ook in de brief. Laat hierover geen misverstand bestaan.

De heer Schouw vroeg hoe het staat met het sixpack. Ik heb, zoals gezegd, nog geen stukken. Evident is dat het hele sixpack is ingezet om de Commissie een sterkere positie te geven, zodat zij zelf op die punten makkelijker kan handelen. Uiteindelijk legt de Commissie, in het geheel van de checks and balances, ook en primair verantwoording af aan het Europees Parlement. In die zin is de cirkel rond en kan ik de vooronderstelling in de vraag van de heer Schouw bevestigen.

De heer Dijkhoff en de heer Bontes vroegen hoe het met de harde lijn zit. We hebben nog meer dan anderhalf jaar te gaan. Wij hebben helder aangegeven waartegen wij grote bezwaren hebben, maar we hebben ook aangegeven waar wij lichtpuntjes zien. Als je nog anderhalf jaar te gaan hebt, is het goed om te trekken aan de touwtjes die je aanspreken en de rest af te knippen. Om aan die positieve dingen te kunnen trekken, moet je ze ook als zodanig benoemen, herkennen en met like-minded landen zien te versterken. We hebben al een paar keer uitvoerig overleg gehad met landen die er net zo in zitten als wij, zo ook nog enkele maanden geleden hier in Den Haag. Onze inzet is wat dat betreft glashelder. Wij willen dat er een sobere, op innovatie gerichte en beperkte begroting komt. Wij willen dat er op een aantal punten bezuinigd wordt, dat de cohesiefondsen aanzienlijk teruggaan en dat de landbouwfondsen worden gemoderniseerd. Zo kan ik een hele trits noemen, die ik ook beschreven heb en waarop we uitvoerig terugkomen. Het is evident dat op deze manier voor ons zo'n begroting niet mogelijk is. Stel dat wij tot de laatste dag waarop het nieuwe meerjarig financieel kader in werking treedt niets op tafel hebben en er niet uit zijn, dan treedt niet een van de door de Kamer aangenomen moties in werking, maar dan komt er automatisch 2% bij. Het is goed om dit te vermelden. Zo is een en ander afgesproken. Het is voor ons van belang om een harde heldere lijn te volgen, maar ook om ervoor te zorgen dat wij hierin niet alleen staan. Anders bereiken we ons resultaat niet.

Minister Rosenthal: Voorzitter. Aan Kroatië is een duidelijk signaal afgegeven. Het moet doorgaan op het pad van de hervormingen, anders volgen er maatregelen. Wat Nederland betreft, valt hieronder ook uitstel van toetreding. Het is belangrijk dat alle EU-landen en de Commissie dit ook voor hun rekening nemen. Uiteindelijk gaat het bij de toelating ook over ratificatie door alle parlementen. Er zit eigenlijk een dubbele grendel op.

De voorzitter: Met deze antwoorden zijn we gekomen aan de tweede termijn van de zijde van de regering. Ik dank de minister en staatssecretaris voor hun beantwoording. We hebben één toezegging genoteerd. De minister heeft toegezegd het punt van de rendition op te nemen met zijn collega van Veiligheid en Justitie, met het verzoek dit te agenderen in de JBZ-Raad en per brief aan de Kamer een terugkoppeling te geven.

Minister Rosenthal: Ik heb gezegd dat ik een en ander met mijn collega van Veiligheid en Justitie zal opnemen. Als het in de richting van de EU gaat, hoort het in eerste instantie in de JBZ-Raad thuis. Ik heb echter niet de toezegging gedaan dat ik minister Opstelten zou aanbevelen om het op te brengen in de JBZ-Raad.

De voorzitter: Volgens mij heeft de minister gelijk en heeft hij dat niet toegezegd. Datgene wat hij als laatste heeft gezegd vormt de toezegging, met dien verstande dat hij de Kamer per brief hierover informeert.

De heer Van Bommel heeft zojuist het verzoek gedaan voor een VAO. Dat verzoek zal ook worden gedaan in de richting van de voorzitter van de Kamer. De heer Van Bommel zal de eerste spreker zijn en het overleg zal uiteraard plaatsvinden voor 20 september 2011.

Ik dank de bewindslieden, de Kamerleden en het publiek voor hun aanwezigheid en sluit dit algemeen overleg.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Albayrak (PvdA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Knops (CDA), voorzitter, De Roon (PVV), Jansen (SP), Voordewind (ChristenUnie), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD), Bontes (PVV), Groot (PvdA), Braakhuis (GroenLinks), Nieuwenhuizen (VVD), Schouw (D66), El Fassed (GroenLinks), Hachchi (D66), Dijkhoff (VVD), Driessen (PVV) en De Caluwé (VVD).

Plv. leden: Irrgang (SP), Dijkgraaf (SGP), Bruins Slot (CDA), Omtzigt (CDA), Samsom (PvdA), Timmermans (PvdA), Elissen (PVV), Van Raak (SP), Wieldraaijer (PvdA), Hennis-Plasschaert (VVD), Thieme (PvdD), Hernandez (PVV), Dikkers (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Veldhoven (D66), Van Tongeren (GroenLinks), Pechtold (D66), Huizing (VVD), Kortenoeven (PVV), Jacobi (PvdA) en Azmani (VVD).

X Noot
2

Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Timmermans (PvdA), Albayrak (PvdA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Cörüz (CDA), Eijsink (PvdA), ondervoorzitter, Irrgang (SP), De Roon (PVV), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), voorzitter, Ten Broeke (VVD), Thieme (PvdD), Peters (GroenLinks), Kortenoeven (PVV), Bosman (VVD), Dikkers (PvdA), El Fassed (GroenLinks), Hachchi (D66), Dijkhoff (VVD), Driessen (PVV) en De Caluwé (VVD).

Plv. leden: Van Raak (SP), Dijkgraaf (SGP), Samsom (PvdA), Bruins Slot (CDA), Haverkamp (CDA), Knops (CDA), Arib (PvdA), Jasper van Dijk (SP), De Mos (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Schouw (D66), Hennis-Plasschaert (VVD), Ouwehand (PvdD), Sap (GroenLinks), Wilders (PVV), Leegte (VVD), Heijnen (PvdA), Braakhuis (GroenLinks), Van Veldhoven (D66), Taverne (VVD), Bontes (PVV), Mulder (VVD) en Recourt (PvdA).

Naar boven