Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 33, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 33, item 4 |
Mijnbouw
Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw (CD d.d. 02/10).
De voorzitter:
Dan is thans aan de orde het tweeminutendebat Mijnbouw. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn u weer te zien. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Postma van de fractie van NSC. Zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. We staan voor de belangrijke keuze of we wel of niet een vergunning af gaan geven om te gaan boren in de Waddenzee bij Ternaard. Voor mijn fractie is veiligheid ontzettend belangrijk. Een van de instanties die ons als overheid adviseert over wel of niet boren en over de vraag of het wel of niet veilig kan, heeft aangegeven dat het niet veilig kan. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft in zijn rapport nadrukkelijk gezegd: het is niet veilig om hier te boren. Daarom zegt mijn fractie: doe het niet; ga niet boren onder de Waddenzee bij Ternaard. Om die reden heb ik de volgende motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) waarschuwt dat boren onder de Waddenzee bij Ternaard niet veilig kan;
constaterende dat SodM waarschuwt dat schade voor het gebied al na vijf tot tien jaar gaswinning kan optreden;
constaterende dat het hand-aan-de-kraanprincipe volgens SodM bij deze winning onvoldoende effect gaat sorteren om dit tegen te gaan;
constaterende dat de minister bij de begrotingsbehandeling KGG heeft aangegeven dat adviezen van het SodM zwaarwegend worden meegenomen in de besluitvorming;
constaterende dat er grote weerstand is in de omgeving en de garantie niet kan worden gegeven dat winning veilig kan;
overwegende dat de mijnbouwopbrengsten tijdelijk zijn, maar de schade permanent;
verzoekt de regering geen vergunning te geven voor winning van gas in de Waddenzee bij Ternaard,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar mevrouw Beckerman van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Goeiemorgen. De mijnen in Limburg zijn al een tijd gesloten en toch zitten nog steeds veel gedupeerden in Limburg met mijnbouwschade. Na al die jaren is er nog steeds geen goede aanpak voor heel veel van hen. Dat geldt voor mensen met ernstige schade, maar ook voor mensen met kleine schade. Vorig jaar leek er hoop te zijn. Toen stuurde de vorige staatssecretaris een brief met: volgend jaar gaan we eindelijk beginnen. En nu horen we dat er weer vertraging is. De plek waar gedupeerden zich kunnen melden, is er nog steeds niet. Als het de overheid nog steeds niet lukt om schade goed en tijdig op te lossen, dan maakt dat het angstig voor al die andere mensen die wonen bij locaties met mijnbouw. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Limburgers met mijnbouwschade in Limburg nog altijd wachten;
constaterende dat in oktober 2023 is beloofd dat vanaf medio 2024 de zware schadegevallen behandeld zouden worden en in het najaar 2024 de complete regeling zou worden opengesteld;
voorts constaterende dat er nu opnieuw vertraging is ontstaan en er geen duidelijkheid is wanneer de schadeafhandeling start;
verzoekt de regering niet langer te treuzelen en de Kamer nog voor het einde van het jaar te informeren over de gekozen rechtsvorm zodat de schadeafhandeling opgestart kan worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Rooderkerk, D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. NSC heeft zojuist mede namens D66 een motie ingediend om de gaswinning bij Ternaard tegen te houden. Het is niet veilig en niet verantwoord. We moeten onze natuur en UNESCO-Werelderfgoed, het Waddengebied, redden en de onzekerheid voor omwonenden stoppen. Kan de minister toezeggen om voor 1 januari 2025 een definitief besluit te nemen, vraag ik haar.
Dan heb ik nog twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de gaswinning door de NAM in Groningen heeft geleid tot meer dan 265.000 schademeldingen en ruim 11.000 onveilige woningen;
overwegende dat de NAM zich eenzijdig heeft teruggetrokken uit afspraken om bij te dragen aan de hersteloperatie voor de Groningers;
constaterende dat de NAM een aanvraag heeft gedaan om de winning van gas bij Warffum in Groningen te verlengen;
verzoekt de regering om te laten zien dat zij het herstel van Groningen serieus neemt en om daarom de vergunning van de NAM om gas te winnen bij Warffum niet te verlengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NAM ondanks eerdere beloften stopt met het meebetalen aan het perspectief voor Groningen;
overwegende dat de NAM jarenlang heeft geprofiteerd van de gaswinning in Groningen;
van mening dat zolang de NAM de betalingen richting Groningen niet hervat, zij geen betrouwbare partij is waar de overheid zaken mee zou moeten doen;
verzoekt de regering om de NAM geen nieuwe winningsvergunningen te verlenen of nieuwe winningsplannen goed te keuren zolang zij niet volledig voldoet aan de afspraken over het meebetalen aan het schadeherstel en het verbeteren van het economische en sociale perspectief voor Groningen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kröger van de fractie van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Als er één onderdeel is van de portefeuille van deze minister waarbij ze kan laten zien dat groene groei alleen kan met grijze krimp, dan is het mijnbouw. Dat betekent dat we echt de afbouw van fossiel in gang zetten en dus zeker geen nieuwe gaswinning toelaten onder zo'n kwetsbaar en zo'n belangrijk natuurgebied als de Wadden. Daarom staat mijn fractie en sta ik van harte onder de motie-Postma. Ik hoop dat het deze keer lukt om als Kamer heel duidelijk te zijn en een streep te zetten door dit zeer, zeer slechte plan.
Maar in het advies van het SodM rond Ternaard zat meer. Er zat een heel duidelijke waarschuwing in over veiligheid en wat bodemdaling doet met veiligheid, onze kustverdediging, de waterhuishouding en klimaatadaptatie. Vandaar de volgende motie. Want wat speelt bij de Wadden, speelt ook op andere plekken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de bredere consequenties van het Ternaardadvies van het Staatstoezicht op de Mijnen en daarin met name de gevolgen van gaswinning voor (verdere) bodemdaling, voor kustverdediging, waterhuishouding, klimaatadaptatie en langetermijngevolgen voor de veiligheid van Nederland;
overwegende de afwijzing van het SodM van het hand-aan-de-kraanprincipe als veiligheidswaarborg;
verzoekt de regering mijnbouwprojecten nadrukkelijk te toetsen op het risico op (versnelde) bodemdaling en de bredere gevolgen hiervan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik schors vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank u wel. Sorry, ik moet even op adem komen, want ik heb gerend tussen de ministerskamer en hier.
De voorzitter:
Op hoge hakken?
Minister Hermans:
Niet heel hoog, maar wel een beetje.
Ik begin met de vraag van mevrouw Rooderkerk. Zoals u weet, heeft de Raad van State mij de opdracht gegeven om voor 1 januari een besluit te nemen. Ik wil en ga dat doen. Ik zal dat op hele korte termijn ook doen. Zoals ik in mijn gesprekken in Warffum en Ternaard deze zomer heb toegezegd, zal ik de uitkomst ook toelichten en uitleggen en daarover in gesprek gaan met bewoners. Ik zal die duidelijkheid dus verschaffen voor 1 januari.
Voorzitter. Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 249 is onder anderen ingediend door mevrouw Postma, mevrouw Rooderkerk, de heer Vermeer, mevrouw Kröger, de heer Grinwis en mevrouw Beckerman. Kortom, deze motie heeft een hele lijst van ondertekenaars. Ik heb net gezegd wat ik heb gezegd over de termijn en de timing van de besluitvorming. Daarom moet ik op dit moment deze motie ontijdig verklaren. Maar ik zeg daar wel expliciet naar aanleiding van de inbreng van mevrouw Postma bij: veilig en verantwoord is natuurlijk het uitgangspunt en afwegingskader dat voor mij en voor het kabinet cruciaal is. Zo kijken we dus naar de adviezen die zowel het SodM als TNO en de Mijnraad het kabinet gegeven hebben. Natuurlijk betrek ik er ook de gesprekken bij die ik voer en heb gevoerd met bestuurders in de regio.
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 250 van mevrouw Beckerman over de organisatie van de schadeafhandeling in Limburg. Ik ben het met mevrouw Beckerman eens dat het belangrijk is dat er snel duidelijkheid komt, dat mensen in Limburg daar recht op hebben en dat zij daar ook echt al wel een tijdje wachten. Ik licht even toe waar we nu staan. Ik heb in juni twee kwartiermakers aangesteld. Die zijn nu aan de slag en komen met een advies. Dat advies komt eind december naar het ministerie. Ik wil dat dan goed bestuderen en meenemen in het besluit dat we hebben te nemen. Ik zal daarover ook met bestuurders in Limburg spreken, omdat ik dat ook belangrijk vind. Maar dat staat — ik neem de Kamer even mee in de planning — gepland voor half januari. Dus ik kan de Kamer eind januari informeren. Dat zal en wil ik ook doen. Als mevrouw Beckerman bereid is om in haar motie van "eind van het jaar" "eind januari" te maken, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat zal ik uiteraard doen, maar als het mag, wil ik toch een vraag stellen. De minister verwijst namelijk naar de kwartiermakers, maar de kwartiermakers verwijzen op hun beurt natuurlijk weer naar de minister. Dat hebben we ook gezien in de media. Dat is altijd een lastig schimmenspel voor de Tweede Kamer. Volgende week hebben we opnieuw een mijnbouwdebat. Ik zou toch graag wat meer toelichting daarop willen, want anders krijgen we weer een situatie waarin bestuurders naar elkaar wijzen maar de gedupeerden met schade zitten. Kan de minister volgende week hier wat extra toelichting op geven? Dan pas ik uiteraard die motie aan naar "half januari".
Minister Hermans:
Het laatste wat nu moet gebeuren, is dat we nu heen en weer gaan wijzen. Dat leidt alleen maar af van de oplossing en het besluit dat we moeten nemen. Maar ik kan toezeggen dat ik daar volgende week in het debat wat dieper op in zal gaan.
De voorzitter:
Prima. Dan verwachten wij een aangepaste motie van mevrouw Beckerman bij de Griffie. Dan mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik begrijp het advies "ontijdig". In dit proces werkt het natuurlijk zo dat de Kamer, helaas, pas geïnformeerd wordt nadat het besluit genomen is. Zo is het vastgelegd in de wet uit 1969, zeg ik uit mijn hoofd. Toch wil ik de minister vragen om geen besluit te nemen voordat er een stemming is geweest over deze motie. We stemmen dinsdag over deze motie. Dat is ruim voor 1 januari. Ik wil de minister vragen om geen besluit te nemen voor die tijd.
Minister Hermans:
Ik begrijp die vraag van mevrouw Postma. Zij verwijst zelf ook terecht naar wat we nu hebben vastgelegd in de Mijnbouwwet over hoe besluitvorming tot stand komt, bij wie ik advies moet inwinnen en met wie ik in gesprek ga. Dat staat overigens niet eens zo heel stevig in de wet, maar daar kunnen we mogelijk bij de aanpassing van de Mijnbouwwet over spreken. Ik zit nu in een proces om tot besluitvorming te komen. Zoals ik al zei, wil ik dat op heel korte termijn doen. Ik kan er nu niet zelf nog een termijn aan koppelen om het voor of na de stemmingen te doen. Ik doorloop het proces waarin ik zit en heb daar net over gezegd wat ik gezegd heb. Ik wil het en ga het ook voor 1 januari doen. Ik ga het op heel korte termijn doen. Ik ga dat ook toelichten in de regio aan de bewoners. Dat heb ik beloofd. Ik vind dat ook belangrijk. Dit is wat ik kan toezeggen en wat ik kan doen. Verder is het natuurlijk aan de Kamer op welk moment u hierover stemt. U plaatst mij echt voor iets onmogelijks door nu boven op die motie nog deze deadline te stellen.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 251. O, eerst mevrouw Kröger nog.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Los van wat ik vind van hoe de minister omgaat met een heel duidelijke wens van de Kamer door deze motie ... Nou ja, als er eerder een besluit valt, doorkruist dat gewoon de mogelijkheid van de Kamer om zich uit te spreken. Ik zou de minister willen vragen of in haar agenda staat dat zij vrijdag of maandag van plan is in de regio te zijn.
Minister Hermans:
Dit is gewoon een dilemma. Het eerlijke antwoord is: ja, dat staat in mijn agenda. En je kunt nu een beetje cynisch lachen om hoe ik hierop reageer, maar sinds ik in juli begonnen ben op deze portefeuille, probeer ik naar eer en geweten een afweging te maken in dit ongelofelijk lastige dossier, dat al jarenlang, kabinettenlang sleept en speelt; het is maar hoe je het wil verwoorden. Ik deed dat de afgelopen zomer en de afgelopen maanden door in gesprek te gaan, de adviezen te bestuderen en daar weer reflecties op te vragen, met uitgebreide besprekingen op mijn ministerie. Er moet uiteindelijk, op enig formeel moment, ook besluitvorming plaatsvinden in het kabinet. Pas als dat heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot een besluit van het kabinet, kan ik naar de regio gaan, want dan heb ik natuurlijk ook echt iets te vertellen. En ja, dat staat gepland in mijn agenda. Ik ga daar dus naartoe op hele, hele korte termijn. Maar daarom zei ik: ik kan dus niet nog een deadline aan mezelf laten opleggen door de vraag van mevrouw Postma. Maar als de Kamer besluit eerder over de motie te stemmen, heb ik dat natuurlijk te accepteren en te respecteren, en dan zal ik dat ook doen.
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij is het antwoord van de minister glashelder: zij zal voor de stemmingen van dinsdag naar de regio gaan. Ze heeft aangegeven dat ze het besluit lokaal gaat toelichten. Volgens mij is het dan belangrijk dat wij ons als Kamer daar eerder over uitspreken. Volgens mij is het namelijk overduidelijk dat er een stevige Kamermeerderheid is die dit absoluut niet wil.
Minister Hermans:
Dat laat ik uiteraard aan de Kamer. Dat is ook aan de Kamer. Maar mevrouw Postma stelde mij een andere vraag. Daar heb ik antwoord op gegeven. Daarna heb ik in alle openheid geschetst hoe mijn agenda eruitziet, net als ik zojuist deed voor mevrouw Beckerman, over mijn gesprek met de regio Limburg. Het is nu aan de Kamer om daarin een afweging te maken.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
De minister geeft net aan dat ze een besluit neemt voordat wij dinsdag over de motie stemmen. Daarmee is eigenlijk niet zozeer de motie ontijdig, maar meer het besluit van de minister, denk ik. Is het dan mogelijk om de motie vandaag al in stemming te brengen, vraag ik even aan de voorzitter.
De voorzitter:
Wij hebben even tijd nodig om te bedenken hoe we dat ordentelijk moeten besluiten. Ik stel voor dat we doorgaan met de andere moties. We hopen dat we dan later een antwoord hebben.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Prima.
De voorzitter:
Ik hoop dat u zich schuldig voelt voor deze kleine constitutionele crisis die u hier 's ochtends aanricht, mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Een kleine uitdaging in de ochtend is toch mooi?
De voorzitter:
"Uitdaging" is het goede woord. Had u iets toe te voegen aan dit onderwerp, meneer Peter de Groot? Gaat uw gang.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik had eigenlijk een vraag aan de minister. Acht dagen geleden is een motie van mevrouw Beckerman met hetzelfde verzoek verworpen door deze Kamer. Toen was ook de briefing rondom Ternaard geweest. Wat is er in die tijd dan zo veranderd dat de minister wel of geen haast moet maken met het nemen van besluiten? Acht dagen geleden heeft de Kamer namelijk gezegd: u kunt gewoon uw rol in het kabinet vervullen en doorgaan met uw werk.
Minister Hermans:
Er ligt een uitspraak van de Raad van State die stelt dat ik voor het einde van het jaar een besluit moet nemen en duidelijkheid moet geven. Dat wil ik dus doen. Daar is alles op gericht geweest, dus vandaar mijn antwoord net aan mevrouw Kröger naar aanleiding van de vraag die mevrouw Postma mij stelde.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 251.
Minister Hermans:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 251 van mevrouw Rooderkerk gaat over Warffum. Volgens de motie moet ik, om te laten zien dat we het herstel van Groningen serieus nemen, de vergunning bij Warffum niet verlengen. Die twee dingen staan los van elkaar. Het kabinet en ik nemen de situatie en het herstel van Groningen uitermate serieus. U heeft daar, als ik het me goed herinner, eerder deze week nog een hele dag met de heer Van Marum over gedebatteerd. Hij is daar echt dag in, dag uit mee bezig. Tegelijkertijd heb ik, heeft het kabinet, de verantwoordelijkheid om op grond van de Mijnbouwwet winnings-, opsporings- en vergunningsverzoeken die binnenkomen, te beoordelen. Daarom is deze motie ontijdig.
Mevrouw Beckerman (SP):
Vanmiddag komt er ook een motie over Warffum in stemming, voordat we weer een constitutionele crisis hebben. Maar ik heb wel een vraag hierover, want de vergunning om gas te winnen bij Warffum die de NAM nu heeft, loopt deze maand af. Wat betekent dat? Wanneer moet de minister besluiten over deze aanvraag? Kan daar een gat tussen zitten? Wat gebeurt er dan? Wanneer wordt dit besluit nou genomen?
Minister Hermans:
Daarvoor geldt ook: op hele korte termijn. Dat besluit moet ik snel nemen. Sta mij toe nog wat toe te voegen, voorzitter. Die vergunning loopt inderdaad af. Daarvoor moet die verlengd worden. Althans, dat is het verzoek van de NAM. Als mevrouw Beckerman er prijs op stelt, kan ik nog wel even precies aangeven wat het betekent als je door de deadline heen gaat, al is dat natuurlijk afhankelijk van het besluit dat genomen wordt. Maar ik wil dat even heel precies doen, omdat het juridisch natuurlijk allemaal precies moet. Maar als mevrouw Beckerman dat voor het debat van volgende week nog even op papier wil krijgen, kan ik dat haar natuurlijk toezenden.
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat lijkt me een mooie toezegging. Dan zou ik ook wel graag die deadline willen weten. Wat is de precieze datum waarop het afloopt? Wanneer denkt de minister dat besluit te nemen? Wat zou er gebeuren als die vergunning eerder afloopt dan het moment waarop de minister het besluit neemt? Hier zitten namelijk ook juridische implicaties aan: mensen moeten in bezwaar kunnen gaan tegen een besluit dat de minister neemt.
Minister Hermans:
Tegen een ontwerpbesluit … O, excuus, voorzitter; er viel iets. Maar mevrouw Beckerman heeft gelijk: tegen een ontwerpbesluit moet je in bezwaar kunnen gaan.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 252.
Minister Hermans:
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 252, ook van mevrouw Rooderkerk. Die vraagt om geen nieuwe gaswinningen of verlengingen van bestaande gaswinning goed te keuren zolang de NAM niet volledig voldoet aan de afspraken. Het is ontegenzeggelijk waar — daar lezen we regelmatig over — dat er meningsverschillen bestaan over gemaakte afspraken in het verleden. Over een aantal van die afspraken lopen op dit moment ook arbitragezaken. Die procedures lopen en we moeten afwachten hoe die uit zullen pakken. Verder heb ik mij ook te houden — daarmee kom ik op hetzelfde argument dat ik net gaf — aan wat er is opgenomen in de Mijnbouwwet. Vandaar dat ik die twee dingen echt uit elkaar moet halen. Daarom ontraad ik deze motie.
Tot slot. De motie van …
De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk. Even kort, want over drie minuten moet het volgende debat beginnen.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Kort dan. Ik begrijp dit antwoord vanuit een soort juridisch oogpunt. Maar wat vindt de minister van wat de NAM doet?
Minister Hermans:
Er zijn afspraken gemaakt over schadeafhandeling en schadeafwikkeling, ook over de betalingen en de bijdrage van de NAM daaraan, om even een voorbeeld te noemen. Dat zij die betalingen nu niet doen, vind ik niet netjes en niet gepast. Als je afspraken hebt gemaakt, dan heb je die na te komen. Maar de situatie is nu zoals die is. Ik hoop dat er heel snel tot een oplossing wordt gekomen. Ik vind het belangrijkste dat de hersteloperatie in Groningen gewoon door kan gaan en dat mensen in Groningen hier geen last van ondervinden. Dit moet uiteindelijk gaan over wie helemaal aan het eind van de rit de rekening betaalt. Dat is nu een geschil tussen de Staat en de NAM. Maar voor mensen in Groningen maakt dat niks uit; voor hen gaan de schade en het herstel gewoon door.
De voorzitter:
Ja. Dan de motie op stuk nr. 253.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 253 van mevrouw Kröger vraagt om nadrukkelijk te toetsen op het risico van versnelde bodemdaling en de brede gevolgen hiervan. Bij de gaswinning kijken we ook naar het risico van bodemdaling door gaswinning en naar de mogelijke effecten. Daarvoor komen er verschillende adviezen vanuit TNO, SodM en de Mijnraad, maar natuurlijk ook vanuit het waterschap. Ik lees de motie van mevrouw Kröger als het geven van voldoende gewicht aan bodemdaling in de beoordeling van die aanvragen. Daarmee kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Heel goed. Dan zijn de oordelen over de moties duidelijk.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dan komen we nog even terug op de motie op stuk nr. 249. Mevrouw Rooderkerk vraagt om die vandaag al in stemming te brengen. Ik heb even overleg gevoerd. De procedure is als volgt: ik beleg nu een ordedebat en dan hoor ik graag van u of u dat voorstel van mevrouw Rooderkerk ondersteunt. Daar moet een meerderheid voor zijn. Ik tel daarvoor het aantal zetels dat u vertegenwoordigt. Het voorstel van mevrouw Rooderkerk is dus om dit vandaag al in stemming te brengen. Ik hoor graag wat uw oordeel is. Dan kijken we of daar een meerderheid voor is.
Mevrouw Beckerman (SP):
Namens vijf zetels steun.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Zeker steun. Ik word als Kamer liever niet gepasseerd.
De heer Kops (PVV):
Geen steun.
De heer Peter de Groot (VVD):
Geen steun.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik vind het een hele lastige. Ik heb gehoord …
De voorzitter:
Ik wil toch iets van u horen.
Mevrouw Postma (NSC):
Ja, dan steun.
De voorzitter:
Oké. We hebben niet gehoord van mevrouw Rooderkerk, maar aangezien het haar voorstel is, tellen we haar ook maar mee. Het voorstel van mevrouw Rooderkerk wordt gesteund door 74 leden. Dat is geen meerderheid; dat betekent dat we er dinsdag over gaan stemmen.
Tot zover dit debat. Dank aan de minister. Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we door.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-33-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.