Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 35, item 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 35, item 12 |
JBZ-Raad (Vreemdelingen- en asielbeleid)
Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad (Vreemdelingen- en asielbeleid) (CD d.d. 11/12).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad, waarna wij direct ook gaan stemmen. Ik ga als eerste mevrouw Vondeling van de fractie van de PVV het woord geven. Gaat uw gang.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het kabinet is van plan om bij de komende JBZ-Raad in te stemmen met het opheffen van de controles aan de landsgrenzen van Roemenië en Bulgarije. Dat is volgens de PVV een heel slecht plan, omdat dit onmiskenbaar gaat leiden tot meer instroom van asielzoekers, illegale migranten en criminaliteit. Daarom de volgende motie.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Binnenkort start er een pilot om Marokkaanse arbeidsmigranten naar Nederland te halen in ruil voor het meewerken aan terugkeer. Dit vinden wij ook geen goed plan. Daarom nog een motie.
Dank u wel. Mevrouw Podt?
Mevrouw Podt (D66):
Ik vraag me af: wat wíl mevrouw Vondeling nou eigenlijk? We beginnen nu eindelijk een goede relatie te krijgen met Marokko. Dat onderkent volgens mij zelfs ook de minister. Dit is wat Marokko vraagt. Wij hebben sommige van die mensen ook best hard nodig. Daarom is het volgens mij ook slim om op bepaalde dingen in te zetten. Maar als mevrouw Vondeling uiteindelijk ook wil dat Marokkanen die hier niet kunnen blijven gewoon teruggestuurd kunnen worden, dan is dit dus waar ze mee moet instemmen, want anders dondert de boel in elkaar. Dus zeg het maar: wat wil ze?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nou, goed. We willen illegalen inderdaad graag terugsturen, maar we willen er geen legale migranten voor terug. Dat is gewoon ons standpunt. U doet alsof er één optie is. Ik vraag de minister om te kijken of er nog andere opties zijn om dit te realiseren.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Maar daar wordt natuurlijk al jaren aan gewerkt. Iedereen die hier ooit, ooit, werk van heeft gemaakt, zegt: de enige manier om dit te doen, is via verbrede partnerschappen; circulaire arbeidsmigratie is wat Marokko graag wil. Dan kun je zeggen "dat wil ik niet", maar dan kun je dus geen mensen meer terugsturen. Dan ga je terug naar de situatie zoals die een paar jaar geleden was en dan wordt er niemand meer teruggestuurd, dus zegt u het maar.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het kabinet zet in op beperking van de asielinstroom, op beperking van de instroom van immigranten. Het beste zou zijn als ze al niet meer naar Nederland zouden komen. Daar zetten wij op in. Wij willen geen legale migranten uit Marokko naar Nederland halen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dit gaat me te snel. De PVV heeft een grote mond gehad over het tweestatusstelsel en over verlenging van de asielprocedures. Nu wordt geconstateerd dat het allemaal tot vertraging leidt en dat het niet het plan is dat de PVV aan de Nederlanders beloofd heeft, dus nu komt ze met het volgende plan dat niet gaat werken en zelfs het tegenovergestelde bewerkstelligt. Mevrouw Podt heeft een terechte vraag. U wilt dit niet. Prima, dat is uw goed recht, maar wat is dan uw plan? Want dit wordt het zoveelste plan met een tegenovergesteld effect. Nederlanders hebben er recht op dat de PVV uitleg geeft over de uitspraken die ze doet.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Onze plannen staan uitgebreid uitgeschreven in het hoofdlijnenakkoord. Daar staan genoeg voorstellen in om de instroom te beperken en dat is wat wij willen. Wij willen niet de grens verder openzetten voor meer legale migranten; dat is niet wat wij willen. Wij willen de instroom omlaag hebben. Daarom hebben we al die maatregelen afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Daar zetten wij op in.
De voorzitter:
Kort, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Maar u heeft toch ook …
De voorzitter:
"Maar mevrouw Vondeling heeft toch ook …"
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Maar mevrouw Vondeling heeft toch ook ingestemd met de migratiedeals? We weten allemaal, al jaren, dat daar ook bij hoort dat je nadenkt over de vraag hoe je circulair werk mogelijk maakt. Heeft de PVV-fractie dan zitten slapen? Dat weten we toch allemaal? Dat is algemeen bekend. Het staat in het regeerakkoord en daar heeft u zich aan gecommitteerd, dus u bent toch gewoon voor het voorstel waar nota bene uw minister voor naar Europa gaat? U kunt nu toch niet terugkrabbelen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wij zijn voor migratiedeals. Dat hebben we afgesproken in het hoofdlijnenakkoord, maar dat houdt niet per se in dat wij voor meer legale migratie zijn. Het kan ook op andere manieren.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Boomsma van de fractie van NSC uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Boomsma (NSC):
Dank, voorzitter, en dank aan de minister voor de discussie zojuist. Het Asiel- en Migratiepact moeten we wat ons betreft implementeren, proberen te versnellen en proberen aan te vullen. We moeten mensen in nood hulp bieden, maar dat is iets anders dan mensen het recht geven om zich in jouw land te vestigen. Dat onderscheid moeten we meer gaan maken. Dat betekent dat je mensen ook meer moet opvangen buiten de EU, maar dat moet dan wel gebeuren met goede waarborgen voor de bescherming van hun rechten. Dat is net in de discussie al besproken: er wordt 5 miljard overgemaakt naar Egypte, maar ik vind dat er op dit moment aan dat bedrag te weinig voorwaarden worden verbonden voor het verbeteren van de bescherming van de fundamentele rechten en de rechtsstaat. We moeten niet zomaar een zak geld overmaken; we moeten daar echt voorwaarden aan stellen. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Europese Commissie een wetsvoorstel heeft voorgelegd aan de Raad en het Europees Parlement om een bedrag van 5 miljard euro aan macrofinanciële assistentie aan de Egyptische overheid toe te kennen;
overwegende dat de Europese Commissie gaat onderhandelen met de Egyptische autoriteiten over een memorandum met bepaalde voorwaarden voor de steun en hierbij volgens het wetsvoorstel inzet op financieel-economische hervormingen;
overwegende dat het belangrijk is om bij het bieden van steun voorwaarden te stellen aan het verbeteren van de rechtsstaat en het borgen van de fundamentele rechten;
verzoekt de minister om bij de vorming van de Raadspositie aan te sturen op het stellen van concrete voorwaarden aan deze bedragen voor het verbeteren van de bescherming van fundamentele rechten en de rechtsstaat, en erop in te zetten dat het macrofinanciëleassistentiepakket (regular MFA, art. 212) wordt opgeknipt in vier aparte wetten ter waarde van 1 miljard, om het al dan niet behalen van de voorwaarden steviger te kunnen controleren en voorwaardelijk te maken aan concrete resultaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rondt u af.
De heer Boomsma (NSC):
Tot slot wil ik de minister vooral heel veel succes wensen in Europa. Vecht voor onze belangen en vecht voor de Europese belangen, met name bij de lunch, als het zal gaan over innovatieve oplossingen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit zijn zeker belangrijke voorwaarden. Volgens mij is de Europese Commissie ermee bezig om die voorwaarden goed te waarborgen. Ik ben dus een beetje op zoek. Is deze motie een bestendiging van die lijn of wil NSC nog extra eisen, bovenop wat de Europese Commissie doet? Kan het dan betekenen dat ze daarmee deels gefrustreerd worden?
De heer Boomsma (NSC):
Nee, dat denk ik niet. We gaan nu zo'n deal sluiten. De onderhandelingen lopen. Dat is ook goed. Egypte gaat zeker geen nee zeggen tegen 5 miljard. Alleen, wij vinden wel dat je echt moet waken voor het zomaar overmaken van een zak geld, waarbij je zegt: zoek het maar uit en veel plezier ermee. Je moet er echt voorwaarden aan verbinden, want anders geef je mensen een soort vrijbrief om zich er verder niks van aan te trekken en alleen lippendienst te bewijzen aan afspraken. Je moet concrete afspraken maken over het waarborgen van die mensenrechten. Egypte heeft net een nieuwe asielwet aangenomen. Er zijn honderdduizenden asielzoekers in Egypte, uit Sudan maar ook uit Eritrea. De kans dat die doorreizen naar Europa is veel groter als die rechten daar niet worden gerespecteerd.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik mevrouw Podt van D66 uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Podt (D66):
Yes, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met de implementatie van het Europese Migratiepact de grootste wijziging van het asielstelsel in decennia zal worden doorgevoerd;
overwegende dat het van belang is dat de Kamer, los van de te doorlopen wetgevingsprocedure, de implementatie kan volgen, controleren en waar nodig bijsturen;
verzoekt het kabinet periodiek, bijvoorbeeld via de verslagen van de JBZ-Raad, de Kamer te informeren over de voortgang en daarin in ieder geval per bouwsteen te rapporteren over de gemaakte en te verwachten kosten, de capaciteit bij de uitvoeringsorganisaties en de afspraken met medeoverheden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Podt (D66):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is de rust- en voorbereidingstijd in de asielprocedure af te schaffen;
overwegende dat dit, zeker in combinatie met het schrappen van het aanmeldgehoor, zeer waarschijnlijk zal leiden tot een slechte start van de asielprocedure en daarmee tot meer rechterlijke procedures;
verzoekt het kabinet de rust- en voorbereidingstijd in stand te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Podt (D66):
Ten slotte, voorzitter. Ik zag net een nogal vreemd bericht over de minister. Die sloeg het aanbod van gemeenten af voor locaties voor de huisvesting van statushouders, zogenaamde doorstroomlocaties, omdat delen van keukens en badkamers blijkbaar niet sober genoeg zouden zijn. Ik wil daarover graag een korte brief met uitleg van de minister. Die ontvang ik graag voor het debat van volgende week, zodat we het daar nog fatsoenlijk over kunnen hebben.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Ceder van de ChristenUnie uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de lopende asielwetsvoorstellen juridisch geïmplementeerd zullen moeten worden;
overwegende dat de implementatie van het Europese Asiel- en Migratiepact eveneens capaciteit bij IND en het ministerie vraagt, en de Afdeling advisering van de Raad van State hier ook van zegt dat IND en rechtspraak daar hun handen aan vol zullen hebben en tevens de opmerking maakt dat dit in de weg kan staan van een tijdige implementatie van het Migratiepact;
overwegende dat op dit moment zowel de vreemdelingenketen als de rechtspraak overbelast zijn;
verzoekt de regering met het oog op de schaarse capaciteit indien het erop aankomt voorrang te geven aan de tijdige implementatie van het Asiel- en Migratiepact,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat hulporganisaties in Syrië spreken over 400.000 ontheemden, met name Koerden en de christenen onder hen, als gevolg van de opmars van Syrische rebellengroepen die tot de val van het Syrische regime heeft geleid;
overwegende dat deze situatie kan leiden tot nieuwe vluchtelingenstromen vanuit Syrië naar Europa en tevens een nieuw probleem wat betreft afgereisde Europese IS-strijders die nu daar vastzitten;
verzoekt de regering zich in te zetten voor een oproep namens de Raad aan Turkije om aanvallen op Noord-Syrië en steun aan SNA-milities die betrokken zijn bij aanvallen, te staken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Europese Hof van Justitie in de zaak "Changu" oordeelt dat een lidstaat in de basisvoorzieningen van een illegale derdelander moet voorzien;
constaterende dat de rijksbijdrage aan de lvv-regeling wordt stopgezet;
overwegende dat de verantwoordelijke gemeenten hierdoor op eigen kosten illegale derdelanders moeten voorzien in basisvoorzieningen, op grond van Richtlijn 2008/115/EG en artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
