14 Dieren buiten de veehouderij

Dieren buiten de veehouderij

Aan de orde is het tweeminutendebat Dieren buiten de veehouderij (CD d.d. 23/10).

De voorzitter:

Ik heropen. Aan de orde is het tweeminutendebat Dieren buiten de veehouderij. Het commissiedebat hierover vond plaats op 23 oktober. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Fijn dat u er bent en ook fijn dat u na de stemmingen bent gebleven. Wij hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is het lid Kostić van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zoals iedereen heeft zij twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank, voorzitter. Allereerst dank ik de staatssecretaris voor het feit dat hij de wetgeving voor het verbod op het fokken van katten met vouworen en naaktkatten naar de Kamer heeft gestuurd. Het is fijn dat er eindelijk een einde gaat komen aan het doorfokken van dieren met ziekmakende uiterlijke kenmerken. Ik hoop dat hij snel met vergelijkbare wetgeving komt voor honden met korte snuiten. Hier is namelijk echt een hele grote Kamermeerderheid voor. Kan de staatssecretaris er al een indicatie van geven wanneer hij daarmee komt?

Voorzitter. Dan heb ik nog twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tweede Kamer in 2021 bijna unaniem heeft verzocht om stappen te zetten om het levend koken van kreeften en krabben te verbieden (35925-XIV, nr. 67);

constaterende dat de staatssecretaris onlangs liet weten dat hij nog minstens vier jaar lang onderzoek laat uitvoeren naar alternatieven voor de horeca, en dat hij daarna nog gaat overwegen hoe er een einde kan komen aan het levend koken van kreeften en krabben;

overwegende dat een groeiend aantal restaurants al is gestopt met het levend koken van kreeften en krabben en zij hiermee laten zien dat er beschikbare alternatieven zijn;

overwegende dat onder meer de Stichting Promotie Oosterscheldekreeft en de Kring van de Oosterscheldekreeft zich hebben uitgesproken voor een verbod op het levend koken van kreeften;

overwegende dat steeds meer landen het levend koken van kreeften en krabben al hebben verboden of hier wetgeving voor voorbereiden;

verzoekt de regering om niet nog vier jaar lang te wachten, maar al eerder over te gaan tot een verbod op het levend koken van kreeften en krabben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Graus.

Zij krijgt nr. 1362 (28286).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Ten slotte.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorganger van de staatssecretaris van LVVN met een plan was gekomen om bijtincidenten door honden tegen te gaan, maar dat deze staatssecretaris maar aan twee van de geplande maatregelen prioriteit geeft;

verzoekt de regering om ook prioriteit te geven aan de geplande landelijk geldende muilkorf- en aanlijnplicht voor honden die gevaarlijk gedrag vertonen en de geplande maatregel om kennis bij eigenaren te vergroten, waaronder een verplichte cursus,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 1363 (28286).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Campen van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Dank u, voorzitter. Ik heb een motie en een vraag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in toenemende mate aandacht is voor ontwikkelingen in de dierenzorg, waaronder voor een gebrek aan transparantie over de vaststelling van tarieven;

overwegende dat er frustraties ontstaan over de hoogte van tarieven of de invulling van diergeneeskundige handelingen, terwijl klanten tegelijkertijd steeds meer van de dierenzorg verwachten en de werkdruk onder dierenartsen is toegenomen;

overwegende dat het daarom in het belang van zowel dierenartsen als diereneigenaren is dat de beroepsgroep tot eenduidige en heldere afspraken over dierenwelzijn, kwaliteit en tarieven komt;

overwegende dat de beroepsgroep van dierenartsen momenteel geen instrumenten heeft voor zelfregulering en bovendien een groeiend coördinatieprobleem heeft;

verzoekt de regering om met de beroepsgroep te komen tot een stelsel waarmee de dierenartsenbranche komt te beschikken over een instrumentarium voor zelfregulering op het gebied van dierenwelzijnscriteria, kwaliteitsborging en tarievenopbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Holman.

Zij krijgt nr. 1364 (28286).

