6 Verzekerdenmonitor 2024

Verzekerdenmonitor 2024

Aan de orde is het tweeminutendebat Verzekerdenmonitor 2024 (29689, nr. 1277).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Verzekerdenmonitor 2024. Een hartelijk welkom aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de leden, de mensen op de publieke tribune en iedereen die dit debat op afstand volgt. Er zijn zes sprekers die zich hebben ingeschreven en ook hun termijn willen gebruiken. Als eerste is het woord aan mevrouw Dobbe. Zij voert het woord namens de Socialistische Partij.

Mevrouw Dobbe (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb het net nog even nagezocht: wij vragen al twintig jaar lang om een oplossing voor mensen die onverzekerd zijn en die nog steeds worden geweigerd als zij zorg nodig hebben. De zorg voor iedereen, en zeker die voor de allerkwetsbaarsten zoals daklozen, moet goed geregeld zijn. Dat moeten wij toch als land goed kunnen regelen. Nu gebeurt het nog te vaak dat mensen worden weggestuurd, bijvoorbeeld in een ziekenhuis, terwijl zij wel zorg nodig hebben. Ik raad iedereen aan om het boek van Michelle van Tongerloo te lezen. Voor zover u dat nog niet gedaan heeft, adviseer ik u om dat zeker te doen, want daaruit wordt wel duidelijk dat hier echt een probleem ligt dat opgelost moet worden. Daarom dienen wij de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onverzekerde mensen, zoals dakloze mensen, vaak geweigerd worden door zorgaanbieders zoals ziekenhuizen, terwijl zij dringend zorg nodig hebben;

overwegende dat zorg een mensenrecht is dat ook geldt voor mensen in een kwetsbare positie;

overwegende dat het kabinet meer onverzekerden aan een verzekering wil helpen, maar er daarmee hoogstwaarschijnlijk alsnog onverzekerden over zullen blijven;

verzoekt de regering om in overleg met straatartsen, maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor onverzekerde mensen en zorgaanbieders, met een actieplan te komen om de toegang van onverzekerde mensen tot de zorg te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 1278 (29689).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet het plan heeft om te bezuinigen op de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden, de SOV, waar de zorg voor veel dakloze mensen uit wordt gefinancierd;

overwegende dat het recht op zorg een mensenrecht is en het dus onrechtvaardig zou zijn om de toegankelijkheid of de kwaliteit van de zorg voor de doelgroep van deze regeling te verminderen;

overwegende dat de beste manier om te besparen op deze regeling is om meer mensen toegang te geven tot een reguliere zorgverzekering;

verzoekt de regering om de bezuinigingsopgave in ieder geval niet in te vullen door de toegankelijkheid of de kwaliteit van de zorg voor onverzekerde mensen te verminderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 1279 (29689).

Dan gaan we luisteren naar de heer Bushoff, die spreekt namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Als eerste heb ik een korte huishoudelijke mededeling. Ik heb ook nog een commissiedebat Herstel Groningen. Ik zal daar zo meteen ook heen gaan. We volgen uiteraard wel op afstand het verloop van het debat en de appreciatie, maar ik kan dus niet het hele debat bijwonen.

Voorzitter. Ik heb wel twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er bezuinigd wordt op de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden;

overwegende dat de minister voornemens is om in een nieuwe verbeterde regeling de vergoeding voor artsen omlaag te brengen en dat artsen een deel van die verloren inkomsten kunnen terugverdienen door mensen te begeleiden naar een zorgverzekering of terug te begeleiden naar het land van herkomst;

overwegende dat dit eigenlijk niet de taak van artsen is en tegen de artseneed ingaat;

verzoekt de regering om bij de uitwerking van de nieuwe regeling voor de SOV te zorgen dat artsen en zorgpersoneel niet opdraaien voor de ingeboekte bezuiniging,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Westerveld.

Zij krijgt nr. 1280 (29689).

