4 Vragenuur: Vragen Madlener

Vragen van het lid Madlener aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over geluidsoverlast door windmolens.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Madlener van de PVV. Die heeft een vraag aan de staatssecretaris over geluidsoverlast door windmolens.

De heer Madlener (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dat allemaal zo horende moet ik aan mijn moeder denken, die zou zeggen: veel geblaat, maar weinig wol.

De voorzitter:

Oh, dat is jammer!

De heer Madlener (PVV):

Ik denk vast dat ze dat gedacht zou hebben, want we horen veel mooie woorden, maar je constant verschuilen achter diezelfde mooie woorden en bijvoorbeeld achter de provincie: ik hoop niet dat dat nu gebeurt bij mijn vragen.

Voorzitter. Duizenden mensen in Nederland hebben inmiddels te maken met ernstige geluidsoverlast door windmolens. Ze lijden aan slapeloosheid en hebben allerlei gezondheidsklachten. Experts hebben de overheid hier al jaren geleden voor gewaarschuwd. Nederland heeft groene ambities; vooral bepaalde partijen in deze Kamer hebben die, en deze regering natuurlijk. Daarom is er gesproken over "het wegnemen van belemmeringen in de wet- en regelgeving". En dat is gelukt, want Nederland heeft nu ongeveer de soepelste geluidsnormen om maar zo veel mogelijk windturbines overal in Nederland te kunnen bouwen. Wat is nu gebleken? Er is al in 2009 een rapport verschenen dat waarschuwt voor de gezondheid van mensen. Dat rapport is eigenlijk niet aan de Kamer gestuurd en in de onderste la verdwenen. Dat is nu door het programma Zembla naar boven gehaald. Dat is schandalig, want duizenden mensen in Nederland hebben nu last van die windturbines: ze kunnen niet slapen en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Deze burgers worden niet goed beschermd. Deze regering is in volle vaart bezig om heel Nederland vol te bouwen met die windturbines.

Voorzitter. Nog steeds worden er windmolens neergezet en burgers die bezwaar maken, worden met hun rug tegen de muur gezet. Als er al moedige wethouders zijn die het opnemen voor hun eigen burgers, dan dreigen de provincies de regie over te nemen, om deze windmolens erdoorheen te drukken. Is de staatssecretaris het met mij eens dat de groene ambities van dit kabinet nooit boven de gezondheid van onze inwoners mogen gaan? Kan de staatssecretaris aangeven waarom het kritische rapport van de VROM-Inspectie nooit naar de Kamer is gestuurd? Is de staatssecretaris bereid om heel snel veel strengere normen op te stellen voor het plaatsen van windmolens op land? Wat gaat de staatssecretaris doen voor al die burgers, al die duizenden mensen, die inmiddels ernstige gezondheidsschade en overlast ondervinden door al die windmolens die daar nu herrie staan te maken?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Op 8 december heeft Zembla inderdaad een uitzending gewijd aan de regelgeving voor windturbinegeluid. Windenergie is van belang voor de realisatie van de klimaatdoelen. Dat bij projecten hinder niet volledig voorkomen kan worden, is ook een feit. Dat is bij andere bronnen ook het geval, of het nou gaat om de weg, rail of vliegverkeer. Dan vind ik het wel heel erg belangrijk om zorgvuldig het effect op de leefomgeving te kunnen wegen. Bij de normering is er indertijd zeker aandacht geweest voor de vraag of er voldoende bescherming werd geboden. De normen lagen heel erg dicht bij de advieswaarde van de WHO. Bij andere vormen van geluid, zoals bij weg en spoor, zie je dat we in Nederland een veel groter verschil hebben, maar bij windturbines zit dat heel dicht tegen die WHO-norm aan. Sommige omwonenden hebben veel last van het geluid van de windturbines en hebben het gevoel dat er bij klachten niet veel gedaan kan worden omdat er een jaargemiddelde als norm wordt gebruikt. Daarbij wijst Zembla er ook op dat een advies van de inspectie, dat hierover heel kritisch was, bij de totstandkoming van de regels niet openbaar is gemaakt. Het gaat bij dat rapport, waar de heer Madlener naar verwijst, om een ambtelijk advies. Dat is uit 2010, dus dat is twaalf jaar oud inmiddels. Het werd gebruikt bij de verdere vormgeving van de geluidsregels. In die tijd, in 2010, gold de Wob, de Wet openbaarheid van bestuur, en hoefde dat rapport niet openbaar gemaakt te worden. Nu hebben we de Woo. Die heeft een bredere reikwijdte. Onder de nieuwe regeling moet dat rapport wel openbaar gemaakt worden. Dat hebben we toen dus direct gedaan.

Het advies van de inspectie heeft destijds tot verbeteringen geleid, zoals een aanvullende norm voor de nacht en een verduidelijking van de manier om te kunnen meten en te kunnen handhaven. De geluidsregels bij bestaande windmolens zijn bij een overschrijding per direct handhaafbaar, ook al wordt er gewerkt met een jaarnorm. De norm kan dus worden gehandhaafd via het direct meten van het bronvermogen, zoals het geluid bij de windmolen zelf.

Een andere genoemde zorg is dat een jaarnorm niet genoeg beschermt tegen piekhinder in de nacht. Geluid in de nacht telt wel extra zwaar mee in het jaargemiddelde, waardoor ook het maximale geluidsniveau sterk wordt beperkt. Dat kan helaas toch niet voorkomen dat mensen daar wel last van kunnen hebben. Bij het opstellen van nieuwe algemene milieuregels die nu worden voorbereid, met een milieueffectrapport, zal ik opnieuw aandacht besteden aan voldoende bescherming en aan de handhaafbaarheid van de regels zoals we die hebben.

De heer Madlener (PVV):

"Opnieuw aandacht besteden aan"? Er is juist veel te weinig aandacht aan besteed. We weten dat deze normen veel te soepel zijn; dat is gebleken. Ze liggen dicht aan tegen de WHO-norm? Het is maar hoe je het bekijkt. Als je ernaast woont, denk je: dat ligt helemaal niet dicht tegen die norm aan. Er is ook onderzoek gedaan door het Leids Universitair Medisch Centrum, door de heer De Laat. Hij pleit voor een norm van maximaal 35 decibel. Maar dat strookt niet met de groene ambities van dit kabinet, want dat moet kiezen tussen overlast en groene ambities. En waar kiest het kabinet voor? Groene ambities, ten koste van de burgers. En als die burgers dan in verzet komen en naar hun gemeentebestuur gaan en als die wethouders zeggen dat ze dat niet willen, dreigt de provincie gewoon de regie over te nemen. Dan zegt de provincie: als u het niet doet, gaan wij het doen. Dat is pure dwang, net zoals het kabinet dat ook van plan is met al die asielzoekers. Dat moet stoppen. Is de staatssecretaris bereid om die dwang van die provincies ogenblikkelijk te stoppen? Is de staatssecretaris bereid om de bouw van nieuwe windmolens en de voorbereidingen daarvoor — er worden namelijk nog steeds honderden projecten gepland — ogenblikkelijk stil te leggen voordat er nieuwe normen zijn? En is de staatssecretaris dus bereid om die oude afspraken in de ijskast te zetten en eerst nieuwe normen op te stellen, die vervolgens in deze Kamer worden besproken?

Staatssecretaris Heijnen:

De heer Madlener geeft aan graag geen windmolens meer te zien. Ik kan me ook nog heel goed herinneren dat we daar heel veel discussies over hebben gehad toen ik wethouder in Maastricht was. Zeker wanneer die windmolens dichtbij huizen komen te staan, maken mensen zich daarover vaak zorgen. Het is dus heel belangrijk dat de overheid dat heel zorgvuldig doet. We hebben nou eenmaal ambities op het gebied van klimaat en we willen ook windenergie mogelijk maken. Dat betekent dat er ook windmolens gebouwd moeten worden. We doen dat trouwens ook voor een heel groot deel op zee, omdat je daarmee ook hele grote klappers kunt maken en omdat je er dan in elk geval geen last van hebt in je directe leefomgeving. Maar als je die ambities wilt halen, moet je wel en-en doen. Dat is gewoon het eerlijke verhaal. Maar goed, er komt wel een nieuwe planMER. Als die nieuwe planMER aanleiding geeft om de normering aan te passen, zal ik bekijken wat er nodig is om bewoners rond bestaande windparken en ook rond al vergunde projecten tegemoet te komen. Daarbij moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met eerder gemaakte keuzes en met de rechtszekerheid van de exploitanten, maar het is belangrijk dat mensen zich beschermd weten.

De heer Madlener (PVV):

Hoor ik hier nu dat de staatssecretaris zegt dat ze alle burgers die te maken hebben met overlast van die vergunde windparken gaat compenseren? Heb ik dat nu goed begrepen? Ik hoor steeds de woorden "zorgvuldige procedures". Als je de normen niet goed stelt, kun je alles heel zorgvuldig doen, maar zitten de mensen gewoon met overlast en met gezondheidsschade. Dat is hier aan de hand. Er staan op dit moment honderden windmolens gepland waar burgers zich tegen verzetten en waar soms zelfs het gemeentebestuur zich tegen verzet, maar die de provincie er doordrukt. Deze regering en deze partijen, die ook in die provincie zitten, hebben het maar over groene ambities. Dat mag gezonde normen, waardoor onze burgers gezond blijven, niet in de weg staan. Ik maak me daar grote zorgen over en ik ben blij dat er binnenkort Provinciale Statenverkiezingen komen, waarbij burgers kunnen bekijken welke partijen zich inzetten voor de gezondheid van de burgers, in plaats van dat al die groene ambities erdoorheen worden gedrukt.

De voorzitter:

Dank u wel voor het stellen van de mondelinge vraag, meneer Madlener. Het woord is weer aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Zoals ik net ook al aangaf bij de heer Madlener: als die planMER aanleiding geeft tot het aanpassen van de normering, ga ik kijken wat ik moet doen om bewoners rondom bestaande windparken en al vergunde projecten te compenseren. Maar we moeten eerst die normering op een goede manier vaststellen. Dat kunnen wij hier namelijk niet met z'n allen verzinnen, daar zijn experts voor nodig. Als er aanleiding is voor het aanpassen van die normering, moeten we ook kijken wat we doen met de bestaande situaties.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Haverkort van de VVD. Graag kort.

De heer Haverkort (VVD):

Kort, ik ga mijn best doen. De heer Madlener heeft het over normen uit het verleden en de staatssecretaris hoor ik vooral over normen in de toekomst, maar de mensen hebben nu last van de herrie van die dingen, met name op het platteland. De stroom gaat vaak naar de stad, maar die palen staan op ons waardevolle platteland en daar hebben de mensen last van de hinder en de herrie. Kan de staatssecretaris dan ook nu daar wat aan doen? Kan zij bijvoorbeeld nog eens met de omgevingsdiensten in gesprek naar aanleiding van de motie-Leijten/Erkens die ertoe oproept om te kijken naar het Deense model, zolang er nog geen nieuwe normen zijn, zodat mensen in dat vacuüm tussen normen ook nu gerustgesteld kunnen worden?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik ben altijd bereid om ook met de omgevingsdiensten het gesprek aan te gaan. Het is namelijk ook belangrijk dat zij weten op welke manier ze allemaal kunnen handhaven. Zo'n windmolen kan ook stuk zijn. Dan heb je er dus veel meer overlast en veel meer geluid van. Het is niet zo dat het huidige systeem niet toestaat dat je dan wél op een goede manier kunt handhaven. Ik zal daar dus zeker nog een keer aandacht voor vragen bij de omgevingsdiensten.

De heer Van Houwelingen (FVD):

We hebben de uitzending gezien. Het was een schrijnende uitzending over mensen die niet konden slapen en zelfs de auto invluchtten om verderop dan maar in de auto te gaan slapen en nog wat slaap te kunnen vatten. Dan is mijn vraag: hoe kan het in hemelsnaam zo zijn dat er geen norm is voor de piekbelasting? Want daar gaat het dan om. Er wordt een gemiddelde belasting berekend. Mijn vraag aan de staatssecretaris is hoe dat kan. Heel concreet heb ik de volgende vraag. Als die norm nu staat op 47 decibel overdag en zo'n windmolen een halfjaar uit staat, klopt het dan dat die vervolgens in theorie overdag op bijna 100 decibel kan draaien in het volgende halfjaar? Als dat zo is, in theorie, is dat dan niet een absurde norm?

Staatssecretaris Heijnen:

We hebben die normen op basis van de WHO-normen, waar we heel dicht tegenaan zitten. Dat zijn dan gemiddelden. Dat moet natuurlijk wel een fair gemiddelde zijn; dat ben ik wel echt met meneer Van Houwelingen eens. Als er nu ruimte is om te zeggen "het is een halfjaar een ellende en het andere halfjaar zet je 'm uit; daardoor heb je een goed gewogen gemiddelde", dan is dat niet de bedoeling van de regeling zoals wij die hebben bedoeld. Als dat zo is — en dat weet ik nu even niet uit mijn hoofd, moet ik eerlijk toegeven aan meneer Van Houwelingen — dan ga ik daar wel even naar kijken. Dus dat mag niet zo zijn.

