3 Zero-emissiezones

Zero-emissiezones

Aan de orde is het tweeminutendebat Zero-emissiezones (CD d.d. 04/12).

De voorzitter:

We zijn toe aan het tweeminutendebat Zero-emissiezones. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. We hebben een aantal leden die willen spreken, een stuk of vier. Als eerste is dat de heer Veltman … Nee, mevrouw Veltman. Sorry, ik keek naar de heer Olger van Dijk en dacht automatisch iets wat niet mocht. Mevrouw Veltman gaat het woord voeren namens de VVD.

Mevrouw Veltman (VVD):

Ik zou bijna zeggen: dank u, mevrouw Van der Lee.

Voorzitter. De VVD ziet de zorgen van ondernemers die nog geen dure elektrische bus kunnen aanschaffen of voor wie zero emissie qua logistiek nog niet mogelijk is. We hebben het bijvoorbeeld over de bloemist, de bakker, de kaasboer, de loodgieter, de dakdekker en de schoorsteenveger. Dat zijn ondernemers die vaak wel willen, maar nog niet kunnen en die nu naar een onmogelijke hub worden gestuurd of een accountant moeten inhuren om de waslijst aan informatie over hun bedrijfsvoering aan te leveren als zij een ontheffing moeten aanvragen. Maar toch gaan veertien gemeenten over drie weken van start. Om te voorkomen dat ondernemers tussen wal en schip raken, heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zero-emissiezones er voor bepaalde ondernemers voor zorgen dat binnensteden niet meer bereikbaar zijn;

constaterende dat deze ondernemers ernstige zorgen hebben dat zij hun werk niet meer kunnen doen met de middelen die hun ter beschikking staan;

overwegende dat de inzet van het kabinet is dat een boetevrije periode van een jaar gaat gelden, wat de mogelijkheid biedt om de landelijk gestandaardiseerde uitzondering van zero-emissiezones voor ondernemers tot 2029 beter en sterk vereenvoudigd in te richten;

constaterende dat de staatssecretaris geen enkele garantie biedt dat deze ruimte kan worden geboden;

overwegende dat monitoring inzichten kan verschaffen waarmee kan worden bijgestuurd, zodat ondernemers niet tussen wal en schip vallen, en dat daarbij alle mogelijke maatregelen worden opengehouden;

verzoekt de regering vanaf 1 januari 2025 iedere twee maanden aan de Tweede Kamer te rapporteren wat de gevolgen van de ingestelde zero-emissiezones zijn voor de ondernemers die nog niet aan de eisen kunnen voldoen of ondernemers die anderszins in de knel komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Veltman en Vermeer.

Zij krijgt nr. 71 (36600-XII).

De heer Heutink (PVV):

Dat is een terechte analyse van de VVD, en dat zijn ook terechte zorgen richting al die ondernemers die dit niet kunnen gaan meemaken. Tegelijkertijd dient de VVD nu een voorstel in om te voorkomen dat al die ondernemers tussen wal en schip geraken. Mijn vraag is: hoe gaat dit voorstel, waarin de staatssecretaris verzocht wordt om te gaan monitoren, alleen monitoren, voorkomen dat al die ondernemers tussen wal en schip geraken?

Mevrouw Veltman (VVD):

Dat was eigenlijk het antwoord dat we graag van de staatssecretaris hadden willen hebben. Wij hebben daarvoor een voorstel ingediend dat werd gesteund door een meerderheid van deze Kamer. Alleen, daar is onvoldoende aan tegemoetgekomen. De situatie is nu zo dat er op 1 januari wel gestart wordt met die zero-emissiezones, dus moeten wij er volgens ons nu heel goed voor zorgen dat die ondernemers niet tussen wal en schip vallen. Dat kun je volgens ons het beste op deze manier doen.

De heer Heutink (PVV):

Had dan het verzoek aan de regering niet moeten zijn om met een beter voorstel te komen in de komende maanden of in de komende weken, om te voorkomen dat al die ondernemers tussen wal en schip geraken? In plaats daarvan ligt er nu een voorstel van de VVD om alleen maar te gaan monitoren, opdat wij dan maar in kaart hebben hoe slecht het gaat met al die ondernemers. Dat lost toch niks op?

Mevrouw Veltman (VVD):

Ik ben het er helemaal mee eens dat er nu niet goed invulling is gegeven aan wat wij hebben gewild. Alleen, dat is nu wel de situatie. En het beter doen dan het nu is, is precies wat het voorstel dat we hebben ingediend, behelsde. Maar daar wordt geen invulling aan gegeven. Dan moet je kijken naar de situatie nu en de onduidelijkheid niet groter maken, juist voor deze ondernemers niet. Dit is volgens ons de manier om het op te lossen of in ieder geval om het te kunnen gaan bijsturen.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Dan is nu het woord aan de heer De Hoop, namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Het is heel makkelijk om te zeggen waarom je dingen niet wilt, maar soms is het ook weer even goed om te zeggen waarom je dingen doet. Zero-emissiezones gaan niet voor niets ingevoerd worden. Daar wordt al tien jaar lang over onderhandeld en daar is een uitkomst uitgekomen. Het is belangrijk dat het gebeurt, want Nederland staat op de 25ste plaats in Europa als het gaat over luchtkwaliteit. 1,2 miljoen mensen in Nederland hebben een chronische longziekte. Elk jaar sterven er 23.000 mensen in Nederland aan die longziekte. Het kost ons 3 miljard per jaar aan zorgkosten. Het is dus belangrijk dat de zero-emissiezones er komen. Laat ik wel wezen: het voorstel van de staatssecretaris zoals dat nu voorligt, had voor GroenLinks-Partij van de Arbeid niet gehoeven. Wij vonden het onverstandig dat de motie-Veltman door de Kamer werd aangenomen. Gemeenten noemen het onbetrouwbaar bestuur en vinden dat het lokaal gezag wordt ondermijnd. De maatschappelijke organisaties maken zich grote zorgen. De RAI Vereniging zei bijvoorbeeld: de motie-Veltman zorgt voor onnodige onduidelijkheid voor de zero-emissiezones en vertraagt verduurzaming, waar ondernemers zelf al jarenlang mee bezig zijn. Berenschot zei: deze ontwikkeling staat haaks op de rust die wij met elkaar adviseren.

Ik ben wel blij dat de VVD er niet nog een keer overheen is gegaan met een spoed-AMvB, maar ik heb wel de zorg dat dit misschien nog gebeurt vanuit andere fracties vandaag. Ik zou één vraag aan de staatssecretaris willen stellen. Op het moment dat er een verzoek komt uit de Kamer voor een spoed-AMvB, hoop ik allereerst dat de staatssecretaris zijn poot stijf houdt en dit niet gaat doen, ook omdat hij zelf al heeft gezegd dat hij geen draagvlak heeft in het kabinet. Maar op het moment dat dit een meerderheid haalt, vind ik het heel belangrijk — ik hoop die toezegging van de staatssecretaris te krijgen — dat er een advies van de Raad van State komt. Als we zoiets op zo'n manier zouden doen, is het heel belangrijk dat de Raad van State daar advies over geeft. Ik hoop dat de staatssecretaris zich realiseert dat de verhoudingen met de gemeenten ook heel belangrijk zijn in al het werk dat hij doet. Ik hoop dat hij het houdt bij dit voorstel en dat er niet nog een stap overheen komt.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. De heer El Abassi. Hij spreekt namens de fractie van DENK. Gaat uw gang.

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter, dank. Ik heb vier hele goede moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondernemers al hebben geïnvesteerd in elektrische voertuigen vanwege de geplande invoering van emissievrije zones;

overwegende dat ondernemers financieel onevenredig worden benadeeld door beleidswijzigingen;

verzoekt de regering een compensatieregeling of subsidiemaatregel in te stellen voor ondernemers die al hebben geïnvesteerd of nog moeten investeren in elektrische voertuigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 72 (36600-XII).

Een ogenblik. De heer De Hoop voor een interruptie.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Er zijn duizenden, misschien wel tienduizenden ondernemers die investeringen hebben gedaan. Ik vind het ook een heel hard gelag voor hen dat zij de consequenties ervaren van wat ik een onverstandige motie van de VVD vind en van het uitstel van de staatssecretaris. Maar wanneer je daar morgen opeens compensatie voor regelt, gaat dat ontzettend veel geld kosten. Ik zou dan wel graag van de heer El Abassi van DENK horen hoe hij dat voor zich ziet.

De heer El Abassi (DENK):

Ik ben het helemaal met de heer De Hoop eens dat het enorm veel geld gaat kosten voor de ondernemers, dus die maatregel moet niet ingevoerd worden. Wij zijn daar enorm op tegen. Wij vinden dat alle ondernemers toegang moeten hebben tot de stad, tot de gemeente. Dit soort maatregelen zorgt ervoor dat bepaalde ondernemers geen toegang hebben tot delen van de stad. Dat willen we voorkomen, met álles wat we kunnen.

De voorzitter:

De heer El Abassi vervolgt zijn betoog.

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter. Ik ga weer verder.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat beroepsgroepen zoals verhuizers en klussers afhankelijk zijn van bestelbusjes en onevenredig worden getroffen door de invoering van emissievrije zones;

verzoekt de regering een specifieke gevolgenanalyse te maken van de impact van emissievrije zones op beroepsgroepen zoals verhuizers en klussers, en op basis daarvan aanvullende ondersteunende maatregelen te treffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 73 (36600-XII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invoering van emissievrije zones ondernemers en burgers met beperkte financiële middelen onevenredig zwaar treft;

overwegende dat duurzame oplossingen alleen effectief en eerlijk zijn als ze toegankelijk zijn voor iedereen;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe zero-emissiezones kunnen worden ingevoerd op een moment dat zero-emissievoertuigen financieel haalbaar zijn voor alle groepen in de samenleving,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 74 (36600-XII).

De heer El Abassi (DENK):

Dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer gemeenten voornemens zijn zero-emissiezones in te voeren voor personenauto's;

overwegende dat emissievrije zones het gebruik van personenauto's met verbrandingsmotoren in steden uitsluiten, terwijl 95% van de Nederlanders in een auto met verbrandingsmotor rijdt;

overwegende dat dit leidt tot sociale ongelijkheid en beperkte toegankelijkheid voor mensen met lagere en middeninkomens;

verzoekt de regering te waarborgen dat steden toegankelijk blijven voor personenauto's met verbrandingsmotoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 75 (36600-XII).

De heer El Abassi (DENK):

Dat was het, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Dan is tot slot in dit tweeminutendebat het woord aan de heer Heutink. Hij spreekt namens de PVV.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter. Het is bijna 1 januari. De meeste mensen zien ontzettend uit naar de feestdagen, maar voor meer dan 100.000 ondernemers is het geen feest. Er staat namelijk een ramp voor de deur, en die ramp heeft een naam: zero-emissiezones. De Kamer vroeg bij meerderheid om uitstel, maar de staatssecretaris komt nu met een voorstel dat nog niet eens in de buurt komt van uitstel. En het komt al helemaal niet in de buurt van meer dan 100.000 ondernemers behoeden voor een faillissement. Uitstel is nodig. In onze ogen is er nu nog maar één route om dit te realiseren. Daarvoor hebben we de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zero-emissiezones voor stadslogistiek alleen betrekking hebben op bedrijfsvoertuigen en dus alleen op ondernemers;

constaterende dat het per 1 januari 2025 in laten gaan van zero-emissiezones ertoe zal leiden dat meer dan 100.000 ondernemers in de problemen gaan komen;

constaterende dat de regering uitstel van zero-emissiezones kan realiseren door per AMvB artikel 86e van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 te wijzigen;

constaterende dat de Kamer reeds een motie heeft aangenomen die verzoekt tot uitstel tot 2029, maar dat de regering hier niet aan tegemoetkomt;

van mening dat we alles op alles moeten zetten om hardwerkende Nederlanders te koesteren in plaats van ze te straffen;

verzoekt de regering om per AMvB voor ondernemers uitstel te realiseren van zero-emissiezones tot 2029 en hierbij spoed niet te schuwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Heutink en Vermeer.

Zij krijgt nr. 76 (36600-XII).

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik ga de inhoud hiervan maar even parkeren, en ook dat het één grote chaos wordt als dit voorstel het haalt. De heer Heutink kondigt hier aan dat er vanaf 1 januari een ramp ontstaat en dat ondernemers gestraft worden. Zijn staatssecretaris legt een voorstel neer naar aanleiding van een ingediende motie. Met deze route gaat hij daar dwars doorheen, met een bulldozer en stampvoetend. Eigenlijk is dit gewoon een motie van afkeuring, misschien zelfs wel een motie van wantrouwen, richting uw eigen staatssecretaris. Ik vind het echt ongelofelijk dat de heer Heutink zo'n motie indient over het beleid van een staatssecretaris van zijn eigen partij. Daar verwacht ik dan dus wel een bredere reflectie op. De heer Heutink begrijpt toch zelf ook dat het ongekend is om op deze manier zo'n motie in te dienen?

De heer Heutink (PVV):

Wat ongekend is, is dat de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid het laat gebeuren dat al die duizenden ondernemers straks in de financiële problemen komen, dat de bakker, de loodgieter, de kaasboer en de vishandel zo meteen moeten stoppen met hun baan en met hun levenswerk omdat GroenLinks-Partij van de Arbeid niet met ons aan haar zijde ervoor zorgt dat er een beter voorstel komt van de staatssecretaris. Het kan ook geen verrassing zijn, zeg ik tegen meneer De Hoop, dat wij vandaag met dit voorstel komen. We hebben meerdere malen aangegeven dat het voorstel van de staatssecretaris nu niet genoeg is, dat we een beter voorstel willen en dat we azen op de route van die AMvB. Dat is de reden. Wij komen op voor die ondernemers; wij willen die ondernemers behoeden voor een faillissement. Daarom dienen wij vandaag dit voorstel in.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

U kunt GroenLinks-Partij van de Arbeid heel veel verwijten, hoor — ik kan heel veel dingen bedenken — maar dit niet. Het is de heer Jansen van de PVV, het is de staatssecretaris van uw partij, die hier nu verantwoordelijk voor is. Als u zo'n toon aanslaat over uw eigen staatssecretaris, dan vind ik dat echt vrij bizar. Maar dat parkeer ik ook even. Als de heer Heutink dit voorstel doet, dan hoop ik toch dat hij het met mij eens is dat, als je dat op een fatsoenlijke manier wilt doen, er wel een advies van de Raad van State over moet komen. Anders weet ik echt niet wat we met z'n allen aan het doen zijn. Ik zou hem dus willen vragen: is hij het met mij eens dat als zijn voorstel het haalt, je daarover wel een fatsoenlijk advies van de Raad van State wilt hebben voordat je zoiets doet?

De heer Heutink (PVV):

Een AMvB kent gewoon een reguliere voorhang. Er wordt gewoon een wetgevingstraject ingestart, waarin die AMvB ook wordt voorgehangen. Zowel de Raad van State als de Kamer, iedereen, kan er nog wat van vinden. Dat is ook niet meer dan normaal.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Voor Nieuw Sociaal Contract is helder dat de staatssecretaris moet laveren tussen allerlei verschillende belangen. Hij heeft een redelijk compromis gevonden met het voorstel dat nu voorligt, waarin wel degelijk wordt gekeken naar uitstel voor de belangrijkste categorie van bedrijfsauto's. Er wordt wel degelijk meer tijd genomen in dat eerste halfjaar of jaar voor het boetevrij invoeren daarvan. Dat geeft ook ruimte om nog te kijken naar marktkooplui. Dat is de toezegging die wij hebben gekregen in het debat. Daar zijn we blij mee. Maar wat de PVV hier nu voorstelt, is iets anders, namelijk een AMvB die met spoed zou moeten worden behandeld door deze Kamer, om generiek uitstel te regelen voor álle bedrijfsauto's, dus voor de complete zones. Als het anders is, hoor ik het graag van de heer Heutink. Wij gaan ervan uit dat de staatssecretaris dat met klem zal ontraden, gegeven ook de onduidelijkheid die dit gaat geven voor vele ondernemers in het land. We hebben begrepen dat je zeker vier tot zes maanden nodig hebt voor de behandeling van die AMvB. Op 1 januari worden die zones ingevoerd. 41 belangenorganisaties van ondernemers zeggen: doe ons dit niet aan. Wat zegt de heer Heutink nou tegen die ondernemersorganisaties?

