20 Onderzoek naar ervaren discriminatie bij burgers door banken en betaalinstellingen

Onderzoek naar ervaren discriminatie bij burgers door banken en betaalinstellingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Onderzoek naar ervaren discriminatie bij burgers door banken en betaalinstellingen (32013, nr. 289).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Onderzoek naar ervaren discriminatie bij burgers door banken en betaalinstellingen (32013, nr. 289). Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Financiën. Dit debat is aangevraagd door mevrouw Maatoug, maar zij is er niet. Wel hebben twee anderen zich ingeschreven voor dit debat. Als eerste geef ik graag het woord aan de heer Ergin van de fractie van DENK. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Ergin (DENK):

Dank u wel, voorzitter. Ik mag weer het spits afbijten. Ik heb drie moties. Ik heb gisteren een goed debat gevoerd met de minister over dit onderwerp bij een ander debat. Naar aanleiding daarvan heb ik drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na aanhoudende klachten van moskeeën en kerken, maar ook van particulieren, over discriminatie bij klant- en transactieonderzoeken, er onderzoek is verricht naar ervaren discriminatie;

van mening dat het gezien de ernst van het probleem en de gevolgen voor individuen en organisaties in de samenleving van belang is om onderzoeken naar ervaringen voort te zetten;

verzoekt de regering om onderzoeken naar ervaren discriminatie door financiële instellingen periodiek te monitoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin en Bamenga.

Zij krijgt nr. 293 (32013).

De heer Ergin (DENK):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Financiën heeft toegezegd aan de slag te gaan met het initiëren van een code of conduct;

van mening dat het van belang is om het perspectief van klanten en maatschappelijke organisaties hierbij te betrekken;

verzoekt de regering om klanten en maatschappelijke organisaties te betrekken bij het initiëren van een code of conduct,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin en Bamenga.

Zij krijgt nr. 294 (32013).

De heer Ergin (DENK):

Dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Financiën heeft toegezegd aan de slag te gaan met het initiëren van een code of conduct;

constaterende dat bepaalde groepen, zoals Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond, onevenredig vaak het gevoel van discriminatie ervaren door financiële instellingen;

van mening dat het de hoogste tijd is om samen met financiële instellingen en hun cliënten verbetering te realiseren als het gaat om het waarborgen van een eerlijke behandeling;

verzoekt de regering als inzet te hanteren om in de code of conduct alle aanbevelingen uit het onderzoek van DNB over te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 295 (32013).

De heer Ergin (DENK):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De laatste motie is niet meeondertekend door de heer Bamenga?

De heer Ergin (DENK):

Dat klopt.

De voorzitter:

Oké. Ik geef graag het woord aan de heer Bamenga.

De heer Bamenga (D66):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat financiële instellingen in hun antiwitwasbeleid extra aandacht moeten besteden aan transacties met landen die onder verscherpt toezicht staan van de FATF omdat hun eigen antiwitwasbeleid onvoldoende is;

constaterende dat Nederlanders die sterke banden hebben met deze landen hierdoor een enorme hoeveelheid vragen moeten beantwoorden bij gewone financiële handelingen, wat ook tot veel extra werk bij financiële instellingen leidt;

constaterende dat deze acties vaak de oorzaak vormen van veel meldingen van discriminatie in de financiële sector;

verzoekt de regering landen die onder verscherpt toezicht voor hun antiwitwasbeleid staan actief hulp te bieden om dit te verbeteren, met prioriteit voor landen waar Nederlanders relatief veel contact mee hebben, om daarmee te voorkomen dat Nederlanders overmatig bevraagd dienen te worden door hun bank,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bamenga.

Zij krijgt nr. 296 (32013).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het onderzoek naar ervaren discriminatie in de financiële sector schokkende voorbeelden laat zien van mensen die niet volwaardig worden behandeld in een sector die iedereen nodig heeft;

constaterende dat iedereen voor primaire levensbehoeften gebruik moet maken van diensten van de financiële sector en dreiging met het afsluiten van een rekening cruciaal kan zijn voor de bestaanszekerheid van iemand;

verzoekt de regering in overleg met de Nederlandse Vereniging van Banken een werkwijze af te spreken waardoor (dreiging met) het opzeggen van een rekening tot het uiterste wordt beperkt en mensen altijd op de hoogte worden gesteld als een vraagtraject naar tevredenheid is afgerond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bamenga.

Zij krijgt nr. 297 (32013).

De heer Bamenga (D66):

Tot slot, voorzitter. Eerder is mijn motie over een algoritme-apk bij DUO aangenomen. Kan de minister toezeggen te bezien of deze werkwijze gedeeld kan worden met DNB? Dan gaat het veel meer om de best practices die daaruit voortvloeien. Kunnen die gedeeld worden met DNB?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Ik schors tot 16.15 uur en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 16.06 uur tot 16.11 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Heinen:

Dank, voorzitter. Dank ook voor alle moties. Dit tweeminutendebat vindt plaats naar aanleiding van een schriftelijk overleg dat nog door mijn voorganger is gevoerd. Maar gisteren hebben wij hier ook nog uitgebreid over gesproken in een wetgevingsoverleg. Ik ben daar ook blij om, omdat dit een belangrijk onderwerp is.

Ik ga over naar de appreciatie van de moties. Allereerst de motie op stuk nr. 293 van de heer Ergin. Deze kan ik oordeel Kamer geven. Uiteraard steun ik de oproep om ervaren discriminatie periodiek te monitoren. Ik zal in mijn voortgangsbrief eind dit jaar ook met een voorstel komen voor hoe we dat gaan aanpakken.

De motie op stuk nr. 294, eveneens van de heer Ergin, kan ik ook oordeel Kamer geven. Naar aanleiding van het debat dat wij gisteren hebben gevoerd, is vanochtend al met de NVB gesproken over de code of conduct. De NVB heeft aangegeven positief te staan tegenover een vorm van borging van het streven om discriminatie zo veel mogelijk te voorkomen. Dat zou een code of conduct kunnen zijn. De NVB zei te gaan kijken of dit ook nog op een andere manier kan, maar helder is dat dit geborgd moet worden. Volgens mij begrijpen we elkaar hier goed over. De NVB is reeds bezig met een standaard om discriminatie te voorkomen, onder andere bij het klantonderzoek van religieuze organisaties. De NVB wil dit ook in overleg doen met maatschappelijke organisaties. De motie is in lijn hiermee. Het is goed dat de Kamer dit per motie vastlegt.

Ook de motie op stuk nr. 295, ook van de heer Ergin, kan ik oordeel Kamer geven. Dit is wederom naar aanleiding van het gesprek dat wij vanochtend hebben gevoerd met de NVB over de code of conduct. De motie gaat over de aanbevelingen uit het onderzoek van DNB. Die vind ik nuttig en kunnen we zo meenemen.

Ook de motie op stuk nr. 296 van Bamenga kan ik oordeel Kamer geven. Landen die op de grijze lijst van de FATF staan, dienen hun aanpak van witwassen echt te verbeteren. De Europese Commissie biedt al technische assistentie aan geliste landen. Dat heeft onder andere plaatsgevonden bij Marokko. Dat pakken we zo ook verder op. Oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 297 van de heer Bamenga. Ook die kan ik oordeel Kamer geven. Ik ben in een gulle bui vandaag.

De voorzitter:

Nou, zeg! U moet vaker komen.

Minister Heinen:

Ja, dit is mijn eerste optreden, dus ik dacht: laat ik positief beginnen. Oordeel Kamer dus. Een betaalrekening is nodig om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Dat is zeer relevant. Het opzeggen van een rekening is echt het uiterste middel wanneer het witwasrisico door een bank niet gemitigeerd kan worden. Een bank moet echt eerst samen met de klant kijken of het risico op een andere manier verkleind kan worden, bijvoorbeeld door extra toelichting te vragen, meer inzage in de bedrijfscultuur te krijgen, contant geld te bespreken et cetera. Deze motie krijgt dus ook oordeel Kamer.

Dan was er nog één vraag aan mij, namelijk of ik een toezegging kan doen over best practices als het gaat om de algoritme-apk. Daar ben ik uiteraard graag toe bereid. Ik denk dat dit een mooi instrument is. Er is natuurlijk een verschil tussen publieke en private instellingen, maar dat onder de aandacht brengen lijkt me zeer relevant om de best practices mee te kunnen nemen.

Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde gekomen.

De voorzitter:

Dank aan deze minister voor zijn aanwezigheid en zijn recensies van de moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen niet volgende week, maar de week daarna over deze moties.

De vergadering wordt van 16.15 uur tot 16.30 uur geschorst.

Naar boven