4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Kostić

Vragen van het lid Kostić aan de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het bericht "Stop meteen met glyfosaat als resultaten van kankeronderzoek kloppen, zegt LTO".

De voorzitter:

Wij heten de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van harte welkom. Fijn u weer te zien. Ik geef graag het woord aan het lid Kostić van de fractie van de Partij voor de Dieren voor het stellen van een vraag. Het woord is aan haar.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank, voorzitter. De zomervakantie staat voor de deur. Veel scholieren trekken straks weer de velden in om bij te verdienen door bijvoorbeeld bollen te pellen en aardbeien te plukken. Wat een onschuldige bijbaan lijkt, brengt grote risico's met zich mee. Deze jongeren worden direct blootgesteld aan kankerverwekkend landbouwgif, glyfosaat, om nog maar niet te spreken van de risico's die boeren en omwonenden lopen. Glyfosaat wordt in Nederland grootschalig toegepast in de buurt van woonwijken, waar veel kinderen wonen en spelen. Mensen wordt gewoon de vrijheid ontnomen om in hun eigen tuin veilig te zijn, en dat vooral ten behoeve van gras en snijmaïs, gebruikt voor de vee-industrie.

De afgelopen jaren is er veel schokkend nieuws bekend geworden over glyfosaat. Nieuwe studies laten zien hoe kankerverwekkend glyfosaat is. Experts spreken over zorgwekkende situaties. Het Ctgb, het college dat landbouwgif moet beoordelen, bleek statistische methodes te hebben gebruikt die het risico op kanker onderschatten. Het is allemaal nieuws waar steeds meer mensen in het land, burgers en boeren, zich zorgen over maken. De Kamer heeft heel vaak, heel vaak opgeroepen om met glyfosaat te stoppen.

Vorige week brachten Nederlandse en Amerikaanse wetenschappers de alarmerende resultaten van een grootschalige studie naar buiten. Er is een sterk verband tussen blootstelling aan glyfosaat en het ontstaan van kanker. Nu zegt zelfs LTO: als deze uitkomsten kloppen, moet glyfosaat onmiddellijk worden verboden. Alleen, deze minister van Landbouw doet helemaal niets. Wat gaat deze minister nu op korte termijn doen om burgers en boeren te beschermen tegen glyfosaat? Wat is de reactie van de minister op de oproep van LTO om glyfosaat met onmiddellijke ingang te verbieden als uit de analyse van de nieuwe studie blijkt dat er inderdaad een verhoogd risico op kanker bestaat voor mens en dier? Of zegt ze ook tegen LTO dat het allemaal niet kan?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Wiersma:

Dank, voorzitter. Laat ik vooropstellen dat ik het belangrijk vind, van het grootste belang zelfs, dat gewasbeschermingsmiddelen alleen op de markt komen als het voorzorgsprincipe gehanteerd wordt. Er wordt geen gewasbeschermingsmiddel toegelaten als niet wetenschappelijk is aangetoond dat het niet kankerverwekkend is of op andere manieren een risico vormt voor mens, dier en milieu. De goedkeuring van glyfosaat is in 2023 opnieuw verlengd, op basis van een enorm omvangrijk wetenschappelijk dossier, waar — ik kijk even — zo'n 2.400 studies bij betrokken zijn. Ik heb nu natuurlijk op basis van het onderzoek waar het lid Kostić aan refereert, het Ctgb gevraagd om daarnaar te kijken om dat te beoordelen, maar er zijn vele wetenschappelijke onderzoeken die hebben aangetoond dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Natuurlijk heb ik het Ctgb om een appreciatie gevraagd. Het Ctgb zal op korte termijn, over twee weken, met een appreciatie van dit rapport komen. Op het moment dat er een valide aanwijzing is dat die relatie bestaat, heeft het Ctgb de bevoegdheid om per direct de toelating van een stof op te schorten. Het Ctgb zal een appreciatie van dit rapport geven.

Het lid Kostić stelt hier dat ik als minister niets doe, maar laten we vaststellen dat we het hier hebben over Europees toegelaten stoffen en dat er wereldwijd heel veel landen zijn, zoals de Verenigde Staten, Canada, Australië, Japan en Nieuw-Zeeland, die met hun wetenschappelijke informatie en toetsing allemaal de mening zijn toegedaan dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Dat is dus niet mijn persoonlijke opvatting; dat zijn valide, uitgebreid wetenschappelijk onderbouwde standpunten. Maar als er een reële aanwijzing is dat het anders is, zal daarop geacteerd worden.

Zoals ik net zei, heb ik het Ctgb uiteraard direct om een appreciatie gevraagd. Die komt over twee weken. Daarnaast hebben ECHA en EFSA alle brondata van deze studie opgevraagd, waarbij zij een diepergaande herbeoordeling of review van dit onderzoek zullen doen. Dat duurt natuurlijk langer dan uitsluitend de beoordeling van deze rapportage. Die komt binnen enkele maanden naar buiten. Daarbij zullen ook alle wetenschappelijke experts van andere lidstaten betrokken worden. Als er wetenschappelijk aanleiding is om de Europese goedkeuring van glyfosaat opnieuw te bekijken zal uiteraard ook de nationale toelating hierop worden aangepast.

Voorzitter. Dit in antwoord op de vraag.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dit krijgen we al de hele tijd te horen van de minister. Feit is dat er wetenschappelijke aanleiding is om je grote zorgen te maken. De laatste twee jaar zijn er meerdere onderzoeken geweest; ik heb de minister verwezen naar het meest recente. Weet de minister dat zij volgens de wet niet hoeft te wachten op 100% bewijs dat glyfosaat gevaarlijk is, maar dat zij al kan optreden bij vermoedens? Kan de minister aangeven waarom zij dan Russische roulette blijft spelen met de gezondheid van onder anderen kinderen in dit land?

Minister Wiersma:

Ik wil dit toch echt sterk nuanceren. Het is niet zo dat wij zomaar wat doen. De keuzes die gemaakt worden, de keuzes die ik maak, zijn weloverwogen en wetenschappelijk onderbouwd. Dat is ook de reden dat er bij de huidige toelating 2.400 studies zijn betrokken, ook wetenschappelijk onderzoek, en dat die alle tot de conclusie komen dat wat hier gesteld wordt, niet het geval is. We hebben met elkaar afgesproken dat wij de wetenschap hierin volgen en dan met name de instanties die daarvoor zijn aangesteld. Daar zitten immers de toxicologen, daar zit de absolute kennis over deze onderwerpen. Zij kunnen dit rapport op een goede manier beoordelen. Dat is het instituut waar ik deze vraag neerleg en zij zullen met een appreciatie komen. Dat lijkt mij verstandig, met dien verstande dat er 2.400 studies betrokken zijn geweest bij de herbeoordeling van glyfosaat. Daar hebben zowel ECHA als EFSA als het Ctgb deze toelating op beoordeeld. Ik wacht dan ook de expertise af voordat er gesuggereerd wordt dat er vervolgstappen genomen moeten worden.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Als wetenschappers zeggen "hier is een glas water, maar we hebben grote vermoedens dat er gif in zit" en ik geef dat glas water aan de minister, wat doet de minister dan? Dan ga je dat water natuurlijk niet opdrinken. Je wacht onderzoek af totdat je zeker weet dat het veilig is. Dat is wat nodig is. Feit is dat wetenschappers nu zeggen dat er grote aanwijzingen zijn dat glyfosaat kankerverwekkend is en ernstige schade toebrengt aan onze kinderen, aan onze boeren. Dus nogmaals de vraag waarom de minister Russische roulette speelt met de gezondheid van onze kinderen. Waarom zegt zij niet: ik zie de wetenschappelijke aanwijzingen; ik stel in ieder geval een tijdelijk stop op glyfosaat in totdat we zeker weten dat het veilig is?

Minister Wiersma:

Het voorzorgsbeginsel bestaat eruit dat een stof verboden is tenzij is aangetoond dat veilig gebruik mogelijk is. Als er in de tussentijd nieuwe wetenschappelijke inzichten ontstaan, kunnen die beoordeeld worden door de daarvoor aangewezen wetenschappelijke instituties. Als er echt gegronde redenen zijn om te denken dat die 2.400 studies die aantonen dat er geen reden is tot zorg, verkeerd geïnterpreteerd zijn, zal zowel Ctgb als ECHA als EFSA daar direct op acteren. En dat zal ik ook doen, want de volksgezondheid staat natuurlijk bovenaan.

