6 Documenten inzake COVID-19 binnen het onderwijs naar aanleiding van Woo-verzoek

Aan de orde is het tweeminutendebat Documenten inzake COVID-19 binnen het onderwijs naar aanleiding van Woo-verzoek (36200-VIII, nr. 147).

De voorzitter:

Dan gaan we verder met het tweeminutendebat Documenten inzake COVID-19 binnen het onderwijs naar aanleiding van een Woo-verzoek. Ik geef allereerst het woord aan de heer De Hoop van de PvdA.

De heer De Hoop (PvdA):

Dank, voorzitter. Ik ben blij dat er financiële regelingen voor scholen zijn voor de aanschaf van CO2-meters en ventilatie, maar ik maak me nog zorgen over een aantal scholen die nu al financiële problemen hebben en moeite hebben met huisvesting en alles wat we van ze vragen voor het binnenklimaat, wat belangrijk is, maar wel financiële problemen oplevert. Vandaar één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering het hebben van CO2-meters voor ieder klaslokaal wil verplichten, het schoolbestuur volgens de cao en de Arbowet moet zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers, en de regering ernaar streeft schoolbesturen ook te verplichten om zorg te dragen voor een gezond binnenklimaat voor leerlingen;

overwegende dat schoolbesturen voor het binnenklimaat medeafhankelijk zijn van de onderwijshuisvesting die de gemeente aanbiedt en een krappe rijksbekostiging die het lang niet altijd mogelijk maakt om maatregelen te treffen die het binnenklimaat verbeteren, zonder dat het in de leslokalen te koud wordt;

verzoekt de regering om bij de invoering van maatregelen en verplichtingen om het binnenklimaat op de scholen te verbeteren een hardheidsclausule in te voeren die schoolbesturen de mogelijkheid biedt om een beroep te doen op extra bekostiging wanneer de maatregelen en verplichtingen hen bij een schoolgebouw voor een onmogelijke opgave plaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Hoop.

Zij krijgt nr. 193 (36200-VIII).

Dank u. Dan ga ik door naar de volgende spreekster, mevrouw Westerveld van GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over onderwijspersoneel met long covid.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal langdurig zieken met long covid in het onderwijst stijgt;

constaterende dat hierdoor personeel uit het onderwijs verdwijnt dat juist keihard nodig is gezien het lerarentekort;

overwegende dat de regering een collectieve arbeidsongeschiktheidsregeling in de vvt-sector (de sector van verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorginstellingen) heeft afgesproken voor medewerkers met long covid;

verzoekt de regering om met werkgevers aan tafel te gaan om afspraken te maken om tot een dergelijke regeling te komen voor onderwijspersoneel met long covid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld, Kwint en De Hoop.

Zij krijgt nr. 194 (36200-VIII).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dan de tweede motie. Die gaat over studenten. Daar heb ik een tijd geleden een heel aantal schriftelijke vragen over gesteld, maar die konden nog niet beantwoord worden. Daar heb ik nu ook een motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er onvoldoende zicht is op de omvang van de problematiek omtrent long covid bij studenten in het mbo, hbo en wo;

overwegende dat langdurige klachten bij studenten ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het vervolg van hun opleiding;

overwegende dat langdurige klachten bij studenten ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de financiële situatie van de student en dat de hulp die geboden wordt vanuit de onderwijsinstelling varieert per instelling;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoeveel studenten kampen met long covid en hoeveel studenten kampen met financiële problemen vanwege deze klachten en tevens te onderzoeken welke oplossingen er zijn voor het ondersteunen van deze studenten, en deze binnen een halfjaar aan de Kamer te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en De Hoop.

Zij krijgt nr. 195 (36200-VIII).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. Ik spreek regelmatig met studenten en onderwijspersoneel die kampen met de gevolgen van long covid. In de coronadebatten spreken we de verantwoordelijke bewindspersoon op VWS daarop aan. Ik hoop gewoon dat we in de hele publieke sector dit soort regelingen treffen voor mensen die kampen met de ernstige gevolgen van long covid.

De voorzitter:

Dank u. Dat was de termijn van de Kamer. Dan kijk ik of de ministers al beschikken over de moties en of zij tot beantwoording kunnen overgaan. Ja, dat kan. Helemaal top. Minister Wiersma.

Minister Wiersma:

Voorzitter, dank. Ik begin met de motie van de heer De Hoop. Er is de afgelopen tijd heel veel gedaan om scholen te ondersteunen met het op orde krijgen van de ventilatie, de luchtreiniging en het binnenklimaat. We hebben ervoor gezorgd dat er deskundigheid is. Er zijn teams die het land doorkruisen. Die kunnen uitgenodigd worden en kunnen helpen. Die hebben ook toegang tot de mogelijkheden om wat grotere verbouwingen te begeleiden, als dat nodig is. Daarvoor is de SUVIS-regeling verlengd. Daar is 200 miljoen voor verstrekt. Er is ook nog aanvullend maatwerk mogelijk. Er zat bijvoorbeeld een cofinanciering in die soms te laag was; die hebben we fors verhoogd. Er is dus heel veel beschikbaar. Er kunnen ook CO2-meters voor klaslokalen aangeschaft worden. Als dat te weinig gebeurt, dan ga ik dat verplichten. Dat gaan we nu ook doen. Ik probeer dus de hele tijd te doen wat nodig is om te garanderen dat de leerlingen en de leraren in die lokalen zo optimaal mogelijk kunnen leren.

Er wordt ook gewerkt aan een plan ter verbetering van de onderwijshuisvesting en het aanpakken van de oudere schoolgebouwen. Daar ligt een behoorlijke klus. In maart stuur ik u daar weer een brief over. Dat heb ik heel recent nog gedaan. Daar hebben we ook een debat over gehad. Het onderwerp staat dus zeer op mijn netvlies, maar de plicht voor goede huisvesting ligt wel bij de gemeenten en de schoolbesturen. Ik doe al veel. Ik probeer veel te doen, omdat ik vind dat ik uiteindelijk de taak heb om dat voor leerlingen te borgen. Ik probeer gemeenten en schoolbesturen dus te helpen, maar zij moeten wel samen voldoen aan de wettelijke eisen voor huisvesting. De heer De Hoop zegt: er moet dan ook maar meteen extra dekking voor komen. Het kan ook een reden zijn om juist niets te doen, terwijl er al heel veel mogelijkheden zijn om iets te doen. Ik probeer juist alles in het werk te stellen, zodat er geen excuus is om iets niet te doen. Daarnaast vraagt het om een extra bekostiging, maar die is er niet. Ik wijs er ook op dat als we die wel beschikbaar hebben gesteld, bijvoorbeeld voor CO2-meters, men er zelfs nog in slaagt om die dan niet te gebruiken. Daar ben ik dan niet altijd even positief over gestemd. Ik zou de motie op stuk nr. 193 om die reden willen ontraden.

Voorzitter. Dan de motie-Westerveld c.s. op stuk nr. 194. Wij willen hier samen graag uitspreken dat postcovid een thema is dat heel serieus leeft. Door het kabinet wordt het ook serieus benaderd. De gevolgen daarvan kunnen echt groot zijn. Het heeft ook veel mensen getroffen. Die gevolgen mogen we niet onderschatten. Het is niet zo makkelijk om precies te pinpointen waar iets aan de hand is geweest, voor wie en wanneer. Met betrekking tot de zorg hebben we heel specifiek geprobeerd om dat voor de eerste golf te doen. We hebben de Raad van State gevraagd om dat af te bakenen. Ik ben het met mevrouw Westerveld eens dat wij allemaal het belang voelen om de uitstroom van onderwijspersoneel in deze tijd van een tekort te voorkomen.

In de motie worden wel een aantal aannames gedaan die niet helemaal juist zijn. Om te beginnen zijn het ook in de vvt-sector de sociale partners geweest die de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesproken. De regering heeft hierin geen rol gehad. Vervolgens wordt de regering in deze motie verzocht om met werkgevers in overleg te gaan over een soortgelijke regeling in het onderwijs. Wij zien een collectieve aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals een WIA-hiaatverzekering, nadrukkelijk als een arbeidsvoorwaarde. Het is dus echt aan sociale partners om in cao-verband dat overleg te voeren. Dat geldt ook voor de regeling waar mevrouw Westerveld om vraagt. Daarnaast is het lastig dat u dat aan ons vraagt vanuit het onderwijs, terwijl deze thematiek natuurlijk op meer terreinen leeft. De vraag aan de minister van Sociale Zaken is om die geluiden bij elkaar te brengen en dat gesprek met de sociale partners te voeren. Dat wordt ook gedaan. Zij doen dat natuurlijk op regieniveau. Daar hoort dat gesprek dan ook plaats te vinden. De Raad van State wijst ook weer op een heleboel dingen. Als wij daarin eigenstandig keuzes maken, wekken wij mogelijk onterecht verwachtingen en scheppen wij mogelijk precedenten. Die ingewikkeldheid staat in schril contrast, zeg ik eerlijk, met de gevolgen die mensen kunnen ervaren. Dat voelt altijd lastig. Juist daarom moet je dat zorgvuldig doen. We zijn ons er zeer van bewust dat dit echt een thema is. Wij nemen dat ook echt serieus, maar ik moet het wel in samenhang bekijken met andere sectoren. Voor de zorg is het heel specifiek gegaan over één golf. Beperk je het dan daartoe? Ga je het breder maken? Zo ja, op welke manier dan? Het hoort dan wel een breed gesprek te zijn op het gebied van Sociale Zaken. Daarmee moet ik de motie ontraden, voorzitter.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik ken deze argumentatie natuurlijk, want ik ben ook woordvoerder corona. Ook in die debatten hebben we gezegd dat er een overheidsverantwoordelijkheid is voor de mensen die werken in de publieke sector. Wij hebben mensen in de zorg, in het onderwijs en in andere publieke sectoren specifiek gevraagd om door te werken. Daarom zit er dus wel degelijk een verantwoordelijkheid voor de regering, vind ik. Het dilemma is natuurlijk, zoals de minister zegt, dat we het voor alle sectoren zouden moeten doen. Dat klopt, maar ik ben hier natuurlijk met de minister van Onderwijs in debat. Dat is ook de reden waarom ik de motie op dit moment indien.

Minister Wiersma:

Het is ook de boodschap die ik aan de cao-partijen opnieuw zou willen overbrengen. Ik zie dat als een aanmoediging. Het is niet zo dat wij niks doen of het niet willen doen. We moeten wel specifiek zoeken: hoe doen we het op de goede manier? Ik begrijp dat mevrouw Westerveld dan denkt: ja, hallo, hoe doen we dat dan? We hebben het proces wel zorgvuldig te wegen. Er zijn veel andere beroepsgroepen waar dit ook voor geldt. Het moet wel in samenhang worden bekeken.

Voorzitter. Dan ben ik aan het eind van mijn deel. Ik geef het woord aan mijn collega.

Minister Dijkgraaf:

Voorzitter. Een korte reactie op de motie-Westerveld/De Hoop op stuk nr. 195 over de problematiek van long covid bij studenten in het vervolgonderwijs. Natuurlijk, alle sympathie en aandacht voor dit onderwerp. Het is gewoon belangrijk dat ziekte in welke vorm dan ook geen belemmering mag zijn voor de studieloopbaan. De studenten kunnen al hulp inroepen vanuit de instelling. De omvang daarvan kan inderdaad verschillen. Dat komt ook omdat instellingen samen met de student een afweging maken welke hulp nodig is. Ons stelsel van studiefinanciering is erop gericht om de waarborgen te garanderen dat ziekte geen belemmering is voor de studie. Wat betreft de concrete vraag om meer te onderzoeken hoe het nu zit bij studenten, lopen wij tegen de Algemene verordening gegevensbescherming aan. Instellingen mogen op grond van de AVG niet informeren naar het ziektebeeld van de student. Ook als studenten eigen uit beweging een melding maken, registreren de instellingen met het oog op de privacy niet met welke langdurige ziekte de student precies kampt. Het zijn onder de AVG bijzondere persoonsgegevens, dus onze handen zijn gebonden. Wel doet het RIVM op dit moment onderzoek naar postcovid onder jongeren, volwassenen en kinderen. Dat kan misschien enig soelaas bieden. Het onderzoek loopt nog. Daar kunnen we ongetwijfeld veel van leren. Daarnaast hebben we dit halfjaar natuurlijk vele gesprekken over welzijn, juist met studenten en studentenorganisaties. Gegeven deze beweegredenen moet ik helaas deze motie ontraden, want ik kan haar niet uitvoeren.

De voorzitter:

Dank u. Er is nog één vraag van mevrouw Westerveld van GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Je zou bijna denken dat de minister gisteren aan het karaoken was met de Kamerleden, maar goed, ik weet dat het een serieus debat was. Mijn vraag is: als het niet onderzocht kan worden vanwege privacyredenen, wil ik best dat deel eruit halen. Het gaat mij er vooral om dat wordt erkend dat deze studenten daarmee kampen en dat er een oplossing komt.

Minister Dijkgraaf:

Dan vraag ik me af wat precies de inhoud van de motie is. Concreet staat er "constaterend" en "overwegend", en dan: verzoekt de regering om te gaan onderzoeken welke oplossingen er zijn voor het ondersteunen van deze problemen. U haalt dan toch eigenlijk de essentie uit de motie.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Westerveld.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ja, sorry, voorzitter. De reden dat wij hebben gevraagd het te onderzoeken is dat je bij iedere motie wilt weten wat de omvang is. Wanneer je niet precies weet wat de omvang is, is het moeilijk tot een oplossing te komen. Waarom heb ik deze motie specifiek ingediend? Voor een aantal werknemers in sommige sectoren geldt dat als zij bijvoorbeeld wegens langdurige ziekte uitvallen, er mogelijk arbeidsregelingen zijn getroffen. Voor studenten geldt dat niet. Als je als student een flinke vertraging oploopt, of je krijgt enorme financiële problemen, dan ben je afhankelijk van de instelling. Het is heel wisselend hoe daarmee om wordt gegaan. Ik zou graag willen dat we erkennen dat er studenten zijn die kampen met problemen van long covid, en dat we met elkaar nadenken hoe we landelijk een eerlijke regeling kunnen treffen voor deze studenten. Ik wil na het debat best nog wel even contact zoeken met de minister om te kijken of we daar samen uit kunnen komen.

Minister Dijkgraaf:

Ik wil dan toch wel een concreet tekstvoorstel zien. Het heeft zeker onze aandacht om erover in gesprek te gaan, maar tegelijkertijd zijn er al heel veel instrumenten. Het is zeer sympathiek om aandacht te hebben voor deze categorie, maar laten we even kijken wat precies het tekstvoorstel is.

De voorzitter:

Op basis van dit tekstvoorstel is de motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de ministers voor de beantwoording. Dat was het tweeminutendebat inzake COVID-19. Volgende week dinsdag kunt u over de moties stemmen.

Naar boven