26 Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 19/03).

De voorzitter:

We gaan door met het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Het commissiedebat vond plaats op 19 maart. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Dijk van de SP, maar niet dan nadat ik de staatssecretaris van harte heb verwelkomd in vak K. Het woord is aan de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):

Dank u wel, voorzitter. Het is niet leuk om te zeggen dat, waar het vertrouwen in de samenleving in een oplossing rond dit onderwerp ver te zoeken is, mijn vertrouwen in een oplossing na het commissiedebat eigenlijk ook vrij ver te zoeken is. Je dient voorstellen en moties in en je krijgt vooral constant te horen hoe die niet uitgevoerd kunnen worden en hoe dingen niet kunnen. Ik ben daar eigenlijk helemaal klaar mee. Niet voor mezelf, maar omdat deze ouders veel te lang wachten en ik wil horen hoe het wel kan — wij dragen oplossingen aan die wel uitgevoerd moeten gaan worden — dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op 26 oktober de motie-Temmink over het niet categorisch uitsluiten van DUO-schulden is aangenomen, maar de staatssecretaris deze weigert uit te voeren vanwege technische redenen;

constaterende dat door het niet uitvoeren van de motie, mensen die onder de kindregeling vallen met schulden zitten die zijn veroorzaakt door de overheid tijdens het toeslagenschandaal;

van mening dat schulden veroorzaakt door het toeslagenschandaal gecompenseerd moeten worden;

verzoekt de regering alle DUO-schulden van gedupeerde kinderen die deze schulden zijn aangegaan vanwege het toeslagenschandaal kwijt te schelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 1356 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het amendement-Leijten, dat de behandeling in één dag voor gedupeerden regelt, met overgrote meerderheid is aangenomen;

constaterende dat de staatssecretaris dit amendement niet uit wil voeren vanwege technische moeilijkheden;

verzoekt de regering te onderzoeken wat er nodig is om de behandeling in één dag uit te voeren, dit zo goed als mogelijk uit te werken en de Kamer hierover voor 1 juli 2024 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 1357 (31066).

De heer Dijk (SP):

Voorzitter. De laatste motie dien ik in omdat ik wil horen en zien hoe het wel kan, een behandeling in één dag, en ik wil dat dan heel graag kunnen betrekken bij het debat dat de heer Omtzigt hier vorige week heeft aangevraagd en dat in juli zal plaatsvinden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar de heer Stultiens van de fractie van GroenLinks-PvdA.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel. Ik heb twee moties, mede ingediend door collega Inge van Dijk van het CDA. De eerste gaat over de bezwaarcommissie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de toegang tot de onafhankelijke bezwaarcommissie (BAC) is ingeperkt;

van mening dat dit niet mag leiden tot een verslechtering van de rechtsbescherming van gedupeerde ouders;

verzoekt de regering om bezwaren zo veel mogelijk te voorkomen door tijdig in gesprek te gaan met gedupeerde ouders en de zienswijzegesprekken beter te benutten;

verzoekt de regering in overleg te treden met de BAC en een oplossing te zoeken voor situaties waarin de inperking van de BAC leidt tot nadelige gevolgen voor de gedupeerde ouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stultiens en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1358 (31066).

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):

Mijn tweede motie gaat over DUO-schulden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er jongeren zijn met problematische DUO-schulden die verband houden met de toeslagenaffaire;

verzoekt de regering om samen met gemeenten en DUO naar een maatwerkoplossing te zoeken voor jongeren met een DUO-schuld als gevolg van de toeslagenaffaire;

verzoekt de regering om de Kamer hier voor de zomer over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stultiens en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1359 (31066).

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):

Ik had nog een motie over causaliteit en de bewijslast, maar die is eigenlijk vorig jaar al ingediend door de collega's Van der Lee en Kuiken en door de hele Kamer omarmd. Ik wil de staatssecretaris er graag aan herinneren dat deze motie uitgevoerd moet blijven worden.

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Voorzitter. De hersteloperatie toeslagen zou herstel moeten bieden aan gedupeerden van de toeslagenaffaire, niet alleen financieel, maar ook emotioneel. Maar het lukt ons niet om een hersteloperatie in te richten waarbij ouders en kinderen dat herstel geboden wordt. Dat zien we allemaal en, nog belangrijker, dat horen we van heel veel ouders. Het onlangs verschenen bericht over CWS was, om maar bij hun eigen bewoording te blijven, bij de wilde konijnen af. Ik kan gewoon niet begrijpen dat de Kamer al jaren aangeeft dat het zo niet werkt, dat we hier als Kamer zelf ook nog een extra onderzoek hebben laten uitvoeren door de Auditdienst Rijk en dat nu dit bericht in de krant verschijnt. De commissie zegt nu zelf dat de afhandeling van zaken te langzaam gaat. Bijten we als Kamer voldoende door? Ik vraag het me iedere keer af, na ieder debat en na iedere motie. We zien dat sommige ouders nog meer beschadigd raken dan ze al waren, omdat het hersteltraject op allerlei manieren tekortschiet, met ramp na ramp tot gevolg. Toch heb ik twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de brede ondersteuning en antwoord op de vraag wat ouders nodig hebben voor een nieuwe start bij gemeenten soms goed verloopt, maar in veel gevallen voor ouders tot frustraties leidt;

overwegende dat kinderen zich in veel gevallen niet melden bij gemeenten, terwijl er meer kinderen gedupeerd zijn dan ouders;

verzoekt de regering op zeer korte termijn te verduidelijken wat ouders en kinderen kunnen verwachten van de gemeente en hierbij ouders en kinderen te betrekken zodat hun perspectief centraal staat;

verzoekt de regering voor gedupeerde kinderen een meldpunt in te richten dat aansluit bij de belevingswereld van jongeren zodat we ze beter in beeld krijgen en kunnen helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Stultiens.

Zij krijgt nr. 1360 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat 26 oktober 2023 de motie op stuk nr. 1312 (31066) is ingediend en aangenomen met betrekking tot de trage werkwijze bij CWS;

overwegende dat hierin wordt verzocht de capaciteit van CWS binnen zes maanden opgeschaald te hebben naar vijftien dossiers per week en wanneer dit niet lukt, de capaciteit voor de ontwikkeling van de maatwerkroute in te zetten;

overwegende dat je ongekend onrecht niet oplost met bureaucratische processen, maar met mensen die in contact met mensen bereid zijn tot het komen tot oplossingen;

verzoekt de regering bij de aanstaande herinrichting van CWS deze motie als uitgangspunt te nemen, waarbij de ouders regie hebben over hun eigen proces en aannemelijkheid van het verhaal van de ouder het uitgangspunt wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Stultiens.

Zij krijgt nr. 1361 (31066).

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van Vroonhoven van NSC.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Voorzitter, dank. Ik heb drie moties van onze kant. De eerste betreft het vastlopen van het proces.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet vaak heeft aangegeven dat de compensatie van de gedupeerden prioriteit heeft;

constaterende dat de regering ruim drie jaar geleden is begonnen met het herstellen van de schade in het toeslagenschandaal;

constaterende dat tot nu toe ruim 67.000 gedupeerden zich hebben gemeld en hiervan een grote groep nog niet of nog niet volledig geholpen is;

constaterende dat de voorspelde kosten van de hersteloperatie zijn opgelopen van 300 miljoen naar 7,2 miljard en verder zullen oplopen;

constaterende dat dossiers nog steeds niet goed geleverd worden, zwartgelakt zijn en dat de regering stelselmatig alle wettelijke termijnen overschrijdt;

constaterende dat het leven van een groot aantal gedupeerden nog steeds stilstaat;

spreekt uit dat de hersteloperatie op een aantal punten is vastgelopen en op een aantal punten dreigt vast te lopen;

roept het kabinet op zijn eerder gemaakte beloftes richting gedupeerden na te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven.

Zij krijgt nr. 1362 (31066).

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Dan een motie over een uniform beleid hersteloperaties, waar wij voor pleiten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op dit moment in Nederland meerdere hersteloperaties plaatsvinden als gevolg van een onrechtmatige overheidsdaad;

overwegende dat de overheid op dit moment hersteloperaties afzonderlijk opzet en uitvoert en hierdoor uniform overheidsbeleid ontbreekt;

overwegende dat een uniforme hersteloperatie zal zorgen voor zekerheid bij gedupeerden en betreffende uitvoeringsorganisaties;

verzoekt de regering nieuwe hersteloperaties als gevolg van een onrechtmatige overheidsdaad te uniformeren en dit te beleggen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken;

verzoekt de regering dit uniforme beleid in een kaderwet vast te leggen en de Kamer over de voortgang hiervan binnen een halfjaar te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven.

Zij krijgt nr. 1363 (31066).

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ten slotte. Ik heb nog twintig seconden voor een motie over het feit dat je zonder dossier je recht niet kan halen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat alleen op basis van een compleet dossier kan worden vastgesteld wat de schade is van gedupeerden in het toeslagenschandaal;

overwegende dat gedupeerden zonder informatie geen compleet beeld kunnen vormen van wat er gebeurd is en hoe groot hun schade is;

overwegende dat het uitvoerend bestuursorgaan als schadeveroorzaker wél over alle stukken beschikt en weet wat een schending oplevert;

overwegende dat bij het verstrekken van ouderdossiers nog steeds wordt uitgegaan van wantrouwen in plaats van vertrouwen;

verzoekt de regering gedupeerden het volledige ongelakte dossier te verstrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven.

Zij krijgt nr. 1364 (31066).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter, en dank aan de staatssecretaris voor het debat. Ik denk dat we debat op debat weer met elkaar wisselen dat we allemaal hopen en iedere keer weer aan het kijken zijn hoe we deze opgave nog verder kunnen versnellen en versimpelen. Een aantal collega's hebben daar moties over ingediend. Ik wil toch nog wel even benadrukken dat ik echt ook wel zie dat de ambtenaren en de staatssecretaris er hard mee aan het werk zijn. Ook wij proberen dat met elkaar als Kamer iedere keer weer te bereiken. Laten we dat met elkaar vasthouden. Alleen dan komen we die stap vooruit zodat we die ouders kunnen helpen. Dat gezegd hebbend, heb ik nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er inmiddels meerdere schade- en herstelroutes voor gedupeerden openstaan;

overwegende dat ruimhartigheid, bejegening, het verhaal van de ouder en de uitlegbaarheid en transparantie belangrijke uitgangspunten en voorwaarden zijn bij de schaderoutes na de integrale beoordeling;

overwegende dat het goed is dat gedupeerden zelf kunnen kiezen welke route naar herstel het beste past bij hun persoonlijke situatie en zij op die wijze zelf meer regie krijgen over hun traject;

overwegende dat het van belang is dat ondanks de verschillen in aanpak, de uitkomsten van de trajecten niet in onverklaarbare verschillen mogen resulteren en het voor gedupeerden helder moet zijn wat de voor- en nadelen van de verschillende trajecten zijn;

verzoekt de regering zich daarom in te spannen om de voor- en nadelen van de verschillende routes aan de voorkant duidelijk aan gedupeerden te communiceren, en in overleg te treden met CWS, SGH en de regieroute om te voorkomen dat er onuitlegbare verschillen ontstaan in de uitkomsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kamminga, Inge van Dijk en Van der Werf.

Zij krijgt nr. 1365 (31066).

Prima. Ik schors vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 16.42 uur tot 16.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris De Vries:

Dank u wel, voorzitter. Eigenlijk zijn er naast de moties geen vragen meer aan mij gesteld, dus ik wil me vooral focussen op de moties die zijn ingediend.

Allereerst de motie van de SP op stuk nr. 1356. Die vraagt om "alle DUO-schulden van gedupeerde kinderen die deze schulden zijn aangegaan vanwege het toeslagenschandaal, kwijt te schelden". Dit is een discussie die wij natuurlijk al vaker met elkaar hebben gehad in de Tweede Kamer en in de commissiedebatten die over de hersteloperatie gaan. Ik heb daarbij aangegeven dat het toevoegen van een groep jongeren en beoordelen of de hoogte van die DUO-schulden is veroorzaakt door het toeslagenschandaal, betekent dat ik circa 30.000 jongeren opnieuw zou moeten gaan beoordelen om te zien of die schulden er wel of niet door het toeslagenschandaal zijn gekomen. Ik heb eerder aangegeven dat dat met de hele grote klus die er op dit moment al ligt en de aantallen mensen die wij op dit moment al moeten beoordelen, ondoenlijk is.

Dan blijft over de optie om het als totaal kwijt te schelden. Ik zou daar niet voor zijn, maar dat vraagt de motie ook niet. Dat zou overigens ook een fors financieel beslag leggen van naar schatting op dit moment ongeveer een half miljard euro. Maar dat is niet wat de motie vraagt. Het andere is echt niet uitvoerbaar voor de organisatie, dus die moet ik daarom ook ontraden.

Dan kom ik bij de tweede motie van de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):

Volgens mij heb ik in mijn bijdrage aangegeven dat ik niet wil horen hoe het niet moet. Ik wil horen hoe het wél kan.

Staatssecretaris De Vries:

Ja, maar ik heb al een hele klus. U heeft zelf gezien dat wij inmiddels 68.000 aanmeldingen hebben. We hebben 100.000 kinderen en jongeren die de kindregeling uitgekeerd moeten krijgen. We hebben nog de ex-toeslagpartners. We hebben nog de nabestaandenregeling. Daar kom ik zo nog op terug. Op enig moment moeten we ook kijken wat we op punten nog kunnen doen. Het individueel beoordelen is uitvoeringstechnisch echt ondoenlijk wat mij betreft. Daar komt nog bij dat ik denk dat er ook heel veel andere kinderen en jongeren zijn geweest die misschien een persoonlijke lening hebben genomen om hun ouders te helpen of die misschien in extra baantjes zijn gaan werken. Ik vind die verschillen tussen de groepen dan ook weer niet goed uitlegbaar. De motie op stuk nr. 1356 is dus ontraden.

De motie op stuk nr. 1357 verzoekt de regering om te onderzoeken wat er nodig is om de behandeling in één dag uit te voeren, dit zo goed als mogelijk uit te werken en de Kamer hierover voor 1 juni 2024 te informeren. Ik weet niet of u … Zal ik eerst deze motie afronden? Wij hebben eerder een pilot gedraaid, ook op verzoek van deze Kamer, om te kijken of dat goed uitvoerbaar is. Daaruit is gebleken dat we dat niet op een goede manier kunnen doen. We hebben er ook nog een keer expliciet naar gekeken bij het ingediende amendement dat ik zonet al even noemde, van een voormalige collega van de heer Dijk. Dat gaat om de nabestaandenregeling. Ik heb daarvan aangegeven dat we heel goed hebben gekeken hoe we dat uitvoerbaar kunnen maken. Daarvoor moet ik echt nog wat wijzigingen in de wet doen. Dat is ook wat de heer Dijk nu van me vraagt: om te kijken hoe je het dan wél uitvoerbaar kan maken. Dat kan voor die kleine groep wel, maar voor die hele grote groep is dat mega-ingewikkeld en niet doenbaar, als ik kijk naar de uitvoeringstoets voor de nabestaandenregeling. Verder komt daar nog het volgende bij. Als wij kijken naar hoe het nu gaat bij bijvoorbeeld de aanvullende schade en naar wat we ook terug horen van de ouders over bijvoorbeeld de pilot met de Stichting (Gelijk)waardig Herstel, dan zien we dat ouders aangeven: "Jongens, geef ons ook de tijd. We hebben tijd nodig om dit te verwerken, weer door te maken …"

(Onrust op de publieke tribune.)

De voorzitter:

Sorry, ik wil u niet horen vanaf de publieke tribune. Fijn dat u er bent, maar u mag niets laten merken.

Staatssecretaris De Vries:

Ik denk dat dat ook belangrijk is. Er zijn een aantal zaken gezegd in het commissiedebat: ga in één kamer zitten en kom er binnen één moment uit. Nog even afgezien van de uitvoerbaarheid: wat wij van heel veel ouders terugkrijgen, is dat ze tijd nodig hebben. Ik wil ze niet onder druk zetten om dat dan in één dag te doen. Dat betekent dat ik ook deze motie helaas wederom moet ontraden. We hebben er al eens eerder nagekeken en … Nou, goed. Voor de nabestaandenregeling hebben we gekeken hoe het wél kan. Dat is niet helemaal in één dag, zoals in het amendement geregeld is. We proberen wel degelijk daaraan tegemoet te komen, maar daar heb ik nog wel een wetswijziging voor nodig.

De heer Dijk (SP):

De gemiddelde wachttijd bij een beoordeling is 307 dagen. De behandeling duurt vervolgens 207 dagen, het bezwaar duurt nog een jaar en de behandeling kost nog een jaar. Dan zijn mensen drieënhalf jaar verder. Die behandeling in één dag: u mag er twee dagen over doen, u mag er drie dagen over doen. Waar het mij om gaat, is dat er een oplossing moet komen die werkt. Ook deze staatssecretaris is jarenlang lid geweest van een partij die een overheid heeft gecreëerd die niet werkt, die mensen in de problemen heeft geholpen en die er nu drieënhalf jaar voor nodig heeft om mogelijkerwijs iets op te lossen. Dus doe de behandeling in één dag, in twee dagen of in drie dagen. Ik wil horen hoe dit uitgevoerd kan worden. U geeft tot nu toe alleen nog maar aan hoe dingen niet kunnen. De oplossingen waar u zelf mee komt, lopen keihard vast. Dat zien we iedere keer en de afgelopen weken ook weer terug in de krant. Ik heb er tot nu toe geen enkel vertrouwen in dat deze staatssecretaris ook nog maar enig probleem gaat oplossen in dit dossier.

Staatssecretaris De Vries:

Dat de heer Dijk dat tegen mij zegt, mag allemaal nog, maar ik denk dat er heel veel mensen keihard werken om wél de problemen op te lossen. Ik denk dat er op een aantal punten ook echt voortgang is geboekt. Dat wil echt niet zeggen dat we er op alle punten zijn, want er zijn echt nog onderdelen waar het heel erg knelt. Denk aan het bezwaar en de aanvullende schade. Maar wat betreft de integrale beoordelingen hebben we zo'n 70% afgehandeld van degenen die als gedupeerden zijn aangemerkt. Dat is nog niet voldoende en ik snap het ongeduld van de Kamer, want ik heb datzelfde ongeduld. Dat ongeduld heeft de organisatie ook. Maar ik moet het ook wel kunnen uitvoeren. Toen ik aan de opdracht begon om hiervoor te gaan en te kijken wat ik het beste kan doen voor de ouders, een opdracht die ik met volle overtuiging aanvaard heb, heb ik me voorgenomen geen beloftes te doen die ik niet kan waarmaken. Ik denk dat dat voor mij de drijfveer is om af en toe nee te zeggen. Diep in mijn hart wil ik dat ik het zo snel mogelijk kan oplossen. Daar ben ik ook in volle overtuiging mee bezig. Ja, ik kom soms knelpunten tegen en er zitten soms kaders in de weg — die probeer ik echt te slechten — maar ik vind niet dat ik beloftes moet doen die ik niet kan waarmaken. Ik denk dat ouders dan nog verder van huis zijn.

De voorzitter:

Afrondend, kort.

De heer Dijk (SP):

Dat denk ik ook. Je moet nooit beloftes doen die je niet kunt waarmaken. Ik wil hier nog wel even gezegd hebben — dat heb ik ook in het commissiedebat gezegd — dat ik natuurlijk weet dat er mensen en publieke dienstverleners zijn die hun uiterste best doen om problemen op te lossen. Ik hoor hier alleen nog steeds dat allemaal dingen niet kunnen, terwijl ouders of zwaarder in de problemen komen of helemaal niet geholpen worden. Volgens mij ligt daar een enorm probleem. Ik roep niet eens meer de staatssecretaris, maar de Kamer op om met plannen te komen, want ik heb het idee dat als we hierop moeten wachten het in plaats van 307 dagen drieënhalf jaar en misschien nog wel vijf jaar duurt voordat er een echte oplossing is voor ouders.

Staatssecretaris De Vries:

Ik denk dat elke dag dat ouders langer moeten wachten op herstel en volledig herstel er een te veel is. Maar het helpt niet om dan dingen in gang te zetten die ook de rust in de organisatie weer helemaal wegnemen en waarmee je het hele proces omgooit. Dat zorgt volgens mij alleen maar voor vertraging. Ik wil echt kijken naar alle aangedragen oplossingen. Volgens mij hebben we dat bij een aantal opties ook nadrukkelijk gedaan, maar voor mij is echt de toetssteen dat het sneller en beter voor de ouders moet zijn en het uitvoerbaar moet zijn voor de uitvoeringsorganisatie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1358.

Staatssecretaris De Vries:

De motie op stuk nr. 1358 is een motie van de leden Stultiens en Inge van Dijk en gaat over rechtsbescherming van ouders bij de onafhankelijke bezwaarcommissie. Die verzoekt de regering om bezwaren zo veel mogelijk te voorkomen door tijdig in gesprek te gaan. Dat is ook ons voornemen. Dit zie ik dan ook als een aanmoediging om daar nog een schepje bovenop te doen en die zienswijzegesprekken beter te benutten. De motie verzoekt ook om in overleg te treden met de BAC en een oplossing te zoeken voor situaties waarin de inperking van de BAC leidt tot nadelige gevolgen voor de gedupeerde ouders. Dat ben ik bereid te doen. Ik wil daar wel de opmerking bij maken dat het zeker niet altijd nadelige gevolgen heeft voor de ouders. In een aantal dossiers ten aanzien van de BAC denken wij dat het verantwoord is en het sneller kan zijn voor de ouders. Die heb ik ook uitgebreid met uw Kamer gedeeld in vorige voortgangsrapportages, voordat wij het instellingsbesluit hebben aangepast. Ik heb ook toegezegd daar nader op terug te komen bij volgende voortgangsrapportages. Maar ik wil de motie graag oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 1359, ook van de leden Stultiens en Inge van Dijk. Die verzoekt de regering om met gemeenten en DUO naar een maatwerkoplossing te zoeken voor jongeren met een DUO-schuld als gevolg van de toeslagenaffaire. Ze verzoekt de regering ook om de Kamer hier voor de zomer over te informeren. Ik ben graag bereid om met gemeenten en DUO te bekijken welke mogelijkheden er nog zijn binnen de maatwerkoplossingen en het beleid van DUO. Ik ga gemeenten en DUO niet vragen om ook het oorzakelijk verband per se te onderzoeken. Daar heb ik zonet ook al iets over aangegeven. Maar als maatwerkoplossingen mogelijk zijn, ben ik graag bereid om daarnaar te kijken. Met deze opmerkingen kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 1360, van het CDA en de GroenLinks-PvdA-fractie, gaat over de brede ondersteuning. Daar hebben we ook in het debat uitgebreid bij stilgestaan. Ik denk inderdaad dat er op dit moment heel veel klachten zijn over hoe dat wordt uitgevoerd. Met name jongeren weten de weg moeilijk te vinden. De twee verzoeken in de motie wil ik graag oppakken. Ik ben ook al in gesprek met de gemeenten over hoe we een aantal knelpunten daar kunnen oplossen. Ik wil deze twee aspecten daar graag bij meenemen. Wat mij betreft krijgt deze motie dus oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1361 is ook van het lid Inge van Dijk en de heer Stultiens. Die motie gaat over de herinrichting van de CWS. Er is al een debat aangevraagd. Ik heb ook toegezegd dat ik naar de Kamer zal komen met een plan dat CWS opstelt. Ik wil dat eigenlijk het liefst doen in combinatie met de evaluatie van de Stichting (Gelijk)waardig Herstel, omdat ik dan ook wil kijken of ik een planning of een indicatie kan geven van hoeveel er afgehandeld kan worden. Wat mij betreft krijgt deze motie ook oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 1362 van mevrouw Van Vroonhoven. Die spreekt iets uit. Daar mag ik natuurlijk niks van zeggen, voorzitter.

De voorzitter:

Dat mag best hoor.

Staatssecretaris De Vries:

Er is onder andere een opmerking gemaakt over dat het vastgelopen is of dreigt vast te lopen. Ik denk dat er inderdaad een aantal zaken zijn die echt nog problematisch zijn op dit moment. Een paar daarvan heb ik al genoemd, zoals de bezwaren, maar ook de aanvullende schade. Er moet echt nog veel meer tempo gemaakt worden om dat op te pakken. Daarom hebben we ook een aanvullendeschaderoute gedaan. Ik vind het dus belangrijk dat we goed bekijken hoe we de zaken die niet naar behoren lopen, kunnen oplossen. Er zijn ook een aantal zaken redelijk voortvarend opgepakt, denk ik, zoals de kwijtschelding van de schulden en de kindregeling.

Over het tweede deel van de motie — "roept het kabinet op haar eerder gemaakte beloftes richting gedupeerden na te komen" — moet ik wel een oordeel geven. Dat lijkt me sowieso een goede zaak. Dat deel, het deel waar ik een oordeel over mag uitspreken, geef ik dus oordeel Kamer. Het eerste deel is aan uw Kamer.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik waardeer het enorm dat de staatssecretaris ook reflecteert op het spreekt-uitgedeelte van de motie. Dank daarvoor. Ik wil toch even het volgende zeggen. Ik had het er net met de heer Dijk over in de schorsing. Na afloop van het commissiedebat waren wij redelijk ontdaan over alles wat we gehoord hadden. Deze motie komt ook echt voort uit het gevoel waarmee wij uit dat commissiedebat gekomen zijn.

Staatssecretaris De Vries:

Dat snap ik. Ik begrijp ook heel goed dat er ongeduld is op heel veel van de onderdelen. Op een aantal onderdelen hebben we ook echt wel stappen gezet, maar ze zijn zeker nog niet klaar. Op die onderdelen zullen zeker nog aanvullende stappen gezet moeten worden. Ik hoop daar op korte termijn bij uw Kamer op terug te komen, met de evaluatie van de aanvullendeschaderoute en het plan van de Commissie Werkelijke Schade.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1363.

Staatssecretaris De Vries:

De motie op stuk nr. 1363 is ook van mevrouw Van Vroonhoven van NSC. Daarin staat: verzoekt de regering nieuwe hersteloperaties als gevolg van een onrechtmatige overheidsdaad te uniformeren en dit te beleggen bij het ministerie van BZK, en dat in een kaderwet vast te leggen. Ik zou willen verzoeken om die motie aan te houden. Ik moet eerlijk zeggen: ik vind het niet echt aan mij om daar een oordeel over uit te spreken.

De voorzitter:

Nou ...

Staatssecretaris De Vries:

Ik zou willen voorstellen om die motie te betrekken bij bijvoorbeeld het debat over de parlementaire enquête, omdat het echt een veel breder verzoek is dan alleen over deze hersteloperatie.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Deze motie komt voort uit de behoefte om zelf onze oplossingen aan te dragen. Dit is wat ons betreft een hele belangrijke tegemoetkoming, waarmee wij denken dat we een oplossing kunnen bieden. Vooralsnog houd ik 'm aan, maar natuurlijk zal de motie ook ter sprake komen bij het bredere debat dat we later zullen hebben met elkaar.

De voorzitter:

De motie-Van Vroonhoven op stuk nr. 1363 wordt aangehouden.

Ik merk dat er wat verwarring ontstaat. Ik dacht dat u net zei dat u 'm zou aanhouden?

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik hou 'm nog even in de lucht. Ik hou 'm nog even in het spel.

De voorzitter:

Dan is de motie dus niet aangehouden. In dat geval ...

Staatssecretaris De Vries:

Als de motie niet aangehouden wordt, moet ik 'm toch ontraden.

De voorzitter:

Dan wordt de motie ontraden.

Staatssecretaris De Vries:

Ik vind namelijk dat we een bredere discussie met elkaar moeten hebben over de vraag: hoe doe je dat dan naar de toekomst toe? Ik denk dat het recht zou doen aan het onderwerp om daarover breder het gesprek aan te gaan met elkaar.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Excuses voor de verwarring.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de derde motie van mevrouw Van Vroonhoven van NSC, de motie op stuk nr. 1364. Daarin staat: "verzoekt de regering gedupeerden het volledige ongelakte dossier te verstrekken". Wij hebben in het debat uitgebreid gesproken over de dossiers. Ik heb toegezegd dat ik nader terugkom op de dossiers richting uw Kamer. We hebben natuurlijk twee verschillende dossiers. Het ene is het ouderdossier, waarvoor in overleg met de ouders, maar ook met de advocaten, heel nadrukkelijk is gesproken over de vraag: wat zou daarin moeten zitten? Dat zou je kunnen gebruiken bij zowel de IB, de integrale beoordeling, als voor de integrale bezwaarschriften en de CWS-fase. We hebben ook het Verzoek Persoonlijk Dossier. Dat is meer werk. Wat betreft het verstrekken van ongelakte dossiers zeg ik het volgende. Ten eerste is het lakken van de dossiers op dit moment niet het knelpunt. Vooral het samenstellen van de dossiers levert het grote werk op. In verband met de AVG kan ik ook niet zomaar iets ongelakt verstrekken.

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris De Vries:

Ontraden.

Dan kom ik op de laatste motie. Dat is de motie op stuk nr. 1365 van mevrouw Kamminga van de VVD, Inge van Dijk van het CDA en mevrouw Hanneke van der Werf van D66. Die gaat over de uitlegbaarheid van de verschillende aanvullende routes. Dat zijn de Commissie Werkelijke Schade, de Stichting (Gelijk)waardig Herstel en de regieroute vaststellingovereenkomst. Ik denk dat het belangrijk is dat er geen onuitlegbare verschillen ontstaan. Daar hebben we in het debat ook uitgebreid over gesproken. Ik denk dat dat ook belangrijk is, omdat ouders dan de keuzevrijheid hebben. Je wil niet dat de een misschien hele andere uitkomsten heeft dan de ander. Men moet de vrije keuze kunnen maken voor welke route ze willen gaan inzetten. Ik zou deze dan ook oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors enkele minuten.

De vergadering wordt van 17.06 uur tot 17.11 uur geschorst.

Naar boven