Ik zou geen enkel gewasbeschermingsmiddel of andere stof door water doen en dat opdrinken. Dat zou ik niet aanraden. Er zijn heel zorgvuldige voorschriften voor het toepassen van stoffen, die ook het Ctgb voorschrijft. Binnen die randvoorwaarden is op dit moment de consensus dat glyfosaat veilig kan worden gebruikt.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Deze minister kiest gewoon keihard voor de economische belangen van de agro-industrie, zij laat mensen, kinderen, burgers, keihard stikken en doet niets. Ik heb ten slotte maar één vraag. Is zij op z'n minst bereid om onafhankelijke externe experts zoals Ragas, Scheepers of Vermeulen de minister en het Ctgb te laten adviseren over de review van de nieuwe studie betreffende de kankerverwekkendheid van glyfosaat? Dan hebben we een volledig beeld en hebben we transparantie.

Minister Wiersma:

Als overheid hebben we het aangewezen wetenschappelijke instituut, het Ctgb. Daar doe ik zaken mee. Dat gaat over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Dat heeft ook de expertise in huis. Ik heb eerder een gesprek gefaciliteerd: ik heb het Ctgb gevraagd om hierover met andere wetenschappers in gesprek te gaan. Dat is aan het Ctgb zelf, maar ik kan die vraag daar neerleggen. Maar ik doe zaken met het Ctgb. Dat is een gerenommeerd instituut. Het staat in heel Europa, maar volgens mij zelfs in heel de wereld, hoog aangeschreven. Ik heb geen reden om te twijfelen aan de deskundigheid daar. Sterker nog, heel veel lidstaten binnen Europa maken juist gebruik van het Ctgb in Nederland. Dat doen ze vanwege de hoge kwaliteit en deskundigheid die wij hier in huis hebben. In een eerder Kamervragenuurdebatje hebben we dit ook al uitgebreid bij de kop gevat. Ik heb op dit moment geen enkele reden om te twijfelen aan die deskundigheid. Die laat ik ook daar, want daar zijn zij voor.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

We hebben dit debat al 40.000 keer gevoerd. De antwoorden die de minister geeft, zijn eigenlijk ook 40.000 keer hetzelfde. Ik dacht dus: ik probeer het vandaag een keer op een andere manier. Ik vraag aan de minister of zij zeker weet dat glyfosaat geen parkinson of kanker kan veroorzaken.

Minister Wiersma:

Ik heb vertrouwen in de beoordeling van de wetenschappelijke instituties. Aan de toelating van een stof zijn zulke enorme strenge eisen verbonden; zoiets duurt acht tot tien jaar. Dat is op dit moment ook het geval voor laagrisicomiddelen. Wij willen stimuleren dat dit proces wordt versneld. Maar er is een reden dat dit het geval is. Stoffen worden uitgebreid op deze punten getoetst, zeker als het gaat om volksgezondheid. Ik heb geen enkele reden om te denken dat dat werk niet goed is uitgevoerd. Ik heb dus vertrouwen in de wetenschappelijke instituties die hiervoor zijn aangewezen.

Mevrouw Podt (D66):

Dit is even iets uit het stukje dat online kwam: "Vroege blootstelling tijdens de zwangerschap of de vroege jeugd maken je kennelijk extra kwetsbaar voor kankerverwekkendheid van glyfosaat." Ik vraag me het volgende af. De komende weken gaan er weer heel veel jonge mensen vakantiewerk doen in de bollenteelt. Onder de 18 jaar mag je niet werken met gevaarlijke stoffen, maar vanaf 13 jaar mag je wel bollen rapen en bollen sorteren. Ik vraag de minister: is dat nou wel zo'n goed idee? Zouden we niet met elkaar moeten vaststellen dat we dit niet moeten willen, gelet op dit soort signalen?

