4 Vragenuur

Vragenuur

Vragen Paternotte

Vragen van het lid Paternotte aan de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, bij afwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht "Steeds meer huizen verzakt door extreem droge zomers: 'Ik zit gewoon klem'".

De voorzitter:

Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Paternotte, die een vraag gaat stellen aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het woord is aan de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Een veilig en betaalbaar huis, dat moet in Nederland een vanzelfsprekendheid zijn. Nu is betaalbaar iets wat al een tijdje onder druk staat, maar ook een veilig thuis is steeds minder vanzelfsprekend. Een op de tien huizen dreigt onveilig te worden. Steeds meer huizen hebben namelijk last van funderingsschade. Dat leidt tot verzakkingen, scheuren en tienduizenden euro's aan schade per woning. Die funderingsschade is niet van de ene op de andere dag uit de hoge hoed gekomen, maar is een gevolg van die steeds drogere zomers doordat de aarde steeds heter wordt en van een veel te laag grondwaterpeil.

Voorzitter. Waterschappen hebben we al meer dan 750 jaar. Die zijn verantwoordelijk voor ons grondwaterpeil. Zij lijken er met hun decennialange belang beleid voor een heel laag grondwaterpeil voor gekozen te hebben, bewust of onbewust, om huizen onveilig te maken. Daarbij zijn de belangen van huiseigenaren en de natuur eigenlijk structureel ondergeschikt gemaakt aan een ander belang, namelijk het belang van de landbouw en nu dus met een rekening van misschien wel 12 miljard euro. Is het kabinet het met D66 eens dat waterschappen jarenlang steken hebben laten vallen door blind te zijn voor de keerzijdes van een te laag grondwaterpeil?

De voorzitter:

De staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Het spreekgestoelte mag nog wel een beetje meer omhoog. Moet ik dat zelf doen?

De voorzitter:

Wij doen het voor u, maar u heeft meer macht dan het Kamerpersoneel zo te zien. Staatsrechtelijk klopt dat ook. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Dan u wel, voorzitter. Het kabinet erkent dat die funderingsproblematiek een grote opgave is. Het is een thema dat ook al langer leeft. Wij hebben daar een onderzoek naar laten uitvoeren — dat is het onderzoek van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, waarvan het rapport is gepresenteerd — waarbij we hebben gevraagd om met een advies te komen over hoe we dit probleem nou eigenlijk moeten aanpakken en hoe we ervoor kunnen zorgen dat we het niet alleen aanpakken, maar dat het ook op een goede en rechtvaardige manier wordt aangepakt. Dat advies is vorige week donderdag gekomen en dat zegt eigenlijk dat we moeten inzetten op een aantal sporen. We moeten zorgen dat er betere informatie ter beschikking is over waar nou risico's zijn en wat eventuele inzichten zijn die we nodig hebben om funderingsschade überhaupt in kaart te hebben. Het rapport gaat in op hoe je het moet voorkomen en ook op de vraag hoe je de maatschappelijke problemen kunt voorkomen, door ondersteuning en ontzorging van mensen. Het kijkt natuurlijk ook naar subsidie en leenmogelijkheden en naar hoe we gezamenlijk aan het werk kunnen om dit thema aan te pakken. Het kabinet heeft dat rapport natuurlijk niet voor niets laten maken. Dat is gedaan omdat we heel erg duidelijk zien dat er echt werk moet worden verricht om niet alleen in kaart te brengen hoe groot het probleem is, maar ook om te kijken hoe we dat kunnen aanpakken. Dat punt werd ook door de heer Paternotte duidelijk gemaakt. Op dit moment is het namelijk zo dat de huiseigenaar zelf verantwoordelijk is. Maar we zien ook dat er een bredere verantwoordelijkheid ligt bij verschillende partijen; wij willen samen met medeoverheden, de financiële sector, de bouwsector, de bouweigenaren zelf en andere stakeholders kijken naar een oplossing. We zullen er ook voor zorgen dat er een snelle reactie op dat rapport komt. Dat rapport is vorige week uitgekomen. Het idee is dat wij in de komende weken voor een oplossing zorgen.

De heer Paternotte vroeg ook nog wat nou precies de rol is van de waterschappen in dit verband. Eigenlijk zien we dat er meerdere oorzaken aan die funderingsproblematiek ten grondslag liggen. Dat laat het rapport ook zien. Eén daarvan is dat lage grondwaterpeil. Maar dat is niet de enige oorzaak. Dat peil wordt overigens niet alleen door het waterschap bepaald; dat gebeurt ook vaak in samenhang met andere partijen, zoals gemeenten. Het is dan natuurlijk ook nodig — daar zei ik net al iets over — dat we in samenhang kijken wat nu precies het probleem is. Hoe ziet dat eruit? Wat zijn de oorzaken? De vraag is zeker ook: hoe gaan we ervoor zorgen dat we dit grote Nederlandse thema, dit grote maatschappelijke probleem, met de verschillende partijen gaan aanpakken?

De heer Paternotte (D66):

De staatssecretaris zei: officieel zijn huiseigenaren nu eigenlijk zelf verantwoordelijk. Maar de vraag is natuurlijk: kan je dan eigenlijk van huiseigenaren verwachten dat ze dit zien aankomen? Ik weet niet of de voorzitter weet wat het grondwaterpeil onder zijn woning is. Hij woont in een stad die is gebouwd op palen, geloof ik. Ik weet het zelf in ieder geval niet. Ik weet ook niet of mensen in de zaal weten of ze in een risicogebied wonen. Maar volgens mij geldt het volgende voor de meeste Nederlanders. Je kunt niet verwachten dat je hier zelf de ultieme verantwoordelijkheid voor hebt. We hebben in Groningen gezien wat het met mensen doet als ze continu het gevoel hebben dat ze niet zeker kunnen zijn van de veiligheid van hun woning. Ik zou het kabinet dus ook willen oproepen: laten we nou proberen weg te blijven van discussies over rechtmatigheid; laten we naast de huiseigenaren gaan staan en schouder aan schouder aan een oplossing werken, zoals het kabinet dat nu in Groningen eigenlijk goed aan het doen is.

Ik heb een paar concrete vragen, ook op basis van het rapport dat de staatssecretaris noemde. Is het kabinet het met D66 eens dat huiseigenaren beter geholpen moeten worden en dat iedereen recht zou moeten hebben op dezelfde hulpmiddelen, ongeacht waar in Nederland het huis staat? Welke aanbevelingen uit het rapport gaat het kabinet nu concreet opvolgen?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Ik zei net al dat we zien dat dit een breed probleem is. Dat is ook de reden waarom wij als kabinet om dit rapport gevraagd hebben. Dit is niet een probleem dat heel makkelijk oplosbaar is. Het is een probleem dat heel groot is. Het rapport laat zien dat het nodig is dat we met verschillende partijen samen aan het werk gaan om een oplossing te vinden, dus niet alleen het kabinet en niet alleen de huiseigenaren. Er is een groep van partijen nodig om dit aan te pakken: gemeenten, waterschappen, de financiële sector enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. We moeten dus met elkaar kijken hoe we dit gaan aanpakken. Daarbij willen we natuurlijk een aanpak kiezen die ervoor zorgt dat het mogelijk is voor mensen om niet alleen maar informatie en inzicht te krijgen. Dat is namelijk maar één kant en één aanbeveling die Rli doet. We moeten ook kijken wat we gezamenlijk kunnen doen om problematiek aan te pakken op het moment dat die zich voordoet. Want het is inderdaad zo dat de huiseigenaren op dit moment zelf verantwoordelijk zijn. Maar we zien ook dat het voor heel veel mensen lastig is om dit zomaar in hun eentje op te pakken. Daarom gaan wij in onze kabinetsreactie op dat rapport ook in op de aanbevelingen. Daarin willen we ook antwoord geven op de vraagstukken die spelen, namelijk: "Hoe geven we meer inzicht? Hoe geven we meer informatie? Wat kunnen we doen om te voorkomen? Wat kunnen we doen om te verbeteren?" Maar ook: hoe kunnen we ervoor zorgen dat er oplossingen komen op de plekken waar we zien dat de problematiek niet in alle gevallen door de huiseigenaren zelf kan worden aangepakt?

De heer Paternotte (D66):

Ik probeer het nog even één slag concreter te maken. Die funderingsschade is namelijk een landelijk probleem, maar we zien dat er op heel veel plekken in Nederland al wel een aanpak is. In Friesland is er bijvoorbeeld directe steun van de provincie, in de vorm van een subsidie, voor mensen die hiermee te maken hebben. Zaanstad, Rotterdam en Gouda hebben hun eigen aanpak. Wat kunnen we daarvan leren?

Ik wil het nog even specifiek hebben over verzekeraars en banken. De raad is heel kritisch op de rol die zij nu pakken. Maar wat is volgens de staatssecretaris hun rol in de oplossing van de problemen? Het is op dit moment immers niet mogelijk om je te verzekeren tegen schade die vanuit grondwater aan je huis wordt aangericht. Wij pleiten — dat hebben we eerder ook met de Partij van de Arbeid gedaan — er al langer voor dat het wél mogelijk wordt om je te verzekeren tegen die grondwaterschade. Ik zou graag van het kabinet horen hoe we dat mogelijk kunnen maken.

Voorzitter, ik zie dat mijn tijd niet meer loopt. Dat vind ik uitstekend. Ik heb namelijk nog heel veel vragen. Maar de antwoorden zullen …

De voorzitter:

We zijn in een royale bui!

Staatssecretaris Van Huffelen:

Het punt is zeer helder. Er zijn deels al aanpakken, maar die werken niet voor het hele land. We willen vanuit het kabinet kijken naar een landelijke aanpak die iedereen helpt, ongeacht waar je woont. Bij het opstellen van die aanpak willen wij ook heel erg graag de banken en verzekeraars betrekken, zodat we ervoor zorgen dat er een oplossing komt. We gaan in die kabinetsreactie uitwerken hoe we dat precies doen. Maar wij vinden het belangrijk dat wij een aanpak maken die voor heel Nederland geldt. Wij willen dus een nationale aanpak. We vinden het ook belangrijk dat partijen zoals banken en verzekeraars daar een rol in spelen. Samen moeten we er dan voor zorgen dat we dit ingewikkelde maatschappelijke probleem gaan aanpakken.

De voorzitter:

Ten slotte wellicht nog, de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Wij weten sinds de droge zomer van 2018 hoe groot dit probleem is. Dat werd toen bijna letterlijk aan de oppervlakte gebracht. Maar we gaan dit natuurlijk veel vaker zien. Het wordt namelijk steeds heter. We krijgen steeds vaker drogere zomers. We moeten zo veel mogelijk proberen om die schade in de toekomst echt tot een minimum te beperken. Ik zou het kabinet dus toch willen vragen hoe we ervoor kunnen zorgen dat we nieuwe schade zo veel mogelijk voorkomen en of er ook bereidheid is om daarover indringend met de waterschappen, die toch de meeste invloed daarop hebben, aan tafel te zitten.

Dan nog even concreet. Zou het helpen als iedere woning een klimaatlabel krijgt, waardoor je in ieder geval, als je een huis koopt, weet wat de risico's zijn? Zo kan je ervoor zorgen dat je geen kat in de zak koopt, bijvoorbeeld dat een huis enorm kwetsbaar blijkt te zijn voor verzakkingen, voor scheuren, voor die enorme schade. Mensen zeggen nu namelijk: "Ik zit klem, want ik kan die schade niet zomaar betalen. Maar ik weet dat er vooralsnog geen oplossing is."

Staatssecretaris Van Huffelen:

Het is ontzettend belangrijk om zeker ook naar dat thema van het voorkomen te kijken. Daar gaat het rapport ook op in; daarin staat dat je aan de slag moet, daar waar je het kunt voorkomen. Het gaat dus niet alleen om informatie over de huidige stand, maar je moet ook kijken hoe je het kunt voorkomen. Daar gaan we in onze kabinetsreactie dan ook graag op in. Of we precies met zo'n label willen gaan werken, zoals u vraagt, daar moeten we denk ik nog even goed naar kijken. We moeten een instrument kiezen dat werkt en dat inzicht geeft aan een huiseigenaar of aan iemand die een huis wil kopen in de feitelijke situatie en huidige stand. Of zo'n label daarbij werkt, weten we nog niet helemaal precies. Maar nogmaals, in onze kabinetsreactie willen we daar wel iets over zeggen om te zorgen dat er heldere informatie is voor degene die dat huis wil kopen, maar we willen natuurlijk ook kijken naar informatie voor mensen die gewoon in een huis wonen waar die problematiek in de loop van de jaren kan ontstaan.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Ik ben het heel erg eens met de opmerkingen die collega Paternotte maakte over de verantwoordelijkheid van waterschappen die er bewust voor kiezen om een heel laag grondpeil te hebben en daardoor de risico's bij de huiseigenaren neerleggen, die gewoon een fijn en veilig huis willen maar dan ook de financiële risico's hebben. Ik zou de staatssecretaris willen vragen of zij ook in de reactie van het kabinet mee wil nemen of de waterschappen een financiële verantwoordelijkheid op zich gaan nemen, zodat die niet alleen bij die huiseigenaren terechtkomt.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Het kabinet vindt ook echt dat provincies en waterschappen hierin een rol hebben. Dat geldt ook voor gemeenten, naast partijen als banken en verzekeraars. Ik denk dat het inderdaad goed is dat wij antwoord geven op welke rol wij zien voor deze partijen in het oplossen van dit probleem, dus dat gaan wij ook meenemen in onze kabinetsreactie.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik wilde nog even doorgaan op de kat in de zak van collega Paternotte, waarbij ik er natuurlijk wel aan toe moet voegen dat we er gisteren de hele dag over gedebatteerd hebben dat dat zielig is en dat dat niet meer mag. Maar over de aankoop van huizen: een fundering is letterlijk het fundament onder een veilig thuis. Een koper heeft vaak weinig inzicht in de kwaliteit van dat stuk, omdat het zich letterlijk onder de grond bevindt. Wat gaat het kabinet eraan doen om dergelijke informatie, over de staat van een fundering van het huis dat iemand overweegt te kopen, op een makkelijke manier beschikbaar te krijgen?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Het precieze instrumentarium daarvoor, daar wil ik graag op terugkomen. Beter gezegd: de minister gaat daarop terugkomen in de reactie op het rapport van de Rli. Maar dat dit heel erg nodig is, dat zijn we zeer met u eens. Want het is ontzettend belangrijk voor mensen om beter te weten hoe het nou eigenlijk staat met die fundering onder hun huis, of er iets is wat ze moeten doen en of er maatregelen moeten worden getroffen of niet. Zeker als je je huis verkoopt of als je een huis koopt, wil je natuurlijk precies weten wat je koopt en wat de staat is van de funderingen. Al dit soort thema's, die ook in het rapport worden genoemd, vergen dat we meer inzicht hebben. Dat geldt voor de individuele huiseigenaar of iemand die een huis wil gaan kopen, maar geldt natuurlijk ook wat meer in het algemeen, omdat je ook beter wil zien wat er gedaan moet worden om dit funderingsprobleem in Nederland op een goede manier aan te pakken, zodat het niet leidt tot een heel groot maatschappelijk probleem.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik heb nog een vervolgvraag. Wat de CDA-fractie betreft zou er een database beschikbaar moeten komen waarin dit soort informatie makkelijk terug te vinden is. Wat ons betreft zou die ook eerder beschikbaar moeten komen dan 2029. Is de staatssecretaris dat met de CDA-fractie eens en kunnen wij in de reactie van het kabinet ook een reflectie op dit punt verwachten?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Dat laatste zeker, want dat is een aanbeveling die in het rapport staat. Ik vind het wel belangrijk dat we nog even goed kijken naar de precieze instrumenten die we gaan gebruiken om ervoor te zorgen dat dat goede inzicht er komt, dat mensen weten hoe ze achter de staat van hun huis kunnen komen of achter de staat van het huis dat ze willen kopen. Maar nogmaals, op het precieze instrumentarium wil het kabinet graag terugkomen in de kabinetsreactie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Het rapport is heel helder: dit kan een gigantisch probleem worden en voor een deel is het ook nog mogelijk om dit te voorkomen. Dat is natuurlijk heel hoopvol. Waar ik mij zorgen over maak, is dat dit weer zo'n onderwerp wordt waar we dan een krantenkop over zien waar we in het vragenuur vragen over stellen, maar dat we dan niet heel erg veel verder komen. Dat gevoel heb ik nu ook een klein beetje. Ik zou eigenlijk de hele simpele vraag willen stellen wanneer die kabinetsreactie komt, zodat we daadwerkelijk kunnen gaan werken aan veel meer zekerheden voor huiseigenaren en huurders, ook omtrent de rijksbijdrage hieraan. Dus de heel simpele vraag is: wanneer kunnen we die kabinetsreactie tegemoetzien?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Misschien even twee dingen daarover zeggen. Nummer één. Het onderzoek is op verzoek van het kabinet gedaan, omdat wij ook zien dat dit een heel serieus probleem is en omdat wij willen voorkomen dat het probleem groter wordt. Sterker nog, wij willen graag dat het goed wordt aangepakt. Dat doen wij niet zomaar, dat doen wij omdat wij daar echt serieus mee aan het werk willen. Die kabinetsreactie komt op korte termijn: binnen twee weken. Daarin zullen wij uiteraard ook ingaan op de aanbevelingen van de Rli. Dan gaat het om inzicht, hoe je het kunt aanpakken, wie er verantwoordelijk zijn en welke partijen wij erbij willen betrekken.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover het vragenuurtje. Hartelijk dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid. Zij was zo vriendelijk de minister te vervangen en blijft nog even bij de stemmingen. Dat waarderen wij zeer. Ik schors tien minuten.

De vergadering wordt van 15.04 uur tot 15.16 uur geschorst.

Naar boven