6 Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 03/10).

De voorzitter:

We gaan meteen door met het volgende debat. Dat is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Het commissiedebat vond plaats op 3 oktober. We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Kröger van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Ik geef graag het woord aan haar.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Van mijn hand een drietal moties. Helaas moet ik daarna weer snel terug naar een ander debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat draagvlak cruciaal is om vaart te maken bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving;

overwegende dat in heel Nederland maatschappelijke initiatieven en bewonersorganisaties in buurten en wijken actief zijn in de energietransitie en woningisolatie, zoals energiefixers, -coaches en -gemeenschappen;

constaterende dat in praktijk er veel obstakels zijn, onder andere in de aanbestedings- en mededingingsregels om juist dit soort lokale maatschappelijke initiatieven zonder winstoogmerk een rol te geven in bijvoorbeeld energiebesparing;

verzoekt de regering om een duidelijke richtlijn te ontwikkelen voor lokale overheden waardoor het inzetten, subsidiëren of gunnen aan maatschappelijke initiatieven, waaronder coöperatieven en bewonersorganisaties, vergemakkelijkt wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1427 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er afspraken zijn gemaakt over het stapsgewijs verbeteren van de milieuprestatienorm;

overwegende dat er een breed draagvlak is in de sector met nadruk bij industriële en conceptuele bouwers, waarvan in het regeerakkoord is opgenomen dat zij per 2030 50% van de bouwopgave dragen;

overwegende dat het terugdraaien van de norm leidt tot onzekerheid en een breuk in het vertrouwen in consistent beleid, wat essentieel is in een sector die langetermijninvesteringen vereist;

overwegende dat de KEV heeft laten zien dat er nog een flinke klimaatopgave ligt in de gebouwde omgeving, die geen ruimte voor versoepeling laat;

verzoekt de regering om de geplande verbetering van de milieuprestatienorm voor gebouwen per 1 juli 2025 door te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1428 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat asielzoekers steeds vaker een werkvergunning krijgen sinds de rechter heeft bepaald dat zij meer mogen werken;

overwegende dat asielzoekers door middel van werk zowel een bijdrage kunnen leveren aan hun eigen ontwikkeling en integratie als aan de Nederlandse samenleving;

overwegende dat er behoefte is aan extra personeel in de isolatie- en techniekbranche;

verzoekt de regering om met de sector samen te werken om actief asielzoekers te werven en op te leiden zodat ze spoedig in de sector aan de slag kunnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1429 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Welzijn van Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Welzijn (NSC):

Voorzitter. Ik heb één motie, maar die is best wel technisch. Vandaar dat ik even wat verklarende woorden spreek. De gebouwde omgeving zorgt voor 40% van het totale energieverbruik en bijna een derde van de CO2-uitstoot. 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen moeten tot 2050 verduurzaamd worden. Dat betekent dat je jaarlijks 200.000 woningen moet isoleren als onderdeel van grote renovatieaanpakken. In de praktijk kunnen isolatiebedrijven maar een paar maanden per jaar werken vanwege de aanwezigheid van bijvoorbeeld vleermuizen. Dat is een beschermde en zeer adaptieve diersoort, die dus overal in Nederland voorkomt. Omdat men niet kan isoleren wanneer de vleermuizen in de spouwmuur of bij de dakrand zitten, lopen we vertraging op bij de verduurzaming. Maar ook dreigen isolatiebedrijven om te vallen, zoals we via het NOS-bericht hebben kunnen meekrijgen.

Met een soortenmanagementplan kunnen gemeenten in een keer op een natuurvriendelijke manier vergunningen voor een heel gebied afgeven voor isolatiemaatregelen. Waar het een à twee jaar duurt om zo'n soortenmanagementplan op te stellen, kun je een zogeheten presoortenmanagementplan al in een paar weken voor elkaar krijgen. Dan kun je er met tijdelijke vergunningen voor zorgen dat het werk door kan gaan en dat we dichter bij de klimaatdoelen komen. De motie luidt daarom als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet met behulp van soortenmanagementplannen gemeenten ondersteunt om natuurvriendelijk te isoleren;

constaterende dat het drie jaar duurt voordat er overal in Nederland soortenmanagementplannen uitgerold zijn;

constaterende dat momenteel naar schatting een zesde van de gemeenten al een ontheffing heeft op basis van een presoortenmanagementplan;

overwegende dat ook de overige gemeenten zo snel mogelijk moeten kunnen werken met een (pre)soortenmanagementplan, waarbij de huidige ontwikkelingen die spelen rondom eDNA als aanvulling op het soortenmanagementplan meegenomen kunnen worden;

verzoekt de regering te verkennen hoe we het natuurvriendelijk isoleren versneld mogelijk maken via een spoedige inwerkingtreding van eDNA en een versneld proces van goedkeuring van (pre)SMP's, lerende van de manier zoals toegepast bijvoorbeeld in de provincie Utrecht, en de Kamer periodiek van de voortgang op de hoogte te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn, Peter de Groot en Vedder.