overwegende dat Nederland hieraan gehouden zal worden en indien hier niet aan voldaan wordt daar financiële en bestuurlijke gevolgen mee gemoeid zijn;
verzoekt de regering voor het einde van de financiering van de lvv de Kamer te informeren hoe zij blijft voldoen aan de Europese juridische verplichtingen en welke middelen daarvoor beschikbaar worden gesteld,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu de heer Eerdmans van de fractie van JA21 uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Veel dank.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er tot 8 juni 2025 geïntensiveerde grenscontroles gaan gelden in Nederland;
verzoekt het kabinet aan de Kamer een maandelijks overzicht te sturen van het aantal aangehouden illegalen, het aantal teruggestuurde migranten naar een van onze buurlanden, het aantal migranten dat naar Ter Apel is gebracht en het aantal Dublinclaimanten dat is overgedragen aan een verantwoordelijke lidstaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat dit kabinet heeft aangegeven een half jaar geen nieuwe asielaanvragen van Syriërs te behandelen;
overwegende dat de veiligheidssituatie in Syrië complex en veranderlijk is;
verzoekt het kabinet een plan voor te bereiden voor de terugkeer van Syriërs, zodra dit veilig en verantwoord kan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Dit is mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er tot op heden nauwelijks concrete migratiepartnerschappen zijn aangegaan ondanks de aangenomen motie-Eerdmans/Van Dijk (32317, nr. 895);
verzoekt het kabinet voor de volgende JBZ-Raad ten minste één concreet migratieproject te hebben uitgewerkt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Van Nispen van de fractie van de SP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. De grenscontroles zijn nu de derde dag ingegaan. Ik vind het eigenlijk nog steeds heel vreemd dat we geen idee hebben. Ook van de minister hebben we nog geen idee gekregen over wat de concrete beleidsdoelen zijn en waar die toe moeten leiden. Hoe kun je aan het eind de effectiviteit beoordelen als je van tevoren niet weet welke doelen je hebt gesteld? Het is eigenlijk vreemd dat hier een motie voor nodig is, want het is eigenlijk een informatieverzoek. Maar het is niet toegezegd, dus het zal toch niet anders kunnen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat niet duidelijk is welke concrete doelen zijn gesteld met de grenscontroles en dat evenmin duidelijk is hoeveel mensuren hier precies voor worden ingezet, terwijl de grenscontroles inmiddels zijn ingevoerd;
verzoekt de regering voor het einde van het jaar met een concreet plan, inclusief beleidsdoelen, te komen, zodat enkele maanden na de invoering van grenscontroles beoordeeld kan worden of deze doelen zijn bereikt en wat de effectiviteit is, ook in termen van opbrengsten en inzet van middelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
De heer Van Nispen (SP):
Ik denk dat zelfs de heer Eerdmans deze redelijke motie zou moeten kunnen ondersteunen.
Voorzitter. Ik heb nog een opmerking. We hebben in het debat ook kort gesproken over Veldzicht. Dat is de tbs-kliniek die volgende week uitgebreider op de agenda staat van het commissiedebat Tbs. In Kamervragen, moties en debatten vragen wij gezamenlijk al weken de aandacht van de minister voor wat daar vandaag de dag aan de hand is. De minister staat onder haar verantwoordelijkheid toe dat er op dit moment tikkende tijdbommen op straat staan. Het gaat om mensen met ernstige psychische problemen die een gevaar zijn voor zichzelf en voor de rest van de samenleving. Er zijn al ruiten ingeslagen. Iemand heeft met een tas met bommen rondgelopen. De minister weet het niet, ondanks Kamervragen die steeds maar niet worden beantwoord. De minister weigert in te grijpen. Ik vind dat onacceptabel. Als er slachtoffers vallen, dan is dat de verantwoordelijkheid van deze minister. Zij is gewaarschuwd. Willens en wetens blijft zij deze risico's lopen. Dus grijp in! Had dat gisteren gedaan, maar doe het desnoods vandaag nog. Volgende week praten we hierover door. Dan mag de minister verantwoording afleggen over wat zij in de tussentijd heeft gedaan om slachtoffers te voorkomen en te zorgen voor de veiligheid van onze samenleving.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik mevrouw Van Zanten van de fractie van BBB uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Dank u, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat rebellengroep HTS de macht heeft gegrepen in Syrië onder leiding van voormalig Al-Qaida-aanhanger Abu Mohammed al-Jolani;
constaterende dat om deze reden de regering een asielbeslisstop heeft ingevoerd voor vluchtelingen afkomstig uit Syrië, maar dat deze asielbeslisstop niet geldt voor gezinshereniging;
van mening dat de veiligheidssituatie in Syrië op dit moment dermate onzeker is dat de instroom vanuit Syrië tijdelijk volledig moet worden stopgezet;
verzoekt de regering om naast de tijdelijke asielbeslisstop voor Syriërs ook een stop in te voeren voor gezinshereniging voor mensen uit Syrië, naar Oostenrijks voorbeeld,
en gaat over tot de orde van de dag.
U heeft een interruptie van mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Ik zit me op dit soort momenten altijd even af te vragen of ik nou zal interrumperen of niet, maar ik ga het toch even doen. Heeft mevrouw Van Zanten nou zelf door wat ze vraagt? Dit gaat over mensen die in Nederland zitten, die vaak al ongelooflijk lang in de procedure hebben gezeten. Hun gezinnen zitten vaak al heel lang in superonveilig gebied en ze hebben op geen enkele manier zekerheid — mevrouw Van Zanten noemt zelf een aantal mensen die nu de macht hebben gegrepen — over hoe de toekomst eruitziet. Dan zegt mevrouw Van Zanten: laat je kinderen daar maar zitten. Ik hoef eigenlijk niet eens een reactie, maar echt, mijn broek zakt af.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Het is natuurlijk wel weer bijzonder vreemd wat mevrouw Podt hier neerlegt. Juist omdat de situatie in Syrië nu zo onzeker is — dat zal mevrouw Podt ongetwijfeld met ons eens zijn — en het dermate cautiousness behoeft, zoals vanochtend in de sessie van Buitenlandse Handel is besproken, is het op dit moment gewoon niet verstandig om überhaupt mensen uit het land naar Nederland te halen, omdat je niet weet wie je hier binnenhaalt. Natuurlijk kan het ook voorkomen dat er mensen zijn die wel recht hebben op asiel, maar omdat deze situatie op dit moment zo onzeker is, pleiten wij voor een algehele beslisstop.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dit is een heel slecht plan. Ik weet ook niet of het doordacht is. Dit gaat niet over asielzoekers die niet weten of hun toekomst in Nederland ligt of niet en daarom alvast hun familie over laten komen. Nee, dit gaat over mensen over wie al beslist is dat zij echte vluchtelingen zijn en dat zij mogen blijven. Dit zijn Nederlanders. Dit worden uw en mijn medeburgers.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Die zeggen: ik heb nog familie daar. Het is nu al zo dat wij niet zomaar mensen ons land binnenlaten als er contra-indicaties zijn dat iemands vrouw of iemands kind een terrorist is. Die gaan we natuurlijk niet overbrengen. Dat doen we nu al niet en dat gaan we de komende tijd ook niet doen. Uw motie voegt niet alleen niets toe, ze insinueert ook dat alle gezinnen van mensen die hier zijn, van wie erkend is dat ze vluchteling zijn, uit elkaar gehouden moeten worden, omdat BBB vindt dat er misschien wel iemand tussen zou kunnen zitten en dat de contra-indicaties opeens — ik heb u er nog nooit over gehoord — niet meer afdoende zijn. Wat beoogt u met deze motie?
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Wat ik hiermee beoog, is wat ik net ook al aan mevrouw Podt probeerde uit te leggen. Op dit moment is de situatie zo precair dat het uiterste zorgvuldigheid behoeft. Wij willen niet dat er iemand meekomt die misschien wel banden heeft met het regime van Assad. Dat brengt juist de mensen in Nederland die van Syrische afkomst zijn en gevlucht zijn voor Assad in gevaar.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dan is toch mijn vraag: kan mevrouw Van Zanten uitleggen waarom de contra-indicatie die we hier al lang hebben in dit land en waar ik BBB nog nooit over gehoord heb sinds een paar dagen niet meer afdoende zou zijn? Welke geruchten zijn er? Wat heeft u gehoord waardoor u zegt dat deze indicatie niet werkt? Ik ben zo boos, omdat deze motie het misschien haalt en u geen flauw idee heeft wat hier de implicaties van kunnen zijn.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
We hebben net ook al een asielbeslisstop ingevoerd. Dat is ook niet omdat we geen vertrouwen hebben in de capaciteiten van onze diensten hier. Dat hebben we ook. Het gaat erom dat we op dit moment pas op de plaats maken en zo zorgvuldig mogelijk met alles en iedereen omgaan. Ik ben ook heel benieuwd wat de minister zelf hiervan zegt. Als de minister zelf aangeeft dat dit te ver gaat, dat dit niet kan of dat we ons daar geen zorgen om hoeven te maken, dan kan ik er wellicht over nadenken om die motie aan te passen of in te trekken. Ik ben heel benieuwd wat de minister hiervan vindt en hiervan zegt. In Oostenrijk doen ze het ook. Ik geloof niet dat Oostenrijk zich opeens heel veel zorgen maakt over zijn eigen veiligheidsdienst en dat die het opeens de afgelopen paar dagen niet meer kan. Het gaat er gewoon om dat je alle zorgvuldigheid betracht op dit moment.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Als iemand hier nog in de procedure zit en nog asielzoeker is, halen we geen families alvast over. Hij moet uit de procedure zijn. Dan heb je een aantal weken voor gezinshereniging, omdat daarmee al vaststaat dat je in Nederland een bestaan kunt opbouwen. U geeft als antwoord …
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mevrouw Van Zanten geeft mij als antwoord dat er al een asielstop is. Daar ben ik niet eens echt op tegen. Ik vind dat het goed is om nu even pas op de plaats te maken. Daar gaat het nu niet om. Maar de motie ziet niet op asielzoekers. Die ziet op mensen over wie al beslist is dat ze mogen blijven. Het enige wat nu nog rest, is dat hun vrouw en kinderen vanuit de oorlogssituatie overgebracht kunnen worden zodat ze met een goede integratie kunnen beginnen en hier een waardig bestaan kunnen opbouwen. BBB zegt: dat gaan we niet doen. Maar mevrouw Van Zanten heeft geen antwoord op de vraag waarom die contra-indicaties niet meer zouden deugen.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Zoals de heer Ceder zelf ook weet, gaat het weleens mis en komen er wel vaker mensen uit terroristische regimes onder valse voorwendselen toch ons land binnen. Deze motie is bedoeld om dat te voorkomen. Wellicht gaat het te ver en moet je daarin een onderscheid maken. Misschien kun je ook zeggen dat je een extra check doet voordat je een gezinshereniging toelaat; dat zou ook kunnen. Ik hoor heel graag wat de minister hier straks over te zeggen heeft in haar termijn.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Weet mevrouw Van Zanten het verschil tussen een behandelstop en een asielstop?
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Zeker. Ja.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het kabinet heeft besloten tot een behandelstop na het verlopen van de aanvraag. U pleit hier eigenlijk voor een asielstop. Klopt dat?
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Nee, helemaal niet. Waar het om gaat, is het volgende. De minister heeft nu besloten — en daar staan wij als partij achter — dat er een asielbeslisstop komt voor alle aanvragen die reeds zijn gedaan. Ook alle nieuwe aanvragen komen nog niet in behandeling. Van de mensen van wie de aanvraag al is behandeld, is een aantal nu dus statushouder. Die mensen willen graag hun familie laten overkomen. Maar wie zegt dat er in die familie geen mensen zitten die deel uitmaakten van het regime? Zij moeten dan toch ook dezelfde check krijgen? Zij moeten dan toch dezelfde behandeling krijgen als alle andere nieuwe aanvragen?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
We hebben de BBB eerder horen pleiten voor … Volgens mij was het mevrouw Keijzer die de skigebieden in Oekraïne zag en vond dat al die Oekraïners maar weer terug moesten. Een maand geleden moesten de mensen maar een deal maken met Assad; zo erg was het daar niet. Konden die Syriërs vanaf hier wel terug? Nu Assad weg is, is BBB bang dat de aanhangers van Assad misschien hierheen komen. Zegt mevrouw Van Zanten dan dat onze checks als het gaat om misdadigers, die momenteel ook gewoon worden uitgevoerd door de IND, elke keer als er gekeken wordt naar gezinshereniging, niet goed zijn? Heeft zij daar aanwijzingen voor? Zo nee, waarom dan zo'n motie, waarmee de indruk wordt gewekt dat de Syriërs die in ons land zitten niet oké zijn? Dit gaat nota bene om mensen die gevlucht zijn voor Assad! Ik word hier echt ontzettend boos om. Het gaat hier over een groep kwetsbare mensen. De grootste coalitiepartij pleit er alleen al op Twitter met veel retoriek voor dat die mensen moeten worden teruggestuurd. En nu komt de kleinste coalitiepartij ook nog met een motie waarin wordt gezegd: laat ook die families daar maar zitten. Schaamt u zich!
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Allereerst legt mevrouw Piri mij en mijn partijgenoot mevrouw Keijzer behoorlijk veel woorden in de mond die nooit zijn uitgesproken. Mevrouw Keijzer heeft nooit gezegd: het zijn alleen maar skigebieden in Oekraïne en laten we de mensen allemaal maar terugsturen. Mevrouw Keijzer heeft geprobeerd om in het debat de discussie op te starten: mochten er gebieden veilig zijn, dan kunnen we daarover praten. Dat is hetzelfde als wat ik als persoon heb gedaan ten aanzien van de situatie in Syrië. Ik heb altijd gezegd: we wachten het eerstvolgende ambtsbericht van Buitenlandse Zaken af. Als dan blijkt dat delen van Syrië veilig zijn, dan moeten we het er met elkaar over hebben dat terugsturen een mogelijke optie kan zijn. Ik — dat geldt ook voor al mijn partijgenoten — heb nooit gezegd: Syrië is nu veilig; laten we alle Syriërs maar lekker terugsturen naar Syrië. Dat is gewoon een false frame.
De voorzitter:
De heer Van Nispen, over deze motie.
De heer Van Nispen (SP):
Mevrouw Van Zanten is door collega's gevraagd te onderbouwen waarom de huidige checks bij de IND niet op orde zouden zijn, en waarom er nu opeens een risico zou zijn dat er allerlei misdadigers of foute lui zitten tussen de mensen uit de gezinnen die mogelijk herenigd worden. Maar zij kan daar niet echt een antwoord op geven; tenminste, tot nu toe niet. Zij kan niet onderbouwen waarom we daar nu opeens bang voor zouden moeten zijn. Zou mevrouw Van Zanten, gehoord de kritiek, willen overwegen om haar motie gewoon in te trekken?
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Zoals ik net al heb aangegeven aan een van onze collega's, wil ik heel graag horen wat mevrouw Faber, de minister, hierover te zeggen heeft. Als zij zegt dat dat inderdaad allemaal helemaal goed is afgetikt en als ik haar uitleg plausibel en acceptabel vind, dan wil ik daar zeker over nadenken. Maar het gaat mij en mijn partij om de veiligheid van mensen in ons land, of dat nou Nederlanders zijn of vluchtelingen die hier een status hebben gekregen. Ik wil ook dat Syriërs die hier zijn, veilig zijn. Dat is dus de overweging, net zoals Oostenrijk dat doet. Zo belachelijk is het idee niet.
De voorzitter:
Meneer Van Nispen, afrondend, alstublieft.
De heer Van Nispen (SP):
Tegen mevrouw Van Zanten zou ik willen zeggen: daar gaat het ons allemaal om. Wek dus niet de indruk dat u daar de grote voorvechter en de beschermer van bent en dat ons dat niets zou uitmaken of zo. Zo zit het natuurlijk niet. Daar gaat het ons allemaal om. Ik vind de onderbouwing van de motie behoorlijk zwak. Mevrouw Van Zanten is zelf in staat geweest om deze motie op te stellen. Ze had daar kennelijk haar bedoelingen mee. Daartoe uitgedaagd kan zij eigenlijk niet onderbouwen waar dit nou op gebaseerd is. Je kunt het inderdaad in de handen van de minister leggen om de motie wel of niet te onderbouwen, maar u heeft zelf de motie opgesteld. Mevrouw Van Zanten kan nu toch ook zelf "alles afwegende hoor ik hier de kritiek" zeggen? De situatie in Syrië is gewoon hoogst onzeker. Het is nog niet veilig daar. Eigenlijk zegt deze motie: laat die kinderen, die gezinnen, maar daar in dat onveilige gebied. Is mevrouw Van Zanten nu ook zo moedig om te zeggen dat dit bij nader inzien misschien toch niet zo'n goed idee was en dat zij de motie intrekt?
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Het enige wat ik hoor, is kritiek vanuit linkse tot zeer linkse hoek. Ik wacht graag eerst het antwoord van de minister af.
De heer Van Nispen (SP):
Waar slaat dit op? Ik probeer gewoon de vraag te stellen of mevrouw Van Zanten haar motie kan onderbouwen of dat ze anders bereid is haar motie in te trekken. Ja, dat is kritiek. Dat klopt. Maar probeert u eens op de inhoud in te gaan. Dat zou helpen voor het debat, denk ik.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Nogmaals, ik wil graag dat Nederland een veilig land is voor iedereen die zich hier bevindt. Als dat betekent dat we daardoor pas op de plaats moeten maken met gezinshereniging, dan moet dat tijdelijk wellicht zo zijn. Ik wil dat mensen in Nederland veilig zijn. Dat is de plicht die wij in Nederland hebben, voor ons. Ik zou het op prijs stellen als mevrouw Piri er niet doorheen zou praten.
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten, gaat u vooral verder met de beantwoording van de vraag, want ik wil ook graag afronden.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik zei al dat het doel van deze motie is om ervoor te zorgen dat er geen mensen ons land binnenkomen van wie we op dit moment niet goed kunnen inschatten wat voor achtergrond zij hebben en wat zij hier komen doen. Het laatste dat wij willen, is straks een terroristische aanslag op onze bodem.
De voorzitter:
Dank u wel. Wij ronden dit ... Mevrouw Van Zanten gaat over haar eigen antwoorden, meneer Van Nispen. Wij ronden dit deel van het tweeminutendebat af. De minister heeft aangegeven vijf minuten nodig te hebben voor de appreciatie van de moties. Ik zou zeggen: om 15.40 uur terug. Misschien kan het net iets later, maar houd het schema in de gaten. Ik schors voor vijf minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad. Ik nodig de minister uit voor de appreciatie van de ingediende moties. Gaat uw gang.
Minister Faber:
Dank u wel, voorzitter. Ik pak even de moties erbij. De motie op stuk nr. 910 van het lid Vondeling verzoekt de regering niet in te stemmen met het opheffen van de controles aan de landsgrenzen van Roemenië en Bulgarije. We hebben dit al uitgebreid besproken in de commissievergadering. Deze motie moet ik ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 910 wordt ontraden.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 911 verzoekt de regering onder geen enkel beding migranten uit Marokko legaal naar Nederland te halen als beloning voor het terugnemen van illegalen. Het is zo dat wij een breed partnerschap hebben met Marokko en daar hoort onder andere een terugkeerregeling bij. Die houdt in dat wij ook iets terugdoen. Er zijn afspraken gemaakt met bedrijven in Marokko en bedrijven in Nederland, om enkele tientallen jonge stagiaires stage te laten lopen in Nederland. Er is ook een terugkeergarantie afgegeven, dus deze jonge mensen gaan ook weer terug. Het voordeel hiervan is dat Marokko dan ook enige honderden Marokkanen kan terugnemen die wij willen uitzetten. Ik moet deze motie dus ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 911 wordt ontraden.
Minister Faber:
Dan heb ik de motie op stuk nr. 912 van de heer Boomsma. Die verzoekt mij om bij de vorming van de Raadspositie aan te sturen op het stellen van concrete voorwaarden aan deze bedragen voor het verbeteren van de bescherming van fundamentele rechten en de rechtsstaat en erop in te zetten dat het macrofinanciëleassistentiepakket in vier aparte wetten wordt opgeknipt ter waarde van 1 miljard, om het al dan niet behalen van de voorwaarden steviger te kunnen controleren. Die motie moet ik ontraden, omdat de minister van Financiën hierover gaat. Dat moet natuurlijk ook allemaal nog door de ministerraad. Daar kunnen we gewoon niet onderuit. Zoals schriftelijk is toegezegd, kom ik daar begin volgend jaar schriftelijk op terug.
De voorzitter:
Daarmee ontraadt de minister de motie op stuk nr. 912.
Minister Faber:
Exact.
De voorzitter:
Een hele korte vraag van de heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
Dan wil ik die motie graag aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Boomsma stel ik voor zijn motie (32317, nr. 912) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Faber:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 913 van het lid Rajkowski ...
De voorzitter:
Die motie is van het lid Podt en daarna mevrouw Rajkowski.
Minister Faber:
Oh, mevrouw Podt! Excuus daarvoor. Ik zag de handgeschreven naam en daar was ik op gefocust. Excuus. De motie is van mevrouw Podt én mevrouw Rajkowski en verzoekt het kabinet om de Kamer periodiek, bijvoorbeeld via de verslagen van de JBZ-Raad, te informeren over de voortgang en daarin in ieder geval per bouwsteen te rapporteren over de gemaakte en te verwachten kosten, de capaciteit bij de uitvoeringsorganisaties en de afspraken met medeoverheden. Deze motie geef ik oordeel Kamer. Ik zal uw Kamer informeren op de geijkte momenten, bijvoorbeeld bij gemaakte beleidskeuzes, voor zover daar binnen de verordening ruimte voor is. Op belangrijke momenten, zoals de behandeling van de Voorjaarsnota en de implementatie van het pact, kom ik er sowieso op terug. Voor de rest geef ik die motie oordeel Kamer.
Mevrouw Podt (D66):
Dan even voor alle duidelijkheid. De motie verzoekt om "periodiek informeren", en niet op hoogtepunten.
Minister Faber:
Ja, ik zie dat de motie dat vraagt. Maar kijk, ik moet natuurlijk ook wel iets te melden hebben. Ik kan wel zeggen dat ik dat elke maand ga doen, maar als ik niets te melden heb, vind ik het persoonlijk wat zonde van de tijd. Als we wat te melden hebben, dan gaan we dat sowieso melden op de geijkte momenten die ik net heb genoemd.
Mevrouw Podt (D66):
Vandaar dat we ook die JBZ-rapportages noemen. Dat is volgens mij een mooie cyclus en dat zijn ook logische momenten, want dan spreekt de minister al deze partners weer. Dan kun je natuurlijk ook gewoon zeggen: er valt niets te melden. Dan heeft het geen zin, dan zijn we klaar en dan weten we dat ook. Maar dan heb je wel een periodieke monitoring van hoe het gaat. Everybody happy.
Minister Faber:
Ik wil toch even iets benadrukken: als er niets te melden valt, dan meld ik ook liever niets. Maar het is oordeel Kamer. Het is aan de Kamer hoe ze daarin willen sturen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 913 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 914?
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 914 is van mevrouw Podt. Dat betreft het in stand houden van de rust- en voorbereidingstijd in de asielprocedure. Deze moet ik ontraden, want het kabinet sluit aan op de Europese minimumnormen en we willen geen nationale koppen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 914 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 915.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 915 van het lid Ceder is overbodig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 915 is overbodig. Ik kijk nog even naar de heer Ceder. De appreciatie is "overbodig". Als u er nog wat mee wilt, moet u heel snel naar de microfoon rennen. Anders gaan we nu door naar de motie op stuk nr. 916. Ik zie de heer Ceder heel snel rennen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voor de Handelingen: ik ben verheugd dat de minister van Migratie, mevrouw Faber, constateert dat een verzoek om met het oog op schaarse capaciteit voorrang te geven aan de implementatie van het Asiel- en Migratiepact overbodig is omdat dit al de afweging is die het kabinet maakt. Om die reden houden we deze motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Ceder stel ik voor zijn motie (32317, nr. 915) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 916.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 916 is van het lid Ceder en het lid Diederik van Dijk.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we niet gaan roepen vanuit de zaal. Dan wordt het allemaal een beetje ingewikkeld. De minister gaat weer verder met de appreciatie.
Minister Faber:
Ja. Het verzoek is dat de leden deze motie aanhouden, want het is meer iets voor de minister van Buitenlandse Zaken.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het gaat over de vluchtelingenstromen en daarom is het denk ik wel degelijk iets voor de minister van Asiel om op te pakken. Ik wil twee dingen doen. Ik wil graag de heer Eerdmans onder de motie zetten. Dat doe ik bij dezen.
De voorzitter:
De motie-Ceder/Diederik van Dijk (32317, nr. 916) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Ceder, Diederik van Dijk en Eerdmans.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik kijk even naar de indieners en hou 'm ook even aan, omdat we ook nog een RBZ-Raad hebben en een Europese top volgende week met de premier. Misschien is het ook wel goed om daar dan van gedachten te wisselen, dus ik hou 'm aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Ceder stel ik voor zijn gewijzigde motie (32317, nr. 924, was nr. 916) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 917.
Minister Faber:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 917 van het lid Ceder ontraad ik, omdat Nederland al voldoet aan de Europese verplichtingen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 917 wordt ontraden.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 918 van het lid Eerdmans …
De voorzitter:
Eén moment. Als u bij de microfoon blijft staan, meneer Ceder, scheelt dat tijd. Gaat uw gang.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik had niet verwacht dat deze ontraden zou worden, want ik vraag om een brief over hoe het kabinet gevolg geeft aan een recent arrest uit oktober, waarin juist is gezegd dat Nederland daar niet aan voldoet. Ik kan me niet voorstellen dat het kabinet hieraan voldoet. Er is juist een uitspraak geweest dat Nederland dat niet doet. Misschien kan het wel kloppen, maar ik vraag alleen om een brief. Het kan ook een toezegging zijn. Dan zijn we er allemaal gerust op dat de uitspraak niet klopt of dat er maatregelen genomen worden om aan de uitspraak te voldoen. Als dat toegezegd kan worden, kan ik de motie intrekken. Maar er ligt wel een uitspraak.
Minister Faber:
Ik blijf op het punt "ontraden", omdat we wel voldoen aan de Europese verplichtingen. Maar ik wil wel aan meneer Ceder toezeggen dat we daar schriftelijk op terugkomen. Dan zullen we uitleggen wat er aan de hand is, want dat is volgens mij het doel van de heer Ceder, dacht ik.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dat een goede toezegging, maar ik wil dat graag voor het einde van het jaar. De reden daarvoor is dat de lvv-financiering wel stopt en er een uitspraak ligt die haaks staat op wat de minister nu zegt. Ik wil de minister best geloven, maar dan wil ik wel graag weten hoe het zit, omdat er financiële en bestuurlijke gevolgen zijn als we dat niet doen, waar degene die de begroting vaststelt uiteindelijk zelf last van heeft. Dus als we kunnen afspreken dat we dat nog voor het kerstreces kunnen krijgen, dan is er in ieder geval duidelijkheid over hoe we het nieuwe jaar financieel robuust ingaan.
Minister Faber:
Ik zou dat best heel graag willen doen, maar ik kan nu niet overzien hoeveel tijd het kost, want er staat momenteel enorm veel druk op het ambtelijk apparaat omdat alles nu afgerond moet worden voor het einde van het jaar. We willen dus wel ons best doen, maar ik kan het u niet beloven. Ik kan u wel enigszins geruststellen dat het klopt dat de lvv stopt per 1 januari. Het mandaat is ook opgezegd. Maar er is nog wel een warme overdracht. Er is nog wel iets extra ruimte. Tenminste, er zijn wat extra financiële middelen beschikbaar gesteld om het af te bouwen. Het is dus niet zo dat ze gelijk onthand zijn. Vandaar dat ik ook wat extra tijd aan u zou willen vragen om dit eventueel in januari te beantwoorden.
De voorzitter:
Meneer Ceder, kort graag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het was voor mij nieuw dat er nog wat geld beschikbaar is. Ik zou graag zien dat dit ook in de brief wordt meegenomen. Als het eerder kan, graag, als het in januari is, ook graag. Dan zie ik dat als een toezegging. Met die toezegging houd ik de motie dan aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Ceder stel ik voor zijn motie (32317, nr. 917) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Faber:
Voorzitter, als u het mij toestaat, wil ik nog even iets zeggen over de lvv-afspraken. Er was namelijk afgesproken dat we ermee zouden stoppen maar dat er wel een afbouwperiode was van de financiële middelen. Volgens mij is dat al een jaar geleden afgesproken, even ter verduidelijking.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 918.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 918 van de heer Eerdmans betreft grenscontroles. Die verzoekt het kabinet de Kamer een maandelijks overzicht te sturen van het aantal aangehouden illegale migranten, het aantal teruggestuurde migranten enzovoorts naar onze buurlanden. Deze motie ontraad ik. Ik ga u informeren, maar niet maandelijks. Ik verwijs ook naar de rapportage van de Commissie, want ik moet sowieso over zes maanden rapporteren aan de Europese Commissie. Dus ik ontraad de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 918 wordt ontraden. Dan de motie op stuk nr. 919.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 919, van meneer Eerdmans, verzoekt het kabinet een plan voor te bereiden voor de terugkeer van Syriërs. Deze motie is overbodig, want we gaan eerst de situatie beoordelen. De motie zegt zelf ook dat het een veranderlijke situatie is. We gaan die dus eerst afwachten. Maar ik kan u wel zeggen dat op het moment dat een land veilig is, mensen terug kunnen naar dat land. Dat heeft zeker onze aandacht. We gaan echt niet op onze handen zitten op het moment dat zoiets mogelijk is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 919 krijgt het oordeel overbodig.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 920 van de heer Eerdmans is overbodig, want het is nu al beleid.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 920 krijgt ook het oordeel overbodig.
Minister Faber:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 921, ook van de heer Eerdmans. Die verzoekt het kabinet voor de volgende JBZ-Raad ten minste één keer een concreet migratieproject te hebben uitgewerkt. Die ontraad ik, want deadlines werken niet bij dergelijke processen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 921 wordt ontraden.
Minister Faber:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 922, van de leden Van Nispen, Piri en Podt. Deze motie ontraad ik, omdat we al na zes maanden rapporteren, zoals afgesproken in de Schengengrenscode.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 922 wordt ontraden. Ik zie de heer Van Nispen met heel veel snelheid naar de microfoon komen. Gaat uw gang.
De heer Van Nispen (SP):
Er staat nu "na enkele maanden". Dat mag van mij "na zes maanden" worden, dus wat dat betreft is er geen probleem. Maar je moet wel iets te rapporteren hebben. Ik vind het dus heel logisch dat je eerst een doel hebt en een soort plan dat je wil bereiken, waarna je kunt bekijken of je je doelen hebt bereikt. Dat is het kleine beetje extra dat de motie vraagt. Nu vinden de grenscontroles namelijk zonder plan plaats en heeft de minister geen doelen gesteld. Dat vind ik merkwaardig bij zoiets als grenscontroles. Maar verder akkoord wat betreft die zes maanden.
Minister Faber:
Oké, dank u wel. U bent natuurlijk akkoord met die zes maanden, zeg ik via de voorzitter, dus …
De voorzitter:
Meneer Van Nispen, ik had het vermoeden dat u een vraag had verpakt in deze interruptie.
De heer Van Nispen (SP):
Ik zal mezelf iets beter uitdrukken. Er staat nu "binnen enkele maanden". Laten we daar "binnen zes maanden" van maken. Dat heeft de minister inderdaad toegezegd. Maar wat deze motie extra vraagt, is een plan voor het einde van dit jaar, zodat we weten welke beleidsdoelen de minister heeft met de grenscontroles. Ik vind het namelijk vreemd dat we aan grenscontroles zijn begonnen — vandaag is de derde dag — terwijl we eigenlijk geen idee hebben waarom we dat doen en wat we ermee willen bereiken. Dat is wat deze motie vraagt.
Minister Faber:
De heer Van Nispen zegt dat we geen idee hebben wat we ermee willen bereiken, maar ik heb dat toegelicht in het commissiedebat dat we net hebben gehad. Daarin heb ik ook uitgelegd dat de grenscontroles een onderdeel zijn van de ombuiging van het beleid. Wij willen een verminderde instroom. Wij willen meer grip hebben op migratie. De extra grenscontroles zijn daarvan een onderdeel, een van de maatregelen. Het is dus een pakket aan maatregelen. Een van de doelen is natuurlijk dat de instroom naar beneden gaat en dat we meer grip krijgen op migratie.
De voorzitter:
Meneer Van Nispen, kort, afrondend.
De heer Van Nispen (SP):
Wat ik nog extra zou willen weten, is hoeveel mensen de minister wil tegenhouden aan de grens, waar de minister op mikt en hoeveel mensuren van de Marechaussee daarvoor zijn ingezet. Het is eigenlijk een verzoek om informatie. Ik kijk dus ook naar de rest van de Kamer om straks gewoon voor deze motie te stemmen als de minister nu niet zegt: het lijkt me een prima, redelijk verzoek om informatie; dat gaan we doen.
Minister Faber:
Ik ga me niet vastleggen op aantallen.
De voorzitter:
Dan blijft de appreciatie van de motie op stuk nr. 922 ontraden. De motie op stuk nr. 923.
Minister Faber:
Ja.
De motie op stuk nr. 923 is van het lid Van Zanten. Ik vind deze motie zeker heel interessant, want zij verzoekt hierin de regering om naast de tijdelijke asielbeslisstop voor Syriërs ook een stop in te voeren op gezinshereniging voor mensen uit Syrië. Mevrouw Van Zanten geeft ook aan dat Oostenrijk voornemens is dat te gaan uitvoeren. Ik wil zeker onderzoeken wat de mogelijkheden hierin zijn. Het kan zijn dat het juridisch lastig is, omdat hier natuurlijk al mensen binnen zijn die een status hebben en recht hebben op gezinshereniging. We moeten dat dus uitzoeken. Ik vind het zeker interessant. We gaan het volgen. Mijn verzoek aan mevrouw Van Zanten is om deze motie aan te houden, zodat u mij tijd kan geven om dit nader te onderzoeken.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Van Zanten knikken.
Op verzoek van mevrouw Van Zanten stel ik voor haar motie (32317, nr. 923) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan zijn we als het goed is rond met de appreciaties. De minister geeft aan dat er nog enkele vragen waren. Gaat uw gang.
Minister Faber:
Ja, er was nog een vraag — ik ben even kwijt van wie de vraag ook alweer was — over doorstroomlocaties. De vraag was van mevrouw Podt! Zij had een artikel gelezen. Ik heb begrepen dat Apeldoorn geld dat was bestemd voor doorstroomlocaties wil inzetten voor sociale huurwoningen voor statushouders. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, want de financiën die zijn vrijgegeven, zijn bedoeld voor de doorstroomlocaties.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dan gaan wij schorsen tot 16.25 uur, twintig minuten dus. Daarna gaan we verder met de stemmingen over de zojuist ingediende moties. Ik schors tot 16.25 uur.
De vergadering wordt van 16.05 uur tot 16.26 uur geschorst.
Voorzitter: Van der Lee
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-35-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.