Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 96, item 21 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 96, item 21 |
Ruimte voor Defensie
Aan de orde is het tweeminutendebat Ruimte voor Defensie (CD d.d. 19/06).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Ruimte voor Defensie. Het commissiedebat vond plaats op 19 juni. Het tweeminutendebat is aangevraagd door de heer Krul, maar die wordt vervangen door de heer Boswijk van de fractie van het CDA. Ik geef hem graag het woord. En natuurlijk een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris, die zijn debuut maakt in vak K in de plenaire zaal.
De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Inderdaad van harte welkom aan staatssecretaris Tuinman. We hebben in de vorige periode leuk samengewerkt. Ik hoop dat we die samenwerking voort kunnen zetten.
Voorzitter. Een woordvoerder Defensie die zichzelf een beetje serieus neemt — een staatssecretaris overigens ook — volgt Paxen be like. De staatssecretaris laat al enige herkenning zien, dus hij volgt het. Dat is goed. Daar had u namelijk een filmpje kunnen zien van een Chinook die een race hield met een speedboot. Het aantal reacties daarop van mensen die dat allemaal mooi en gaaf vonden, was groter dan het aantal bezwaren die zijn gemaakt tegen Ruimte voor Defensie, waar de staatssecretaris nu mee aan het lopen is. Dat gaf voor mij weer extra aan hoe belangrijk het is dat Defensie veel meer in het straatbeeld is en dat wij ons er veel meer bewust van zijn dat vrijheid en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn. Daar hoort soms ook bij wat sommigen "hinder" noemen en anderen "the sound of freedom". Tegelijkertijd maakt het onze krijgsmacht veel beter als onze mannen en vrouwen veel meer kunnen oefenen in het straatbeeld. Helaas kan dat vaak nog niet door allerlei wet- en regelgeving. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de dreigingen in de wereld toenemen en dat daarom meer oefeningen van de krijgsmacht nodig zijn;
constaterende dat de laatste decennia de krijgsmacht te veel uit het straatbeeld is verdwenen, waardoor de samenleving en onze krijgsmacht te veel los van elkaar zijn gekomen;
constaterende dat het ministerie van Defensie bezig is met een wetsvoorstel voor een wet op de gereedstelling;
verzoekt de regering om bij dit wetsvoorstel en in het licht van het programma Ruimte voor Defensie ook te kijken naar de mogelijkheden om structureel meer trainingen in het straatbeeld te organiseren, wat de getraindheid van de krijgsmacht en de weerbaarheid van onze samenleving vergroot,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is de heer Pool van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
De heer Pool (PVV):
Voorzitter. Ook namens de PVV een warm welkom aan de staatssecretaris, die zich naar ik zie als een echt werkpaard voor Defensie heeft ontpopt. Hartstikke mooi.
Voorzitter. De slag om de ruimte voor Defensie is begonnen. Na jaren van wanbeleid, waarbij onze kazernes werden omgetoverd tot azc's, keert het tij en herovert de Nederlandse krijgsmacht kazerne na kazerne op het COA. Van de legerplaats Harskamp tot aan het Walaardt Sacré Kamp: overal boeken onze militairen forse terreinwinst en worden de daar gelegerde asielzoekers de deur gewezen. Graag verneem ik van deze staatssecretaris hoe het staat met deze ontwikkelingen en wanneer deze kazernes weer operationeel zullen zijn.
Voorzitter. Want genoeg is genoeg. De PVV heeft het altijd totaal onverantwoord gevonden hoe onze soldaten de massa-immigratie moesten faciliteren door op de kazernes letterlijk de bedjes voor de asielzoekers op te maken. Kan deze staatssecretaris bevestigen dat deze dagen met het aantreden van dit nieuwe kabinet achter ons liggen? Zullen onze kazernes weer worden ingezet hoe ze bedoeld zijn, namelijk als bolwerken van onze krijgsmacht, en niet als azc's?