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Mijn vraag gaat over het initiatief FairDog. Dat is een samenwerkingsinitiatief van onder meer de dierenartsenbranche en een universiteit. Eigenlijk gaat dat over het bouwen van een kwaliteitskeurmerk voor verantwoorde fok. We weten namelijk van heel veel dierenartsen dat er bij een heel groot gedeelte van de zieke dieren die in dierenartsenpraktijken terechtkomen, oorzaken achter zitten die voortkomen vanuit erfelijke overdracht. Daarbij gaat het om uiterlijke kenmerken die gewoon niet horen bij het verantwoord fokken van dieren, bijvoorbeeld te korte snuiten. Ik ben heel blij dat de staatssecretaris in het commissiedebat heeft aangegeven dat hij dat ook onacceptabel vindt en dat hij er ook mee aan de slag gaat om dat uit te bannen. Stichting FairDog is zo'n voorbeeld waarmee we dat voor elkaar zouden kunnen krijgen. Ik zou de staatssecretaris willen vragen of hij een laatste stand van zaken heeft en hoe het gaat met dat initiatief. Er lag namelijk een verzoek tot samenwerking met het ministerie. Ik ben nieuwsgierig naar de stand van zaken op dat punt.

Tot zover.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas van BBB ziet af van haar spreektijd. Dan mevrouw Bromet van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Ik heb geen motie, maar wel een vraag, waar ik in het debat eigenlijk geen bevredigend antwoord op heb gekregen. We zijn blij dat er nu een huis- en hobbydierenlijst komt voor zoogdieren die als huisdier mogen worden gehouden. Maar al in 2020 heeft de Kamer gevraagd om ook een positieflijst te maken voor amfibieën, vogels en reptielen. Nu, vier jaar later, heeft de staatssecretaris ervoor gekozen om deze motie maar gedeeltelijk uit te voeren en alleen een positieflijst voor reptielen te maken, terwijl de Kamer heeft gevraagd om dit ook voor vogels en amfibieën te doen. Op mijn vraag hierover in het debat werd gesteld dat het niet haalbaar is om voor al die soorten tegelijk een lijst te maken. Dat vind ik echt teleurstellend. Waarom horen wij vier jaar na het aannemen van die motie dat die maar gedeeltelijk wordt uitgevoerd, terwijl in hetzelfde debat ook nog eens wordt gezegd dat de reptielenlijst ook weer drie jaar gaat duren? Gaat de staatssecretaris de wens van de Kamer toch volledig uitvoeren en het in één keer goed regelen voor alle dieren?

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Holman van Nieuw Sociaal Contract.

De heer Holman (NSC):

Voorzitter. En dat op 5 december.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een huisdier houden fijn kan zijn,

maar dit ook zorg en lasten brengt voor het voorkomen van pijn;

overwegende dat een huisdier vraagt om aandacht, liefde en veel plicht,

om te zorgen dat het dier gelukkig is en niet zwicht;

overwegende dat een keuze voor een dier veel betekent,

en dat er niet altijd op de problemen wordt gerekend;

overwegende dat over geschiktheid en kosten niet goed wordt gedacht,

waardoor te veel dieren naar een asiel worden gebracht;

overwegende dat dierenartsen helpen bij zorg en raad,

en hun rol bij het welzijn groot is en zij staan altijd paraat;

van mening dat goede voorlichting essentieel is,

voor een juiste keuze zonder gemis;

verzoekt de regering samen te werken met dierenartsen slim,

om voorlichting te verbeteren, helder en prim,

bijvoorbeeld met een gratis consult vooraf als horde,

of een campagne die breed informeert in heldere woorden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Holman en Bromet.

Zij krijgt nr. 1365 (28286).

De heer Holman (NSC):

Deze motie is ingediend door Holman en Bromet, en helaas niet door het lid Flach!

De voorzitter:

Die kan niet anders dan oordeel Kamer zijn. Ik denk dat ie ook moet worden ingelijst.

De heer Holman (NSC):

Nu heb ik zo langzaam voorgelezen dat ik 30 seconden extra nodig heb. Maar daar zal de voorzitter helemaal niet om geven.

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een aantoonbaar tekort aan dierenartsen is en de werkdruk in de veterinaire praktijk hoog is;

overwegende dat het niet altijd nodig is om een universitair opgeleide en dure arts standaardwerkzaamheden of controles te laten uitvoeren;

overwegende dat kosten voor mensen die met hun huisdier naar de dierenarts gaan, grotendeels afhankelijk zijn van het salaris van de dierenarts;

overwegende dat het rapport "De arbeidsmarkt voor dierenartsen" van Berenschot adviseert om meer taakdifferentiatie te implementeren door inzet van paraveterinairen op hbo-niveau;

overwegende dat een hbo-opleiding Veterinary Technician (Vet Tech) kan bijdragen aan een efficiëntere taakverdeling, betere benutting van (para)veterinaire vaardigheden en daarmee de kwaliteit en toegankelijkheid van de veterinaire zorg kan waarborgen;

overwegende dat Aeres Hogeschool de expertise en faciliteiten heeft om een dergelijke opleiding te starten;

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om Aeres zo spoedig mogelijk te laten starten met een hbo-opleiding tot paraveterinair en in samenwerking met onderwijsinstellingen en beroepsorganisaties te waarborgen dat de opleiding afgestemd wordt op de praktijkbehoefte en voldoet aan de vereisten van de veterinaire sector;

verzoekt de regering de benodigde wetswijzigingen te verkennen en door te voeren om paraveterinairen toe te staan specifieke handelingen binnen de veterinaire praktijk zelfstandig uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Holman en Van Campen.

Zij krijgt nr. 1366 (28286).

Dank u wel. We gaan luisteren naar de heer Graus, de vertegenwoordiger van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik heb vijf korte moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zorg te dragen dat alle betrokken overheden voldoen aan hun opvang- en zorgplicht van dieren die niet op de huis- en hobbydierenlijst staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Kostić.

Zij krijgt nr. 1367 (28286).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering te onderzoeken of de kosten van de basisopleiding voor dierenambulanceorganisaties (plusminus €100.000 per jaar) financieel gedekt kunnen worden uit de opbrengsten van de verhoogde bestuurlijke boetes opgelegd vanuit het ministerie van LVVN,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 1368 (28286).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om in de aanpak van bijtincidenten, broodfokkers en illegale handel binnen het bestaande budget een DNA-databank op te bouwen met behulp van het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren UU, het expertisecentrum voor bijtincidenten van HondenCampus, de dierenpolitie en de NVWA,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 1369 (28286).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot herziening van het zeehondenakkoord inzake spoedige noodhulp aan zogende zeehondenpups zonder moeder, daar door de gestelde 24 uurstermijn uitgehongerde zeehondenbaby's te lang aan hun lot worden overgelaten, in strijd met de Wet dieren, artikel 2.1, lid 6,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 1370 (28286).

De heer Graus (PVV):

De laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Staatsbosbeheer al decennialang zwaar dierenleed veroorzaakt bij dieren in en uit de Oostvaardersplassen;

voorts constaterende dat Staatsbosbeheer dieren die er van nature niet thuishoren, heeft geplaatst, verplaatst en nooit heeft ingegrepen middels geboortebeperking;

verzoekt de regering het doden zonder medische noodzaak te voorkomen en Staatsbosbeheer te verplichten passende opvang voor de resterende konikspaarden te faciliteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus.

Zij krijgt nr. 1371 (28286).

Vijf moties is wel erg veel, hè.

De heer Graus (PVV):

Ja. De tijd loopt overigens nog door, meneer de voorzitter, en ik wilde nog iets zeggen. Ik vind vijf moties niet veel, want ik dien ook weleens geen moties in, of maar een of twee. Je moet hier wel je verantwoordelijkheid pakken, en ik vertegenwoordig de dieren, die sowieso al geen eigen stem hebben. Ik vind dus dat ik het maximale eruit moet halen. Ik moet ooit ook rustig kunnen sterven. U mag mijn tijd weer aanzetten, maar ik wil de staatssecretaris nog even een compliment maken. Dat gaat over de bijtincidenten, die meneer Van Campen aanhaalde. Ik ga met de staatssecretaris op bezoek bij dat Expertisecentrum Genetica in Utrecht. Daar maakt de staatssecretaris zelfs een halve dag tijd voor vrij. Dan weten de mensen ook dat hij bereid is om zich te laten adviseren door die ter zake deskundigen waar u naar verwijst, meneer Van Campen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik schors voor vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 14.15 uur tot 14.24 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Rummenie:

Dank u wel, voorzitter. Helaas staat de beantwoording niet op rijm; daar was niet genoeg tijd voor.

Eerst de vraag van het lid Kostić over kortsnuitige honden. Kan de staatssecretaris een indicatie geven van wanneer het wetsvoorstel komt voor het verbieden van kortsnuitige honden? Ik verwacht de resultaten van de risicoanalyse begin 2025. Aan de hand daarvan ga ik aan de slag. Ik zal de Kamer in het najaar van 2025 laten weten of het mogelijk is om dit verbod in te stellen en hoe dat er dan uit zou komen te zien.

Dan had ik een vraag van de heer Van Campen. Wat is de laatste stand van zaken rond FairDog? Dat is inderdaad een mooi initiatief, meneer Van Campen. Daarom krijgt dit initiatief een subsidie, zoals eerder toegezegd. Die wordt nu afgehandeld.

Dan had ik een vraag van mevrouw Bromet. Komt er ook een positieflijst voor vogels? En waarom horen we dit pas na vier jaar? Mevrouw Bromet, er is een positieflijst voor zoogdieren en ik werk aan een positieflijst voor reptielen. Als de lijst voor reptielen is ingevoerd, kijk ik naar het vervolg. Wij kunnen niet alles tegelijk en het wetenschappelijk comité ook niet, dus we doen het volgordelijk en niet allemaal tegelijk.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Dat wist ik al, maar mijn vraag was eigenlijk waarom alles zo verschrikkelijk lang moet duren. We hebben meer dan tien jaar gedaan over de positieflijst die er nu is. Vier jaar geleden is een motie aangenomen die nu niet wordt uitgevoerd. De minister neemt uitgebreid de tijd. Vindt hij het niet belangrijk? Waarom gaat het allemaal zo verschrikkelijk traag?

Staatssecretaris Rummenie:

U wilt niet weten hoe vaak je als bewindspersoon hetzelfde denkt. Kijk, ik kan ook geen ijzer met handen breken, mevrouw Bromet. Eerlijk gezegd dacht ik aan het eind van het debat het volgende. U vertelde mij toen dat de eerste lijst veertien jaar geduurd had en u zei dat u hoopte dat het niet weer zo lang gaat duren. Ik zal mijn uiterste best doen om zo kort mogelijk aan deze tweede lijst te werken, want u zei dat u het anders niet meer ging meemaken. Ik vond uw levensverwachting wel erg pessimistisch. Bij het opstellen van de lijsten wil men de ervaring die daarbij opgedaan wordt, weer gebruiken bij de volgende lijsten. Ik hoop dat u ook een beetje respect heeft voor de specialisten die me aanraden het volgordelijk te doen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Ik zie dat als een toezegging dat het voor mijn dood geregeld is.

De voorzitter:

Haha! Kunt u een datum geven?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, dat vind ik erg moeilijk! Dan ga ik er wel van uit dat u een zeer voorzichtige levenswandel aanhangt.

Goed. Nu de moties. De motie op stuk nr. 1362. Ik wil uiteraard net als lid Kostić een humane dodingsmethode voor deze dieren. Ik moet alleen wel een werkbare methode hebben die wetenschappelijk onderbouwd is. Die laat ik momenteel onderzoeken. Dat traject is in volle gang. Ik heb een goede mededeling: dat duurt nog circa twee jaar, en niet vier jaar. Ik informeer de Kamer doorlopend over de stappen die hierbij gezet worden. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we eerst een wetenschappelijk bewezen methode ontwikkelen en daarna bekijken of een verbod haalbaar is en hoe we dat in de regelgeving kunnen verwerken, dan geef ik uw motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Een buitenkansje.

Staatssecretaris Rummenie:

Dus niet vier, maar twee jaar, krijg ik nu te horen.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Meestal denk ik heel graag mee met de bewindspersonen, maar dit is natuurlijk complete onzin. Nog twee jaar wachten op alternatieven is onnodig, gezien het feit dat er al horecagelegenheden zijn die alternatieven gebruiken. In andere landen is het al verboden. De staatssecretaris zei: ik ben er natuurlijk ook voor dierenwelzijn. Hier gaat het alleen maar over het niet levend koken van krabben en kreeften. Dat staat tegenover het belang van misschien een aantal horecagelegenheden die per se aan die methode willen vasthouden, terwijl er alternatieven zijn. Dan zeg ik: als we dit wegen, kies hier dan op z'n minst voor dierenwelzijn. Volg het voorbeeld van veel andere landen en van veel horecagelegenheden, en kies er gewoon voor om die arme krabben en kreeften op z'n minst niet levend te koken. Dus geen akkoord. Ik hoop toch dat de staatssecretaris dat begrijpt.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik probeer het toch nog één keer; blijf nog even staan. Ik heb het namelijk echt laten uitzoeken, want ik heb uw opmerking "het is zo simpel: je zet een mes achter z'n kop en dan is het oké" zeker in herinnering. Daar is onderzoek naar verricht. Er is niet duidelijk naar voren gekomen ... Dan moet u nu niet nee schudden; u moet even gewoon luisteren en niet meteen een mening hebben. Het is niet duidelijk of die kreeft of die krab dan echt buiten bewustzijn is. Dan lijdt ie twee keer. Dat moet u toch aan het hart gaan. Dan lijdt ie dus één keer met een mes dat hem niet helemaal buiten bewustzijn brengt en daarna gaat ie alsnog een keer lijden omdat ie in kokend water gaat. Ik vind dat u zich dat ook moet aantrekken. Daarvoor is die twee jaar. Er wordt een apparaat voor de horeca ontwikkeld waarmee die aan de slag kan. Tegelijkertijd heeft u ook gelijk dat sommige horeca het al op deze manier doet. Dan kan ik ook zeggen dat de motie overbodig is, maar dat ga ik niet zeggen. Ik wil namelijk echt een methode ontwikkelen waarmee zeker is dat kreeften en krabben niet meer lijden. Ik vraag het nog een keer. Als u mijn eerdere interpretatie kunt volgen, geef ik 'm oordeel Kamer. Anders moet ik 'm helaas ontraden.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Of de staatssecretaris kiest voor oordeel Kamer of niet, is natuurlijk volledig aan hem. Feit is dat de Kamer dit verbod al heel lang wil en dat we weten dat krabben en kreeften sowieso lijden als ze in een pan met kokend water komen. Ze zijn hypergevoelig voor temperatuurwisselingen. U kunt zich dus voorstellen wat er dan gebeurt. Even heel kort. In Noord-Holland heb ik zo'n motie ingediend. Het CDA was daar eigenlijk tegen, maar op de dag van de stemmingen kwam de vertegenwoordiger van het CDA naar me toe en zei: Ines, ik heb de hele avond naar de filmpjes gekeken en weet je wat, het CDA steunt je motie, want het is toch echt wel de basis van dierenwelzijn dat we hiermee stoppen. We weten dat ze lijden als je ze in een pan met kokend water kookt. Je kunt er van alles omheen bedenken, maar hier moeten nu gewoon een streep trekken. Ik hoop op een meerderheid van de Kamer hiervoor.

Staatssecretaris Rummenie:

Goed. Dan ontraad ik de motie.

De motie op stuk nr. 1363 van het lid Kostić gaat over bijtincidenten. Lid Kostić, ik geef prioriteit aan een meldpunt en verantwoorde fokkerij, omdat ik verwacht dat hiermee de grootste impact gemaakt kan worden. Op de overige maatregelen beraad ik mij. Ik ontraad deze motie dus.

De motie op stuk nr. 1364 van de heer Van Campen gaat over zelfregulering van het stelsel van dierenartsen. Ik werk met de beroepsgroep aan een beroepsorganisatie om kwaliteitsborging in het veterinair werk te versterken. Ik lees de brede motie van Van Campen in deze lijn, want die verzoekt om met een stelsel te komen voor zelfregulering voor de branche. De motie vraagt om instrumentarium. Dat is een breed begrip dat veel ruimte biedt. Dat constaterende kan ik daarmee uit de voeten in het traject dat ik met de beroepsgroep volg, opmerkend dat zelfregulering rond tariefopbouw moet passen binnen wetgeving rond mededinging. Als de heer Van Campen met die interpretatie kan leven, geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dit beaamt de heer Van Campen. Dan de motie op stuk nr. 1365.

