26 Mensenhandel en prostitutie

Voorzitter: Kamminga

Mensenhandel en prostitutie

Aan de orde is het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie (CD d.d. 19/01).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Mensenhandel en prostitutie naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 19 januari jongstleden. Ik heet de staatssecretaris en uiteraard ook de leden van harte welkom. Vandaag is de eerste spreker mevrouw Mutluer van de PvdA. Mevrouw Mutluer.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Een aantal weken terug ging ik samen met de collega's Podt, Verkuijlen, Kuik en Bikker naar Londen om te leren van hoe daar mensenhandel wordt aangepakt en slachtoffers daarvan zo goed mogelijk worden geholpen. Ik denk dat wij ontzettend veel hebben geleerd van de Modern Slavery Act, van de publiek-private samenwerking en van hoe slachtoffers daar echt goed worden ondersteund. Als het goed is, gaan wij dat debat over een maand met elkaar voeren. Daarom wil ik mij beperken tot één motie. Die heeft echt betrekking op het debat dat ik met de staatssecretaris heb gehad over de regierol die de overheid moet vervullen. Dat vind ik, omdat ik daadwerkelijk verschillen zie tussen gemeenten in hoe zij het beleid tegen mensenhandel maken en in de problemen waar zij tegenaan lopen bij de uitvoering. Mensenhandel overschrijdt echt gemeentegrenzen en ook andere grenzen. In mijn beleving vraagt dat om regie. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gemeenten niet altijd prioritering (kunnen) geven aan de aanpak van mensenhandel vanwege geld, kennis en capaciteit;

overwegende dat ondanks dat VNG richtlijnen heeft, gemeenten zoekend zijn in met name de praktische uitvoering van beleid, onder andere blijkend uit het ontbreken van noodbedden, een gebrekkige afstemming tussen zorg en veiligheid of ontbrekend zicht op de aard van de slachtoffers van mensenhandel;

verzoekt de regering te zorgen voor een landelijk systeem en landelijke aansturing van gemeenten met als doel een effectievere en uniforme aanpak van mensenhandel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 218 (28638).

Dank u wel voor uw inbreng, mevrouw Mutluer. Dan is het woord nu aan mevrouw Kuik namens het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Dank, voorzitter. Ik heb eigenlijk een klein aantal vragen aan de staatssecretaris, ook gericht op het volgende commissiedebat. We hebben het namelijk vaker gehad over de uitstapprogramma's voor mensen die uit de prostitutie willen stappen. Ik heb signalen gekregen dat niet iedereen terechtkan bij zo'n uitstapprogramma. Mijn vraag is of dat klopt. Is dat gemeenteafhankelijk? Hoe zit het eigenlijk met de landelijke dekking? Kan de staatssecretaris ons daarover van informatie voorzien, in ieder geval voor het volgende debat? Ik wil namelijk graag een beetje inzicht krijgen in hoe de budgetten worden besteed en of mensen die om hulp vragen ook daadwerkelijk worden geholpen.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw inbreng, mevrouw Kuik. Dan zijn we alweer bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval de heer Verkuijlen namens de VVD.

De heer Verkuijlen (VVD):

Voorzitter, dank. Het is alweer enige tijd geleden dat wij dit debat hadden, maar het was een constructief debat. Daarin kwam onder meer de modernisering van het artikel over mensenhandel aan de orde. Omdat het zo'n mensonterend delict is, wil ik daarbij toch nog heel even stilstaan. Het huidige artikel is namelijk een bot mes. Het is ook veel te lastig om het te bewijzen. Ik heb de staatssecretaris in dat debat gevraagd of het mogelijk is om als het slachtoffer licht verstandelijk beperkt is, dat als strafverzwaringsgrond op te voeren. Hij heeft toen gezegd dat hij daarnaar wilde kijken en dat hij dat wilde verbreden onder de noemer "kwetsbaren". Ik juich dat ook van harte toe. De wet ligt nog ter consultatie, maar ik vraag toch om misschien even een tipje van de sluier op te lichten: komt er nu een dergelijke strafverzwaringsgrond in het voorliggende artikel? De staatssecretaris heeft beloofd dat er in plaats van een bot mes een scherp zwaard komt. Ik denk dus dat ik een beetje voorvoel welke kant zijn antwoord op zou kunnen gaan.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw inbreng namens de VVD, meneer Verkuijlen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij eigenlijk meteen door kan gaan. Ik wil hem dan wel graag vragen of hij zou kunnen beginnen met de beantwoording van de vragen van het CDA. Ik vind het bij de appreciatie van een motie altijd wel netjes dat Kamerleden en bewindspersonen de motie hebben. Dus dit geeft de bodes enige gelegenheid, want ik hoor achter mij het kopieerapparaat al gaan, zodat iedereen de motie zo meteen heeft bij de appreciatie. Dat gezegd hebbende, geef ik de staatssecretaris het woord.

Staatssecretaris Van der Burg:

Dan zal ik heel erg langzaam gaan praten, voorzitter, want ik ben vrij snel klaar met de beantwoording. Landelijke dekking, ja, en iedere prostituee of sekswerker kan gebruikmaken van het landelijk dekkend netwerk, zeg ik richting mevrouw Kuik.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuik, voor deze interruptie. En ik zie nu ook dat de motie al wordt rondgedeeld.

Mevrouw Kuik (CDA):

Ik probeer mee te werken en mee te denken. Het is heel goed dat de staatssecretaris dit aangeeft. Maar wat nou als een vrouw bij mij komt en zegt dat ze niet wordt geholpen, omdat ze niet in een gemeente zit waar het uitstapprogramma gefinancierd wordt? Wat moet ik dan tegen zo iemand zeggen?

Staatssecretaris Van der Burg:

Dan zou zij in een andere gemeente terecht moeten kunnen. Als u een concrete casuïstiek heeft, snap ik dat u die niet in dit openbare debat deelt maar dan wil ik er wel naar kijken. Want het zou zo moeten zijn dat iedereen er wel terechtkan.

Het antwoord op de vraag van de heer Verkuijlen is ja. Tot 25 april ligt de aanpassing van artikel 273f in consultatie en daarna gaan we dat hopelijk snel bespreken. Waar het gaat om kwetsbare mensen zoals mensen met een verstandelijke beperking, is het strafverzwarend en kan het een derde extra straf betekenen.

Tot slot de motie. Ik twijfelde even hoe ik die uit zou kunnen leggen. Als ik de motie zou kunnen uitleggen als ondersteuning van het VNG-beleid, krijgt die een positief advies of, beter gezegd, krijgt die oordeel Kamer. Als ik de motie zo moet zien dat er extra activiteiten worden ontplooid door Rijk/kabinet, dan moet ik de motie ontraden. Je ziet namelijk dat heel veel gemeentes al de nodige stappen hebben gezet en dat de VNG samen met partners een aantal programma's heeft ontwikkeld, zoals het programma Het Kompas en het programma Kader Aanpak Mensenhandel. Het Kompas helpt gemeenten bij de handvatten voor beleid en het kader helpt gemeenten te bepalen wat ze moeten doen om invulling te geven aan hun rol. We zien ook dat uit onderzoek van de VNG uit 2023 blijkt dat er in hoge mate en veel meer dan in 2021 zorgcoördinatoren en ketenregisseurs zijn aangesteld. Inmiddels zijn die er in 77% van de gemeentes. Het is dus aan mevrouw Mutluer of ik 'm als ondersteuning mag uitleggen. Ik zie geschud, dus dan wordt ie ontraden.

De voorzitter:

We geven mevrouw Mutluer van de PvdA, die al klaarstaat, het verlossende woord.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Ik weet wat de VNG doet. Ik heb ontzettend veel waardering voor het werk dat ze doen. Maar ik zie met name bij gemeenten dat ze enorm worstelen met de aanpak van mensenhandel. Het is belangrijk dat er een landelijk systeem dan wel landelijke aansturing komt. Dat is meer dan wat de VNG tot op heden heeft gedaan of nog steeds doet. Ik heb heel veel waardering voor alle inspanningen en inzet, maar mijn vraag gaat verder. Ik hoop echt dat als de staatssecretaris dat werkbezoek naar Londen of naar Engeland gaat afleggen om te zien hoe zij het daar hebben opgepakt, hij dan exact begrijpt waarom ik deze motie indien. Ik ga dus zelf even nadenken over of ik 'm wel of niet aanhoud. Daarvoor heb ik tot volgende week de tijd. Maar, nee, de minister ... O nee, minister is hij nog niet. Maar, nee, de staatssecretaris mag 'm niet zo interpreteren.

De voorzitter:

Dan kijk ik nog even naar de staatssecretaris. Ik heb wel een vermoeden, maar het is toch aan hem om het definitieve oordeel te geven.

Staatssecretaris Van der Burg:

Ik put in ieder geval hoop uit de zin: minister is hij nóg niet. Het is altijd fijn als een grote oppositiepartij dat zegt, dus dank daarvoor.

Maar voorlopig handhaaf ik dus mijn in dit geval negatieve advies: ontraden. Als wij het debat over een maand hebben, ben ik als het goed is in het Verenigd Koninkrijk geweest. Wellicht kunt u 'm dus aanhouden tot na dat debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan noteren wij voor nu: ontraden. Dan komt ie in principe volgende week dinsdag in stemming, maar mevrouw Mutluer heeft al aangegeven dat ze overweegt 'm aan te houden. Dat zullen we dan t.z.t. op de stemmingslijst zien.

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank iedereen die heeft deelgenomen, uiteraard inclusief de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dan schors ik voor een wat langere dinerpauze dan we gewend zijn. Ik schors namelijk tot 18.45 uur. Dan gaan wij door met het avondprogramma. We hebben nog twee debatten op het programma.

De vergadering wordt van 17.14 uur tot 18.47 uur geschorst.

Naar boven