7 Terrorisme/extremisme

Terrorisme/extremisme

Aan de orde is het tweeminutendebat Terrorisme/extremisme (CD d.d. 20/12).

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Terrorisme/extremisme. Gisteren had u een commissiedebat hierover. We hebben zes sprekers. De eerste is mevrouw Michon-Derkzen van de fractie van de VVD. Ik geef haar graag het woord, maar niet zonder de minister van Justitie en Veiligheid hartelijk welkom te heten. Fijn dat u er bent. We gaan luisteren naar mevrouw Michon-Derkzen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD)

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties naar aanleiding van het goede debat dat we gisteren hebben gehad over ons dreigingsbeeld.

De eerste motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het dreigingsniveau in Nederland op 12 december 2023 is verhoogd van dreigingsniveau 3 (aanzienlijk) naar dreigingsniveau 4 (substantieel);

constaterende dat het gewelddadige conflict tussen Israël en Hamas een voedingsbodem is voor het verspreiden van terroristisch gedachtegoed in Nederland;

constaterende dat demonstraties vreedzaam moeten zijn en niet alle bijeenkomsten onder bescherming vallen van het demonstratierecht;

van mening dat terroristische uitingen in woord of beeld nooit kunnen worden verenigd met het recht op demonstratie;

verzoekt de regering nader te onderzoeken of het huidige wettelijk kader in de Wet openbare manifestaties en de richtlijnen van het OM voldoende mogelijkheden bieden om effectief te kunnen optreden bij (dreigende) verstoringen van de openbare orde en het verspreiden van terroristisch gedachtegoed en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen, Diederik van Dijk en Boswijk.

Zij krijgt nr. 699 (29754).

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD)

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ik ga direct door met de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het dreigingsniveau in Nederland op 12 december 2023 is verhoogd van dreigingsniveau 3 (aanzienlijk) naar dreigingsniveau 4 (substantieel);

constaterende dat de toegenomen terroristische dreiging in Nederland veelal online ontstaat en wordt verspreid;

constaterende dat de Wet TOI sociale mediaplatforms verplicht om terroristische content binnen één uur na ontvangst van een verwijderbevel ontoegankelijk te maken en dat de Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) belast is met het uitvoeren van deze taak;

verzoekt de regering om het vernieuwd handelingskader voor online gegevensverwerking van de politie, evenals de aanpak van online aangejaagde ordeverstoringen te versnellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Michon-Derkzen.

Zij krijgt nr. 700 (29754).

De heer Bosma (PVV)

Heel goed. Dank u wel. De heer Boswijk van het CDA.

De heer Boswijk (CDA)

De heer Boswijk (CDA):

Dank, voorzitter. Sommige partijen hebben zes weken nodig om onze Grondwet te bestuderen. Voor het CDA is dat niet aan de orde. Voor ons zijn alle grondrechten even belangrijk. Neem de vrijheid van godsdienst. Voor mij persoonlijk is dat een belangrijk grondrecht. Soms zie je dat grondrechten met elkaar schuren, bijvoorbeeld met de vrijheid van demonstratie. In het debat heb ik het voorbeeld van koranverbrandingen aangehaald. De schuring van grondrechten vraagt van burgers fatsoen en volwassenheid. Helaas vinden sommige onverlaten het nodig om mensen te tergen. Ik heb het dan over koranverbrandingen. Ik heb de minister al gevraagd in hoeverre we die kunnen beperken. Dat is moeilijk, omdat de vrijheid van demonstratie een groot recht is.

Ik heb de minister in het debat ook het volgende gevraagd. Los van het feit dat je mensen tergt met het verbranden van korans, zie je dat het ook effect heeft op de veiligheidssituatie in het buitenland. Ik denk aan onze militairen, hulpverleners en diplomaten die in ingewikkelde en complexe samenlevingen moeten werken. Zij worden meteen in hun veiligheid bedreigd doordat een stel onverlaten het nodig vindt om korans te verbranden.

Ik heb de minister gevraagd of zij bereid is om te kijken of er aanpassingen of aanscherpingen van de WOM mogelijk zijn. Ik ben benieuwd of de minister bereid is om daarnaar te kijken en daarbij de veiligheid van diplomaten en andere Nederlanders in het buitenland mee te nemen en aangekondigde koranverbrandingen misschien zelfs preventief te verbieden.

Dat was het. Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Six Dijkstra van Nieuw Sociaal Contract.

De heer Six Dijkstra (NSC)

De heer Six Dijkstra (NSC):

Voorzitter. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over de ontwikkelingen die gaande zijn op het gebied van anti-institutioneel gedachtegoed. De mensen die dit gedachtegoed aanhangen, waaronder de zelfverklaarde soevereinen en autonomen, zijn hun laatste restje vertrouwen in de Nederlandse instituties kwijtgeraakt. Voordat mensen op het punt van extremisme of zelfs geweldsdreiging komen, zijn er al een hoop zorgwekkende stappen aan voorafgegaan die eraan bijdroegen dat deze mensen zich geen onderdeel meer voelden van de samenleving.

Het zal geen toeval zijn dat de opmars van deze beweging gelijk oploopt met het historisch lage vertrouwen van de burger in de Nederlandse instituties in den brede. Om goed boven tafel te krijgen wat de voedingsbodem van dit anti-institutionele gedachtengoed is en om te voorkomen dat deze beweging verder groeit, dien ik de volgende motie in. Ik heb in het commissiedebat van gisteren reeds een halve toezegging gekregen van de minister. Met deze motie wil ik de minister graag een extra steuntje in de rug geven om echt werk te maken van een strategie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een opkomende maatschappelijke beweging is van mensen die anti-institutioneel gedachtegoed aanhangen, waaronder degenen die zichzelf autonoom of soeverein verklaren;

constaterende dat ook deze mensen bij onze samenleving horen;

overwegende dat het onwenselijk is dat de voedingsbodem van dit gedachtegoed in stand blijft;

overwegende dat deze beweging niet zal verdwijnen door repressieve maatregelen;

verzoekt de regering een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar de oorzaken van dit gedachtegoed;

verzoekt de regering binnen een halfjaar te komen met een nationale strategie om de regering en de samenleving de verbinding met de mensen binnen de anti-institutionele beweging te doen herstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Six Dijkstra.

Zij krijgt nr. 701 (29754).

De heer Six Dijkstra (NSC)

De heer Six Dijkstra (NSC):

Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Diederik van Dijk, van de SGP.

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het handelingsperspectief voor burgemeesters is opgenomen dat een vlag van een terroristische organisatie een uiting is van de terroristische ideologie van die organisatie;

overwegende dat indien een dergelijke vlag wordt getoond tijdens een demonstratie, die terroristische ideologie in het openbaar wordt uitgedragen;

constaterende dat het Wetboek van Strafrecht in de artikelen 131 en 137d de mogelijkheid biedt om hiertegen op te treden;

overwegende dat dit in de praktijk niet altijd gebeurt, omdat er onduidelijkheid over het optreden bestaat;

verzoekt de regering in overleg te treden met lokale driehoeken om kennis te delen over het niet toestaan van vlaggen van terreurorganisaties in navolging van de gemeente Amsterdam en dit in het handelingsperspectief op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Diederik van Dijk en Boswijk.

Zij krijgt nr. 702 (29754).

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sinds het uitbreken van de oorlog in Israël een huiveringwekkende stijging van antisemitische incidenten in Nederland plaatsvindt;

constaterende dat er demonstraties plaatsvinden waarbij antisemitische leuzen gescandeerd worden en terreur verheerlijkt wordt;

overwegende dat de context van de leus "From the river to the sea …" rechtstreeks uit het handvest van Hamas komt en oproept tot het uitroeien van alle Joden wereldwijd;

overwegende dat het Wetboek van Strafrecht de mogelijkheid biedt om hiertegen op te treden, maar dat de politie en het OM hier zeer terughoudend in zijn vanwege de context;

verzoekt de regering om in navolging van Duitsland en Oostenrijk het scanderen van de leus "From the river to the sea …" bij demonstraties altijd in terroristische context te plaatsen en dit in het handelingsperspectief op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diederik van Dijk.

Zij krijgt nr. 703 (29754).

De heer Bosma (PVV)

Er is een vraag van de heer Markuszower.

De heer Markuszower (PVV)

De heer Markuszower (PVV):

Ik heb even een vraag bij die eerste motie, maar misschien ook bij de tweede motie. Is het de intentie van de indiener voor het strafbaar stellen van die zaken onder artikel 137d om dat te doen onder de noemer van het oproepen tot geweld en dus niet onder de noemer van die andere categorieën van het oproepen tot haat of discriminatie? Dat artikel biedt namelijk mogelijkheden voor optreden wegens haat of discriminatie, óf vanwege het oproepen tot geweld. Is het de intentie van de indiener dat het gaat om geweld of om die andere categorieën?

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Het allereerste is natuurlijk dat dit soort vertoon tot nu toe onbestraft blijft vanwege een beroep op de context. Daar moet primair een einde aan worden gemaakt. Dat is de strekking van de motie en die zou ik niet nader willen invullen, als u dat goedvindt. De derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het dreigingsniveau in Nederland van 3 naar 4 is opgeschaald vanwege een optelsom van ontwikkelingen, zoals de oorlog tussen Israël en Hamas en oproepen van terroristische organisaties tot het plegen van aanslagen;

overwegende dat bij een Deense antiterreuractie een terrorismeverdachte in Rotterdam is opgepakt vanwege verdenking van het aanhangen en financieren van terreurorganisatie Hamas;

overwegende dat personen die terreur verheerlijken en terreurorganisaties aanhangen een gevaar vormen voor de nationale veiligheid;

verzoekt de regering om zich in Europees verband in te spannen voor een visumverbod voor aanhangers en sympathisanten van Hamas,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diederik van Dijk.

Zij krijgt nr. 704 (29754).

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

U bedankt. Dan mevrouw Helder van de fractie van BBB.

Mevrouw Helder (BBB)

Mevrouw Helder (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Voordat u denkt dat ik een hele batterij aan moties heb: die heb ik niet. Ik heb even mijn aantekeningen van het debat van gisteren meegenomen, want ik moest het wegens andere verplichtingen voortijds verlaten. Ik heb een vraag gesteld over het vlagvertoon bij demonstraties, en met name bij de pro-Palestinademonstraties. Ik heb gewezen op het feit dat bij sommige situaties een vlag van IS of van de taliban werd vertoond. Toen heeft de minister gezegd dat we geen algemeen verbod op vlagvertoon hebben en dat het afhangt van de context. Het Wetboek van Strafrecht biedt voldoende mogelijkheid, bijvoorbeeld opruiing et cetera, dus artikelen 137 en verder. Haat en discriminatie worden ook in die artikelen genoemd. Toen heeft de minister gezegd: het is een vlag van een terroristische organisatie, maar het OM bekijkt het altijd in de context. Daar heeft de minister mij dan verloren, want welke context heb je nog nodig als het een vlag is van een terroristische organisatie?

In dat kader heb ik ook nog de volgende vraag. Ik weet de stand van zaken van het initiatiefwetsvoorstel, voorheen van het CDA, over het verheerlijken van terrorisme. Dat gaat BBB zeer waarschijnlijk nieuw leven inblazen. De minister zou daar nog een antwoord op geven. De stand van zaken weet ik. De initiatiefnemer zou nog moeten antwoorden. Dat gaan we mogelijk ook doen, maar het zou mooi zijn als de minister zegt: ik kijk daar welwillend naar. Het huidige artikel 83 Wetboek van Strafrecht biedt namelijk niet voldoende soelaas voor het strafbaar stellen van het verheerlijken van terrorisme. Bij "verheerlijken" heb ik verwezen naar de definitie in de Dikke Van Dale. Dat betekent goedpraten, verzachten et cetera.

Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. De laatste spreker van de Kamer is de heer El Abassi van DENK.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb nog voor het reces drie moties. Zal ik ze meteen oplezen?

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het dreigingsniveau is toegenomen van 3 naar 4 en dat naar aanleiding hiervan ook de dreiging richting joodse en islamitische gebedshuizen, instellingen en scholen is toegenomen;

constaterende dat deze dreiging zich al heeft gemanifesteerd in verschillende incidenten;

overwegende dat iedereen in Nederland veilig zijn religie moet kunnen uitoefenen;

verzoekt de regering om aanvullende beveiligingsmaatregelen voor religieuze gebedshuizen, instellingen en scholen te nemen en duidelijke criteria op te stellen voor wanneer de beveiliging ingezet moet worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 705 (29754).

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Dan de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een steeds grotere groep Nederlanders onterecht op terroristenlijsten staat en hierdoor geweerd wordt op internationale luchthavens;

constaterende dat er nog steeds geen oplossing is voor deze Nederlanders en dat men nog steeds van het kastje naar de muur wordt gestuurd;

verzoekt de regering om een loket op te richten waar deze mensen geholpen kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden El Abassi en Mutluer.

Zij krijgt nr. 706 (29754).

De heer Bosma (PVV)

Een korte vraag van mevrouw Mutluer.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):

Eigenlijk meer een verzoek om deze motie mede in te dienen, omdat we hier in het verleden weleens met de collega's van DENK zijn opgetrokken.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Heel graag. Dank u wel.

Dan de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek van Follow the Money blijkt dat tienduizenden Nederlanders een CTER-registratie hebben;

overwegende dat enkele honderden Nederlanders mogelijk terecht in beeld zijn en dat de rest dus waarschijnlijk onterecht geregistreerd staat;

verzoekt de regering te onderzoeken welke Nederlanders onterecht een CTER-registratie hebben, na te gaan of men hier nadeel van heeft bevonden, men hierover te informeren en hiervoor excuses aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 707 (29754).

De heer Bosma (PVV)

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vier minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Volgens mij had mevrouw Helder vooral een onderstreping en zij vroeg of de nota van het CDA wordt ingediend. Ik heb haar goed gehoord.

Dan ga ik naar de moties en daar ga ik een beetje snel doorheen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Een vraag van mevrouw Helder. Kort en puntig.

Mevrouw Helder (BBB)

Mevrouw Helder (BBB):

Kort en puntig over de motie. Ik begrijp dat de minister daar verder niks mee gaat doen. Dan neemt de BBB dat verder op, want die heeft dat overgenomen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik kan er niks mee doen. Het is aan de Kamer. Het is aan de Kamer om dat onderling rond te vechten en het op te pakken.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 699.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De heer Boswijk ook nog even.

De heer Boswijk (CDA)

De heer Boswijk (CDA):

Ik heb met de collega van mevrouw Helder, Mona Keijzer, die ooit CDA-lid schijnt te zijn geweest, contact gehad via Twitter, om hier samen in op te trekken. Het zou mooi zijn als wij nog steeds het initiatief kunnen houden. Dan gaan wij dit tot een succes brengen. Top!

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

En ook hier ga ik niet over. In mijn ambitie om deze week geen nieuws te maken houd ik verder mijn mond daarover.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We slepen u er wel doorheen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel.

De motie op stuk nr. 699 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 700 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 701 krijgt oordeel Kamer, als ik de motie zo mag interpreteren dat u volgend jaar, zoals al toegezegd in het commissiedebat, een fenomeenanalyse van de NCTV, de politie en de AIVD ontvangt en er aanvullend onderzoek door het WODC zal worden gedaan. Daarnaast ontvangt u in het voorjaar de extremismestrategie. Als ik de motie in die lijn mag plaatsen, zoals we in het debat hebben gedeeld, is het oordeel Kamer.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De heer Six Dijkstra knikt, dus dat is bevestigd.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Top.

De motie op stuk nr. 702 verzoekt de regering in overleg te gaan met de lokale driehoeken. Die geleid ik door naar Binnenlandse Zaken en die geef ik nu wel oordeel Kamer, omdat ik weet dat Binnenlandse Zaken die gesprekken ook heeft. Zonder overleg krijgt die oordeel Kamer, maar die gaat wel naar Binnenlandse Zaken, want de minister moet dat gesprek voeren, maar hij heeft regelmatig dat soort gesprekken.

De motie op stuk nr. 703 zou ik graag willen betrekken bij de brief die ik gister heb toegezegd richting de heer Van Dijk en mevrouw Michon-Derkzen over demonstraties, wat ik samen met Binnenlandse Zaken oppak. Bij deze dingen bepaal ik als minister van Justitie en Veiligheid niet hoe het OM moet optreden. Als zij vinden dat er bij demonstraties andere voorwaarden, andere contexten gaan gelden, dan zal BZK vooral in the lead zijn. Ik heb beloofd om begin volgend jaar met zo'n brief te komen, met BZK. Als ik het daarin mee mag nemen, zou dat betekenen dat ik vraag om de motie aan te houden, totdat ik dat in die brief kan verwerken. Ik begrijp waar de heer Van Dijk naar op zoek is. Ik vind niet dat we die ontraden, maar ik kan daar niet zomaar in mijn eentje over gaan. Dat gaat zo meteen ook voor die andere gelden.

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

De SGP ziet inderdaad heel erg uit naar die toegezegde brief. Deze motie is bedoeld als aanmoediging, maar dient ook wel om vanuit de Kamer aan te geven welke richting dit op dient te gaan. In die zin wil ik de motie toch nog graag eventjes onderdeel laten uitmaken van de beraadslaging.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Oké.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

En om de reden dat ik er hier niet zomaar in mijn eentje over ga, ontraad ik 'm. Nogmaals, ik wil er toch nog graag even bij zeggen dat ik de zoektocht wel begrijp.

Dan de motie-Diederik van Dijk op stuk nr. 704. Ik wil de indiener echt vragen om die aan te houden, want die betreft echt Buitenlandse Zaken. Ik moet die motie ontraden omdat ik er zelf niet over ga. Ik kan niet anders dan naar een ander moment verwijzen en zeggen "aanhouden".

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Ik denk wel degelijk dat ook het ministerie van JenV hier het nodige over te zeggen heeft. Even heel praktisch meedenkend: de stemmingen zijn nog best een poosje weg. Ik doe een dringend beroep op het ministerie van BuZa om nog voor de stemmingen met een appreciatie te komen. Wilt u zich daarvoor inzetten? Misschien kan onze voorzitter er daar ook nog wat op aandringen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik kan het urgente verzoek in ieder geval doorgeleiden. Ik snap het wel dat dit hieraan zou kunnen bijdragen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ja, maar vooralsnog is de motie dus ontraden, hè?

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Jaja. Of de heer Van Dijk houdt 'm even aan, in ieder geval tot dat briefje er is. Ik zal doorgeven dat het de wens van de Kamer is dat die appreciatie vanavond komt.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ja, maar de stemmingen zijn om halfacht en u heeft de motie ontraden. Dus eigenlijk: tenzij BuZa met iets anders komt.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Neenee, ik móet de motie ontraden omdat ik er niet over ga. BuZa kan dus met van alles komen. Ik ga daar niet over. Het is niet aan mij.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Nou, dan wachten we met smart op Buitenlandse Zaken.

De heer Dijk van (SGP)

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Mijn hoop is dat BuZa gewoon op tijd is. En anders maak ik een nieuwe afweging.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Oké.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ja, maar dat moet dus allemaal binnen één uur gebeuren, hè. Oké.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Het wordt nu met spoed doorgegeven.

De motie op stuk nr. 705 van de heer El Abassi ontraad ik, omdat het altijd maatwerk is. Die duidelijke criteria zijn er, maar het is altijd maatwerk aan de hand van objectiveerbare criteria op veiligheid. Dat vullen wij niet vanuit de politiek in en wat mij betreft dus ook niet vanuit de Kamer. Er moet ruimte blijven voor maatwerk.

De motie-El Abassi op stuk nr. 706 ontraad ik. In de brief van 7 december is al opgenomen dat er een handreiking zal komen. Die komt begin januari. Dat hebben we ook uitvoerig besproken. Deze motie ontraad ik dus.

Dan de motie-El Abassi op stuk nr. 707. Hierover moet ik wel tegen de heer El Abassi dit zeggen. Wij kennen elkaar net 48 uur. De heer El Abassi stelt mij vragen en ik geef antwoord, maar hij schrijft zijn motie alsof dat hele gesprek niet plaats heeft gevonden. Hij komt met feiten die niet overeenkomen met de feiten die ik hier neerleg, en legt dan een motie aan mij voor. Die ga ik ontraden, omdat de motie wat mij betreft van de constatering tot en met het dictum niet overeenkomt met de werkelijkheid.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Eén korte vraag, want we moeten echt door.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Volgens mij waren wij het er niet over eens dat tienduizenden Nederlanders onterecht in het systeem staan. Daar hadden we een discussie over. Toen ik daarop doorvroeg, was het antwoord van de minister: ik moet dat stuk nog lezen. Nou, u heeft tijd genoeg gehad. Klopt het dat daarin staat dat tienduizenden mensen onterecht op een lijst staan? Daar ging de discussie over. Of is dat niet zo?

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Nou, de stelling van de heer El Abassi was dat tienduizenden mensen onterecht op een terrorismelijst staan, maar dat is niet waar. Dat heb ik gister ook gezegd en dat herhaal ik.

De heer Abassi El (DENK)

De heer El Abassi (DENK):

Ik heb letterlijk geciteerd uit het artikel van Follow the Money. Dat citaat is op het internet terug te vinden. Daarover zei u aan het einde: ik heb dat artikel niet paraat; daar kan ik geen antwoord op geven. Dat kunt u nog terugzien.

Minister Yeşilgöz-Zegerius

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik vind dit echt oprecht heel vervelend, want nu is het alsof het hele debat van gisteren niet heeft plaatsgevonden. Ik heb aangegeven dat Follow the Money cijfers heeft opgeteld van bepaalde lijsten waar ons debat niet over ging. Per jaar zijn het er zo'n 2.000. Niemand kan stellen dat die 2.000 onterecht zouden zijn opgenomen. Het is dus feitelijk onjuist. De stelling van gisteren is feitelijk onjuist, en daarmee is de hele motie onjuist. Het beeld dat tienduizenden mensen onterecht beschuldigd worden, werp ik echt verre van me. Onze diensten werken dag en nacht keihard om ons veilig te houden en te beschermen tegen terroristen. Dat is wat erachter zit, en niet iets anders.

Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Vanavond nog stemmen wij over de moties. Wij danken de minister van Justitie voor haar aanwezigheid en voor haar poging om geen nieuws te maken. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven