8 Klimaat en Energie

Klimaat en Energie

Aan de orde is het tweeminutendebat Tweeminutendebat Klimaat en Energie (algemeen) (CD d.d. 14/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaat en Energie. Ik heet de minister voor Klimaat en Energie van harte welkom. Dat geldt natuurlijk ook voor de leden, de mensen op de tribune en iedereen die het debat digitaal of anderszins volgt. Als eerste gaat mevrouw Postma spreken namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Postma (NSC):

Dank, voorzitter. We hebben alweer een tijd geleden een mooi debat met elkaar gevoerd over ontzettend veel onderwerpen — dertien stuks als ik het goed heb — die te maken hebben met klimaat en de energietransitie. Voor een van die onderwerpen wil ik nog wat extra aandacht vragen, namelijk de SDE++-regeling. Daarbij blijkt dat we 1 miljard openstaande subsidies hebben uitgegeven en dat die eigenlijk weer terug moeten naar de Staat. Met deze motie zou ik graag willen dat alle bedrijven die nog geld terug moeten betalen aan de Staat, goed worden aangemoedigd om dat geld terug te geven, zodat we dat vervolgens weer kunnen gebruiken voor andere duurzame projecten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in de SDE++ een bedrag van 1 miljard euro aan verstrekte voorschotten openstaat;

overwegende dat deze middelen goed kunnen worden gebruikt voor andere projecten in de energietransitie;

verzoekt de regering om de openstaande bedragen te verrekenen met voorschotten die projecten in de toekomst ontvangen of anders terug te vorderen;

verzoekt de regering een passende benadering te hanteren voor bedrijven die hierdoor in financiële problemen zouden kunnen komen en oog te houden voor de continuïteit van de projecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Erkens.

Zij krijgt nr. 1376 (32813).

Dank u wel.

Mevrouw Postma (NSC):

Voorzitter, dit was het. Ik hoop dat al deze bedrijven heel snel hun teveel aan voorschotten terug gaan betalen aan ons, zodat we weer verder kunnen met verduurzamen.

De voorzitter:

Helder. Dank voor uw inbreng. De heer Vermeer gaat nu spreken namens BBB. Gaat uw gang.

De heer Vermeer (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie over thuisbatterijen. Ik hoor een diepe zucht van mevrouw Postma.

De voorzitter:

Die had niks te maken met uw tekst volgens mij.

De heer Vermeer (BBB):

Ik weet het niet.

De voorzitter:

Ik denk het niet.

De heer Vermeer (BBB):

Mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland internationaal achterblijft bij het plaatsen van thuisbatterijen;

constaterende dat thuisbatterijen de overbelasting van de netten door aanlevering van te veel zonne-energie tegen kunnen gaan door die op te slaan;

overwegende dat er nog onvoldoende regulering en standaardisering zijn voor thuisbatterijen waarbij het gaat over plaatsing in het huis en brandpreventie;

overwegende dat het stimuleren van thuisbatterijen wenselijk is maar de terugverdientijd nog lang is en de regeling om btw terug te ontvangen complex is;

verzoekt de regering om met een voorstel te komen waarbij de plaatsing en de brandveiligheid aangaande thuisbatterijen nader gestandaardiseerd worden;

verzoekt de regering om met een plan te komen om het gebruik van thuisbatterijen te stimuleren, de prijs verder omlaag te brengen en de regelingen aangaande thuisbatterijen gemakkelijker te maken, en de Kamer hiervan op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1377 (32813).

Hartelijk dank voor uw inbreng. Mevrouw Kröger gaat nu spreken namens de fractie van GroenLinks-PvdA. Ik zei het allebei hoor: "GroenLinks" én "Partij van de Arbeid".

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Je moet heel scherp zijn met die voorzitter! Ik heb twee moties en een vraag. Ik begin met de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat 40% van de Nederlandse voetafdruk in het buitenland wordt uitgestoten;

overwegende dat een concreet reductiedoel voor emissies in de keten zowel klimaat- als circulariteitsdoelen helpt behalen;

constaterende dat de Wetenschappelijke Klimaatraad dit ook aanbeveelt;

verzoekt de regering concrete streefwaarden voor het reduceren van ketenemissies op te nemen in het Klimaatplan 2024,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Teunissen.

Zij krijgt nr. 1378 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat CCS een tijdelijke oplossing is die grote vervuilers in staat stelt om langer te wachten met het overschakelen naar duurzame energie;

overwegende dat om deze reden een zeefmethodiek is ontwikkeld, waarbij wordt gekeken of er aantoonbare kosteneffectieve alternatieven bestaan voor CCS;

constaterende dat er in 2023 ruim 7 miljard SDE++ voor CCS en CCU is aangevraagd op een totaal subsidiebedrag van 8 miljard, waarmee de kans groot is dat CCS toch de net iets duurdere maar echt duurzame projecten weg gaat drukken;

overwegende dat in de Energienota de minister een afbouwpad voor fossiele energie gaat publiceren;

verzoekt de regering om de SDE++-methodiek te herzien, zodanig dat technieken waarbij fossiele energie nog steeds de bron is pas in laatste instantie gehonoreerd worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1379 (32813).

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Dan heb ik nog een vraag. Die vraag gaat eigenlijk over waar we nu staan ten aanzien van de klimaatdoelen en de KEV. We hebben een KEV gehad, waarin we hebben gezien dat de doelen eindelijk binnen bereik zijn. Nu ligt er een voorjaarspakket. Ik zou heel graag willen dat de minister de Kamer laat weten wat de inschatting is van hoe we nu staan ten aanzien van het halen van de klimaatdoelen. Hoe is er bijgestuurd in het voorjaarspakket? Als we bepaalde bouwstenen, zoals de CO2-heffing die de minister heeft voorgesteld, eruit trekken, wat betekent dat dan voor de kans dat we de klimaatdoelen nog gaan halen? Daar zou ik heel graag een antwoord van de minister op hebben.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. KEV betekent Klimaat- en Energieverkenning.

Nu gaat de heer Erkens spreken namens de VVD.

De heer Erkens (VVD):

Dank u, voorzitter. Ik heb één motie en ook één vraag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de SMR-programma-aanpak nog geen spoor is uitgewerkt voor pilotprojecten;

overwegende dat pilotprojecten nodig zijn om in kaart te brengen welke knelpunten en behoeften zich in de praktijk voordoen en hoe deze kunnen worden opgelost;

constaterende dat er in verschillende industrieclusters wordt gekeken naar het starten van pilotprojecten voor SMR's;

verzoekt de regering om als onderdeel aan de SMR-programma-aanpak toe te voegen dat het Rijk pilotprojecten voor SMR's faciliteert en hierbij koerst op het realiseren van minimaal één pilotproject voor 2030,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Erkens.

Zij krijgt nr. 1380 (32813).

De heer Erkens (VVD):

Dan heb ik nog een vraag. Wij hebben in Nederland al een nationale CO2-heffing. Die gaat niet van tafel, ondanks wat er net beweerd werd. Het gaat om een additionele verhoging die door het PBL in dit geval afgeraden werd. Ik zou graag van de minister horen of dit voorstel per los wetsvoorstel naar de Kamer zal komen aan het einde van dit jaar.

De voorzitter:

U krijgt nog een aantal interrupties, allereerst van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Ik was heel benieuwd of de heer Erkens hierover zou beginnen. Ik ben hier persoonlijk wel verbijsterd over, omdat deze maatregel vorig jaar gewoon in het voorjaarspakket zat, een pakket dat is neergelegd om überhaupt een kans te maken om de klimaatdoelen te halen. Toen is heel duidelijk gezegd dat er vanuit het PBL een advies zou komen over het bedrag waarmee je moet gaan rekenen. De minister heeft dat overgenomen en nu schreeuwt de VVD met de toekomstige coalitiepartijen moord en brand, alsof ze hierdoor totaal overvallen is. Deze afspraak is vorig jaar gemaakt. Mijn vraag aan de heer Erkens is eigenlijk de volgende. Als deze maatregel volgens de VVD van tafel moet, hoe denkt men dan ooit de doelen te kunnen gaan halen?

De heer Erkens (VVD):

Ik had deze makkelijke interruptie wel verwacht. Hier wordt natuurlijk het beeld gecreëerd dat het klimaatbeleid van tafel gaat. Nederland heeft als enig Europees land een nationale CO2-heffing. Die is er al en loopt de komende jaren op. Daar houden bedrijven ook rekening mee. Het PBL heeft geanalyseerd wat een additionele verhoging van dat prijspad doet. In die analyse staat gewoon dat de kans vrij groot is dat het effect is dat er niet meer verduurzaamd wordt in Nederland, maar dat het gewoon gaat om minder productie of weglek van bedrijvigheid. Ik zou daarom ook de GroenLinks-PvdA-fractie aanraden om soms op basis van de feiten standpunten te herzien. Uiteindelijk willen we hetzelfde: het sneller verduurzamen van onze industrie. Ik vind het wel van belang dat die in Nederland plaatsvindt en niet naar het buitenland vertrekt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Er is heel veel terug te zeggen op deze interruptie, bijvoorbeeld dat de heer Erkens zeer selectief citeert uit het advies van het PBL en dat de minister inderdaad niet aan de hoge kant is gaan zitten van waar het PBL naar heeft gekeken, maar juist veel meer in het midden. Het punt is: dit is een afspraak die vorig jaar gemaakt is om de doelen te halen. De VVD en de nieuwe coalitiepartners willen dat nu van tafel hebben. Is de VVD dan nog wel gecommitteerd aan het halen van de doelen en wat gaat de VVD dan extra doen ter compensatie, omdat dit van tafel zou moeten?

De heer Erkens (VVD):

Wij hebben onze eigen verkiezingsprogramma's laten doorrekenen op dit vlak. Je zag dat GroenLinks-PvdA in 2030 meer reductie behaalde dan de VVD. Dat was volledig te verklaren door de weglek van de industrie door de maatregel die u voorgesteld heeft. Ik vind het van belang om ervoor te zorgen dat de industrie in Nederland verduurzaamt, ook met de maatregelen die wij de komende jaren nemen. De maatwerkaanpak biedt daar de beste kans voor; dat gaf het PBL ook aan. Daar moeten we de komende jaren zeker mee doorgaan.

De voorzitter:

Afrondend, want dit wordt nog heel vaak besproken.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Zeker, en we gaan hier een heleboel aparte debatten over hebben. De heer Erkens gaat het nu hebben over het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA, maar ik heb het over de afspraken waar de VVD de handtekening onder heeft gezet afgelopen voorjaar. Toen is er een afspraak gemaakt. Nu wil de VVD die afspraak opschorten en van tafel kieperen. Dan is mijn vraag: oké, wat stelt de VVD dan voor om in plaats daarvan te doen? Dit is gewoon eenzijdig een afspraak van het voorjaarsakkoord van vorig jaar overboord gooien.

De heer Erkens (VVD):

We hebben een Nederlandse Klimaatwet waarin 55% reductie in 2030 staat. De industrie heeft daarbij een opgave en neemt een groter aandeel voor haar rekening dan verwacht zou mogen worden op basis van evenredigheid. De maatwerkafspraken bieden daar de beste route voor. We hebben daarnaast als borging een nationale CO2-heffing, die er al is, en het ETS-systeem. De komende jaren moeten we ervoor gaan zorgen dat die reductie ook bewerkstelligd wordt via die maatwerkafspraken, maar ook via het weghalen van knelpunten in de uitvoering, waardoor heel veel projecten nu weer van de grond komen. De enige oplossing die ik van uw kant hoor, is: laten we de heffing met elkaar verhogen, want dan gaat het plaatsvinden. Maar zo werkt het niet. We zagen bij Dow Chemical in Zeeland dat er geen vergunning verleend werd om meer dan een miljard te investeren in verduurzaming. Als we die knelpunten niet weghalen met elkaar, dan gaat een hogere heffing echt niet leiden tot meer verduurzaming.

Mevrouw Postma (NSC):

Ik wil even een ordevoorstel doen, want dit punt stond niet op de agenda van het debat. Dit komt natuurlijk uit de Voorjaarsnota, die maandag gepubliceerd is. Wij hebben daar als partij ook een mening over. Die hebben wij ook kenbaar gemaakt. Maar dit wordt een debat tussen iemand die hier staat en het woord noemt, waardoor er ruimte komt om erover te debatteren. Maar deze stukken staan vandaag niet op de agenda. Ik weet niet hoelang we het hier met z'n allen over willen hebben.

De voorzitter:

Er is een motie ingediend, hè?

Mevrouw Postma (NSC):

Ook die motie hoort hier eigenlijk niet thuis. Als we streng zijn op elkaar over het aantal in te dienen moties, dan moet je je ook goed houden aan in welk debat iets is neergelegd. Dit is de Voorjaarsnota.

De voorzitter:

Wacht even, meneer Erkens. U krijgt zo het woord. Er is een motie ingediend. De voorzitter heeft geen mogelijkheden om vooraf te sturen op de inhoud van een motie. Ik snap het punt dat u maakt heel goed, maar omdat de motie is ingediend, moet ik leden wel de gelegenheid geven om er vragen over te stellen.

De heer Erkens (VVD):

Er is geen motie ingediend over de CO2-heffing. Er is geen motie ingediend. De motie ging over de SMR-aanpak.

De voorzitter:

Oké, sorry, dan zit ik ernaast.

De heer Erkens (VVD):

En er ontstond een debat over een vraag aan de minister over de CO2-heffing. Er is geen motie in ieder geval.

De voorzitter:

Nee, oké. Maar u vroeg aan de minister of hij het voorstel apart wilde indienen. Dat was het.

De heer Erkens (VVD):

Ja, klopt.

De voorzitter:

Dat heeft u wel gedaan. Dan is het niet gek dat anderen daarop reageren.

Mevrouw Postma (NSC):

Dat snap ik, maar ik vind het nog steeds heel gek, want dit is niet het eerste debat waarin dit gebeurt. We hebben ook andere debatten waarin er moties komen over iets dat toevallig net in De Telegraaf staat. Dit gaat over een stuk dat in de Voorjaarsnota staat. Dat gaan we allemaal nog ordentelijk behandelen als Kamer. Als we overal alles behandelen wat hier niet thuishoort, dan krijg je ellenlange debatten en staan we het met elkaar niet goed over de inhoud te hebben. Daar zou ik toch voor willen waken, juist op zo'n belangrijk onderwerp.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik zou daar toch nog kort op terug willen komen. Ik begrijp heel goed het punt dat mevrouw Postma maakt. We gaan hier nog vaker op terugkomen, ook bij de bespreking van de Voorjaarsnota, maar het is wel een hele opvallende en actuele draai die de VVD hier lijkt te maken. Ik ken de VVD als een partij van afspraak is afspraak. Vorig jaar, bij de Voorjaarsnota, hebben we heel duidelijk vastgesteld dat we een aantal maatregelen moeten treffen om aan de klimaatdoelen te voldoen. De VVD heeft zich ook gecommitteerd aan die klimaatdoelen. Die extra CO2-heffing heeft de minister niet voor niks ingesteld. We hebben daar uitgebreid over gedebatteerd en we hebben met elkaar vastgesteld: dit is nodig om de klimaatdoelen te halen. Nu komt de VVD met een ander voorstel, namelijk het schrappen van die CO2-heffing. Dan is de vraag, die ook mevrouw Kröger stelde, heel terecht: wat ziet u dan als alternatief?

De heer Erkens (VVD):

We staan voor die doelen. Dat heb ik net ook gezegd. Ik denk wel dat je als politiek moet kunnen bijsturen wanneer een voorgestelde maatregel het tegenovergestelde effect heeft. De politiek moet dan kunnen zeggen: dit werkt niet, dus we gaan proberen via de maatwerkafspraken, via het weghalen van de knelpunten en via de al bestaande heffingen … Die prikkels zijn er gewoon, dus de CO2-heffing is niet van tafel. Van de voorgestelde additionele verhoging hebben wij gezegd: die schiet haar doel voorbij. Daarmee moet je je doelen wel gaan realiseren met elkaar en daarom hebben we volgens mij op de woensdag na het reces een debat Verduurzaming industrie. Aan de hand van stukken en de agenda, zoals mevrouw Postma voorstelt, kunnen we dan het debat uitvoerig met elkaar hebben.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Er wordt natuurlijk veel angst gezaaid door de vervuilende bedrijven die dit niet zien zitten. Die zullen namelijk versneld moeten verduurzamen. Die CO2-heffing komt die bedrijven niet goed uit en dus is het logisch dat zij nu zeggen: we willen die CO2-heffing niet. Maar wij als politiek zitten aan het roer en wij moeten de regie pakken waar het gaat om het halen van de klimaatdoelen. Is het dan niet wat voorbarig dat de VVD nu zegt dat dit helemaal verkeerd gaat uitpakken? Waar baseert de VVD dat op?

De heer Erkens (VVD):

Dat baseer ik ten eerste op het advies van het PBL, dat erbij zat. Daarin staat dat de kans groter is dat er meer weglek plaatsvindt dan dat de heffing tot verduurzaming zal leiden. En er lopen gesprekken om maatwerkafspraken met elkaar te maken. Als je gedurende die gesprekken, waarin je onderhandelt over wie waarvoor aan de lat staat, ook nog een keer de heffing verandert, dan kan je die gesprekken ook uitstellen. Dat wordt door die kantoren in het buitenland niet positief ervaren. Dan zorgt het er misschien voor dat wij met de oude meuk in Nederland achterblijven, maar dat er niet verduurzaamd wordt. Het is ook aan de politiek om soms te kunnen bijsturen daarin en de debatten daarover ga ik in de komende weken graag met u aan.

De voorzitter:

Afrondend. Voor deze keer.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Het is niet waar dat er, zoals het PBL zegt, grote weglekrisico's zijn. De minister heeft een lagere CO2-heffing voorgesteld juist daarom. Wat de heer Erkens hier beweert — dat wil ik wel even rechtzetten — klopt gewoon niet als we kijken naar het rapport.

De heer Erkens (VVD):

Dan stel ik u voor om het rapport ook nog een keer te lezen.

De voorzitter:

Mevrouw Teunissen, u krijgt nu als laatste van de zijde van de Kamer het woord in dit tweeminutendebat.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Als het gaat om effectieve maatregelen om de klimaatdoelen te halen, dan hebben we het vooral niet over biomassa. Daarover heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een significant deel van de houtige biomassa in Nederland wordt geïmporteerd uit het buitenland;

overwegende dat uit de klimaatraadpleging blijkt dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking tegen het importeren van biomassa uit het buitenland is;

overwegende dat de import van houtige biomassa leidt tot grootschalige natuurvernietiging en dat het transport over duizenden kilometers onnodig veel energie kost;

verzoekt de regering de import van houtige biomassa uit het buitenland sterk te ontmoedigen;

verzoekt de regering tevens geen nieuwe subsidies te verstrekken voor houtige biomassa afkomstig uit het buitenland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Teunissen en Postma.

Zij krijgt nr. 1381 (32813).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Tot slot heb ik nog een vraag aan de minister. Hij had in het debat toegezegd om een totaaloverzicht te geven van de SDE-subsidies die toegekend worden aan CCS-projecten en dan ook een uiteenzetting te geven over projecten waarbij sprake is van ondergrondse CO2-opslag, natuurlijke CO2-afvang en CO2-reductie. Ik vroeg me af wanneer we deze toezegging tegemoet kunnen zien.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dit was de eerste termijn. We schorsen een enkel ogenblik. Zodra de minister zijn mapje heeft, heropenen we weer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Klimaat en Energie. We zijn toe aan de termijn van de zijde van de regering. Ik geef de minister voor Klimaat en Energie het woord.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de moties, allereerst de motie op stuk nr. 1376 van mevrouw Postma. Het is inderdaad goed als we die onterecht of te veel verstrekte voorschotten zo spoedig mogelijk terugkrijgen. Ik ben het ook eens met mevrouw Postma dat enig maatwerk daarbij verstandig is, dus deze motie geef ik oordeel Kamer.

Dan de motie-Vermeer op stuk nr. 1377 over thuisbatterijen. We hebben de afgelopen periode al een paar keer onderzoek gedaan naar de rol van thuisbatterijen, onder andere naar aanleiding van een initiatief van VVD en ChristenUnie. Daaruit bleek dat er nu geen aanleiding is om thuisbatterijen te stimuleren, maar wel om te kijken naar meer opslag in de wijk en op buurtniveau. Het zou wel verstandig zijn om veiligheidsmaatregelen nog verder uit te werken. Al met al is het afbouwen van de salderingsregeling de beste route om thuisbatterijen te stimuleren, maar die regeling is nou net gestrand in de Eerste Kamer, door de opstelling van de BBB-fractie in de senaat. Meneer Vermeer, als ik nou aan de slag ga met die veiligheidsmaatregelen en u met de Eerste Kamer, dan komen we er samen wellicht, maar de motie zoals die nu is ingediend, wil ik ontraden.

De motie-Kröger/Teunissen op stuk nr. 1378 gaat over ketenemissies. Ik kom nog dit kwartaal met de appreciatie van het kabinet over het advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad. Daarin zal ik ook uitgebreid ingaan op het belang van het reduceren van ketenemissies. Ik vind het nu nog iets te vroeg om me uit te spreken of een apart doel daarbij helpt of niet, omdat we nog aan het kauwen zijn op die appreciatie. Wellicht wil mevrouw Kröger deze motie aanhouden, totdat zij later dit kwartaal die appreciatie van het kabinet heeft gekregen. Mocht zij 'm nu wel in stemming brengen, dan moet ik 'm nu ontraden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

"Later dit kwartaal" is dus voor de zomer.

Minister Jetten:

Absoluut.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Oké. Dan houd ik 'm aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (32813, nr. 1378) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 1379 over de SDE en CCS. Het kabinet is van mening dat CCS-technieken echt nodig zijn om in de "hard to abate"-sectoren en bij restemissies ook de komende jaren tot forse CO2-emissiereductie te komen. Wij hebben ook voldoende waarborgen ingebouwd om ervoor te zorgen dat CCS niet alle subsidieruimte in de SDE++ opeet, met de hekjes die we hebben geïntroduceerd. Er is al meermaals geadviseerd dat CCS echt een kosteneffectieve methode is om de Nederlandse klimaatdoelen te halen. Naar aanleiding van het commissiedebat ga ik wel kijken hoe we de SDE-systematiek verder kunnen verbeteren, ook losgekoppeld van gasreferenties en andere fossiele referenties, want dat vond ik een goede suggestie van mevrouw Kröger, maar de motie zoals ingediend, ontraad ik.

Dan de motie op stuk nr. 1380 van de heer Erkens.

De voorzitter:

Toch nog een vraag van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

Ik heb heel goed geluisterd naar de minister in het debat. Ik heb hem heel duidelijk horen zeggen dat het inderdaad een soort last resort is voor die technieken, bij hard-to-abate. Dat is volgens mij precies wat deze motie vraagt. Je wil eigenlijk de technieken waarbij je fossiel nog langer blijft gebruiken als laatste honoreren. Ik snap het niet helemaal, want dat zou eigenlijk al de intentie van het beleid moeten zijn. Deze motie vraagt de regering ervoor te zorgen dat het dat ook daadwerkelijk is.

Minister Jetten:

Alleen, in het dictum van de motie wordt de regering gevraagd om de SDE++-methodiek zodanig te herzien dat technieken waarbij fossiele energie nog steeds de bron is, pas in laatste instantie worden gehonoreerd. Ik vrees dat mevrouw Kröger dan een ander doel probeert te bereiken, namelijk überhaupt geen CCS-projecten meer vergunnen. Dat wordt dan, denk ik, wel ingewikkeld. We zien immers dat ondanks alle inspanningen van de industrie, die op een aantal punten echt wel een tandje scherper en ambitieuzer mag, CCS-inzet noodzakelijk zal zijn, zeker voor het halen van de doelen voor 2030. Met de introductie van die hekjes hebben we juist getracht te voorkomen dat CCS de hele SDE-ruimte opeet. Uw motie gaat wat dat betreft echt nog wel een stap verder.

De voorzitter:

Nou, mevrouw Kröger, afrondend.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):

De minister heeft mij nu in volstrekte verwarring gebracht, want als het al voor een laatste instantie zou zijn en als het een geschikte techniek zou zijn voor hard-to-abate, waarom zou het dan überhaupt niet aan de beurt komen als je dat zou organiseren? Dat zegt de minister nu. Dat kan toch niet allebei? Of het is een belangrijke techniek en dan komt die aan de beurt, maar dan zorg je er wel voor dat je eerst voor duurzame-energietechnieken gaat, of het komt niet aan de beurt. Dat zegt de minister.

Minister Jetten:

Nee, bij CCS is er altijd sprake van een fossiele voedingsbron, want anders heb je CCS überhaupt niet nodig. Voor sommige partijen is het in de tijd tot 2030 wel de enige manier om tot een forse reductie van de CO2-uitstoot te komen. Er zijn vast allerlei technieken en opties beschikbaar, maar die gaan niet al voor 2030 het doel volledig bereiken. Het is meer een timingsissue, denk ik.

Dan de motie op stuk nr. 1380 van het lid Erkens. Ik ben samen met de provincies bezig met die programma-aanpak. De doelstelling daarvan is het voorbereiden van, het anticiperen op en het op termijn mogelijk faciliteren van de realisatie van SMR's in Nederland. Met die programma-aanpak proberen we echt de randvoorwaarden van die realisatie in beeld te krijgen, zowel op het gebied van ruimtelijk beleid als energetisch beleid. We starten nu met een aantal virtuele simulaties om heel scherp te krijgen tegen welke knelpunten en behoeften we daarbij nog aanlopen. Deze simulaties ronden we medio 2025 af. Het zou best kunnen dat daarna pilots in beeld gaan komen, maar op dit moment zijn er nog geen concrete verzoeken, niet van bedrijven, maar ook niet van provincies, die al zo rijp zijn dat je kan spreken van een pilot. Maar dat kan na die simulaties eventueel wel concreter worden doordat iemand naar aanleiding van die simulaties opstaat en zegt: binnen deze kaders zou ik het wél interessant vinden om een stap verder te gaan. Als ik de motie in dat licht mag zien, geef ik die oordeel Kamer.

De motie-Teunissen/Postma op stuk nr. 1381. We hebben al eerder gekeken of we de regels voor import van biomassa nog verder kunnen aanscherpen. Alleen, we hebben in dezen geen nationale bevoegdheid, want het betreft een bevoegdheid van de Europese Commissie. Deze motie is in strijd met de handelsafspraken binnen de WTO. Ik moet deze motie dus ontraden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik vind dat de minister zichzelf tekortdoet. Hij heeft een stem in Europa. Ook het ontmoedigen van de import van biomassa zou via Europa kunnen. Bovendien is het tweede verzoek in de motie om geen nieuwe subsidies meer te verstrekken. Ik heb het dan onder andere over de BECCS-subsidies. Dat is wél iets wat binnen de invloed van de minister ligt.

Minister Jetten:

We komen binnenkort met een uitwerking van de BECCS-afspraken die vorig jaar bij de Voorjaarsnota zijn gemaakt. Dan zal ik vast met mevrouw Teunissen en anderen de discussie vervolgen over het al of niet wenselijk zijn van de inzet van BECCS. Natuurlijk, dat heb ik ook met mevrouw Postma en mevrouw Teunissen gewisseld in het commissiedebat. In de Europese Milieuraad zal ik me de komende tijd ook blijven inzetten voor een verdere aanscherping van het Europese beleid ten aanzien van biomassa. Daar kan import van buiten de EU zeker een onderdeel van zijn, maar ik kan nu niet zo ver gaan als het eerste dictum van uw motie. Dus vandaar dat ik 'm nu ontraad.

Voorzitter. Dan nog de twee vragen van de leden Kröger en Erkens in het interruptiedebat dat daardoor ontstond. Ik wil dat toch even samenpakken. Kijk, vorig jaar hebben we met 22 maatregelen natuurlijk een hele grote stap gezet, en daarmee ook de klimaatdoelen voor 2030 voor het eerst binnen bereik gebracht. Maar alle adviseurs, het PBL, de Raad van State, de Wetenschappelijke Klimaatraad, geven ook aan: willen we dat halen, dan moeten we de komende jaren alles op alles zetten voor de uitvoering. Dus: implementatie, implementatie, implementatie. En elke keer als je een bouwsteen uit het pakket haalt of een bouwsteen vertraagt, dan heeft dat gewoon impact op het doelbereik voor 2030. We zien dat bijvoorbeeld de invoering van betalen naar gebruik vertraging heeft opgelopen. Door het klappen van het landbouwakkoord zitten we ook nog te wachten op een aantal echt effectieve maatregelen in landbouw en landgebruik. Dat betekent dat het halen van die doelen in 2030 gewoon heel ambitieus en uitdagend is, dus we moeten alles op alles zetten om dat wél voor elkaar te krijgen. Dus: met de Voorjaarsnota weer een aantal aanvullende maatregelen, met ook weer wat extra doelbereik, en aan de andere kant maatregelen die gewoon moeizaam gaan in de implementatie. Dat zal wat betekenen voor de volgende Klimaat- en Energieverkenning, en het rapportcijfer dat het PBL ons geeft. Dat is ook een oproep aan de Kamer en de formerende partijen om niet te schrappen in het klimaatbeleid en het klimaatpakket, maar om vooral te kijken waar we dat nog kunnen versterken.

Dat brengt me ook bij de vraag over de CO2-heffingen. De concrete vraag aan mij was: komt dat in een apart wetsvoorstel? Het antwoord is ja. Samen met de staatssecretaris van Financiën ben ik sowieso van plan om het zo veel mogelijk in aparte wetsvoorstellen aan beide Kamers aan te bieden. Maar ik hecht er ook wel aan om hier te wijzen op de samenhang van zoet en zuur. Dit is een stukje zuur, namelijk een CO2-heffing, maar die is gekoppeld aan extra subsidies voor de verduurzaming van de industrie en de maatwerkafspraken. Dus minder CO2-heffing betekent ook minder subsidies uit het Klimaatfonds. En ik werp het verre van me dat dit een nieuwe maatregel is. Vorig jaar is bij de Voorjaarsnota al afgesproken dat we de CO2-heffing voor de industrie en de elektriciteitssector zouden aanscherpen op basis van een onafhankelijk PBL-advies. Als ik dat onafhankelijke PBL-advies had gevolgd, dan had u nu een CO2-heffing gezien die nog anderhalf tot twee keer hoger was dan waar het kabinet nu voor heeft gekozen. Sterker nog, we kiezen voor een differentiatie tussen de maatwerkbedrijven en de andere industrie, omdat we het handelingsperspectief van die cluster 6-bedrijven zo relevant vinden. Dus ik kijk zeer uit naar het debat dat we rondom de Voorjaarsnota zullen gaan hebben over deze nationale CO2-heffing.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

En daarna ook nog als de wet voorligt, dus er komen nog voldoende mogelijkheden. Dank voor uw inbreng.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan stemmen over de vijf moties — want eentje is aangehouden — aanstaande dinsdag, 23 april. Ik schors nu heel even, dan maken we een wisseling. Dank aan de minister voor Klimaat en Energie, zijn staf en de leden. We gaan even schorsen.

De vergadering wordt van 16.42 uur tot 16.46 uur geschorst.

Naar boven