Zij krijgt nr. 1430 (32813).

Mevrouw Welzijn (NSC):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is het lid Kostić van de Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Groen doet ons allemaal goed. Daarom is er een brede oproep vanuit de regio's, maatschappelijke organisaties en bedrijven aan het Rijk om samen op te trekken om meer voor groen te doen. Daarom heb ik de drie volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende een landelijke woningbouwopgave van ten minste 100.000 woningen per jaar om het woningtekort op te lossen;

constaterende dat er een oproep ligt aan minister Keijzer vanuit gemeenten uit verschillende regio's uit het hele land om samen op te trekken voor een programmatische aanpak van groen en klimaatadaptatie als vast onderdeel van de woningbouw en daarover met de gemeenten in gesprek te gaan;

overwegende dat:

  • -Nederland staat voor een grote woonopgave en gemeenten hier graag aan willen voldoen;

  • -hittegolven vaker voor zullen komen, naast ook hevige regenbuien en periodes van droogte;

  • -vooral inwoners in huurwoningen of met weinig financiële middelen zich minder goed tegen hitte en wateroverlast kunnen beschermen en dit gezondheidsrisico's met zich meebrengt;

  • -het vergroenen van de leefomgeving de meest efficiënte manier is om de effecten van klimaatverandering te verminderen, zowel qua gezondheidseffecten als financieel;

  • -direct bij nieuwbouw vergroening meenemen kostenefficiënter is;

  • -een gezamenlijke aanpak van gemeenten en Rijk rondom klimaatadaptatie en groen bijdraagt aan versnelling van de bouwopgave omdat hierover dan niet meer op stedelijk, gebieds- of projectniveau afgestemd hoeft te worden;

verzoekt de regering om:

  • -in gesprek te gaan met gemeenten — bijvoorbeeld beginnende bij de Woontop — over een gezamenlijke inzet en aanpak voor groen en klimaatadaptatie, zonder dat het de woningbouw vertraagt;

  • -en over de bevindingen aan de Kamer in het eerste kwartaal van 2025 te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Kröger.

Zij krijgt nr. 1431 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een brede oproep is van gemeenten uit verschillende regio's uit het hele land, van maatschappelijke organisaties, gebiedsontwikkelaars, bouwers en van organisaties als ANWB, aan minister Keijzer om zich beleidsmatig in te blijven zetten voor het borgen van meer groen in de verschillende regio's;

constaterende dat de bovenstaande partijen wijzen naar onderzoek dat laat zien dat er flinke financiële kosten, sociale kosten en gezondheidskosten vermeden kunnen worden door in te zetten op groen;

constaterende dat ook dit kabinet hittestress wil aanpakken (er is een Actieagenda Hitte aangekondigd), dat minister Keijzer heeft gezegd het "belang van groen voor welzijn, welbevinden en klimaatadaptatie" te onderschrijven en dat in de coalitieafspraken toekomstbestendig bouwen wordt genoemd;

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat met slimme inzet op groen in de wijken hittestress het meest effectief en relatief goedkoop kan worden aangepakt;

constaterende dat er miljoenen Nederlanders extra gezondheidsrisico's lopen door de gevolgen van hittestress, maar niet altijd de keuze hebben in een groenere en dus koelere omgeving te wonen;

overwegende dat het Rijk in plaats van af te remmen, slim kan aansluiten op het bestaande brede draagvlak voor groen en het enthousiasme vanuit verschillende regio's om meer in te zetten op een groene leefomgeving;

verzoekt de regering om in overleg met verschillende partners een voorstel te doen om de inzet van groen maximaal te benutten voor een effectieve aanpak van hittestress, daarbij onder andere de Actieagenda Hitte te betrekken, en daarover uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Kröger.

Zij krijgt nr. 1432 (32813).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dat waren twee moties. Ze zijn mede ingediend door mevrouw Kröger.

De voorzitter:

Niet onbelangrijk. Ik schors voor vijf minuten en dan is het woord weer aan de minister.

De vergadering wordt van 11.43 uur tot 11.48 uur geschorst.

De voorzitter:

Hier gaan we zo doorheen. Het woord is aan de minister.

Minister Keijzer:

In de motie op stuk nr. 1427 wordt mij gevraagd om een duidelijke richtlijn te ontwikkelen. Deze motie is overbodig, want dat ben ik al aan het doen. Eind oktober is door NPLW een handreiking over het inschakelen van energieklusdiensten, zoals fixers, gepubliceerd.

De motie op stuk nr. 1428 is ontijdig. Ik ben bezig met uit te zoeken wat de consequenties hiervan zijn. Als je het al doet, red je het in ieder geval niet meer per 1 juli 2025.

Ik snap de motie op stuk nr. 1429 van mevrouw Kröger. Waar is ze?

De voorzitter:

Bij een ander debat.

Minister Keijzer:

O, ja, natuurlijk; dat zei ze. Ja, ze is bij een ander debat. Ik snap de motie op stuk nr. 1429, want ik vond het ook ontzettend goed nieuws dat er zo veel arbeidsvergunningen verleend zijn aan asielzoekers. Toch moet ik deze motie ontraden, omdat ik daar gewoon geen specifiek programma op in ga zetten. Dit is aan de bouwsector.

Dan heb ik hier de motie op stuk nr. 1430 van mevrouw Welzijn. Zij verzoekt mij daarin om te verkennen hoe we natuurvriendelijk isoleren versneld mogelijk maken. Deze motie is overbodig. Ik ben dit aan het doen. Ik ben bezig met een ministeriële regeling die eDNA gaat invoeren als voorgeschreven maatregel. Ook zijn we al bezig met de pre-SMP's. Een van de bottlenecks hier is hoe je aan genoeg ecologen komt om al dit beleid in Nederland uit te voeren. Deze motie is dus overbodig.

De motie op stuk nr. 1431 is ontijdig. Ik ben in het kader van de Woontop bezig om met verschillende partijen afspraken te maken en deze motie loopt daarop vooruit.

Voorzitter. Gelukkig heb ik hier nog een motie die ik oordeel Kamer kan geven. Dat is de motie-Kostić/Kröger op stuk nr. 1432, waarin mij gevraagd wordt om een voorstel te doen om de inzet van groen maximaal te benutten voor een effectieve aanpak van hittestress, daarbij de actieagenda hitte te betrekken en daarover uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 aan de Kamer te rapporteren. Deze motie kan ik wel oordeel Kamer geven. Ik zie het belang. Tegen mevrouw Kostić zeg ik dat we er trouwens wel op moeten letten dat we niet weer allerlei regels in het leven roepen, waardoor weer extra vinkjes worden gezet en procedures allemaal weer langer duren. Maar het belang zie ik zeer en vandaar oordeel Kamer.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Goed om te horen dat de minister het belang van meer inzet van groen inziet. Dat is heel fijn. Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 1431. De minister zegt dat die ontijdig is door de Woontop. Als ik nou de Woontop, die ik als voorbeeld heb genoemd, eruit haal, verzoekt de motie alleen maar dat de minister tegemoetkomt aan de oproep van de gemeenten om hierover in gesprek te gaan. Dat kan bij de Woontop zijn, maar wat mij betreft hoeft dat niet per se. Dat is aan de minister. Het gaat mij erom dat dat gesprek in ieder geval wordt gevoerd en dat daarover in het eerste kwartaal van 2025 aan de Kamer wordt gerapporteerd. Volgens mij is dat niet heel veel gevraagd.

Minister Keijzer:

Even zien, want in de motie gaat het over een programmatische aanpak. Bij een programmatische aanpak gaat het om ambtenaren en geld. Zoals u weet, heb ik niet meer geld dan wat ik al heb. Bovendien moet ik 22% bezuinigen op de ambtelijke organisatie. Mijn ministerie is met collega's van IenW en LVVN in gesprek over deze thema's met gemeenten en de VNG. Dit gebeurt onder andere via de aanpak voor een klimaatadaptieve gebouwde omgeving, Groen in en om de stad en het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Dus daarin gebeurt dit al. Daarmee is de motie eigenlijk overbodig, omdat we het al doen. De motie is ontijdig in verband met de Woontop, maar als je die eruit haalt, is ze overbodig, want we doen het al.

De voorzitter:

Je schiet er niks mee op.

Minister Keijzer:

Nee.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Nou ja, kijk, laten we die Woontop nou even rustig laten voor wat die is. Als ik nou erin zet dat het budgetneutraal is en er dus geen extra kosten bij komen …

De voorzitter:

Ik ben een beetje een tegenstander van het wheelen en dealen over moties. Een motie is gewoon een motie en als we het in de interruptiemicrofoon hebben over een woordje eruit of een woordje erin en wat het dan wordt, dan ben ik daar niet zo'n voorstander van. U heeft gewoon een motie ingediend. U heeft een oordeel. That's it.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter, u kunt daar geen voorstander van zijn, maar volgens mij zijn wij hier politiek aan het bedrijven en is het juist fijn om te kijken hoe we kunnen verbinden in plaats van steeds tegenover elkaar te staan. Weet u wat? Ik blijf de motie zo indienen, maar ik ga contact opnemen met het ministerie en kijken of ze nog aangepast moet worden om alsnog oordeel Kamer te krijgen.

Minister Keijzer:

Ik snap de frustratie, hoor, maar tegelijkertijd is Groen in en om de stad ook onderdeel van de Natuurherstelverordening. Dus daar moeten we ook al beleid op voeren. Dus het is gewoon een overbodige motie. Ik vind dat ook vervelend. Ik sta hier ook liever alle moties oordeel Kamer te geven, maar je moet op een gegeven moment ook eerlijk zijn over wat het is.

De voorzitter:

Helder. Dank aan de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen we over de moties. Ik schors een uur. Dan gaan we beginnen aan de moeder aller stemmingen.

De vergadering wordt van 11.53 uur tot 13.03 uur geschorst.

Naar boven