Minister Wiersma:

Ik kan dit soort stellingnames niet onderschrijven. Nee. U suggereert iets waarvan we niet weten of dat zo is. Nogmaals, wat betreft deze studie is die blootstelling niet een-op-een vergelijkbaar. De ratten die hiervoor gebruikt zijn, hebben die stof letterlijk in hun drinkbakje gekregen. Dat is iets totaal anders dan de blootstelling in het veld. Ik kan dit idee dus niet op deze manier onderschrijven. Ik wil mensen ook niet onnodig bang maken. Het Ctgb, de ECHA en de EFSA … En dit gebeurt trouwens niet alleen in Nederland en Europa; ik heb net een aantal landen van over de hele wereld genoemd die er vertrouwen in hebben dat glyfosaat veilig gebruikt kan worden. Ik wil daar niet aan tornen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik zit nu een tijdje in de Tweede Kamer. Er zijn heel veel debatten waarin heel veel politici, van links tot rechts, zeggen: "hadden we maar", "hadden we maar eerder", "hadden we toen maar", "hadden we toen maar ingegrepen en niet steeds voor economische belangen gekozen boven maatschappelijke belangen". Ik noem bijvoorbeeld het Groningendebat. Het is goed om te horen dat de minister zegt dat ze veel vertrouwen heeft in de wetenschap. Dat zou dan ook moeten gelden voor deze nieuwe studie. Het is goed dat de minister zegt: natuurlijk gaan we die wetenschappelijke route volgen. Maar dat betekent niet dat de minister zelf in de tussentijd niet ook een eigen afweging kan maken. Wat vindt de minister van die nieuwe studie? Vindt zij niet dat die moet leiden tot een eigen afweging, zodat we straks niet weer "hadden we maar" moeten zeggen?

Minister Wiersma:

Ik ben denk ik duidelijk geweest. Iets vinden van deze studie is niet aan mij. Ik laat de wetenschap, die de expertise hiertoe heeft, dit onderzoeken en bekijken. Daar is die voor. Ik heb echt een rotsvast vertrouwen in de instituties en in dat zij hun werk adequaat uitvoeren. Er zijn in het verleden meerdere stoffen geweest, zoals aspartaam — ik noem maar iets — waarbij soortgelijke suggesties gewekt zijn, en ook dat gebruiken we. Natuurlijk zijn er onderzoeken die soms iets laten zien, maar ik vind echt dat de expertise bij het Ctgb en dat zij zich daarover moeten uitspreken. Wat ik vind doet er niet toe. Het gaat mij om de feiten. Het Ctgb is het aangewezen instituut om dat te onderzoeken. Binnen twee weken ligt daar een appreciatie op dit rapport.

De heer Holman (NSC):

Is de minister, in lijn met het voorzorgbeginsel, bereid om een tijdelijk verbod of moratorium in te stellen, in elk geval voor bijvoorbeeld vanggewassen, totdat onafhankelijke beoordeling volledige duidelijkheid geeft over de kankerverwekkendheid? Of vindt de minister nog steeds dat het voorzorgprincipe niet van kracht is, terwijl rechters steeds vaker een uitspraak doen en een andere interpretatie geven van het voorzorgsprincipe dan deze minister?

Minister Wiersma:

Kijk, het voorzorgbeginsel houdt in dat gewasbeschermingsmiddelen pas op de markt komen als aangetoond is dat ze veilig te gebruiken zijn. Ik kan niet op basis van een niet door de aangewezen instanties beoordeeld rapport direct gaan schakelen. Bovendien ligt er binnen twee weken een appreciatie. Dat lijkt mij vroeg genoeg om dat af te wachten. Twee weken is al snel. Ik kan niet direct handelen op basis van deze berichtgeving. Dat is niet consistent. Ik gebruik daar de aangewezen instituties voor, die overigens niet op basis van één studie, maar op basis van 2.400 studies hebben geconcludeerd dat dit middel veilig kan worden toegepast.

Kamerlid Kostić (PvdD):

De minister is misleidend. Ze verschuilt zich achter het Ctgb. Het Ctgb is geen onderzoeksinstituut. Zij hebben zich eerder laten corrigeren door externe experts, onder andere met betrekking tot hun statistische methodes over risico's op kankerverwekkendheid. Dus waarom wil de minister die externe experts niet op z'n minst betrekken bij de beoordeling van dit nieuwe onderzoek, zodat we dan echt goed kunnen kijken, met alle wetenschap erbij, wat het eigenlijk betekent voor de gezondheid van mensen in het land?