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. De tweede motie gaat over het feit dat veel mensen moeite hebben om de zorgpremie te betalen. Je ziet dan dat mensen soms in een wanbetalersregeling terechtkomen. Dat betekent dat ze 10% extra moeten betalen ten opzichte van iemand die wel zijn zorgpremie kan betalen. Ze krijgen dus als het ware een boete. Of er zijn mensen die zeggen: dan sluit ik helemaal geen zorgverzekering meer af. Dat mag niet, dus die worden dan ook nog eens driedubbel en dwars beboet en komen zo verder in de problemen. Dat willen we met z'n allen niet. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer mensen hun zorgpremie niet meer kunnen betalen, waarna zij te maken krijgen met een wanbetalersregeling of überhaupt geen zorgverzekering afsluiten met hoge boetes als gevolg;

overwegende dat het niet betalen of niet afsluiten van een zorgverzekering voor de meeste mensen niet voortkomt uit onwil, maar uit gebrek aan financiële middelen;

overwegende dat mensen die geen zorgverzekering afsluiten omdat ze die niet kunnen betalen, hoge boetes krijgen opgelegd die zij vervolgens ook niet kunnen betalen, waardoor zij nog verder in de problemen komen;

overwegende dat de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers sinds 1 juli 2024 is verlaagd van 120% tot 110% van de standaardpremie;

verzoekt de regering om de boetes voor het niet hebben van een zorgverzekering te verlagen, en voor de zomer de eerste effecten van de verlaging van de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers te melden aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.

Zij krijgt nr. 1281 (29689).

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Nu gaan we luisteren naar mevrouw Tielen en zij spreekt namens de VVD-fractie. Gaat uw gang.

Mevrouw Tielen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. De drie tweeminutendebatten die we nu hebben, zijn allemaal op basis van schriftelijke van overleggen. Dat is toch een beetje een gemankeerde vorm van het debat voeren. Fijn dat we er wel een tweeminutendebat over hebben, maar daarom wil ik toch mondeling nog wat doorvragen op iets wat me opviel als het gaat over de verzekeringen. Het zal meer mensen zijn opgevallen, namelijk het hoge aantal restitutiepolissen. Uit het schriftelijk overleg daarover begreep ik dat de reden dat verzekeraars daarmee stoppen het feit is dat er relatief hoge kosten gedeclareerd worden bij een aantal vormen van zorg, zoals de wijkverpleging en de ggz. Die zijn soms niet gecontracteerd en moeten wel betaald worden. Verzekeraars geven aan dat dat een reden is dat ze die polissen anders aanbieden. Ik wil aan de minister vragen of dat klopt en wat zij daar dan van vindt, ook omdat zij juist contractering niet wil bevorderen. Tenminste, daarover hebben wij zo meteen een tweeminutendebatje. Ik hoor dus graag van de minister de verklaring hierachter, of ze het daarmee eens is en of het dan misschien niet toch een goed idee is om contractering te bevorderen.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Jansen. Zij voert het woord namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Voorzitter. De Kamer heeft zich al herhaaldelijk gebogen over de zorgverzekering voor kwetsbare groepen, waaronder dak- en thuislozen. Ondanks de inspanningen blijft het voor veel dakloze mensen moeilijk om een zorgverzekering te behouden. Voor deze mensen is het behouden van een zorgpolis niet slechts een administratieve kwestie, maar een essentieel onderdeel van hun toegang tot noodzakelijke zorg en het behoud van hun gezondheid. De vereiste van een woon- en briefadres in de Zorgverzekeringswet vormt hierbij een aanzienlijke belemmering. Om deze reden dient Nieuw Sociaal Contract samen met de VVD de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Zorgverzekeringswet vereist dat iemand een woon- of briefadres, een digitale loonstrook niet ouder dan één maand of een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank heeft om een zorgverzekering af te sluiten;

constaterende dat veel dakloze mensen wel een briefadres hebben, maar dit vaak verliezen door administratieve of bureaucratische regels, wat leidt tot het verlies van hun zorgpolis;

constaterende dat een aanzienlijk aantal dak- en thuislozen in Nederland niet verzekerd is voor zorg, terwijl toegang tot zorg essentieel is voor hun gezondheid en welzijn;

overwegende dat het ontbreken van een zorgverzekering een belangrijke drempel vormt voor het ontvangen van noodzakelijke zorg;

verzoekt de regering uit te werken op welke wijze kan worden voorkomen dat dakloze mensen hun zorgpolis verliezen door uitschrijving van hun briefadres en hierop te acteren, en de Kamer voor 15 juni te informeren over de voortgang hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en Van den Hil.

Zij krijgt nr. 1282 (29689).

Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Claassen. Hij voert het woord namens de fractie van de PVV.

De heer Claassen (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De PVV-fractie heeft twee moties in de aanbieding.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Oekraïners die in Nederland voor een Nederlandse werkgever werken alleen bijdragen aan ons zorgsysteem via de inkomensafhankelijke bijdrage (Zvw);

overwegende dat de inkomensafhankelijke bijdrage niet in verhouding staat tot de zorgpremie die Nederlandse burgers afdragen;

verzoekt de regering Oekraïners die in Nederland werken en loon naar Nederlandse maatstaven ontvangen, de basispremie te laten gaan betalen, zoals iedereen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Claassen en Vondeling.

Zij krijgt nr. 1283 (29689).

De heer Claassen (PVV):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds 2025 geen restitutiepolissen meer worden aangeboden;

constaterende dat er wel behoefte is aan dit soort polissen;

overwegende dat verzekerden de grootst mogelijke keuzevrijheid zouden moeten hebben waar zij hun zorg vandaan halen;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars met als doel dat de zorgverzekeraars vanaf januari 2026 wederom restitutiepolissen gaan aanbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Claassen en Wilders.

Zij krijgt nr. 1284 (29689).

Dank u wel. Tot slot, in de eerste termijn van de Kamer, mevrouw Rikkers-Oosterkamp. Zij spreekt namens de BBB.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er steeds meer jongeren zijn die moeite hebben om hun zorgpremie te betalen;

constaterende dat het aantal wanbetalers in 2023 steeg van 178.912 naar ongeveer 185.000 op 1 september 2024, waarbij het een relatief groot aantal jongeren betreft;

overwegende dat betalingsachterstanden op de zorgpremie een belangrijke indicatie kunnen zijn voor bredere schuldenproblematiek;

verzoekt de regering om er bij de zorgverzekeraars op aan te dringen om extra maatregelen te nemen om jongeren actief te ondersteunen om te voorkomen dat ze betalingsachterstanden krijgen, bijvoorbeeld door meer gerichte voorlichting bij het kiezen van hun zorgverzekering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rikkers-Oosterkamp.

Zij krijgt nr. 1285 (29689).

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. We gaan even tien minuten schorsen en daarna krijgen we een antwoord op een enkele vraag en een appreciatie van de acht ingediende moties. We zijn geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Verzekerdenmonitor 2024. We zijn toe aan de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister van VWS.

Minister Agema:

Dank u wel, voorzitter. Wat betreft de motie op stuk nr. 1278 over een actieplan: ik ben bezig met een nieuwe regeling en als ik in plaats van het woord "actieplan" ook "regeling" kan lezen, dan neem ik de motie over.

De voorzitter:

Is dat akkoord? Vinden de leden het goed dat de motie wordt overgenomen? Ik moet dat altijd even checken. Nee, mevrouw Dobbe?

Minister Agema:

Als de motie niet wordt gewijzigd, moet ik "overbodig" zeggen.

De voorzitter:

Dan is het oordeel "overbodig". We zullen nog zien of mevrouw Dobbe een wijziging indient. Het oordeel "overnemen" kan dan niet meer. Dan wordt het mogelijk "oordeel Kamer", maar dat zien we dan wel.

De minister vervolgt haar betoog.

Minister Agema:

De motie op stuk nr. 1279 verzoekt de regering om de bezuinigingsopgave in ieder geval niet in te vullen door de toegankelijkheid of de kwaliteit van de zorg voor onverzekerde mensen te verminderen. Die is overbodig, want dat is uiteraard mijn uitgangspunt. Het doel is om mensen verzekerd te krijgen. Ik kan er nu nog niet op vooruitlopen, maar ik werk aan een nieuwe regeling.

Dan de motie op stuk nr. 1280, van de leden Bushoff en Westerveld. Die wil ik ontraden. Het is juist het doel om de hogere vergoeding aan artsen en zorgaanbieders die het op dit moment al onwijs goed doen in het kader van extra sociale hulp, uitgangspunt van het nieuwe beleid te maken.

De motie op stuk nr. 1281 is ontijdig. Ik heb de 110%-regeling al doorgevoerd. Die is in juni één jaar van kracht. Dan gaan we het effect monitoren en de impact ervan onderzoeken. Het is belangrijk om dán te bezien wat we gaan doen. Voor waar de motie om vraagt is wel een wetswijziging nodig, vandaar "ontijdig".

De voorzitter:

Normaliter zou ik de heer Bushoff gevraagd hebben of hij 'm wil aanhouden, maar hij moest het debat verlaten. Het oordeel over deze motie blijft dus "ontijdig".

Minister Agema:

Dan de motie op stuk nr. 1282. Het moge duidelijk zijn dat ik werk aan een betere zorgregeling voor onder andere deze groep, met als doel: zo spoedig mogelijk in de verzekering brengen. Met de collega van BZK kijk ik ook naar de rol van het briefadres. Het is niet mijn terrein. Het is duidelijk het terrein van BZK, maar het draagt natuurlijk wel bij aan minder onverzekerden. Als ik de motie zo mag lezen dat ik hier aandacht voor blijf vragen bij BZK, kan ik de motie overnemen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Jansen. Is zij daarmee akkoord, met die interpretatie? Als u daarop wilt reageren, moet u even naar de microfoon gaan, mevrouw Jansen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Ik vind aandacht vragen veel minder dan uitwerken. In principe blijf ik dus bij uitwerken.

Minister Agema:

Ja, maar het is niet mijn beleidsterrein. BZK gaat hierover. Ik wil het dus onder de aandacht brengen bij mijn collega van BZK. Ik vind het ook heel erg belangrijk. Het is onderdeel van de nieuwe regeling die wij gaan vormgeven. Maar het blijft het beleidsterrein van BZK. Daarom kan ik niet anders dan het onder de aandacht brengen. Als ik het op die manier mag lezen, kan ik de motie overnemen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Ik laat 'm toch zo staan.

De voorzitter:

Oké. U laat de tekst zo staan. Dan kijk ik weer naar de minister. Wat betekent dat voor het oordeel?

Minister Agema:

Dat is lastig, want het is niet mijn beleidsterrein. Ik ga er dus niet over en dan moet ik de motie ontraden. Dat zou ik heel zonde vinden.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Kan de minister van BZK een appreciatie geven?

De voorzitter:

Nee, dat gaan we niet doen. Dan moet u die echt bij de minister zelf indienen. Want anders gaan we via allerlei andere debatten bewindslieden moties voorleggen.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Nou, dan dien ik 'm gewoon zo in.

Minister Agema:

Ik vind dat wel heel erg jammer, want ik doe dit toch. Ik maak een nieuwe regeling. Ik doe dit. Ik doe ook nog een handreiking om het daar waar het specifiek gaat over mijn collega van BZK, onder de aandacht te brengen om het te integreren in onze nieuwe regeling. Ik zou zeggen: inpakken en wegwezen. Dat is toch heel jammer, want als zij dit echt van mij vraagt, moet ik 'm ontraden. Dat is toch heel erg jammer?

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):

Ik dien 'm gewoon in.

De voorzitter:

Ja, hij is ingediend. Dan wordt het oordeel "ontraden". Dan gaan we door.

Minister Agema:

Dan ben ik bij de motie over de regeling voor de Oekraïners die in Nederland werken en loon naar Nederlandse maatstaven ontvangen. De motie vraagt om hen de basispremie te laten betalen, zoals iedereen. Onder voortouw van de ministers van AenM en JenV gebeurt er op dit moment heel erg veel op dit terrein. Mocht er een vredesbestand komen, dan veranderen al die regelingen. Het is op dit moment voor mij ontijdig om hier iets over te zeggen. Dat moet in die grotere context vanuit het voortouw van de minister van AenM worden vormgegeven. Voor mij is het dus ontijdig. Misschien, ja …

De voorzitter:

Wil de heer Claassen de motie aanhouden?

De heer Claassen (PVV):

Ik wil 'm nu nog even niet aanhouden. Ik ga nog even in overleg met mede-indiener Vondeling. Er komt volgens mij ook nog een debat waarin zij daar ook nog iets over gaat zeggen. Misschien kan het dan daar of doen we toch gewoon hier, maar daar kom ik nog op terug. Voor nu houd ik 'm gewoon even zo.

De voorzitter:

Ja, dan blijft het oordeel "ontijdig" staan.

Minister Agema:

De motie op stuk nr. 1284 verzoekt de regering in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars, met als doel dat de zorgverzekeraars vanaf 1 januari 2026 wederom restitutiepolissen aanbieden. Dat was ook de vraag van mevrouw Tielen. Ik vind het enorm jammer dat er geen restitutiepolissen meer worden aangeboden. Dat vind ik echt een gemis. Ik ga niet over het aanbod van verzekeraars, maar ik ben wel actie aan het ondernemen als het gaat over de onafhankelijke indicatiestelling wijkverpleging. Ik zoek het ook in bredere context, dus ook wat we daar nog meer bij kunnen betrekken. En ik ben hard op weg om hier een hele goede afspraak over te maken in het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord, wat natuurlijk ook nog niet rond is. Als ik het dus zo kan lezen dat ik het oppak en verder breng, kan ik het overnemen, in die zin dat ik dus niet het aanbod van de verzekeraar kan bepalen. Maar ik wil dit dus wel en ik ben hiermee hard aan de slag.

De heer Claassen (PVV):

Precies dat. De minister gaat daarover in gesprek met actoren die daarover gaan. Het besluit ligt inderdaad niet bij de minister, dus ik interpreteer 'm eigenlijk hetzelfde. Dan zou het oordeel dus overnemen zijn, volgens mij.

Minister Agema:

Ja, dan is het "overnemen".

De voorzitter:

Ja, maar dan moet ik eerst weer even checken bij de rest van de leden of zij kunnen leven met het overnemen van deze motie door de minister. Ja, dat is het geval.

De motie-Claassen/Wilders (29689, nr. 1284) is overgenomen.

Minister Agema:

Dan de laatste motie, op stuk nr. 1285, van het lid Rikkers-Oosterkamp. Even kijken. Die kan ik ook overnemen. Ik wil haar ook geruststellen dat we ook subsidie geven aan de SKGZ in dit belang.

De voorzitter:

Zijn de leden ermee akkoord dat de motie wordt overgenomen? Ja, dat is het geval. Dan hoeven we er niet over te stemmen. Zij wordt wel vermeld op de stemmingslijst, zijnde overgenomen.

De motie-Rikkers-Oosterkamp (29689, nr. 1285) is overgenomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de minister. Over de andere moties gaan we stemmen op 25 maart. Dat is aanstaande dinsdag. We gaan ook gelijk door met een volgend tweeminutendebat met dezelfde bewindspersoon, maar we houden eerst een korte sanitaire stop. We schorsen een ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven