4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Vedder

Vragen van het lid Vedder aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Kwart stapt uur na blowen alweer achter stuur".

De voorzitter:

Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Vedder van de fractie van het CDA. Zij heeft een vraag aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat, die wij van harte welkom heten. Het woord is aan mevrouw Vedder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter. Deelnemen aan het verkeer is deelnemen aan de samenleving. Het draait in het verkeer om je gedrag, een afspiegeling van wie je wilt zijn. Moeten anderen aan de kant voor jouw haast, of kijk je om naar de ander? Heb je oog voor wie of wat kwetsbaar is? Drugsgebruik achter het stuur, of het nu gaat om soft- of harddrugs, is het tegenovergestelde van omkijken naar de ander. Het is onacceptabel en onfatsoenlijk. Wat het CDA betreft gaan we daar hard op handhaven. Graag hoor ik van de minister hoe we harder en meer kunnen handhaven op drugsgebruik achter het stuur. Het aantal mensen dat wordt opgepakt, is al toegenomen, maar hoe maken we die pakkans nog groter? Want juist omdat de pakkans klein is, stappen mensen nu met drugs achter het stuur.

Voorzitter. Het zijn met name frequente gebruikers die zo onverantwoordelijk zijn om drugs te gebruiken en dan achter het stuur of op de scooter te kruipen. Onacceptabel. Bij drank hebben we het alcoholslot. Het liefste zou ik ook bij wietgebruik zo'n slot zien. Noem het een wietslot. Minister, zijn er überhaupt mogelijkheden om zo'n wietslot te ontwikkelen en verplicht te stellen voor wietrecidivisten?

Voorzitter. Sinds precies een jaar, 1 april 2023 — dat is geen grap — hebben we bij overtredingen de verplichte educatie over de gevolgen van drugsgebruik achter het stuur: de Educatieve Maatregel Drugs en verkeer. Ik hoor graag wat de voortgang hiervan is. Wordt die binnenkort geëvalueerd? Wil de minister deze evaluatie zo snel mogelijk, maar uiterlijk begin 2025, naar de Kamer sturen? Werkt het? Hoe is de communicatie en de doorwerking daarvan bij samenwerkingspartners van het CBR?

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Harbers:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Vedder voor deze vragen. Het onderzoek dat zegt dat een deel van de cannabisgebruikers binnen korte tijd na aanhouding weer achter het stuur zit, was vanochtend ook in het nieuws. Dit onderzoek is mede op verzoek van de Kamer. We ontwikkelen op dit moment een integrale aanpak voor rijden onder invloed, niet alleen voor alcohol maar ook voor drugs. Een van de onderdelen daarvan is dat we beter moeten communiceren om uit te leggen wat de gevaren zijn en hoe we deze groep in het gareel krijgen. Daarbij hebben we overigens nog in het achterhoofd dat we weten dat een bob-campagne niet werkt en dat je ook niet een massale campagne wilt, omdat daar weer de indruk van uitgaat dat drugs genormaliseerd zouden zijn, wat ook niet het geval is. Daartoe moeten we weten wat het probleem is. Daar is dit onderzoek voor verricht: om veel meer inzicht te krijgen in de doelgroep. Bij drugs moet je eigenlijk per middel, per doelgroep, weten wat de overwegingen zijn, zodat je ook weet hoe je kunt interveniëren. Dat alles op weg naar de integrale aanpak die we — "we" is dan de minister van Justitie en ikzelf — in mei willen presenteren aan de Kamer.

Ja, de resultaten zijn schokkend. De resultaten zijn schokkend in de zin dat een groot deel een lage pakkans ervaart en na tussen de één en de acht uur, maar vaker dichter bij één uur, weer achter het stuur kruipt, soms ook echt totaal met de verkeerde informatie. Mensen zeggen: ik word er zo rustig van, dus dan kan ik beter autorijden. Precies het tegenovergestelde is waar. Je wordt er misschien wat te relaxed van, maar je bent in ieder geval niet alert in situaties die daarom vragen.

De aanpak is tweeledig. De politie doet de strafrechtelijke handhaving in het verkeer. Dat valt onder Justitie en Veiligheid. Vanuit IenW hebben we het bestuursrecht. Daarvoor is er inderdaad de Educatieve Maatregel Drugs waaraan mevrouw Vedder refereerde. Die is exact een jaar geleden gestart en wordt geëvalueerd. Die evaluatie doen we in 2025. Dat heeft ermee te maken dat je ook zicht wilt hebben op de recidive en een goede hoeveelheid data wilt hebben om daadwerkelijk het programma te kunnen bijstellen. Bij de evaluatie betrekken we uiteraard alle elementen waar de Educatieve Maatregel Drugs beter kan. Tussentijds doen we ook al kleine aanpassingen. Zo spitsen we de locaties nu bijvoorbeeld toe op daar waar veel mensen worden aangemeld, zodat we de maatregel ook sneller kunnen aanbieden. Vanuit het ministerie heeft een ambtenaar vrijwillig meegedaan aan die training, om ook persoonlijk meer inzicht te krijgen in de overwegingen die daar spelen.

Dat alles moet ertoe leiden dat wij in de aanpak ook de communicatie en de voorlichting verbeteren aan de groep die onwetend is, maar zeker ook aan de groep die onwelwillend is, al is het sluitstuk daarvoor uiteindelijk de strafrechtelijke handhaving. Ik wijs er wel op dat de EMD ruim €1.100 kost. Daarna krijgt men meestal ook nog een afdoeningsvoorstel van het OM. Het is dus bepaald een kostbare aangelegenheid, die niet zonder gevolgen is. Doe je niet mee aan de EMD, dan wordt je rijbewijs ingenomen.

Tot slot het wietslot. Helaas is dat technisch nog niet mogelijk. Bij alcohol is het een ademtest. Dan doe je daarna nog een tweede test. Dan weet je ook zeker dat iemand onder invloed was. Bij wiet is het een speekseltest, die daarna moet worden gevolgd door bloedonderzoek in het laboratorium. Dat duurt een langere tijd. Bovendien levert het 30% vals-positieve uitslagen op. Het instrument wietslot in de auto bestaat niet, helaas. Misschien wordt het ooit nog uitgevonden.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik was er zelf ook achter gekomen dat het nog niet bestaat. Toen ik "wietslot" ging googelen, kwam ik namelijk een heleboel sloten tegen, maar niet wat ik voor ogen had. Dank voor de beantwoording tot nu toe. Ik ben ook verheugd te horen dat een ambtenaar in de praktijk meedoet om te ervaren hoe die cursus gaat. Ik zou willen dat we dat bij alle ministeries wat vaker gaan doen.

Voorzitter. Ik heb nog wat vragen over de kant van de verkoper. Ik vind het namelijk heel opvallend dat de helft van de gebruikers tijdens het drugsgebruik al weet later achter het stuur te kruipen. De helft! Ik vind dat schokkend veel. Ik vraag me daarbij af: hoe zit het dan met de verantwoordelijkheid van de coffeeshophouders? De minister sprak net al over de Bob-campagne, maar we verwachten bijvoorbeeld ook van caféhouders dat ze verantwoordelijk gedrag vertonen rondom de verkoop van hun product en of hun klanten na het gebruik daarvan wel of niet in de auto stappen. Zoiets zouden we toch ook van coffeeshophouders mogen verwachten? Onder de AHOJG-criteria is de O volgens mij van toepassing op met drugs achter het stuur stappen. Daarmee is het dus ook een aanleiding voor het kunnen intrekken van een vergunning van een coffeeshop. Toch zien we dat gemeentes worstelen met de handhaving op coffeeshops. Terwijl omwonenden een grote verkeersonveiligheid, en daarmee overlast ervaren en we die criteria hebben, aarzelen gemeentes dus toch om die vergunningen vervolgens in te trekken, ook bij herhaalde overtredingen. Hoe kan het kabinet gemeentes daarin positioneren en helpen om dat recht beter uit te voeren?

Minister Harbers:

De rol van de verkoper. We zijn nu bezig om ervoor te zorgen dat we de voorlichting daar geven waar die ook het meeste resultaat oplevert. Daar bieden dit soort onderzoeken ons de benodigde inzichten voor. Dat zou ertoe kunnen leiden dat wij ook coffeeshophouders op hun verantwoordelijkheid wijzen en vragen om in te grijpen op het moment dat zij zien dat iemand gelijk in een auto wil stappen. Maar dan loop ik vooruit op het plan dat wij later dit voorjaar aan de Kamer melden. In de praktijk hoeft het niet zo te zijn dat mensen die cannabis daadwerkelijk kort tevoren hebben gekocht. Het kan ook zijn dat ze die al langer in het bezit hebben. Op de tweede vraag van mevrouw Vedder moet ik helaas het antwoord schuldig blijven. Dit is echt een vraag op het domein van Justitie en Veiligheid. Ik weet daar simpelweg onvoldoende van. Ik kan de collega wel vragen dat later aan de Kamer te melden.

De heer Heutink (PVV):

We willen hier nogmaals gezegd hebben dat het echt onbestaanbaar is dat er blijkbaar zo veel mensen zijn die gewoon knetterstoned achter het stuur kruipen. Dat kan niet en dat mag niet, en we verwachten ook van het kabinet dat ze daar keihard op gaan handhaven. Nu horen we de minister zeggen dat hij nog meer gaat communiceren en dat hij nog meer campagnes gaat uitvoeren, terwijl we gewoon de mogelijkheden hebben om die overtreders keihard aan te pakken. Sorry, maar het kabinet spreekt met één mond, dus volgens mij kan de minister prima antwoord geven op de vraag hoe en wanneer we die mensen zo hard als kan gaan aanpakken en van de weg halen.

Minister Harbers:

Het antwoord dat ik gaf is het antwoord dat valt op het beleidsterrein van mijn ministerie. Eerder hebben we met de Kamer afgesproken … Het was de Kamer die zei dat, los van strafrechtelijke handhaving in het verkeer, we beter moeten weten hoe we deze mensen kunnen bereiken. Die vraag van de Kamer voeren wij dus uit. Ik noemde net al het bedrag dat hoort bij de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer en ik noemde de consequenties die het heeft als je er niet aan meedoet. Daarna komt het OM nog met een afdoening. Dat is een behoorlijk stevig pakket en ik hoop dat straks in de evaluatie terug te zien.

Er is ook verkeershandhaving. De politie heeft speekseltesten en bij vermoedens van drugsgebruik worden die testen in de praktijk toegepast. Alleen heeft het — helaas kan ik dat nog niet mooier maken — de pech dat, anders dan bij alcohol, je in dat opzicht geen echt lik-op-stukbeleid kunt geven, omdat je na de speekseltest eerst nog een bloedafname moet doen. Het duurt enkele weken voordat onherroepelijk vaststaat dat iemand daadwerkelijk een hoeveelheid cannabis tot zich heeft genomen die je ongeschikt maakte voor het verkeer. Ik kan het niet mooier maken. Ik hoop eerlijk gezegd dat daar ook nog doorbraken in komen, zodat je in de toekomst sneller kunt handelen.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Toenemend drugsgebruik in het verkeer is een groot maatschappelijk probleem. Het is goed dat daar paal en perk aan wordt gesteld. Dat is inderdaad meer handhaven. Anders dan de voorgaande spreker denk ik dat het ook in voorlichting zou kunnen zitten. Ik hoorde de minister in zijn beantwoording net zeggen dat het niet in massale voorlichtingscampagnes zit, terwijl ik wel denk dat het goed is om hier een norm te stellen en om duidelijk te maken: in het verkeer met wiet, dat doe je niet! Als het misschien niet massaal zou kunnen, zouden er dan niet gerichte doelgroepcampagnes moeten komen om dit aan te pakken?

Minister Harbers:

Van precies dat laatste heb ik aangegeven dat we dat wel moeten doen. Ik vind dat het nadeel van een grote massale campagne als de Bob-campagne onder andere is dat dit de indruk zou wekken dat drugs genormaliseerd zijn. Los daarvan weten we dat we daarmee doelgroepen niet bereiken. Het is veeleer zaak dat je gericht, per doelgroep en per middel, weet hoe je de mensen wel bereikt. Dat werken we juist aan de hand van deze gegevens uit. Dat betekent bijvoorbeeld de inzet van Team Alert, dat actief is op scholen en richting jongeren. Team Alert kan dit ook op festivals doen. Veilig Verkeer Nederland richt zich specifiek op een oudere doelgroep. Ook zijn we bezig met de provincie Brabant. Deze provincie werkt met het programma Skip die Trip aan voorlichting op plekken waar veel jongeren bij elkaar komen. Veel mensen weten ook niet dat je dan zeker zes tot acht uur niet in staat bent om te rijden. Iedereen gaat ervan uit dat het dan na een paar uur wel weer kan. Dat is absoluut niet het geval en dat willen we in ieder geval bij de groep onwetenden op het hart drukken. Veel mensen weten ook niet dat het rijbewijs niet eens van jou is. Het rijbewijs is van de overheid, kan ingenomen worden en kan ongeldig verklaard worden. Drugsgebruik in het verkeer kan deze consequenties ook echt hebben. Dat zijn allemaal zaken die we hierin meenemen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dit is eens te meer het bewijs dat ons hele gedoogbeleid als het gaat om softdrugs natuurlijk op de helling moet, maar dat terzijde. De minister zegt dat grootschalige campagnes als de roemruchtige Bob-campagne niet werken. Ik dacht al aan de campagne JOINT: juist onder invloed niet toeren. Maar ja, ik hoor dat de minister daar niet zo veel heil in ziet. Waar ziet hij dan wel heil in? Kijk, als je bij ons hier in Den Haag 's avonds bijvoorbeeld de Weimarstraat bekijkt en allemaal ronkende motoren ziet, dan heeft de politie volgens mij een hoge pakkans. Dus hoe gebiedsgericht en hoe specifiek worden die handhavingsacties nu ingezet? Ik neem namelijk aan dat het probleem niet overal even groot is.

Minister Harbers:

Ook daar kijken we naar. Dit onderzoek geeft bijvoorbeeld ook inzicht in de tijdstippen waarop en de gelegenheden waarbij dit plaatsvindt. Ik denk dat dat de lokale driehoek in de verschillende delen van het land weer helpt om ook de handhavingsstrategie daarop te herijken. Hou me ten goede: ik noem het niet voor niets schokkend. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid vind ik het not done om onder invloed van wat dan ook achter het stuur te gaan zitten. Wat dat betreft helpt de publiciteit vandaag wel om dat veel mensen die van goede wil zijn, op het hart te drukken. Wij willen beter weten waar wij niet alleen de onwetende mensen, maar ook de onwelwillende mensen kunnen bereiken. Zo nodig moeten we ook kunnen handhaven.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

De minister geeft aan dat hij weinig heil ziet in een brede campagne, omdat je daarmee zou suggereren dat softdrugsgebruik normaal is. Is dat niet een heel klein beetje ons hoofd in het zand steken? Of we het leuk vinden of niet, hasj- en wietgebruik is in vergaande mate genormaliseerd. Is dat niet eens te meer reden om daar een stevige Bob-campagne op te zetten? Let wel, die Bob-campagne heeft in twintig jaar tijd het alcoholgebruik in het verkeer gehalveerd. Moeten we niet erkennen, of we het nu leuk vinden of niet, dat dit drugsgebruik genormaliseerd is en dat een brede campagne wel degelijk zoden aan de dijk kan zetten?

Minister Harbers:

We hebben ervoor gekozen om juist dit soort onderzoeken te doen om te weten hoe we de mensen effectief kunnen bereiken. Het beeld daaruit is dat zo'n Bob-campagne onvoldoende doet bij de mensen die je daadwerkelijk wilt bereiken. Dit soort onderzoeken nemen we allemaal mee en dit komt te zijner tijd terug in de integrale aanpak, die in mei naar de Kamer komt. Ik stel voor dat we op dat moment het debat met elkaar hervatten om te kijken of het aan de wensen voldoet of toch anders moet.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

In een tijd waarin we meer verkeersdoden dan ooit hebben, is het natuurlijk ongekend dat zo'n bericht naar buiten komt. Mensen die hasj of wiet gebruiken, stappen doelbewust gewoon daarna in de auto. Als Kamer hebben we ons de afgelopen ook uitgesproken over verkeershufters. Ik vind dit verkeershufters. Ik ben benieuwd of dit ook in de aanpak van verkeershufters van deze minister en de minister van JenV zit. Zo niet, kunnen we mensen die doelbewust met hasj of wiet achter het stuur stappen, daarin alsnog wél meenemen?

Minister Harbers:

Ik ben het met de heer De Hoop eens dat dit inderdaad aso-gedrag, verkeershuftergedrag in het verkeer is. Dat is precies de reden waarom we het programma Rijden onder invloed maken: om rijden onder invloed tegen te gaan. Maar laat ik ook nogmaals op een rij zetten wat er nu al kan. Je kunt staande gehouden worden. Er kan een speekseltest afgenomen worden. Bij een positieve laboratoriumuitslag leidt die tot een Educatieve Maatregel Gedrag. Voor die cursus betaal je verplicht tussen de €1.100 en €1.200. Daar moet je ook vrije tijd voor opnemen en daar moet je heen. Daarna volgt meestal nog een afdoeningsvoorstel van het OM. Dan wordt je bankrekening voor de tweede keer aangeslagen. Kom je dat allemaal niet na, dan wordt je rijbewijs ongeldig verklaard. Via deze weg wil ik dat in ieder geval toch ook vast aan het land melden. Doe het niet! Doe het voor jezelf niet. Doe het voor de andere verkeersdeelnemers niet. Het is ook niet zonder consequenties.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik heb net twee vragen gesteld aan de minister waarbij ik van tevoren al heel goed besefte dat die wellicht eigenlijk voor de collega van Justitie en Veiligheid waren. Ik ben niks dan constructief. Tenminste, dat probeer ik te zijn als Kamerlid. De vragen waren hoe we de pakkans groter maken en hoe we gemeentes beter in stelling brengen om hun vergunningen te handhaven als omwonenden overlast ervaren. Ik zou aan de minister willen vragen of hij zijn collega zou willen verzoeken om hierop te reageren, bijvoorbeeld middels een brief.

Minister Harbers:

Ik meen dat ik dat al had toegezegd, maar dat zal ik doen.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover het vragenuurtje. Ik schors enkele minuten en dan gaan we stemmen. We zeggen: dank u wel, minister.

De vergadering wordt van 15.11 uur tot 15.18 uur geschorst.

Naar boven