Minister Wiersma:

Dit kabinet heeft uitgesproken dat wij vertrouwen hebben in de bestaande wetenschappelijke instituties. Ik ga daar op geen enkele wijze aan tornen. Dat daar een gesprek gefaciliteerd is ... Dat heb ik gedaan. Daar heeft het Ctgb ook laten zien dat zij, hoewel zij aanvankelijk zowel eenzijdig als tweezijdig testten, de redenatie kunnen volgen. Daarop hebben zij hun werkwijze ook aangepast, wat Europees gezien niet het geval is. Zij staan dus open voor inzichten. Als dit rapport daar aanleiding toe geeft, zullen zij echt per direct zeggen dat de toelating van glyfosaat opgeschort moet worden. Ik ga daar niet op vooruitlopen. Ik lees heel veel dingen in de krant. Als ik daar allemaal direct op moet acteren, wordt het echt wel een rommeltje. Ik wacht het Ctgb af, dat over twee weken met een appreciatie komt. Dat is hoe we werken in dit kabinet.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Het is een feit dat externe wetenschappers zeggen: glyfosaat is hartstikke kankerverwekkend en gevaarlijk. Het is ook een feit — dat heeft de minister net bevestigd — dat die externe experts en wetenschappers het Ctgb hebben moeten corrigeren. Gelukkig heeft het Ctgb dat overgenomen. Maar het belangrijkste is dat het Ctgb zelf heeft gezegd: "Politiek, hou op je achter ons te verschuilen. Wij doen ons werk, binnen onze kaders, maar uiteindelijk is het aan de politiek, aan de minister en de Kamer, die hier ook duidelijk over is, om in te grijpen." Onze kinderen lopen gevaar. Hoe kan de minister hier gewoon weer achter de agro-industrie staan in plaats van zeggen: nee, uit voorzorg even kappen?

Minister Wiersma:

Ik vind wat hier gesteld wordt — "onze kinderen lopen gevaar en de minister doet daar niets aan" — nogal wat, want er is uitgebreid onderzocht of dat zo is. Ik vind het ook nogal wat ... Het Ctgb corrigeren getuigt echt niet van erkenning van de expertise die daar is. Ik vind dat eigenlijk gewoon niet kunnen, want het Ctgb is een absolute autoriteit op dit gebied. Natuurlijk is er in de wetenschap ... De test zoals die nu werd voorgedaan, werd ook gedaan, maar er werd ook gekeken of zo'n stof ook positieve effecten kon hebben. Het Ctgb heeft gezegd: gezien het doel waarvoor dit middel gebruikt wordt, is het misschien niet relevant om dat te onderzoeken, dus dat kunnen we prima weglaten. Dat is iets anders dan zich laten corrigeren. De absolute expertise zit bij het Ctgb. Over twee weken zal ik de appreciatie met u delen.

Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):

De PVV is blij met een snelle beoordeling van dit onderzoek, want als het klopt, moet er inderdaad per direct actie volgen. Maar het is ook van groot belang dat het probleem bij de kern aangepakt wordt, want vrijwel alle glyfosaat in het oppervlaktewater in Nederland komt van huishoudens en rioolwaterzuiveringen. Slechts 1,5% komt uit de agrarische sector. De rest wordt toegeschreven aan stedelijke bronnen. Voor de PVV is gezondheid van mens en dier van groot belang. Daarom heb ik één vraag voor de minister: wordt er concrete actie ondernomen om het zeer hoge aandeel glyfosaat dat afkomstig is van stedelijke bronnen zoals overstort en rioolwaterzuiveringen terug te dringen en, zo ja, welke maatregelen zijn voorzien?

Minister Wiersma:

Inderdaad, wat mevrouw Nijhof stelt, klopt. Als we zien waar glyfosaat vandaan komt dat in het water gevonden wordt, is de belangrijkste bron daarvan inderdaad de riolering, de rwzi's. Dat heeft ertoe geleid dat glyfosaattoepassing voor particulieren in principe inmiddels verboden is. Dat heeft een reden, want juist daar zagen we dat de voorschriften hoe je dat toe moet passen niet goed werden gehanteerd. Dat heeft ertoe geleid dat er een verbod is op particulier gebruik. Dat heeft dus een reden en die is exact wat mevrouw Nijhof hier aanhaalt. Ik heb er geen zicht op wat er nu de grondslag van is dat er nog steeds uitspoeling en afspoeling plaatsvindt, of er nog ergens voorraden staan of niet, maar dat is natuurlijk een punt van zorg. Daar is dus al door een vorig kabinet op gehandeld en dat heeft daartoe geleid.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit vragenuurtje. Hartelijk dank aan de minister. Ik schors enkele minuten en dan gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 15.11 uur tot 15.18 uur geschorst.

Naar boven