Staatssecretaris Rummenie:

De motie op stuk nr. 1365 is van de heer Holman. Ik zal met de beroepsgroep voor dierenartsen bespreken of die hierin een rol voor zichzelf ziet weggelegd en hoe deze rol eruitziet. De motie krijgt oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 1366 over de hbo-opleiding paraveterinairen. De heer Holman en ik delen het belang van een goed functionerende veterinaire beroepsgroep en het aanpakken van de werkdruk bij dierenartsen. De motie vraagt echter om zo snel mogelijk te starten met een hbo-opleiding en het doorvoeren van de benodigde wetswijziging. Dat gaat te snel. Momenteel onderzoek ik welke mogelijkheden er zijn om binnen het huidige stelsel paraveterinairen meer bevoegdheden te geven om op korte termijn mogelijk de werkdruk voor dierenartsen te verlichten en paraveterinaire bevoegdheden beter te benutten. Daarbij kijk ik ook naar verruiming van de wettelijke bevoegdheden. Daarnaast wil ik nut en noodzaak van een hbo-opleiding en een hbo-functie in het veld verkennen. Ik wil verkennen welke praktijkbehoefte er is en wat de impact is van een hbo-functie op het stelsel van diergeneeskundige bevoegdheden en op de werkdruk. Die verkenning is eerst nodig. Het is daarom te vroeg om nu al te starten met een hbo-opleiding en het doorvoeren van de benodigde wetswijziging. Als ik de motie zo mag interpreteren dat ik een verkenning zal uitvoeren of en hoe een hbo-opleiding en een hbo-functie kunnen bijdragen aan een betere en efficiëntere taakverdeling binnen het stelsel van diergeneeskundige beroepen, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Zo niet, dan zal ik de motie ontraden.

De heer Holman (NSC):

Dank voor de positieve uitleg van de staatssecretaris. Ik vind het prima als hij dat gaat verkennen in het veld. Hij zal erachter komen dat ze daar in Dronten al heel erg over nagedacht hebben en dat het onderzoek dat hij vraagt, al aanwezig is. Ze staan klaar om met de opleiding te beginnen. Ik heb er begrip voor dat de staatssecretaris zegt dat de totstandkoming van het wetgevende stuk over de bevoegdheden van de paraveterinairen iets meer tijd vergt. Dat is geen belemmering om de opleiding te starten en het vervolgens zo snel mogelijk te regelen. Als de staatssecretaris het eens is met mijn uitleg van zijn appreciatie, ga ik akkoord met zijn appreciatie.

De voorzitter:

Man! Hou het een beetje simpel! Krijgt de motie oordeel Kamer? Is dat wat we nu ...

Staatssecretaris Rummenie:

Dan krijgt de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan heeft u elkaar begrepen. Heel goed. Mevrouw Bromet, één vraag, want we moeten echt door.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Ik vroeg me eigenlijk af of de bezuinigingen op onderwijs nog een rol spelen bij het oordeel op deze motie, want dit kost natuurlijk wel geld.

Staatssecretaris Rummenie:

Nee, volgens mij niet.

De heer Graus (PVV):

Ik moet mijn fractie kunnen adviseren over deze motie. Dan vind ik ook dat de staatssecretaris moet meenemen waar ik al jarenlang moties over indien. Die hoogopgeleide paraveterinairen zijn er al. Dat zijn halve dierenartsen, maar ze mogen bepaalde middelen niet gebruiken, bijvoorbeeld om een gewond dier uit een shock te halen. Ik noem Solu-Delta-Cortef. Ik vind dat de staatssecretaris dat ook moet meenemen, want anders heeft het nog geen zin. Ze moeten dan ook middelen kunnen gebruiken die daarbij horen, zeker als het gaat om noodhulp.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik heb mijn oordeel gegeven.

De voorzitter:

Dan krijgen we nu het stuwmeer aan moties van de heer Graus.

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, dat was een grote sinterklaasverrassing. Ik ben in gesprek met de betrokken partijen. Ik ga niet over de bevoegdheden van gemeenten en provincies. Dat is een autonome plicht. Ik wil de Kamer toezeggen dat ik de gesprekken zal voortzetten. Dus ik ontraad de motie.

De voorzitter:

Op stuk nr. 1367.

Staatssecretaris Rummenie:

Ja.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1368.

Staatssecretaris Rummenie:

Die gaat over de dierenambulance. Die ontraad ik, mits ik 'm anders mag interpreteren en ik met de ambulancelijn … Ik kan het niet allemaal goed lezen. Ik ben in gesprek met de dierenambulance. Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit op orde is. Daarom wil ik kijken wat ik kan doen ter ondersteuning van de basisopleiding.

De voorzitter:

De heer Graus stemt daarmee in, dus is de motie …

Staatssecretaris Rummenie:

Als hij met deze interpretatie akkoord is …

De voorzitter:

Ja, wat krijgt ie dan? Oordeel Kamer?

Staatssecretaris Rummenie:

Ontraden, mits ik 'm anders mag interpreteren.

De voorzitter:

Ik snap het niet meer.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik vroeg me ook even af wat hier opgeschreven staat.

De voorzitter:

Ja.

Staatssecretaris Rummenie:

Ontraden, mits ik hem anders mag interpreteren en ik met de ambulance …

De voorzitter:

"Ontraden, mits …" Bedoelt u niet "ontraden, tenzij"?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, precies.

De voorzitter:

Dus krijgt de motie oordeel Kamer?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja, met deze interpretatie.

De voorzitter:

Ja, maar de heer Graus gaat akkoord met deze interpretatie. Krijgt ie dan oordeel Kamer?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1368 krijgt oordeel Kamer. We komen er wel. De motie op stuk nr. 1369.

Staatssecretaris Rummenie:

Die gaat over de DNA-databank. Het invoeren van een DNA-databank is een grote stap. Het is duur, omvangrijk en vergaand. Bovendien wordt nu al gebruikgemaakt van DNA, zonder dat hiervoor een databank nodig is. Ik ontraad de motie.

Het zeehondenakkoord is afgesloten in 2020 en heeft een looptijd van acht jaar. Er loopt momenteel een tussentijdse evaluatie. Ik wil niet vooruitlopen op de resultaten, dus ik ontraad de motie.

De voorzitter:

Dit gaat over de motie op stuk nr. 1370. Eén vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dit is ernstig. Er wordt namelijk een wet overtreden, de Wet dieren, artikel 2.1, lid 6. Je moet noodhulp verlenen. Ik schrijf het er letterlijk in, hè? "Uitgehongerde zeehondenbaby's" en "zeehondenpups zonder moeder". Zogende zeehondenpups, als je daar nog geen noodhulp aan geeft … Je moet eens in de plaats van het dier een mens zetten. Dan zou het onmogelijk zijn. Waarom zou een dier minder zijn? Een zeehondenbaby moet toch ook noodhulp kunnen krijgen als het nodig is. We zijn dus in overtreding van de wet. Dat begrijp ik niet goed. De staatssecretaris moet voor onze wet staan.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik blijf toch bij mijn advies "ontraden", omdat het akkoord is afgesloten voor acht jaar. Ik ga het niet herhalen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1371.

Staatssecretaris Rummenie:

Die gaat over de konikspaarden. Populatiebeheer is een inherent onderdeel van de inzet voor grote grazers. De huidige vorm van populatiebeheer is nodig omdat natuurlijk populatiebeheer door predatoren ontbreekt. Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 1371.

Dat waren alle moties, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris. Dinsdag stemmen we over de moties. Er is nog één korte vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Over dat laatste: de staatssecretaris moet alles lezen wat ik erin heb gezet. Je kan geen dieren in een tupperwaregebied gooien waar ze van nature niet voorkomen. Je kan er niet mee gaan slepen en ze vervolgens allemaal doden en slachten. Dat kan gewoon niet. Ik vraag de staatssecretaris als herder van de schapen: zorg er nou voor dat er passende opvang komt voor die paarden en dat die niet zomaar naar de slacht gaan zonder medische grond.

De voorzitter:

Helder. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik heb gelezen dat het deze keer niet gelukt is om de paarden naar Zweden te verplaatsen, omdat de opvang daar nog niet voldeed aan wat voor die konikspaarden belangrijk is. Maar ik heb ook gelezen dat dat wel het geval gaat zijn in de komende jaren. Dus ik denk dat het probleem dan opgelost is.

De voorzitter:

Heel goed. Nogmaals, tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors enkele minuten. Daarna gaan we door met het volgende debat. Maar dat doe ik niet voordat ik het een en ander heb voorgelezen.

Naar boven