De heer Heutink (PVV):

Het enige wat nu onduidelijk is, is dat al die ondernemers niet weten of ze binnen vier of zes maanden nog een baan hebben, of ze binnen vier of zes maanden failliet zijn. Dat is de enige onduidelijkheid die al die ondernemers nu hebben. NSC zou ook heel goed moeten weten dat op het moment dat we als Kamer voor die AMvB-route kiezen en de staatssecretaris vier of zes maanden — zolang gemeenten willen meewerken, want dat is ook nog maar de vraag — uitstel heeft geregeld, we precies genoeg tijd hebben om generiek uitstel te regelen voor zero-emissiezones voor stadslogistiek. Dat wil ik even benadrukken, want dat is waar we het hier over hebben vandaag. Het gaat over zero-emissiezones voor stadslogistiek en dus voor ondernemers. Dan kunnen we hier niet zeggen dat we alleen zero-emissieklasse 6 gaan uitzonderen. Dat is 52% van het totaal. Dat betekent dat 48% buiten de boot gaat vallen, meneer Van Dijk.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Waar het om gaat, is dat er onduidelijkheid wordt gecreëerd met een dergelijke AMvB over de generieke invoering per 1 januari. Dat doen we twee weken van tevoren. Dat is wat ons betreft onbehoorlijk bestuur. Daar moeten we niet aan beginnen. Er is ook geen enkel zicht op een meerderheid voor een dergelijk voorstel. Dus ik constateer dat het vier tot zes maanden extra onduidelijkheid gaat geven. Wij roepen de staatssecretaris op om vooral niet die weg op te gaan. Ik vraag toch nog één keer aan de heer Heutink van de PVV hoe hij denkt hiermee die chaos en onduidelijkheid in die periode te voorkomen.

De heer Heutink (PVV):

Ik heb het net al duidelijk aangegeven: het enige wat nu onduidelijk is, is of al die hardwerkende ondernemers nog kunnen werken in de loop van het komende jaar. Dát is de onduidelijkheid die al die mensen hebben. U kunt ons hier honderd vragen stellen over van alles en nog wat, maar voor ons is goed bestuur ook ervoor zorgen dat al die hardwerkende Nederlanders niet door het ijs zakken door het toedoen van een aantal mensen hier in dit huis.

Dank u wel.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer in dit tweeminutendebat. We gaan even tien minuten schorsen. Daarna krijgen we een appreciatie op de zes moties.

De vergadering wordt van 10.33 uur tot 10.40 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Zero-emissiezones. We zijn toe aan de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Jansen:

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de Kamer voor de ingediende moties, en voor de discussie en vragen in de eerste termijn. Ik heb nog één vraag, van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid, en ik heb een aantal moties.

Ik zal eerst ingaan op de vraag, voorzitter. Die vraag ging over het Raad van Statetraject. Komt dat aan bod, mocht de motie over een AMvB of een spoed-AMvB in beeld komen? Tuurlijk. Wij gaan geen stappen overslaan die essentieel zijn. De Raad van State is een essentiële stap. Het enige wat we hebben gezegd, is: op het moment dat er sprake zou zijn van een spoed-AMvB, gaan wij kijken of wij stappen kunnen versnellen. Maar het is niet zo dat wij een stap zoals de Raad van State willen overslaan.

Dan kom ik bij de moties. Allereerst de motie op stuk nr. 71 van mevrouw Veltman van de VVD. Die verzoekt de regering om per 1-1-2025 iedere twee maanden aan de Kamer te rapporteren wat de gevolgen zijn van de ingestelde zero-emissiezones voor de ondernemers die nog niet aan de eisen kunnen voldoen of ondernemers die anderszins in de knel komen. In de Kamerbrief over de invulling van de vorige motie-Veltman heb ik al aangegeven dat ontwikkelingen rondom zero-emissiezones in de gaten worden gehouden. We zetten dus al in op monitoring. Ik vind het echt overbodig om hier iedere twee maanden aan de Kamer over te rapporteren. Daar zien wij de meerwaarde niet van, omdat we de Kamer natuurlijk gaan informeren als we voldoende relevante informatie hebben verzameld of als we zien dat het fout gaat. Om die reden is deze motie overbodig.

Mevrouw Veltman (VVD):

De reden dat we 'm indienen, is juist omdat we heel goed de vinger aan de pols willen houden. De staatssecretaris heeft in het debat zelf over zo'n spoed-AMvB gezegd: dat is eigenlijk niet mogelijk, dat is niet haalbaar en dat brengt te veel onzekerheid en onduidelijkheid met zich mee. Die onzekerheid en onduidelijkheid krijgen we natuurlijk naar boven met zulke monitoring. En als daar dan uit blijkt dat het niet goed gaat, kunnen we nog bijsturen. Ook als ik kijk naar de moeite die ondernemers moeten doen om dit mee te maken, verbaast het me dus eigenlijk dat het kabinet niet de moeite wil doen om hier iedere twee maanden even bij de Kamer op terug te komen met een rapportage.

Staatssecretaris Jansen:

Zoals ik net heb betoogd, zetten wij al in op monitoring. Dat is juist de essentie van het verhaal. Het kan ook best zo zijn dat wij vaker dan één keer per twee maanden bij de Kamer zullen terugkomen met informatie als er zaken opdoemen die wij niet hadden verwacht, bijvoorbeeld ook met de gemeentes of met de belangenorganisaties. Dat is de redenatie daarachter. Om die reden vinden we 'm dus overbodig. Wij zetten hier al op in.

De heer Heutink (PVV):

Ik zou heel graag van de staatssecretaris willen horen wat hij vindt van de derde overweging in deze motie, namelijk die boetevrije periode van een jaar die een mogelijkheid biedt om toch die uitzondering voor ondernemers beter en sterk vereenvoudigd in te richten. Ik ben dus benieuwd of de staatssecretaris die overweging deelt.

Staatssecretaris Jansen:

De insteek van dit kabinet is: een boetevrije periode van een jaar. Op dit moment zijn we daarover in gesprek met de gemeenten. Die willen op dit moment niet verdergaan dan zes maanden. Dat is de discussie die we nog met ze moeten voeren, maar de insteek van het kabinet is heel duidelijk: een jaar boetevrij. Dat staat ook in het besluit dat we genomen hebben.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 71 krijgt het oordeel overbodig.

Staatssecretaris Jansen:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 72 van de heer El Abassi van DENK. Die verzoekt een compensatieregeling in te stellen voor ondernemers die al hebben geïnvesteerd. Ondernemers maken al gebruik van diverse subsidieregelingen. We zien dus geen reden voor een compensatieregeling. Er is ook geen dekking voor. Om die reden wil ik deze motie ontraden.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 73 van de heer El Abassi. Die verzoekt om een vervolganalyse te maken. Nou, dat is al gebeurd bij de voorbereiding van het RVV, die zero-emissiezones mogelijk maakt. Om die reden is deze motie overbodig.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 74 van DENK over onderzoek naar de financiële haalbaarheid. Ook deze motie is overbodig. Er zijn subsidieregelingen om het financieel haalbaar te maken voor ondernemers. Voor ondernemers voor wie het niet haalbaar is, bijvoorbeeld vanwege bedrijfseconomische omstandigheden, is een ontheffing beschikbaar. Dit is al eerder onderzocht.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 75, wederom van DENK, over waarborgen dat steden toegankelijk blijven voor personenauto's die op brandstoffen rijden. Ook die is overbodig. In de wet is al aangegeven voor welke voertuigen zero-emissiezones mogelijk zijn. Het gaat dan om bestel- en vrachtauto's. Er kunnen dus geen zero-emissiezones worden ingesteld voor personenauto's voor particulieren. Ik ben ook niet van plan om de wet daarvoor aan te passen. Een wetswijziging is dus in dezen onnodig.

Dan de laatste motie. De motie op stuk nr. 76 van de PVV verzoekt de regering om de invoeringsdatum van de zero-emissiezones met vier jaar uit te stellen per wetswijziging of AMvB en daarbij spoed niet te schuwen als dat noodzakelijk is. Ook die motie moet ik ontraden. Dit is niet in lijn met het huidige kabinetsbeleid en het regeerprogramma. Het middel is ook erger dan de kwaal. Dit veroorzaakt namelijk extra onzekerheid en onduidelijkheid bij de ondernemers. Als uw Kamer mij desondanks vraagt om af te wijken van het kabinetsbesluit, waar er minder of geen ruimte is voor eigenstandige bevoegdheid van gemeenten, bijvoorbeeld integraal uitstel door middel van een AMvB of spoed-AMvB, zie ik ten minste vier risico's.

Ten eerste zou ik daarmee ingaan tegen het regeerprogramma, dat onomwonden stelt dat het instellen van een zero-emissiezone een gemeentelijk besluit blijft. Ten tweede hebben gemeenten in zo'n geval voldoende opties om hun eigen plan te trekken om het doel van schone lucht te realiseren. Mijn inschatting is dat ze dat ook zullen doen. Een enorm risico daarvan is dat we terechtkomen in een lappendeken van beleid, waarin elke gemeente zijn eigen zone instelt, met eigen voorwaarden en eigen eisen. Juist dan wordt het voor ondernemers onmogelijk om te weten waar ze aan toe zijn. Ook zou dit ingaan tegen het regeerprogramma. Hierin wordt immers nadrukkelijk gevraagd om uitzonderingen voor ondernemers landelijk te standaardiseren. Dat is precies wat we met het kabinetsbeleid gaan doen. De derde reden is dat een dergelijke vergaande aanpassing van het kabinetsbesluit opnieuw moet worden gewogen in het kabinet. Dit leidt niet alleen tot kostbaar tijdsverlies, maar ook qua uitkomst is het hoogst onzeker wat eruit gaat komen. Als laatste wil ik nog meegeven dat een eventuele beslissing om zero-emissiezones in zijn geheel uit te stellen, leidt tot een oneerlijk concurrentieveld. Dit hebben 41 partijen ook gesteld in de brief die ze deze week hebben gestuurd. Dit gaat gepaard met de reële kans dat ondernemers die in een emissievrij voertuig hebben geïnvesteerd financiële claims gaan indienen bij de overheid. Dat geldt mogelijk ook voor gemeenten. Of deze claims kansrijk zijn, zal nader onderzocht moeten worden.

De voorzitter:

Dat gaat over de motie op stuk nr. 76, die is ontraden. De heer El Abassi heeft waarschijnlijk een vraag over een van de eerdere moties. Gaat uw gang.

De heer El Abassi (DENK):

Ik hoor de staatssecretaris aangeven dat het verzoek in de motie om te waarborgen dat personenauto's de stad in kunnen, overbodig is. Ik zou de staatssecretaris willen vragen: hoe komt het dan dat we in de kranten kunnen lezen dat gemeenten als Eindhoven, Amsterdam en Utrecht willen overgaan naar zero-emissiezones waarin ook personenauto's worden meegenomen?

Staatssecretaris Jansen:

Ik denk dat die vraag gesteld moet worden aan die gemeenten. Bij wet is het niet mogelijk en er is geen intentie van mijn kant om die wet aan te passen.

De heer El Abassi (DENK):

Kan ik daarmee constateren dat het nu niet mogelijk is en dat de staatssecretaris, wanneer gemeentes dit wel willen gaan invoeren, met dezelfde boodschap naar die gemeentes gaat en zal aangeven dat dit niet kan en niet mag volgens de wet?

Staatssecretaris Jansen:

In dat geval zal ik dat zeker doen.

De heer Heutink (PVV):

Al die ondernemers kopen natuurlijk helemaal niets voor de motivatie die we nu krijgen bij onze motie, die maar één ding beoogt, namelijk voorkomen dat al die ondernemers de komende periode door het ijs zakken. Mijn vraag is dan ook: hoe kunnen al die ondernemers volgens u, meneer de staatssecretaris, binnen zes maanden een peperdure elektrische bus of vrachtauto aanschaffen? Hoe is dat mogelijk volgens de staatssecretaris en hoe denkt hij dat al deze ondernemers de eindjes financieel aan elkaar gaan knopen de komende periode?

Staatssecretaris Jansen:

Er zijn een aantal actoren die meespelen in deze discussie. In ons voorstel, dat we ook naar de Kamer hebben gestuurd, hebben we gezegd dat we voor busjes in emissieklasse 6 — dat zijn de schoonste dieselbussen — uitstel verlenen tot 2029, dus tot vier jaar na invoering. Tegelijkertijd hebben we bekeken over hoeveel ondernemers we het nou eigenlijk hebben. Dat heb ik in het commissiedebat ook al aangegeven. De inschatting is dat het gaat over zo'n 5% tot 15% van de ondernemers. De heer Heutink heeft het over zes maanden, maar onze inzet is een jaar. Mochten er groepen ondernemers zijn die toch, ondanks alle goede bedoelingen van het kabinet en de Kamer in de besluitvorming en van de gemeenten in de uitvoering, tussen wal en schip vallen, dan is dat jaar juist bedoeld om daar oog voor te hebben en om waar nodig in te grijpen.

De heer Heutink (PVV):

Tot slot. Als de gemeenten het kabinet niet tegemoetkomen met dat halfjaar extra en als deze motie het niet haalt, waar het nu op gaat lijken, dan verwacht ik van de staatssecretaris dat hij er z'n levenswerk van maakt om al die ondernemers die in de problemen komen, stuk voor stuk te helpen met een ontheffing, net zolang tot er geen enkele ondernemer meer door het ijs zakt. Dat is wat wij verwachten van de staatssecretaris en ik hoop dat hij dat kan toezeggen.

Staatssecretaris Jansen:

Dat kan ik toezeggen, om de hele simpele reden dat wij hebben gezegd dat geen enkele ondernemer tussen wal en schip mag vallen. Iedere ondernemer moet de kans hebben om deze beweging te maken in het tempo waarin en op het moment waarop het de ondernemer uitkomt. Daarbij wordt ook gekeken naar bedrijfseconomische belangen. Dus ja, dat kan ik de heer Heutink toezeggen.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Allereerst dank ik de staatssecretaris ervoor dat hij zijn poot stijf houdt en dat hij niet meegaat in het chaotische voorstel van de PVV. Daarmee komt er hopelijk echt duidelijkheid voor ondernemers en gemeenten.

Ik heb nog één vraag gesteld waarop ik nog geen antwoord heb gekregen van de staatssecretaris. Ik had gevraagd om een reflectie op de verhouding met de gemeenten. De staatssecretaris weet ook dat gemeenten zich toch nog steeds een beetje in hun hemd gezet voelen door het jaar uitstel dat de staatssecretaris voorstelde. Ik denk dat voor volgend jaar een goede verhouding tussen de gemeenten en de staatssecretaris, juist op dit onderwerp, heel belangrijk is. Ik zou dus graag van hem horen hoe hij die relatie gaat verbeteren. Ook hoor ik graag een reflectie op de reacties die de gemeenten hebben gegeven.

Staatssecretaris Jansen:

Ik denk dat die relatie volgend jaar maar ook dit jaar heel relevant is. Ik ben dan ook aan de lopende band in gesprek met de betrokken gemeenten; ik ben ook in gesprek met heel veel andere gemeenten over andere onderwerpen, maar zeker ook met deze gemeenten. Een groep daarvan treedt als woordvoerder op. Toevallig heb ik afgelopen week — dat was volgens mij op maandag — een werkbezoek afgelegd waarbij ik een van de betreffende wethouders tegenkwam. Toen hebben we hier nog kort over gesproken. Er is dus continu overleg. Onze insteek zal nog steeds zijn om de gemeenten ertoe te bewegen om naar een jaar toe te gaan, want ik denk dat het goed is om duidelijkheid te bieden aan de ondernemers. Een jaar boetevrij om alles goed in kaart te krijgen en alle eventuele hiaten te ondervangen is volgens mij een heel duidelijk en helder signaal aan de ondernemers.

De voorzitter:

Helder. Dank voor uw antwoorden en voor de appreciaties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan dinsdag 17 december aanstaande stemmen over de moties. Nu schorsen we voor een ogenblik, zodat we over kunnen gaan naar een ander tweeminutendebat. We zijn even geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven