3 Vragenuur: Vragen Amhaouch

Vragen van het lid Amhaouch aan de minister van Economische Zaken en Klimaat, bij afwezigheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over het bericht "Unicef waarschuwt: miljoenen kinderen in gevaar door waterdreigingen".

De voorzitter:

Ik nodig de heer Amhaouch van het CDA uit. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom. Zij beantwoordt de vraag bij afwezigheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Die gaat over het bericht "UNICEF waarschuwt: miljoenen kinderen in gevaar door waterdreigingen". We wachten één tel, zodat de minister kan plaatsnemen. Het woord is aan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. We gaan naar een heel ander onderwerp. Dat is inderdaad de waarschuwing van UNICEF. In tien Afrikaanse landen lopen maar liefst 190 miljoen kinderen gevaar door verschillende soorten waterdreigingen. Het is schokkend om te lezen dat nog steeds wereldwijd dagelijks duizenden kinderen per dag sterven door vervuild drinkwater. Dat zou in deze tijd niet meer nodig moeten zijn. Schoon water is niet voor niets onderdeel van SDG 6. Het is dan ook alarmerend dat zo veel kinderen geen toegang hebben tot schoon drinkwater. Wij moeten kinderen een toekomst geven met water en sanitaire voorzieningen. Met water kunnen wij kleine kinderen een toekomst geven. Ik vind dat Nederland en Europa de morele verantwoordelijkheid hebben om mensen te voorzien van schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen, los van de noodzaak dat in zulke situaties mensen altijd logischerwijs op de vlucht slaan.

Voorzitter. Van 22 tot 24 maart vindt de VN-waterconferentie plaats in New York, op initiatief van Nederland en Tadzjikistan. Dat is denk ik heel goed nieuws. Ik vraag me wel af wat wij daar concreet inbrengen en hoe wij daar onze initiatiefrol innemen. Als CDA hebben wij Afrika al eerder op de politieke agenda gezet. Maar het daadwerkelijk uitbrengen van een actieplan blijft uit. Waar blijft de Afrikastrategie, waarin ook water en voedsel als belangrijke onderdelen meegenomen moeten worden? Dit is iets waar echt vaart in moet komen, evenals in het daarbij behorende actieplan met concrete acties die wij als Nederland doen in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en bedrijven. Daarom is het goed dat de minister van Economische Zaken hier vandaag per ongeluk zit. Ook bedrijven hebben de hele belangrijke taak om daar samen met die kennisinstellingen hulp te bieden.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Adriaansens:

Voorzitter, dank. Dank aan de heer Amhaouch voor de vraag. Hij gaf terecht aan dat de waterconferentie vanaf morgen plaatsvindt in New York. Dat is de VN-waterconferentie waarbij Nederland de co-host is, met Tadzjikistan. Dat doen we ook echt met een reden. We vinden het als Nederland namelijk heel erg belangrijk dat we hier echt wat aan doen; de heer Amhaouch gaf dat ook aan. Nederland committeert zich ook heel intensief aan het terugdringen van het tekort aan toegang tot drinkwater, sanitatie en hygiëne. Wij spelen echt een vooraanstaande rol als het gaat over de verbeterde toegang tot het drinkwater, de sanitatie en de hygiëne.

We hebben in 2015 toegezegd dat we 30 miljoen mensen toegang zullen geven tot schoon drinkwater en 50 miljoen mensen tot betere sanitaire voorzieningen. Kinderen vormen hierbij een speciale doelgroep. Scholen en klinieken worden in verschillende programma's ondersteund. De toezegging die we in 2015 hebben gedaan, gaan we ook waarmaken. We krijgen daar regelmatig data, gegevens, over om te zien of we de voortgang erin houden. Tot nu toe gaat dat volgens onze planning goed, dus met de aantallen waar wij op sturen. We werken daarbij heel nauw samen met de partners binnen UNICEF, maar ook met Nederlandse partijen zoals de drinkwaterbedrijven, die zich verenigd hebben in WaterWorX. Zo zorgen we er ook met de drinkwaterbedrijven aldaar voor dat wij daar niet alleen maar dingen brengen, maar dat er in die landen ook een systeem ontstaat waarin ze zelfstandig kunnen gaan zorgen voor betere voorzieningen. We doen dat op verschillende manieren. Het zijn echt hele praktische zaken, zoals zorgen dat er wc's zijn en dat er schoon water is. Maar we werken ook met bedrijven die daar zijn, zodat dat zij ook gaan investeren in het beheer en het onderhoud van die voorzieningen.

De heer Amhaouch (CDA):

Het is goed om te horen dat de minister aangeeft dat we daar in die zin werk van maken. We krijgen elke keer wel signalen of waarschuwingen dat er van alles gebeurt op het continent Afrika. Ik heb al vaker gezegd dat Afrika een continent op 2 kilometer afstand van Europa is. De Kamer heeft vaker bepleit — ikzelf voorop, maar gelukkig is er ook een breed draagvlak voor in deze Kamer — om met die Afrikastrategie te komen, want we hebben een grote taak als het over voedsel of over water gaat, maar ook als het gaat over economische ontwikkeling. Wij kunnen dit grote probleem van de demografische ontwikkeling in Afrika namelijk niet alleen met het maatschappelijk middenveld oplossen, ook al heeft dat wel een belangrijke rol. Daarom vraag ik ook hier nogmaals aan de minister: wanneer komt die Afrikastrategie er? En ziet ze daarin inderdaad ook een belangrijke rol en een belangrijke hefboomfunctie voor de private sector, om daar samen met het maatschappelijk middenveld bij te gaan helpen?

Aansluitend daarbij. Wij zijn nu op die waterconferentie. Het is mooi dat Nederland daar ook het voortouw neemt. Complimenten aan het kabinet, zegt ik dan ook even. Maar wat brengen we daar deze week in?

Minister Adriaansens:

Dan moet ik toch aangeven dat vooral de minister voor BHOS deze portefeuille voert. Ik heb mij in korte tijd dus nog wat verdiept in deze materie. Ik heb eerder wel begrepen dat de minister voor BHOS — maar dit zeg ik op basis van mijn eigen geheugen — op een ander moment heeft gezegd dat zij aan die Afrikastrategie werkt. Ik denk dat het goed is om daar nog een keer op terug te komen. Ik heb ook begrepen dat er op 23 mei een commissiedebat is over voedselzekerheid en water, als ik het goed heb. Ik kan aan haar doorgeven dat de heer Amhaouch interesse heeft om met name over deze onderwerpen nader door te spreken.

Dan ga ik naar de twee andere vragen die de heer Amhaouch stelde. De vraag over de betrokkenheid van de private sector en het maatschappelijk middenveld durf ik ook vanuit mijn eigen portefeuille volmondig met ja te beantwoorden. Daar wordt ook aan gewerkt. Ik noemde net al het voorbeeld van de drinkwaterbedrijven die intensief samenwerken om aan die drinkwatervoorzieningen in Afrika te werken, maar er zijn meerdere manieren waarop je dat kan doen. Dat antwoord is dus volmondig ja.

Wat brengen we nu precies bij de waterconferentie in? Ik heb op hoofdlijnen begrepen dat wij andere landen heel erg willen aanmoedigen om dezelfde stappen te zetten als wij, omdat we nog heel veel te doen hebben als het gaat om schoon water, schone sanitatie en alles wat daarmee samenhangt, en dat Nederland zich met name inspant voor die aanjagende rol. U moet mij even vergeven dat ik niet precies de details ken van de sidetables en onderwerpen in al die werkgroepen en gesprekken, maar ik weet wel dat dit de overall insteek is van Nederland in die conferentie.

De voorzitter:

Ik begreep van de griffier qua planning dat er 4 juli een commissiedebat is over de Afrikastrategie en dat de nota in Q1 komt, dus bij dezen.

De heer Amhaouch (CDA):

Q1 zou een verrassing zijn, want Q1 betekent volgens mij deze week of volgende week. Wat is het nu? Het is de 21ste. Maar dat is dus positief nieuws. Voor iedereen die meekijkt zeg ik even: het is positief nieuws dat die Afrikastrategie er komt. Ik begrijp dat de minister van Economische Zaken de honneurs waarneemt, maar ik zou dan inderdaad wel willen vragen om ons iets meer in detail op de hoogte te stellen van wat er op die conferentie is besproken, zodat wij dat debat als Kamer met voldoende informatie in kunnen gaan. Dan pakken we die Afrikastrategie, het goede nieuws dat ik vandaag toch hoor, later mee.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Amhaouch. Er is een aantal vervolgvragen. Allereerst de heer Thijssen van de PvdA.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank aan het CDA voor het stellen van deze hele goede vraag bij het vragenuur. Want dit, het feit er steeds meer waterproblemen zullen zijn in de wereld en dat 190 miljoen kinderen daar problemen mee hebben, is natuurlijk een van de gevolgen van klimaatverandering. Daar hebben we internationaal wel iets voor afgesproken, namelijk 100 miljard aan klimaatfinanciering. Nederland draagt daar ook aan bij, maar Nederland komt de afspraak niet na dat dat additioneel geld is en dat het niet ten koste zal gaan van ontwikkelingssamenwerkingsgeld. Ik zou graag de toezegging willen van de minister dat we, zeker gezien dit nieuws, gaan zorgen dat we onze eigen afspraken nakomen en dat de klimaatfinanciering die Nederland betaalt, additioneel geld is en niet ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerkingsgeld.

Minister Adriaansens:

De heer Thijssen stelt een vraag die ik echt zal moeten doorgeleiden naar de minister voor BHOS. Ik heb inderdaad begrepen dat wij dit uit de bestaande middelen doen en dat we die zo willen aanwenden om te zorgen voor die klimaatadaptatie, want dat is waar de heer Thijssen op doelt. Ik zal die vraag dus naar haar doorgeleiden. Ik denk dat dat op dit moment het maximale is wat ik kan doen. Ik kan niet namens haar nu onvoorbereid een toezegging geven. Daarvoor ken ik de details onvoldoende.

De heer Hammelburg (D66):

Dat vergt met de stapeling van crises — de oorlog in Oekraïne, de gevolgen voor de voedselzekerheid, de watercrisis en ook weer dit bericht dat vandaag op nos.nl stond — inderdaad ook een discussie. We zien een stapeling van crises en die zorgt ervoor dat we steeds meer onrust zien, steeds meer kindersterfte, steeds meer kinderarmoede. Daar moeten we een passende oplossing voor vinden, maar dat kan ook in concrete doelstellingen en concrete acties. Ik heb de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking al eerder de volgende vraag gesteld.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Hammelburg (D66):

Het is fantastisch dat we die waterconferentie organiseren met Tadzjikistan, maar wat gaan we met de politieke uitkomsten doen en welke concrete acties worden daaraan verbonden? Die duidelijkheid hebben we nog steeds niet.

Minister Adriaansens:

Ik weet dat de minister voor BHOS regelmatig terugkoppelt na dit soort grote conferenties. Ik zal haar vragen om dat te doen aan de hand van deze specifieke vraag naar die acties.

De heer Klink (VVD):

Nederland kan echt het verschil maken op het gebied van water en sanitatie; dat is al genoemd. Ook schoon drinkwater is genoemd. Maar het gaat veel breder. Het gaat ook om voedsel telen op zilte gronden. Het gaat om irrigatie, baggeren en dijkbescherming. Wij kunnen echt heel veel betekenen in de wereld. Het is heel goed dat Nederland het voortouw genomen heeft voor de VN-waterconferentie, maar ik hoor de minister ook zeggen dat we daarna vooral andere landen zullen aanmoedigen. Kan Nederland — dat geldt voor deze minister, maar ook voor de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en ook voor de minister van Infrastructuur — niet meer leiderschap tonen, ook binnen de VN, misschien om dit meer te institutionaliseren? Want het is nu best vaag georganiseerd binnen de VN: voor water is er van alle dg's een beetje leiderschap. Hoe kan Nederland dit dus meer en structureel op de agenda zetten in internationaal verband?

De voorzitter:

U moet wel allemaal iets korter en bondiger zijn. Dat wil ik u wel even vragen. Er staat 30 seconden voor een interruptie. Dat geldt niet alleen voor u, meneer Klink, maar zo gaat het de slechte kant op en lopen we uit de tijd. Het woord is aan de minister.

Minister Adriaansens:

Ik zal ook niet té snel gaan praten. Dat is een goede vraag van de heer Klink, en ik begrijp hem ook, want Nederland is altijd heel sterk geweest op het gebied van water. De vraag van de heer Amhaouch was echt gericht op drinkwater en water voor sanitatie, en de toegang daartoe. De andere kant van het verhaal is de klimaatadaptatie. Daarbij komen natuurlijk heel veel Nederlandse bedrijven met heel veel kennis en technologie voorbij. We hebben hele goede kennisinstituten, zoals MARIN en nog andere kennisinstituten die daar hard aan werken. U vraagt of we ons nog meer internationaal kunnen inspannen. Ik zal die vraag meenemen en ik zal met BHOS bespreken wat we daarin kunnen doen.

De heer Boutkan (Volt):

Even terug naar het rapport. Sorry, dit is de eerste keer, dus ik moet even oefenen.

De voorzitter:

En dan voer ik de druk ook nog op.

De heer Boutkan (Volt):

Even terug. Als ik het artikel goed gelezen heb, dan gaat het er eigenlijk om dat de VN vraagt om vooraf te gaan financieren, dus niet achteraf als de ramp al is geweest, maar vooraf. In de internationale doelstellingen van het kabinet zie ik daar eigenlijk geen concreet idee voor, ook niet in aanloop naar deze conferentie. Kan daar wat meer informatie over komen? Dat verandert namelijk het denken over hoe we omgaan met ontwikkelingssamenwerking.

Minister Adriaansens:

Voor het programma waar we het hier over hebben, dus de toegang tot water, schoon water en sanitatie en wat daarbij hoort, maakt Nederland per jaar 100 miljoen vrij. Dat is dus wel op voorhand gereserveerd. Ik had begrepen dat er voor de klimaatadaptatie ook een dergelijk bedrag is, maar dat zijn verschillende doelstellingen. Ik weet niet of de vraag nu verder gaat dan dat, maar als daar meer informatie over nodig is, dan kan ik dat meenemen. Dat zou dan aan de orde kunnen komen in het debat dat gepland staat.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

De waterdreigingen voor kinderen verergeren door klimaatverandering. Nederland levert een belangrijke bijdrage aan de klimaatverandering. Ik vind het teleurstellend dat ik daar niets over hoor in het antwoord van de minister en evenmin over de rol die Nederland kan spelen om de CO2-uitstoot nu sneller terug te brengen, waardoor we grotere waterdreigingen in de toekomst gaan voorkomen. Het is absurd dat het kabinet nog steeds 4 miljard uitgeeft aan fossiele exportsteun! Kunnen we dus niet per direct stoppen met die fossiele exportsteun, minister?

Minister Adriaansens:

De klimaatambities van het kabinet zijn kei- en keihard. We hebben ons gecommitteerd in het regeerakkoord, het coalitieakkoord, aan het bereiken van 55% reductie in 2030 en aan klimaatneutraliteit in 2050. Daarvoor hebben we allerlei acties op stapel en die monitoren we strak. Mevrouw Teunissen weet ook dat we kijken of we op schema lopen en dat het een ingewikkeld verhaal is om het tempo er goed in te houden, omdat we ook voorwaarden moeten vervullen. Iedereen is aan zet om ervoor te zorgen dat we die doelstellingen halen: burgers, bedrijven, overheden. Daar werken we heel, heel, heel hard aan. We houden in de gaten wat de voortgang daarvan is. Als die voortgang onvoldoende is, kijken we ook of extra maatregelen nodig zijn. Maar wel alles in de goede volgorde, want wij vinden het heel, heel erg belangrijk dat bedrijven en burgers het kunnen meemaken. Dus wij doen dat in de goede volgorde.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dat zijn mooie woorden, maar Nederland geeft dus nog steeds miljarden uit aan gasprojecten in landen die te kampen hebben met droogte, die verergerd wordt door de klimaatcrisis. Er is grote internationale druk om nu te zeggen: we stoppen met die fossiele subsidies. Dat is gewoon een afspraak die we in Glasgow hebben gemaakt. Nederland houdt zich daar niet aan. Dus mijn vraag aan de minister is: zorg dat Nederland zich daaraan gaat houden. Zorg dat we nu per direct stoppen met die fossiele subsidies. Die zijn compleet onnodig en schadelijk. Kan de minister toezeggen dat er een reactie komt van het kabinet op het rapport dat gisteren is verschenen? Oil Change International heeft namelijk laten zien dat Nederland zich niet aan de Glasgowafspraak houdt. Kan de minister daar schriftelijk op terugkomen?

Minister Adriaansens:

Wij hebben het akkoord van de COP, het Glasgowakkoord, ondertekend. Daar geven wij ook uitvoering aan. Dat gaat met name over de exportvergunningen. Daar hebben we beleid op en dat voeren wij uit. De Partij voor de Dieren vraagt of wij nog naar dat rapport kunnen kijken dat daar recent over is uitgekomen. Natuurlijk zijn wij gaarne bereid om te kijken wat de voortgang daarin is. Ik ken het rapport nog niet in detail, dus daar zullen wij naar moeten kijken. Dan is het prima om een reactie te geven.

Dan de subsidies. Volgens mij heeft mijn collega Jetten met uw Kamer afgesproken om daar gedetailleerd op terug te komen, dus ik ga dat proces even zijn gang laten gaan. Dan komen we daar nog over te spreken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik zou nog een vraag willen stellen in het verlengde van de vorige twee vragen. Vorige week werd ook bekend dat sinds het begin van de huidige manier van meten van de temperatuur onze zeeën en oceanen nog nooit zo heet zijn geweest. Het is ook duidelijk dat er weer een El Niño aankomt. Dat is een weerfenomeen dat ontstaat omdat een heel groot gebied boven de Stille Oceaan zo opwarmt dat het het mondiale klimaat beïnvloedt. De grootste hongersnoden in de afgelopen 40 jaar gingen allemaal gepaard met een El Niño in het jaar daarvoor. Dit betekent dat er een noodzaak is tot voorfinanciering. Mag ik uit het antwoord van de minister afleiden dat haar aarzelingen over extra klimaatbeleid inmiddels van tafel zijn?

Minister Adriaansens:

Wat extra maatregelen betreft op het gebied van klimaatbeleid heb ik altijd gezegd dat wij, als wij een intern adviesrapport krijgen over alles wat we kunnen doen, over alle mogelijke, doordachte maatregelen, goed moet kijken wat we daarvan benutten. Ik heb dus gezegd dat je niet automatisch alle maatregelen over kan nemen die worden voorgesteld door een interdepartementale werkgroep. Als we met elkaar constateren dat we nog iets extra's moeten doen, kan het wel zeer behulpzaam zijn om goed te kijken wat dat is. Dat was de nuance in die uitspraak.

Ten aanzien van de ... Ik ben even de eerste vraag kwijt. U vroeg wat de noodzaak is tot extra financiering. Volgens mij heb ik daar net antwoord op gegeven.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Honderden miljoenen kinderen hebben geen toegang tot schoon drinkwater. Ik wil graag vragen waar de prioriteiten van dit kabinet liggen. We hoorden net al dat er 4 miljard euro gaat naar fossiele energie. Er gaat 5 miljard extra naar wapens voor Defensie. Hoeveel gaat er extra naar schoon drinkwater?

Minister Adriaansens:

Dat antwoord heb ik net ook gegeven. Jaarlijks geeft het kabinet 100 miljoen uit om te zorgen voor schoon drinkwater en sanitatie. Dat is wat wij nu doen. Daarmee halen we de doelen die we hebben afgesproken.

De voorzitter:

Dan wil ik de minister van Economische Zaken en Klimaat danken voor haar aanwezigheid en voor de vervanging van de minister voor Buitenlandse Handel. Dat wordt gewaardeerd.

Naar boven