3 Vragenuur

Vragenuur

Vragen El Abassi

Vragen van het lid El Abassi aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Verkeerd parkeren zwaarder beboet dan mishandeling: hoe het boetestelsel uit balans raakte".

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de heer El Abassi van de fractie van DENK. Hij heeft een vraag aan de minister van Justitie en Veiligheid, die wij bij dezen van harte welkom heten.

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter. Afgelopen week werd heel Nederland overvallen door het slechte nieuws dat de verkeersboetes met 10% zijn verhoogd; dit ondanks mijn aangenomen motie om de boetes juist te verlagen. Veel Nederlanders staat het water aan de lippen vanwege de torenhoge inflatie. De minister heeft besloten om die mensen met hun kop onder te drukken door de verkeersboetes astronomisch te verhogen. Het is goed dat verkeersovertreders beboet worden, maar het is absurd dat het goedkoper is om iemand een klap te verkopen dan om een simpele verkeersovertreding te plegen.

Voorzitter. Dit is ontzettend zorgelijk. Het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie was uitermate kritisch over de doorgevoerde verhoging. Dat legde de minister echter naast zich neer. De Raad van State liet zich bijzonder hard uit over de minister, die niet het advies opvolgde dat ze nota bene zelf bij de Raad van State had aangevraagd. De Raad van State adviseert om de boetes te verlagen. Het boetesysteem raakt uit balans en dat heeft grote maatschappelijke gevolgen. Maar ook dit liet haar wezenlijk koud. Zelfs haar eigen ambtenaren op het ministerie van Justitie waren met stomheid geslagen toen ze erachter kwamen wat de minister voornemens was. Ook dit was niet genoeg.

Voorzitter. Ook in dit huis is de noodklok door ons geluid. DENK diende een motie in om de verkeersboetes te verlagen en ze niet te gebruiken om de staatskas te spekken. Deze motie is met een meerderheid aangenomen in deze Kamer. Mijn vraag aan de minister is dus simpel. In een democratische samenleving zoals Nederland zeggen het Openbaar Ministerie, de Raad van State, haar eigen ambtenaren en het parlement: doe dit nou niet. Waarom zet zij dit dan eigenhandig en koppig door en verlaagt ze de boetes niet?

Dat was de eerste vraag.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Het is begrijpelijk dat we het hier vandaag alweer over hebben. Ik kom altijd graag als u mij uitnodigt. Het kabinet stond in de aanloop naar de Voorjaarsnota van vorig jaar, in 2023, voor hele grote financiële uitdagingen en heeft lastige keuzes moeten maken in het vaststellen van die Voorjaarsnota. Ingrijpende gebeurtenissen zorgden voor tegenvallers op de begroting. Dat ging om gebeurtenissen in ons land en buiten ons land, de hogere rente, maar ook de gestegen asielinstroom.

(Onrust op de publieke tribune.)

De voorzitter:

Ik schors enige ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De minister vervolgt.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Vorig jaar moest elk departement, met uitzondering van Defensie, een bijdrage leveren aan deze rijksbrede dekkingsopgave, en zo ook mijn ministerie: Justitie en Veiligheid. Ik kreeg ook een opgave. De bijdrage van Justitie en Veiligheid aan deze rijksbrede dekkingsopgave betekende uiteindelijk een verhoging van de verkeersboetes met 4,3%. Er waren inderdaad adviezen om dat niet te doen, maar er was geen alternatieve dekking geboden bij die adviezen om het begrotingstekort te dekken. Dan moet ik dus kiezen: ga ik voor pijnlijke bezuinigingen op het Openbaar Ministerie, de politie, de jeugdbescherming, de rechtsbijstand en de rechtspraak of ga ik uiteindelijk de boetes verhogen? Het zijn vermijdbare boetes; de boetes zorgen ervoor dat je veilig bent in het verkeer. Sowieso moet je er alles aan doen om ze niet te krijgen. Dit is de keuze die ik heb moeten maken, niet omdat ik daar zin in had of omdat ik vond dat ze omhoog moesten. Om het even simpel te formuleren had ik de moeilijke keuze: haal ik het weg bij onze politieagenten, bij de mensen die ons veilig houden, of doe ik het via de boetes die je kunt vermijden als je je gewoon aan de regels houdt?

De motie van de heer El Abassi is ingediend tijdens een tweeminutendebat. Daarover heb ik aangegeven dat de heer El Abassi ook geen dekking opvoert, dus hij heeft niet met mij meegezocht en gezegd: haal het dan daar weg. Dat heeft hij overigens ook kunnen doen met een amendement tijdens de begrotingsbehandeling. Dat heeft hij ook niet gedaan. Dus ja, dan kom ik uit op deze stap. De gemiddelde verkeersboete zal door deze verhoging naar verwachting met waarschijnlijk iets meer dan €8 per boete stijgen. Het is niet leuk, het is niet fijn, maar ik denk dat het te behappen is. Het is sowieso een goed idee om ervoor te zorgen dat je de boetes vermijdt.

De heer El Abassi (DENK):

Dit doet de minister altijd: veiligheid als argument noemen om heel veel dingen te legitimeren. Ik had al aangegeven: het OM, de Raad van State, de ambtenaren van de minister, de motie hier in het parlement … De minister gaat voorbij aan de redenen die genoemd worden door het OM en door de Raad van State. De Raad van State geeft namelijk aan — het is dus geen adviesje — dat het dichten van de begrotingstekorten geen goede reden is. Oftewel, dat mag niet. Zo interpreteer ik het. Toch kiest de minister ervoor om dit gebruiken om de begrotingstekorten te dichten. Ik hoef u helemaal niet uit te leggen waar we het geld vandaan moeten halen. Als je kijkt naar alle adviezen, dan kan dit gewoon niet. Ik zou graag aan de minister willen vragen om hierop te reflecteren.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

De Raad van State zegt niet dat het niet mag, dus de interpretatie van de heer El Abassi klopt niet. De Raad van State geeft wel aan dat het geen goede reden is. Overigens ben ik het fundamenteel totaal niet oneens met de Raad van State, maar ik geef aan dat ik binnen mijn begroting keuzes moet maken. Dat is wat besturen betekent, dat is wat minister zijn betekent. De heer El Abassi zegt: ik hoef helemaal geen dekking aan te geven. Gratisbiermoties doen we niet in de Kamer. Althans, ik spreek nu namens de Kamerleden, maar volgens mij is dat niet de bedoeling. Dus als je vindt dat geld ergens anders vandaan moet komen, dan draag je het kabinet op om te vertellen waar het dan vandaan moet komen. In mijn begroting heb ik dan vervolgens de keuze tussen politie, het Openbaar Ministerie, de jeugdbescherming of de rechtspraak. Ik wil daar geen geld weghalen. Dat zijn de keuzes die ik dan heb. Ik ben hier absoluut niet hogere boetes aan het verdedigen omdat ik dat een goed idee zou vinden. Ik ben hier een moeilijke keuze aan het verdedigen. Dat zijn de opties die ik had.

Dan nog heel even terug naar de disbalans en de adviezen. Ik ben het ermee eens dat de verschillende soorten boetes beter in balans gebracht kunnen worden, zowel binnen als buiten het domein van het verkeer. Ik heb vorig jaar aan het Openbaar Ministerie gevraagd: volgens mij loopt het niet goed, hoe kunnen wij dit beter maken? Dat was vóór deze verhoging. Het Openbaar Ministerie heeft op mijn verzoek een rapport uitgebracht. Als je de boetes in balans brengt, waar ik voorstander van ben, zou dat betekenen dat je aan de ene kant aanzienlijk verhoogt of aan de andere kant aanzienlijk verlaagt. Afhankelijk van de keuze in de verlaging, gaat het je waarschijnlijk structureel een aantal honderden miljoenen euro's kosten. Ook dat heb ik nu niet, maar ik hoop dat een toekomstig kabinet hier absoluut naar kijkt en het ook meer in balans brengt. Dat is niet de optie die ik op dit moment heb als demissionair minister.

De heer El Abassi (DENK):

Weer een opdracht aan mij om een dekking te zoeken. Ik hoop dat de Kamer hier straks ook een mening over heeft. Die dekking wil ik best vinden, maar ik ben bang dat we dan weer in een nieuw debat terechtkomen. De minister geeft aan dat de Raad van State niet zegt dat het niet mag. Wat de Raad van State wél zegt, is dat het dichten van begrotingstekorten geen goede reden is. Dit is precies de reden die de minister noemt. Als dat geen goede reden is, wat is dan wél een goede reden? Dit is namelijk de enige reden die wij gehoord hebben.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik geef de heer El Abassi geen opdracht, ik geef een uitleg hoe het werkt met moties op het moment dat je het kabinet opdraagt om een motie uit te voeren die geld kost. Dit is volgens mij de vijfde of de zesde keer dat de heer El Abassi en ik het over dit onderwerp hebben. Hij zegt nu: nou, dan zoek ik wel een dekking. Ik vraag al zes keer aan hem: waar vind je dan dat ik het vandaan moet halen? Als je vindt dat het van de politie af moet, geef mij dan aan waar precies. Dan kunnen we zien of er een meerderheid in de Kamer is om het zo te doen. En dan nog is het uiteindelijk ook mijn overweging als minister of ik dat verantwoord vind of niet. Nogmaals, dit is waar we voor staan. Of je nou Kamerlid of minister bent, politiek betekent ook moeilijke besluiten nemen en uitleggen. Dat doe ik graag, maar dat verandert niks aan de feiten waar ik voor sta. Het verandert ook niks aan het feit dat er 69 miljoen gevonden moest worden en dat ik niet bij mijn collega's in hun posten kan kijken waar ik het vandaan kan halen. Zo werkt het niet, dus dan moet ik het in mijn eigen begroting vinden. En ik ga niet bezuinigen op mensen die ons veilig houden.

De heer El Abassi (DENK):

Dat wil ik ook niet, dat we bezuinigen op mensen die ons veilig houden. Ik ga me, gezien de tijd, houden bij de vraag die ik zojuist heb gesteld, namelijk: de Raad van State geeft aan dat begrotingstekorten dichten geen goede reden is, oftewel dat mag niet. Wat is dan volgens de minister wel de reden? Wij hebben namelijk alleen als reden gehoord "begrotingstekorten dichten".

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik heb al uitgelegd dat dat wegingen zijn die je als minister moet maken. Je krijgt van verschillende kanten heel waardevolle adviezen, richtingen, en moet vervolgens een keuze maken. Soms moet je kiezen uit een heleboel keuzes waar je het liefst niet uit zou willen kiezen. Dat is hoe dit ervoor staat. Daar verandert helaas helemaal niets aan. Mijn opties zijn dan nog steeds: ga ik het weghalen bij mensen die ons veilig houden, of verhoog ik de boetes met gemiddeld €8? Bij het laatste geef ik ook aan: vermijd ze alsjeblieft sowieso, want dat betekent ook meer veiligheid in het verkeer.

Mevrouw Helder (BBB):

Ik hoor de minister zeggen dat er 69 miljoen gevonden moest worden binnen haar eigen begroting. Maar ik begrijp niet waarom er dan binnen de begroting waar het hele ministerie over gaat, wel 600 miljoen naar het COA kan gaan bij Voorjaarsnota. Er vindt toch wel overleg plaats op het ministerie? Dan hoef je ook niet te bezuinigen op de mensen die ons veilig houden.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dat is niet hoe de begrotingsregels zijn ingericht. Ik begrijp de vraag van de mevrouw Helder en zij weet ook dat ik om heel veel redenen graag had gewild dat dat bedrag lager was, maar de middelen waar zij het over heeft, komen vanuit de algemene middelen. Dit was tijdens de Voorjaarsnota verdeeld over alle departementen. Iedereen had een bedrag om op te minderen. Wij hadden gelukkig een van de laagste bedragen. Defensie was het enige ministerie dat uitgezonderd was. Dit is waar ik vervolgens mee moest omgaan. Willen we die regels veranderen of op een andere manier invullen, dan zou ik daar ook een eind in mee kunnen denken en er wat van vinden, maar dat is dan aan een nieuw kabinet. Dit is de context waarin ik moet opereren.

Mevrouw Helder (BBB):

Daar denken we dan graag over mee, want natuurlijk moet je je aan de verkeersregels houden, maar het kan niet zo zijn dat de burger moet financieren dat deze keuze is gemaakt. Een andere vraag. De verhouding tussen een boete op een geweldsmisdrijf en een verkeersboete is ook uit het lood geslagen. Waarom staat er überhaupt een boete op een geweldsmisdrijf? Dat zou toch per definitie een gevangenisstraf moeten zijn?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik waardeer dat mevrouw Helder altijd erg standvastig is in haar standpunten en deze ook hier inbrengt. Dit is voor een toekomstig debat, vermoed ik zo, al begrijp ik heel goed wat ze daarop zegt. Ik zou wel graag kort willen ingaan op dat verschil, al was dat niet letterlijk haar vraag. Ik zag in heel veel stukken en in de media de gehandicaptenparkeerplaats en de eenvoudige mishandeling terugkomen. De boetebedragen daarvoor liggen dicht bij elkaar. De boete voor parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats is €370 en die boete kan hoger zijn als het om een plaats gaat die voor een kenteken gereserveerd is. Het verschil met een eenvoudige mishandeling, wat je ook niet moet doen, is dat je daarvoor ook een aantekening op je strafblad krijgt. De ervaring leert ook dat zodra er sprake is van mishandeling, het Openbaar Ministerie veel sneller ook een gevangenisstraf of nog hogere boetes zal eisen. Dat is dus geen faire vergelijking. Mevrouw Helder stelt de vraag om een andere reden. Die respecteer ik. Daar heb ik het ook graag op een ander moment met elkaar over. Moet je boetes kunnen krijgen of altijd een gevangenisstraf? Hoe zit het met een taakstraf? Dat is een terugkerend gesprek tussen ons. Maar in dit geval zijn die twee niet zo makkelijk te vergelijken en, zeg ik nogmaals, wil je het wat beter in balans brengen, dan kost dat heel veel geld. Ik zou daar helemaal geen tegenstander van zijn, maar dan moet je dat geld ook ergens vandaan halen en die keuzes maken, en dat is aan mijn opvolger.

De heer Van Kent (SP):

Als je als werkgever de Arbeidstijdenwet overtreedt, is de boete lager dan wanneer je als automobilist onnodig links rijdt. Dat laat wat de SP betreft zien dat het totaal uit balans is geraakt en dat de verkeersboetes te hoog zijn. Wat ook oneerlijk is, is dat, wanneer je als miljonair zo'n boete krijgt, het een lachertje voor je is, maar wanneer je als jongere met bijvoorbeeld een flexcontract zo'n verkeersboete krijgt, dat een groot financieel probleem oplevert. Vindt de minister dat niet ook oneerlijk en wil de minister daar iets aan gaan doen?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dit vraagstuk heeft niks te maken met een ophoging van de boetes door indexatie en door de Voorjaarsnota. Het is een fundamentelere vraag. Wil je het inkomensafhankelijk maken? Hoe ziet dat eruit? Dat is echt niet alleen voor een ander debat, maar ook voor een toekomstig kabinet.

De voorzitter:

Mevrouw Uitermark van NSC heeft een ... Sorry, ik heb slecht nieuws voor u: NSC heeft al twee vragen al gehad.

Mevrouw Uitermark (NSC):

Twee vragen gehad?

De voorzitter:

Ja. Dan gaan we naar de heer Van Houwelingen van Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Ik ben blij te horen dat de minister zo eerlijk is om toe te geven dat de boetes verhoogd zijn om de begroting rond te krijgen; zo vat ik het maar even samen. Nou is mijn vraag aan de minister of dat dan ook betekent dat verkeersboetes eigenlijk worden gebruikt als een vorm van belasting, dus dat de verkeersboete een soort belastingheffing is geworden. Kunnen we dat zo concluderen?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Er is geen sprake van toegeven. Ik heb vanaf dag één heel duidelijk gecommuniceerd wat hier precies achter zit, dus daar was niks geheimzinnigs aan. En nee, dat is geen belasting. Je kun die boetes gewoon vermijden. Dan krijg je ze ook niet. Dat scheelt.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dit is een woordspelletje, want de minister gaf zojuist zelf toe dat er geen strafrechtelijke reden is om die boetes steeds hoger te maken. Die boetes zijn verhoogd omdat de begroting niet rond kon worden gekregen; dat gaf de minister zojuist toe. De begroting rondkrijgen doe je met belastingen. Het is dus een vorm van belasting. Mijn laatste vraag aan de minister is of daar nog een grens aan zit. Daar ben ik benieuwd naar. Zou het als het ministerie de begroting straks helemaal niet rondkrijgt, ook zo kunnen zijn dat je een boete van €1.000 kan krijgen als je een paar kilometer per uur te hard rijdt, puur om de begroting van het ministerie rond te krijgen? Is dat ook een mogelijkheid?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Boetes kunnen verhoogd of verlaagd worden. De verhoging gebeurde in de afgelopen jaren meestal door indexatie, zoals dat bij heel veel kostenposten vanuit de overheid zo is, in dit geval de boetes. Dat is het grootste deel van die 10% waar we het vandaag over hebben. Dat is dus niet mijn beslissing, maar dat is hoe de indexatie eruitziet. Die 4,3% is inderdaad de ophoging doordat ik een moeilijke keuze moest maken. Ik ben niet bezig met ingewikkelde woordenspelletjes. Dit is gewoon wat het is, wat ik vanaf dag één communiceer en waarvan ik ook heel duidelijk aangeef waarom het zo is. Ik kan daar dus niet heel veel anders van maken. Dat is ook nooit anders geweest. Daar zijn wij heel helder over.

De heer El Abassi (DENK):

Dit is natuurlijk zo begroot. Dat wil niet zeggen dat we ook inkomsten binnen gaan harken. Mijn vraag aan de minister is: stel dat het straks niet lukt om voldoende geld binnen te halen, gaat de minister de boetes dan weer verhogen of verzint de minister dan iets anders wat ook niet mag volgens de Raad van State?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Als er €0 binnen zou komen, zou dat uitstekend nieuws zijn. Dat betekent namelijk dat iedereen zich aan de regels houdt. Dat zou dus voor onszelf, voor degenen die gebruikmaken van het verkeer en voor onze kinderen die buiten fietsen en spelen, uitstekend nieuws zijn. Daar hoop ik dus op. Daar blijf ik op rekenen. In Rutte III is door mijn voorgangers afgesproken — het is een beetje een technisch verhaal, maar het is wel het antwoord op deze vraag — dat de zogezegde opbrengsten van boetes, of ze nou hoger of lager zijn, naar de algemene middelen gaan. Dat is de afspraak die we hebben. Op het moment dat ik bijvoorbeeld bij indexatie zou besluiten dat ik daar niet in meega, dat ik niet meega met die verhoging door indexatie, dan betekent dat dat er door mijn besluit minder geld binnenkomt. Dan moet ik dat zelf opzoeken via mijn JenV-begroting. Ook in het geval dat ik nu zeg dat ik die 4,3% erbij doe om ervoor te zorgen dat we niet hoeven te bezuinigen op de politie, dan komt dat op de rekening van mijn begroting. Als er minder geld binnenkomt omdat iedereen veilig gaat rijden, wat ik nogmaals hoop, dan wordt dat verrekend met de algemene middelen. Het korte antwoord na een technische uitleg is dus dat dat in Rutte III is afgesproken. In die lijn hoef ik dan inderdaad niet ergens anders iets op te hogen; dan is dat dus niet nodig. Daarmee is dit vraagstuk gelukkig voor deze ronde opgelost.

De heer El Abassi (DENK):

Ik vat dat op als — dank aan de minister — wel een budgetkeuze maken. Ten slotte mijn laatste vraag. Ik stelde die vraag helemaal niet, maar de minister vond het nodig om aan te geven op te komen voor de veiligheid van haar mensen. De politievakbond zegt zelf dat de verkeersboetes omlaag moeten, omdat ze met meer onbegrip en agressiviteit te maken hebben op straat. Snapt de minister dan niet dat ze op deze manier haar eigen mensen voor de bus gooit?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Het is een beetje alsof de heer El Abassi óf bewust heel veel stukken niet leest, óf heel bewust doet alsof hij die niet heeft gelezen. Maar ik herhaal het graag, want we hebben dit debat al zes keer gehad en ik kan het nog een keer. Ik ben het helemaal eens met de politie en de politievakbond. Dat is ook de reden waarom ik het rapport heb gevraagd aan het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft het aangeleverd. Ik heb het ook naar de Kamer gestuurd. Daarin staat ook dat als die boetes omlaag worden gebracht, waar ik dus een voorstander van zou zijn, het structureel honderden miljoenen euro's gaat kosten. Het hangt er dan van af hoeveel procent je het naar beneden brengt. In het rapport wordt gesproken over ongeveer 30% wil je het gelijktrekken. Je kunt ook de andere boetes ophogen. Dat zijn politieke en bestuurlijke keuzes. Op het moment dat je die gemaakt hebt, zitten daar geldconsequenties aan. Dat kan oplopen tot 300 miljoen structureel. Je moet dat geld dan ook ergens vandaan halen. Dat is precies hoe dat in het rapport staat uitgeschreven. Ik ben het dus eens met de politie en het is aan een toekomstig kabinet om daarin een keuze te maken. Als ze bijvoorbeeld voor die 300 miljoen gaan — dat gaat dus om een verlaging van de boetes, die de kas uiteindelijk 300 miljoen kost — dan moeten ze dat geld ook wel ergens vinden. U snapt dat als ik die 69 miljoen niet had, ik die 300 miljoen nu ook niet heb. Dat is de reden waarom ik het rapport wel heb gevraagd en met de Kamer heb gedeeld, maar ook waarom ik heb gezegd: "Ja, dat is aan mijn opvolger. Had ik het maar."

De heer Eerdmans (JA21):

Ik wil de minister een beetje bijvallen op het punt dat het verhogen van boetes niet direct betekent dat je als Staat meer geld binnenkrijgt. Kijk, als je €420 moet betalen voor door rood rijden, doe je het echt geen tweede keer. Tenminste, ik niet. Ik denk dat veel mensen dat na één keer wel afgeleerd hebben. Iets anders is als je het geld nodig hebt om je huishoudboekje op orde te brengen. Ik denk dat we dat heel snel met elkaar eens zijn. In dat kader is mijn vraag de volgende. Ik geloof erin dat je mensen moet afstraffen die gewoon fouten dingen doen. Ik ben daar heel duidelijk in. Dat kan ook werken met boetes voor hele nare delicten in het verkeer, bijvoorbeeld parkeren op een invalideplaats.

De voorzitter:

Dank u wel, dank u wel.

De heer Eerdmans (JA21):

Ja, de vraag komt nu. Ik sta hier nu ook maar met één vraag, voorzitter; dat is dus iets ruimer dan normaal. De vraag gaat eigenlijk over de bonnenquota. Daar heb ik weleens een niet nader te noemen korpschef groot fan van horen zijn.

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Eerdmans (JA21):

De vraag is: wat vindt de minister van bonnenquota, dus van het halen van bonnen om een doelstelling te halen?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Laat ik eerst zeggen dat ik het waardeer dat de heer Eerdmans toch nog even wijst op waar dit over gaat. Als je de debatjes tussen mij en de heer El Abassi zou horen, zou je denken dat hier iets verschrikkelijks gebeurt, iets wat de mensenrechten schendt. Het gaat erom dat als je door rood rijdt of als je op je telefoon zit te kijken terwijl je rijdt, je niet alleen jezelf, maar ook andere mensen om je heen in het verkeer in gevaar brengt. Dit zijn geen fictieve zaken. Beïnvloedt deze verhoging dan ook dat gevaarlijke gedrag? Is er een directe link? We zitten daarover helemaal op dezelfde lijn. Ik zou het liever anders hebben gedaan — dat is duidelijk — maar ik heb daarover ook nooit iets anders gezegd.

Dan de vraag van de heer Eerdmans, over bonnenquota. Die zijn destijds, na heel veel gedoe, afgeschaft. Dat is dus ook niet aan de orde. Het moet er altijd om gaan dat er meer staandehoudingen plaatsvinden en dat de politie effectiever optreedt, ook in het verkeer; daarover hebben we ook veel debatten met elkaar. Het doel daarbij is niet meer geld binnenhalen, maar voorkomen dat mensen dat gedrag vertonen of dat ze dat ooit weer vertonen. In die balans zitten we nu; laat ik het zo zeggen.

De heer Bamenga (D66):

Ik wil het niet hebben over gedragingen die het verkeer veel onveiliger maken en waarvoor je ook een boete krijgt. Ik wil het wel hebben over gedragingen als verkeerd parkeren op een plek voor gehandicapten. Dat is inderdaad een overtreding en wat mij betreft ook asociaal. Die wordt ook zwaarder beboet dan bijvoorbeeld mishandeling, dat een misdrijf is.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Bamenga (D66):

De minister gaf eerder het argument: je kunt de boete makkelijk vermijden.

De voorzitter:

En wat is uw vraag?

De heer Bamenga (D66):

Mijn vraag aan de minister is of dat een belangrijker argument is dan de scheve verhouding tussen de verkeersboetes die op dit moment ontstaat …

De voorzitter:

Ja, ja, ja, ja, ja.

De heer Bamenga (D66):

… en waarom de minister dat oké vindt.

De voorzitter:

U heeft 30 seconden, hè, meneer Bamenga?

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Er zijn twee disbalansen. Binnen het domein van verkeer kan de balans tussen lichte en strafrechtelijke overtredingen beter. De andere disbalans zit tussen verkeer en andere gedragingen. Denk aan een lichte mishandeling, waar we het eerder over hadden. Wil je dat beter in balans brengen, dan zou je theoretisch gezien, nog even los van of dat voor de rechtspraak een goed idee zou zijn en binnen de rechtsketen, of de andere boetes omhoog kunnen doen — dan breng je het in balans — of de boetes die hoog zijn wat lager kunnen maken; dan breng je het ook in balans. Ik denk dat het met een verlaging beter in balans gebracht zou kunnen worden, maar dat kost dus heel veel geld omdat je het naar beneden gaat brengen. Dat moet een nieuw kabinet doen.

Dan de vergelijking tussen de boetes voor parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats en voor een lichte mishandeling — het deugt allebei niet, dus niet doen — die inderdaad €370 en €400 zijn. Ik merk daarbij op dat die vergelijking niet zo te maken is, omdat je als je bij mishandeling in het lichtste geval wegkomt, om het zo even te zeggen, met een geldboete, een aantekening krijgt op je strafblad, wat enorme consequenties voor de rest van je leven kan hebben of in ieder geval voor een aantal jaren van je leven. Het is dus ook niet op die manier kaal met elkaar te vergelijken.

Ik vind dus dat de vergelijking niet helemaal opgaat, maar, nogmaals, dat laat onverlet dat ik vind dat het beter in balans gebracht kan worden maar dat een toekomstig kabinet dat zou moeten doen. Dat uit balans gaan heeft in die zin niet zo veel met die 4,3% te maken, maar met die indexatie. U heeft gezien dat ik het Openbaar Ministerie daar vorig jaar op heb aangesproken. Ik heb gezegd: helpt wel als jullie dan ook gaan indexeren met de feitelijke indexering. Dat heeft het Openbaar Ministerie niet willen doen. We zien die problematiek dus al langer, die is er al een tijdje. Dat heeft niks te maken — deels te maken, maar veel niet — met waar we het vandaag over hebben. Dat zijn de moeilijke keuzes voor, in dit geval, mijn opvolger.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Wij danken de minister voor haar aanwezigheid en wensen haar een prettige werkdag toe.

Naar boven