32 Marktordening & consumentenbescherming

Marktordening & consumentenbescherming

Aan de orde is het tweeminutendebat Marktordening & consumentenbescherming (CD d.d. 24/04).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Marktordening en consumentenbescherming, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 24 april jongstleden. Ik heet de minister, die al een tijdje bij ons is, nogmaals van harte welkom. Uiteraard ook welkom aan de Kamerleden die aan dit debat deelnemen en aan iedereen die dit volgt vanaf de tribune of elders.

Als eerste spreker hebben we de heer Graus, namens de PVV. Hij vervangt mevrouw Van Meetelen, die helaas verhinderd is.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Leuk om weer eens in mijn oude commissie te zijn. Dat is altijd leuk. Het is ook leuk om deze minister weer een keer te zien. Ik vervang inderdaad mevrouw Van Meetelen. Ik wens haar veel beterschap en sterkte vanaf hier. Ik heb een motie en daarna nog een opmerking, als u me dat toestaat, mevrouw de voorzitter. Ik zal allereerst de motie oplezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zelfstandige bestuursorganen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek, Staatsbosbeheer en de Kamer van Koophandel zich steeds meer begeven op de private, commerciële markt;

voorts constaterende dat deze activiteiten valse concurrentie en marktverstoring (kunnen) veroorzaken voor private bedrijven;

verzoekt de regering middels een onderzoek de commerciële activiteiten van voornoemde zelfstandige bestuursorganen in kaart te brengen en te bezien in hoeverre private partijen hierdoor benadeeld worden;

verzoekt de regering voorts de Kamer op de hoogte te brengen van de resultaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Van Meetelen.

Zij krijgt nr. 96 (27879).

De heer Graus (PVV):

Dan heb ik nog een opmerking. Ik ben natuurlijk ook woordvoerder dierenwelzijn en dat komt nu goed van pas. De hele Kamer ergert zich namelijk unaniem aan wat er in de Oostvaardersplassen gebeurt door Staatsbosbeheer, namelijk zware dierenmishandeling van duizenden dieren. Dat valt inderdaad onder dierenwelzijn. Ik heb weleens gezegd dat ze eigenlijk zelfs gekort zouden moeten worden, want dit is te gek voor woorden. Als een boer één dier zou mishandelen, zou hij de NVWA en de dierenpolitie op de stoep krijgen. Hij zou een vet probleem hebben en terecht. Maar het kan niet zo zijn dat Staatsbosbeheer onder het toeziend oog van de regering en van alle diensten, die niks kunnen doen omdat Staatsbosbeheer wordt beschermd door de regering, zo massaal dieren mishandelt. Dat wil ik hier toch gezegd hebben, want ik heb zelfs gevraagd om een korting op Staatsbosbeheer. Laat staan dus dat ze zich ook nog gaan verrijken ten laste van bedrijven.

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Graus. Wij wensen mevrouw Van Meetelen natuurlijk van harte beterschap. Het is goed dat u dat nog even vermeldde. Dan is het woord nu aan de heer Kisteman namens de VVD.

De heer Kisteman (VVD):

Voorzitter, bedankt. Ik wil de minister bedanken voor het goede debat dat we hebben mogen voeren. Daarnaast wil ik haar complimenteren met het initiatief dat ze heeft genomen om samen met andere landen in Europa op te trekken om de territoriale leveringsbeperkingen weg te nemen. Er zijn mooie stappen gezet.

Ik heb één motie naar aanleiding van ons debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de consumentenprijzen mede door inflatie de afgelopen jaren sterk zijn toegenomen;

constaterende dat naast inflatie territoriale leveringsbeperkingen ook een rol spelen in het steeds duurder worden van dagelijkse producten;

overwegende dat territoriale leveringsbeperkingen de werking van de Europese interne markt negatief beïnvloeden;

overwegende dat wanneer territoriale leveringsbeperkingen verboden zouden worden er alsnog een verplichting voor producenten blijft bestaan om een etiket op een product in de nationale taal beschikbaar te stellen;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe een QR-code geïmplementeerd kan worden op een etiket om een product in de nationale taal beschikbaar te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kisteman en Zeedijk.

Zij krijgt nr. 97 (27879).

De heer Kisteman (VVD):

Dat was het. Dank u wel.

De voorzitter:

Voor u vertrekt: ik zie de heer Thijssen opveren. Of komt hij voor zijn eigen inbreng? Ah, kijk eens aan, heel goed. Hij staat al klaar. Excuus! Ik dacht dat het voor een interruptie was. Dan nodig ik de heer Thijssen alsnog uit, voor zijn inbreng namens GroenLinks-PvdA.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik snap dat het een teleurstelling is, dus de volgende keer zal ik netjes interrumperen.

Voorzitter. De afgelopen jaren is er een nieuw begrip ontstaan: graaiflatie. Dat betekent dat aandeelhouders meer uit hun bedrijven halen dan de prijzen stijgen. Oftewel: aandeelhouders halen meer geld naar zich toe en de concurrentie tussen bedrijven werkt eigenlijk niet heel goed. Sindsdien is er nog een andere term bij gekomen: krimpflatie. Dat betekent dat de verpakkingen van producten steeds kleiner worden maar de prijzen niet navenant dalen, en de aandeelhouders nóg meer geld naar zich toe trekken. Ten tijde van dit debat hadden we weer een nieuw woord, namelijk beknibbelflatie. Dat betekent dat de duurdere ingrediënten van producten steeds wat minder worden — wat minder slagroom in roomijs en wat minder hazelnoten in hazelnootpasta — zodat de aandeelhouders nóg wat meer geld naar zich toe kunnen trekken. Een FNV-studie, die we gisteren ook bij het debat hebben besproken, laat deze trend ook wel zien. Het was een studie van de 40 grootste bedrijven in de periode 2019-2022, die liet zien dat de winsten vijfmaal sneller stijgen dan de lonen. Dat is ook al een teken dat die bedrijven en die aandeelhouders denken: ja, we kunnen het gewoon doen. Blijkbaar werkt de concurrentie niet helemaal goed.

De ACM heeft dit eerder ook al geconstateerd in de oliesector. Als de olieprijzen stijgen, stijgen de prijzen aan de pomp. Als de olieprijzen dalen, duurt het best wel lang voordat de prijzen aan de pomp dalen. Eigenlijk zien we hetzelfde bij spaartarieven. De ACM is daar nu op gezet om dat toch eens te onderzoeken, omdat het niet helemaal in de maat is.

In het debat was het antwoord van de minister op dit punt voor mijn fractie toch wat teleurstellend. Zeker over beknibbelflatie zei de minister namelijk zoiets als: consumenten moeten gewoon kijken wat ze kopen en of ze het de moeite waard vinden; dan kopen ze het wel of kopen ze het niet. Maar volgens mij zijn consumenten gewoon niet opgewassen tegen de marktmacht van die grote bedrijven en hebben we daarvoor een sterke marktmeester nodig, die daarop ingrijpt. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door de ACM is geconcludeerd dat er sprake is van asymmetrische kostprijstransmissie in de Nederlandse benzinemarkt;

constaterende dat de ACM daarnaast ook onderzoek doet naar de ontwikkeling van spaartarieven en marktfalen in de Nederlandse spaarmarkt;

overwegende dat marktfalen zich mogelijk in nog veel meer sectoren voordoet en consumenten daarvan de dupe zijn;

verzoekt de regering breder te onderzoeken in welke sectoren mogelijk nog meer sprake is van marktfalen en hierover voor de EZK-begrotingsbehandeling 2025 naar de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 98 (27879).

Dank u wel, meneer Thijssen, voor de inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord nu aan mevrouw Inge van Dijk namens het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. Dank voor het debat en dank voor de antwoorden. Wij hebben ook één motie. We hebben het gehad over het belang van de wijken en buurten, die geen markten zijn van vraag en aanbod, maar gebieden waarin mensen samenleven en dingen voor elkaar doen. We moeten echt proberen te voorkomen dat buurtinitiatieven om bijvoorbeeld een wijk te verduurzamen de nek om wordt gedraaid vanwege aanbestedingsrompslomp. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten verschillende instrumenten hebben om opdrachten in het sociaal domein uit te besteden aan aanbieders, zoals inkoop via aanbesteden, open house of subsidies;

overwegende dat lokale initiatieven hierbij vaak aan het kortste eind trekken, bijvoorbeeld vanwege administratieve lasten of schaalvoordelen van commerciële aanbieders, terwijl zij door hun wortels in de gemeenschap vaak zeer effectief zijn in het aanpakken van maatschappelijke problemen;

overwegende dat de minister heeft aangegeven dat zij met name wil inzetten op het versterken van de dialoog met gemeenten via het programma Beter Aanbesteden;

verzoekt de regering in samenwerking met de VNG te onderzoeken hoe lokale partijen die geworteld zijn in een gemeenschap, zoals buurtinitiatieven of -coöperaties, een sterkere positie kunnen krijgen bij het meedingen naar gemeentelijke opdrachten;

verzoekt de regering daarbij nadrukkelijk mee te nemen of aanpassing of vereenvoudiging van de wettelijke kaders wenselijk is en hoe administratieve lasten verminderd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Zeedijk.

Zij krijgt nr. 99 (27879).

Dank u wel, mevrouw Van Dijk, voor de inbreng namens het CDA. Dan zijn we aanbeland bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval mevrouw Zeedijk namens Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Zeedijk (NSC):

Bedankt, voorzitter. Ik bedank de minister ook voor het aangename commissiedebat. Ik heb één vraag over het CBS, en vervolgens een motie over colportage en telemarketing, oftewel deurverkoop en telemarketing. Nieuw Sociaal Contract vindt het erg jammer dat de relatie tussen het CBS en marktpartijen zo slecht is dat er nu voor de gang naar de rechter is gekozen, in plaats van de relatie door middel van dialoog te verbeteren. Zeker gezien de enorme vraag naar datascienceproducten denken wij dat er op de markt genoeg ruimte is voor iedereen. Vandaar dat we blij zijn met de toezegging dat we de ministeriële regeling en de beleidsregeling van het CBS gaan evalueren in Q4. Ik denk dat we daar met z'n allen prima uit gaan komen. Ik heb nog één vraag daarover. Ik zou heel graag weten wat de status is van een eerder ingediende motie van mijn collega Joseph. Zij heeft deze motie op stuk nr. 2156 (25295) ingediend bij het debat over oversterfte. De motie ging over het betaalbaar houden van data van het CBS.

Vervolgens heb ik een motie over colportage en telemarketing.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een sterk en onafhankelijk maatschappelijk middenveld van cruciaal belang is voor een gezonde en goed functionerende samenleving en een sterke culturele en sportinfrastructuur;

constaterende dat de regering voornemens is om uitvoering te geven aan de consumentenagenda door een aantal generieke maatregelen op het vlak van telemarketing en colportage in te voeren;

overwegende dat een aantal van deze maatregelen een negatief effect heeft op ideële of charitatieve instellingen;

verzoekt de regering in het kader van de consumentenagenda ideële of charitatieve instellingen, kerken, uitgevers van kranten, weekbladen en tijdschriften alsmede loterijen die afdragen aan goede doelen, cultuur, welzijn of sport uit te zonderen van overige aanvullende maatregelen die in de consumentenagenda zijn geformuleerd en een negatief effect hebben op hun fondsenwerving dan wel verkoop,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Zeedijk, Thijssen en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 100 (27879).

Dank u wel, mevrouw Zeedijk voor de inbreng namens Nieuw Sociaal Contract. Hiermee zijn we ook aan het einde gekomen van de termijn van de zijde van de Kamer. De minister heeft aangegeven vijf minuten nodig te hebben om de moties te kunnen appreciëren en de vragen te beantwoorden. Ik schors dus voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 18.12 uur tot 18.20 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Marktordening en consumentenbescherming, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 24 april jongstleden. We hebben net de inbreng van de zijde van de Kamer gehad. Daarin zijn een vijftal moties ingediend en een aantal vragen gesteld. Ik geef de minister het woord om de vragen te beantwoorden en de moties te appreciëren.

Minister Adriaansens:

Voorzitter. Ik zal eerst de moties behandelen, want dat geeft de meeste structuur aan mijn reactie. Allereerst de motie op stuk nr. 96 van de heer Graus. Hij verzoekt de regering middels een onderzoek de commerciële activiteiten van een aantal bestuursorganen in kaart te brengen. Ik sta op zich positief tegenover deze motie. Ik heb daar alleen wel even een paar kanttekeningen bij. Niet alle zbo's vallen namelijk onder mijn verantwoordelijkheid. De heer Graus noemt bijvoorbeeld Staatsbosbeheer, dat onder LNV valt. Ik wil in gesprek met mijn collega's kijken of er meegewerkt kan worden aan zo'n onderzoek. Daar zal ik me ook voor inspannen. Ik wil het onderzoek dus zo breed mogelijk insteken. Als ik het op die manier mag doen, geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Ik ben daar heel blij mee. Er staat ook inderdaad "zoals Staatsbosbeheer", dus als voorbeeld. Ik noemde het ook even als woordvoerder dierenwelzijn vanuit LNV. Ik ben er heel tevreden mee als de minister het zo wil doen.

De voorzitter:

Dan noteren wij bij de motie op stuk nr. 96 "oordeel Kamer", met de toelichting die de minister daarbij gaf.

Minister Adriaansens:

De motie op stuk nr. 97 van de heer Kisteman en mevrouw Zeedijk over de territoriale leveringsbeperkingen en dan met name de QR-code geven wij oordeel Kamer. Het is een goede motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 97: oordeel Kamer.

Minister Adriaansens:

Dan de motie op stuk nr. 98 van de heer Thijssen. Daarop zit ik een beetje te puzzelen, want wat de heer Thijssen in algemene zin vraagt, namelijk om proactief onderzoek te doen naar concurrentie op markten, doen wij ook al. Mijn collega Vijlbrief doet dat. Ik heb alleen moeite met de framing van het dictum, omdat hij vraagt in welke sectoren mogelijk nog meer sprake is van marktfalen. Dat vind ik lastig, want dat wekt de suggestie dat dat aan de hand is. Dat frame zou ik niet op die manier willen onderschrijven. Als meneer Thijssen dat neutraler zou formuleren, zou ik het oordeel Kamer kunnen geven. Maar dan moet de motie dus enigszins aangepast worden.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dan gaan we eens onderhandelen. Wat voor formulering zou wel kunnen? Ik wil overigens wel zeggen dat het voorbeeld van de benzineprijzen natuurlijk iets is wat de ACM heeft geconstateerd. Volgens mij is dat marktfalen. We wachten nog op de beantwoording van de vraag hoe de ACM daar verder op zou kunnen ingrijpen. Ik zou het fijn vinden als dit wel onderzocht wordt, dus hoe zullen we het dan noemen?

Minister Adriaansens:

Op het moment dat u zegt "in welke sectoren mogelijk sprake is van marktfalen", dan ben ik het volledig met u eens. Dan gaan we dat onderzoeken. Dat moeten we ook proactief doen. Maar u zegt "nog meer", alsof er op allerlei plekken marktfalen is. Dat vind ik suggestief.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

We gaan kijken wat er uit het onderzoek komt. Ik zal de motie wijzigen, dus dan kan die oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:

Oké. Dan zien wij een gewijzigde motie op stuk nr. 98 tegemoet. Dank daarvoor. Toch nog wel eventjes voor de verslaglegging: in de huidige vorm …

Minister Adriaansens:

Dan is die ontraden.

De voorzitter:

Dan is die ontraden. Oké.

Minister Adriaansens:

Dank u, voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 99 van mevrouw Van Dijk over lokaal aanbesteden. Dat wil ik graag samen met de VNG verder onderzoeken. Ik verwijs ook naar het debat. Die geef ik graag oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 99: oordeel Kamer.

Minister Adriaansens:

Dan de motie op stuk nr. 100 van mevrouw Zeedijk over de uitzondering van goede doelen bij restricties voor deurverkoop en telemarketing. Die moet ik ontraden. Er is ook een parallel met het onlangs aangenomen amendement van de heer Flach over telemarketing, dat een verbod introduceert op bellen op grond van een klantrelatie maar met een uitzondering voor onder meer goede doelen en uitgevers van kranten. Dat hebben wij ook ontraden. Misschien even ter toelichting het volgende. Het is overigens interessant dat mijn ministerie een onderzoek heeft gedaan naar hoe mensen die gebeld worden dat ervaren. Uit dat onderzoek bleek dat meer dan 85% van de mensen die gebeld werden dat heel vervelend vond, ook al was het een goed doel. Meerdere onderzoeken geven dus aan dat het door de ontvanger van het telefoongesprek niet wordt gewaardeerd. Ik denk dat het goed is om ons dat te realiseren. Het uitgangspunt is dat generieke maatregelen belangrijk zijn voor de uitlegbaarheid en handhaafbaarheid van maatregelen. Dat heb ik ook al eerder aangegeven. Ik begrijp natuurlijk ook dat de rol van partijen in de markt kunnen verschillen en dat er een bepaalde sympathie is. We kunnen het hier best over hebben. Ik wil het dus niet helemaal wegschuiven, want ik begrijp echt heel goed wat mevrouw Zeedijk vraagt. Maar we moeten er het gesprek over voeren, omdat het genuanceerder ligt dan "wel of niet". Dat zouden we eigenlijk moeten doen bij de betreffende wetstrajecten, zodat alle betrokkenen hun inbreng kunnen leveren. Ik vind het dus eigenlijk ook niet passend om nu, voorafgaand daaraan, bepaalde maatregelen uit te zonderen om consumenten te beschermen. We zouden daar nog iets uitgebreider naar moeten kijken. Daarom is de motie ontraden.

De voorzitter:

Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 100: ontraden.

Minister Adriaansens:

Dan had ik een vraag van mevrouw Zeedijk over het CBS, met name over de motie-Joseph, over hoe datasets en analyses over oversterfte langer toegankelijk blijven voor wetenschappelijk onderzoek. Daarover lopen inderdaad al een aantal briefwisselingen tussen de regering en de Kamer. Ik ben al eerder, in de brief van de minister voor Medische Zorg van 15 april 2024, ingegaan op de motie. Wij zullen ook nog reageren op de aanvullende vragen die naar aanleiding daarvan zijn gesteld. Die brief zal van de minister voor Medische Zorg komen en wordt op korte termijn aan uw Kamer verstuurd. Daar wil ik naar verwijzen. In het najaar volgt nog een brief die nader ingaat op de beleidsregel van het CBS.

De voorzitter:

Dank u wel. Zijn er nog laatste opmerkingen of andere punten? Ik zie niemand opveren. Dan concludeer ik dat we bij dezen aan het einde gekomen zijn van dit tweeminutendebat. Ik dank de aanwezigen voor hun inbreng. Ik dank natuurlijk ook de minister voor de beantwoording en de appreciatie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik attendeer de leden erop dat er volgende week dinsdag over de moties wordt gestemd. Ik schors voor de dinerpauze.

De vergadering wordt van 18.27 uur tot 19.40 uur geschorst.

Naar boven