Voorzitter, ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan luisteren naar mevrouw Heite van de fractie van NSC. Dit is de eerste keer dat ze hier spreekt. Toch is het niet haar maidenspeech.
Mevrouw Heite (NSC):
Voorzitter. Ook namens Nieuw Sociaal Contract van harte welkom aan de staatssecretaris. We kunnen er niet meer omheen: het is noodzakelijk dat we onze krijgsmacht moeten opschalen. Maar dit besef weerklinkt nog niet genoeg in onze samenleving. Om het draagvlak voor de intensivering van Defensieactiviteiten voor de vrede en veiligheid van onze samenleving te vergroten, heeft de staatssecretaris aangegeven dat hij alle provincies wil bezoeken en in gesprek wil gaan met omwonenden en betrokkenen. In het kader van goed bestuur zie ik hier een schone taak voor Defensie: om de zichtbaarheid te vergroten en in gesprek te blijven met de burgers over de intensivering van Defensieactiviteiten.
Toch bereiken ons nog steeds veel signalen, vanuit heel Nederland, van gemeenten en bezorgde burgers. Zij geven aan dat zij zich niet betrokken en gehoord voelen bij de invulling van Ruimte voor Defensie. Als Groninger weet ik maar al te goed wat een gebrek aan betrokkenheid en slechte communicatie van de overheid met burgers doet. De enorme omvang van de opgave en het grote belang voor Defensie en voor onze veiligheid vragen juist om een intensieve en zorgvuldige samenwerking tussen overheid en lokale gemeenten, bedrijven en inwoners. Collega Van der Wal gaat hier zo meteen een motie over indienen, die we dan ook van harte zullen steunen.
Voorzitter. Met het oog op de samenwerking tussen het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie en de Nota Ruimte moet de nadruk ook liggen op samenwerken, met ruimte voor lokale oplossingen. Daarom wil ik graag de volgende motie indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Defensie met het participatieplan het omgevingsmanagement zo goed mogelijk heeft geprobeerd te organiseren;
constaterende dat er toch signalen zijn vanuit meerdere provincies dat de visies van gemeenten, bedrijven en inwoners niet of niet voldoende zijn meegenomen in de plannen ten aanzien van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD);
constaterende dat gemeenten, bedrijven en inwoners op een aantal beoogde locaties behoefte hebben aan lokale oplossingen en zodoende bereid zijn om alternatieven aan te dragen;
overwegende dat de Nota Ruimte tevens aanstuurt op integraliteit tussen overheid, lokale gemeenten, bedrijven en inwoners en dat het van belang is om aan te sturen op integraliteit en slim regionaal combineren;
verzoekt de regering om in navolging van de Nota Ruimte meer integraal af te stemmen met andere betrokken departementen en lokale gemeenten, bedrijven en inwoners bij de afweging welke locaties in Nederland geschikt zijn voor intensivering van militaire activiteiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Heite (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Heel goed. De heer Nordkamp, GroenLinks-PvdA.
De heer Nordkamp (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. In theorie is het participatieproces rondom het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie een goed voorbeeld van hoe het zou moeten. Verschillende alternatieven worden zorgvuldig tegen elkaar afgewogen. De rijksoverheid houdt de regie, maar de expertise en de lokale kennis over de fysieke leefomgeving verrijken de inhoud van het nationaal beleid. Als dit proces zorgvuldig doorlopen wordt, dan kunnen partijen ontevreden blijven, maar niet zeggen dat zij en hun bezwaren niet serieus zijn genomen. Het is in dit proces wel van belang dat andere betrokken overheidslagen hun verantwoordelijkheden in dit proces kennen en hun rol ook pakken. Uit mediaberichten is gebleken dat niet alle burgers door medeoverheden zijn geïnformeerd over de informatieavonden die Defensie voor hen heeft georganiseerd. Dat is een gemiste kans. Daarom vragen wij aan de staatssecretaris hoe dit heeft kunnen gebeuren, hoe hij dit in de toekomst tracht te voorkomen en hoe de inspraak van deze burgers alsnog wordt gewaarborgd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Wal van de VVD.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Voorzitter. Ik heb een vraag en een motie. Ik begin met de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Defensie momenteel een zorgvuldig en transparant proces doorloopt voor haar zoektocht naar ruimte;
overwegende dat er snel extra ruimte voor Defensie gevonden moet worden voor onder andere personeel, opslag en oefenterreinen;
overwegende dat het in het belang is voor de veiligheid van alle Nederlanders dat Defensie snel kan uitbreiden en dat we jarenlange procedures ons niet kunnen veroorloven;
overwegende dat een verbeterde informatievoorziening veel vragen en zorgen kan wegnemen voor bewoners nabij potentiële Defensielocaties;
verzoekt de regering om de informatievoorziening rond uitbreidingen van Defensie voor de desbetreffende regio's fysiek en digitaal te verbeteren, zonder dat dit vertraging oplevert,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag. Het kan niet zo zijn dat de militaire top ons waarschuwt voor een mogelijk conflict in drie tot vijf jaar en dat wij in Nederland dan nog bezig zijn met vergaderen en met ruimtelijke procedures. Daarom mijn vraag: worden alle versnellingsmogelijkheden in de Omgevingswet benut om te komen tot kortere procedures en heeft de staatssecretaris zicht op verdere mogelijkheden om te versnellen binnen die Omgevingswet?
Dank.
De voorzitter:
Heel goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Wijen-Nass van de fractie van BBB. Ik moet even vragen of u het allen goedvindt dat zij spreekt, want toen het commissiedebat plaatsvond, was zij nog geen Kamerlid. Ik zie enthousiasme in de zaal. Ik geef het woord dus graag aan mevrouw Wijen.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter, voor het woord. Allereerst hartelijk welkom aan onze staatssecretaris, de heer Tuinman. Dit is zijn eerste keer. Heel veel succes met dit eerste debat.
Ik heb twee moties, meneer de voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Defensie de komende jaren meer ruimte moet gaan gebruiken als bijvoorbeeld schietgebied en munitiedepot in het kader van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie;
overwegende dat Breezanddijk het enige schietgebied in Nederland is waar afgeschoten zware artilleriegranaten door middel van kruismetingen kunnen worden gevolgd;
overwegende dat het aantal oefeningen in de komende jaren in dit gebied zal toenemen vanwege de aanschaf van nieuwe wapens en munitie;
overwegende dat er vanuit de RES Noord-Holland Noord wordt onderzocht om op het IJsselmeer zonneatollen te ontwikkelen;
verzoekt het kabinet om in het IJsselmeer geen noodzakelijk oefenterrein van Defensie op te geven ten behoeve van zonneatollen of andere activiteiten die het oefenen kunnen beperken of hinderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het algemeen belang van een weerbaardere samenleving leidt tot een grotere behoefte aan militaire oefenterreinen, munitiedepots, overvlieggebieden et cetera;
overwegende dat het beheer door Defensie van de huidige Defensieterreinen in natuurgebieden een positieve invloed heeft op de natuurwaarden (zie ook het onderzoek "Natuurwaarden op defensieterreinen: De actuele staat van biodiversiteit en natuurbeheer en perspectief op de toekomst" uit juni 2023);
verzoekt het kabinet om in de verdere uitwerking van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie ook in te zetten op multigebruik van onder andere natuur voor defensiedoeleinden en in de integrale ruimtelijke afweging het belang van landbouwgrond te onderkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tien minuten. Dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.
De vergadering wordt van 16.42 uur tot 16.52 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Tuinman:
Voorzitter, dank u wel. Mooi om weer terug te zijn in de parlementaire huiskamer. Ik voel me hier vertrouwd.
Ter zake. Een tijdje terug ben ik gestart bij Defensie. We hebben flinke stappen gezet om Nederland sterker, Europa veiliger en de NAVO krachtiger te maken, en voor een toekomstbestendige krijgsmacht om te kunnen beschermen wat ons dierbaar is. Sinds een aantal jaren wordt er weer meer geïnvesteerd in meer mensen, meer training, meer materieel, maar ook in meer activiteiten. Dit kabinet zet die lijn met kracht voort.
We zien ook dat de veiligheidssituatie in de wereld verslechtert. We zien steeds dat Nederland zich moet voorbereiden, beter moet voorbereiden. We zien dat de krijgsmacht moet worden versterkt om substantieel bij te kunnen dragen aan de NAVO en het afschrikkende effect. Dit vraagt om meer ruimte, fysieke ruimte en milieuruimte, maar ook om geluidsruimte. Defensie heeft daarbij kritisch gekeken en kijkt nog steeds kritisch naar wat in het buitenland kan en wat echt hier in Nederland moet. De ruimtebehoeften van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie zijn behoeften die minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de noodzakelijke training en activiteiten hier in Nederland.
Ik wil wel de kanttekening plaatsen dat als Defensie uiteindelijk de gevraagde ruimte niet krijgt of niet kan gebruiken, de consequentie is dat we met elkaar minder getrainde militairen op missie sturen en er minder het veld in gaan. Ik besef ook goed dat we hiermee beslag leggen op de schaarse ruimte in Nederland. Als we alle belangen, behoeftes en beschikkingen bij elkaar leggen, dan heb je misschien wel tweeënhalf keer Nederland nodig. In dit proces heb ik dan ook heel veel aandacht besteed aan informatie, participatie, een planMER en bestuurlijk overleg. Daarvan gaan er ook nog een aantal komen.
In de schaarse ruimte van Nederland moeten we scherpe keuzes maken tussen verschillende belangen, zoals landbouw, woningbouw, energie, water, bodem, erfgoed en natuur. Ik besef met mijn team ook heel goed dat de regionale en lokale overheden heel veel taken op hun bordje hebben en dat we proactief samen op zoek moeten gaan naar het multifunctioneel gebruik van die ruimte.
Mijn voorganger heeft hier met u afgesproken dat het doel blijft om in het eerste kwartaal van 2025 die keuzes te maken en uw Kamer hierover te informeren. De definitieve besluitvorming door het kabinet verwacht ik direct na de zomer volgend jaar.
Voorzitter. Er waren drie vragen en vijf moties. Als u het mij toestaat, begin ik met het beantwoorden van de vragen.
De heer Pool van de PVV stelde een vraag over het zo snel mogelijk beëindigen van het opvangen van asielzoekers op locaties van Defensie. Ik wil daar een paar dingen over zeggen. Defensie ondersteunt Asiel en Migratie al geruime tijd met de opvang van ontheemden uit bijvoorbeeld Oekraïne, maar ook met de opvang van asielzoekers. Defensie heeft hier zwaarwegende militaire locaties voor ter beschikking gesteld. Hoe werkt dat dan? Een eventueel verzoek van een bestuursorgaan — dat kan bijvoorbeeld een provincie of gemeente zijn — aan Defensie voor militaire steunverlening in het openbaar belang vindt via de reguliere kanalen plaats. Dat wordt door Defensie altijd zorgvuldig gewogen. Ik wil hierbij richting de heer Pool aangeven dat het verzoek dat Asiel en Migratie doet, altijd tijdelijk is. Het gaat nooit over permanent gebruik van Defensielocaties. Per geval bekijken we hoe het uiteindelijk uitvalt.
We hebben op dit moment op drie locaties, op drie plekken van Defensie, daadwerkelijk asielzoekers in huis. Dat is in Budel — u kent het wel — en dat is bij de Harskamp en dat was op het Walaardt Sacré. Er is net een Kamerbrief naar u verstuurd. Die gaat binnenkort bij u op de mat vallen, deze week. Het Walaardt Sacré is nu daadwerkelijk opgeleverd door het COA. Er zijn op dit moment geen asielzoekers meer aanwezig. As we speak zijn we begonnen met de werkzaamheden aan het riool. We zetten er wat dat betreft echt wel vaart achter.
De tweede vraag.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Pool.
De heer Pool (PVV):
Het is natuurlijk positief nieuws dat dat klaar is. Ik zou willen vragen hoe het dan staat met die andere locatie, de Harskamp.
Staatssecretaris Tuinman:
De Harskamp is op dit moment in gebruik door Asiel en Migratie. Daar hebben we ook een overeenkomst mee. Dat zal nog wel een tijdje duren. We houden altijd nauwlettend in de gaten wat het COA nodig heeft en wat wij kunnen leveren. Ik besef wel degelijk dat het ook impact op de gereedstelling kan hebben.
Ten tweede, over Budel: ook daar is een tijdelijke overeenkomst mee gesloten. Budel is ook opgenomen in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. Dat nemen we uiteindelijk in die behoeftestelling mee. Laten we eerst even kijken hoe we door het hele proces heen komen. Dan zien we of Budel daadwerkelijk noodzakelijk is voor die behoeftes en dan zullen we het gesprek aangaan met het COA.
De tweede vraag was van de heer Nordkamp van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het was een vraag over de informatiebijeenkomsten. Wij hebben er bewust voor gekozen om een heel transparant proces op te zetten met de samenleving en de belanghebbenden in de regio. We vinden het belangrijk bij het programma dat we hebben voor Ruimte voor Defensie, ook gezien de impact ervan, om een zo groot mogelijk draagvlak op te bouwen. Daarom hebben we in alle provincies informatieavonden gehouden. En niet alleen in alle provincies, maar we hebben dat bijvoorbeeld ook gedaan op Vlieland. Dan moet je met de boot over en dat kan nog weleens lastig zijn. In de Nota van Reactie zijn er twee locaties bij gekomen die door de provincies zelf zijn aangegeven. Daar hebben we aanvullende informatieavonden georganiseerd.
Dan de vraag hoe we informeren. Dat doen we via de medeoverheden. Defensie heeft best wat budget vrijgemaakt en erin gestoken om daadwerkelijk via huis-aan-huisbladen maar ook een aantal krantenberichten mensen wel degelijk te informeren dat er informatiebijeenkomsten zijn. Die verantwoordelijkheid hebben we uiteindelijk wel merendeels neergelegd bij de provincies.
In de Nota van Reactie, die we op 22 juni ook aan uw Kamer hebben gestuurd, heb ik aangegeven dat ik in het verdere vervolg via bewonersbrieven omwonenden op onderzoekslocaties daadwerkelijk zal gaan informeren. Maar ik hecht er wel belang aan dat we eerst die voorkeurslocaties vaststellen. Dan kan ik die slag gaan maken. Ook daarbij ga ik werken met de medeoverheden, want uiteindelijk heb ik van hen de personeelsgegevens en de adresgegevens nodig.
Wat ik wil aangeven of toezeggen, is dat we, zodra we de hele puzzel hebben gelegd bij de planMER en er locaties af blijken te vallen, de mensen en de regio's daadwerkelijk zo snel mogelijk informeren. Ik vind dat we zo snel mogelijk moeten zorgen dat er zo min mogelijk mensen daadwerkelijk in onzekerheid zitten. Dat is wat mij betreft ook goed bestuur.
We hebben een derde vraag, van mevrouw Van der Wal van de VVD. Hoe kunnen we dat hele proces versnellen? Het is natuurlijk een grote juridische rompslomp; daar ben ik mij heel goed van bewust. Het eerste wat ik erover wil zeggen, is dat we het volledig hangen onder de Omgevingswet, dus dat is het kader waar we in zitten. Ik heb ook een heel team opgebouwd, met allemaal mensen van BZK, dus dat zijn echt wel specialisten die hier verstand van hebben. Dat is al een stap, denk ik.
Het tweede wat we doen, is dat we een zogenaamde projectprocedure volgen. Dat betekent eigenlijk dat juridische en planologische procedures maximaal versneld worden. En wat betekent dat? Dat beroepen niet langs de rechtbank gaan, maar direct naar de Raad van State. Dat zorgt ervoor dat die procedures sowieso al gehalveerd worden in de tijd.
Voorzitter. Vijf moties. De eerste motie, op stuk nr. 49, van de heer Boswijk is eigenlijk een vrijbrief om te oefenen buiten de kazernes, zoals ik het maar noem. Ik ben dat met hem eens. Wat dat betreft krijgt hij van mij oordeel Kamer. Juist uit die actuele conflicten leren we dat stedelijk gebied steeds belangrijker wordt. Maar we zien ook dat militairen in het straatbeeld wel degelijk bijdragen aan maatschappelijke weerbaarheid. Die neem ik mee en die krijgt oordeel Kamer.
De tweede motie, op stuk nr. 50, van mevrouw Heite van NSC, gaat over informatiebijeenkomsten over het NPRD. Die moet ik helaas ontraden en ik zal ook aangeven waarom. Als Defensie zetten we vol in op het opstellen en het mede werken in de Nota Ruimte van de minister van VRO. Juist daarom beseffen we goed dat je altijd integrale keuzes en afwegingen moet maken, en dat doen we dan ook. We doen dat ook op provinciaal niveau, bijvoorbeeld in het kader van de NOVEX-aanpak van de minister van VRO. We zien dat bijvoorbeeld bij de planMER, waarbij we onderzoeken of onze plannen daadwerkelijk botsen met de plannen van gemeenten voor woningbouw, windenergie, maar ook de inzet voor natuur. Wat ik ook wil aangeven, is dat u niet moet vergeten dat ik nog twee bestuurlijke rondes zal maken. In oktober ga ik echt langs alle provincies. In het eerste deel van 2025, nadat we de zienswijzen hebben gehad, zal ik nog een ronde maken langs alle bestuursorganen. Dan zal ik in overeenstemming kijken hoe we de zaken zo goed mogelijk kunnen inpassen. Het zit 'm er voor mij in dat uw motie gaat over "meer". Ik heb er goed naar gekeken, maar als ik dat "meer" doe, gaat het vertraging opleveren. Daarmee zal dit niet ten goede komen aan de veiligheid van Nederland. Ik doe het altijd volledig integraal. Veel integraler dan dat gaat dus ook niet.
De motie op stuk nr. 51, van mevrouw Van der Wal van de VVD, krijgt oordeel Kamer. Maar goed, ik heb er al wat over gezegd. We zijn ons ervan bewust dat we transparant en ook open moeten communiceren met de samenleving. Ik heb ook aangegeven dat ik me bewust ben van de impact op mensen. Ik heb dat ook aan den lijve ondervonden, zoals bij het toegevoegde locatiealternatief voor Staphorst, voor een munitiecomplex. Dat is uiteindelijk ingevuld met een extra sessie. Dus die motie krijgt van mij oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 52 is van mevrouw Wijen-Nass van de BBB. Ik heb 'm even genoemd: zonneatollen op het IJsselmeer. Ik volg dat. Ik ben er goed van op de hoogte. Ik heb gemerkt dat u ook goed op de hoogte bent van hoe het allemaal werkt met het inmeten. Wat dat betreft krijgt de motie oordeel Kamer. Daarbij geef ik aan dat dit dus niet gaat over een extra behoefte die we hebben. Dit gaat erover dat we nu met de huidige stand van zaken, de techniek en onze computerkracht precies kunnen uitrekenen wat de mallen zijn en hoeveel ruimte je nodig hebt voor onveilig gebied. Het is dus eigenlijk een veiligheidscorrectie op datgene wat we al deden.
De motie op stuk nr. 53, ook van mevrouw Wijen-Nass van de BBB, gaat over wat verder kijken dan alleen landbouw bij het NPRD. Die kan ik ook oordeel Kamer geven. In onze planMER kijken we daar ook specifiek naar. Ik neem uw punt over specifiek kijken naar multifunctioneel gebruik van de ruimte ook mee. Munitieopslag en natuur zouden wat dat betreft prima samen kunnen gaan.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Wal.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Het is ook mijn eerste keer hier vandaag als Kamerlid.
De voorzitter:
Spannend hè? Jaja.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Nou! Ik moet even zoeken met voetjes en pedalen.
De voorzitter:
Neem uw tijd, neem uw tijd.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Het gaat goed. So far, so good. Ik heb een vraag aan de staatssecretaris. De motie op stuk nr. 50 wordt ontraden. Ik hoor de staatssecretaris argumenten gebruiken als: "We werken stap voor stap naar 2025 en dan maken we de keuzes. We doen nog heel veel rondes. Het is al integraal en we willen niet nog meer vertraging." Maar bij de motie op stuk nr. 53 heb ik eigenlijk dezelfde zorgen. Maakt deze motie het niet onnodig ingewikkeld? De prioriteit is nu toch gewoon: ruimte voor Defensie, met snelheid, om vervolgens in 2025 de keuzes te maken?
Staatssecretaris Tuinman:
Jazeker, dat ben ik met u eens. We moeten snelheid maken. We moeten dat transparant doen. We moeten alle belangen goed afwegen en we moeten daar nauwgezet in zijn. Mijn punt bij de motie op stuk nr. 50 is het woordje "meer". Ik worstel met wat dat dan betekent. Moet ik dan een extra, aanvullende bestuurlijke ronde gaan doen? Dat zie ik dan even niet zitten. Met wie wilt u dan dat ik verder ga praten en in overleg ga? Daar zit mijn probleem.
De voorzitter:
Prima. Afrondend.
Mevrouw Van der Wal (VVD):
Toch nog een vervolgvraag bij de motie op stuk nr. 53 dan. Als we in 2025 de keuzes maken, waarom dan nu al voorrang geven?
Staatssecretaris Tuinman:
Ik zie niet dat we voorrang geven. Ik denk dat het belangrijk is dat we alle belangen goed afwegen. In de acht weken waarin ik op deze staatssecretarispositie zit en dit in mijn portefeuille heb, ben ik veel bezig geweest met ruimte. Dat vergt ongeveer de helft van mijn tijd. Het gaat eigenlijk altijd over natuur en over industrie. Ik heb daarbij aangegeven dat ik het belangrijk vind dat we ook landbouw erbij betrekken. Deze motie zorgt ervoor dat ik ook goed kijk naar de aspecten van landbouw. Ik zie niet in waarom dat geen "oordeel Kamer" zou kunnen krijgen.
Mevrouw Heite (NSC):
Ik hoor de staatssecretaris meerdere keren zeggen dat het woordje "meer" in deze motie het probleem geeft. Als ik het woordje "meer" schrap, is het dan mogelijk om 'm oordeel Kamer te geven?
Staatssecretaris Tuinman:
Als u het woordje "meer" schrapt, dan krijgt ie: oordeel Kamer. Dan zie ik het als een aanmoediging om volle bak in te zetten op de participatie van alle bestuurslagen en burgers, dus dan kan ik daarmee leven.
Mevrouw Heite (NSC):
Fantastisch. Bij dezen.
De voorzitter:
Maar dan verzoeken wij mevrouw Heite om een nieuwe versie van deze motie te mailen naar de plenaire Griffie.
Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris. Fijn dat u bij ons was.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over twee weken stemmen wij over de moties.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-96-21.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.