De voorzitter:

Kan de staatssecretaris daar schriftelijk op terugkomen om de Kamer te informeren?

Staatssecretaris Heijnen:

Daar zal ik schriftelijk op terugkomen, jazeker.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Heel fijn om dit te horen. Veel dank daarvoor, want dat zit de mensen dwars. We begrijpen uit de uitzending dat dit precies is wat er gebeurt, namelijk dat men niet kan handhaven omdat het een jaargemiddelde betreft, waarbij dus die piekbelasting kan optreden. Niemand kan er iets aan doen, ook de inspectie niet, omdat het jaargemiddelde moet worden afgewacht. Als die pieken erin zitten, dan kan men niks. Mijn laatste vraag aan de minister is: zou er niet een norm moeten worden gesteld aan de piekbelasting, zeker 's nachts? Dan kun je bijvoorbeeld zeggen: het mag in ieder geval 's nachts nooit meer zijn dan 50 dB; ik noem maar wat.

Staatssecretaris Heijnen:

Er wordt opnieuw een analyse gemaakt in de milieueffectrapportage. Daarin zal ongetwijfeld ook worden gekeken naar dit soort suggesties. Dat rapport zal zeker met de Kamer gedeeld worden, zeker gelet op de nieuwe Woo, die we nu hebben.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik ben blij om dat te horen, want dat is hét punt in de documentaire, namelijk dat mensen er in de nacht zo veel last van hebben. Ze worden er hoorndol van als er gezegd wordt: ja, het is een jaargemiddelde. Ik ben daarom nog steeds wel benieuwd wanneer we dat antwoord kunnen krijgen. Kunt u daarin dan ook de bromtoon meenemen? Daar was ook sprake van in de documentaire, namelijk dat juist de bromtoon van de draaiende motor niet binnen de geluidsnormen valt. Dan een vraag die ik zelf nog had. Is het niet veel verstandiger om, naast een geluidslimiet, ook een afstandslimiet mee te nemen in de normering? In de documentaire werd een minimale afstand van pak 'm beet 1.500 meter tot zo'n megawindturbine genoemd. Ik zou zelf 2 kilometer zeggen. Voor de kijkers thuis: het gaat in de toekomst dan om tweeënhalf keer de Euromast. Het is gigantisch als je daaronder woont. Ik wil graag het antwoord op die vraag weten, dus: is dat nog een optie voor het kabinet?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik stel voor om te bekijken wat er uit de milieueffectrapportage, de planMER, komt, want die is bedoeld om te kijken hoe je alle belangen die er spelen op een goede manier weegt. Wordt er ook gekeken naar geluidsnormen? Dat is voor mij heel erg duidelijk, want ik vind het heel belangrijk dat omwonenden op een goede manier beschermd worden. De geluidsnormen voor windmolenparken liggen al dichter bij de WHO-waarden — dat zijn advieswaarden — dan bijvoorbeeld voor vliegtuigen, treinen of snelwegen. Daar zitten we in Nederland veel minder dicht op de WHO-advieswaarden. Je kunt nooit helemaal uitsluiten dat mensen overlast hebben, maar ik vind het wel belangrijk om te bekijken wat je kunt doen om die tot een minimum te beperken. Dat zal zeker uit de planMER naar voren komen. Als er aanleiding toe is, zullen we ook bekijken of we die normen moeten aanpassen.

De heer Eerdmans (JA21):

Dank daarvoor. Nog een algemene vraag, in het verlengde van wat de heer Madlener zei: bekruipt de staatssecretaris weleens het gevoel dat Nederland misschien wel te krap of te klein is voor dit soort megaturbines op land? Het is niet te doen om mensen te vrijwaren van enorme hinder. U zag het: de schade is mentaal en fysiek echt extreem in die gevallen. Maar de groene ambitie van het kabinet is om ze maar te blijven plaatsen, ook op land, met zulke hoogtes en zo veel schade tot gevolg.

Staatssecretaris Heijnen:

Bij andere dossiers die ik in portefeuille heb, zeg ik weleens: we wonen in Nederland op een postzegel met elkaar. We moeten een heleboel verschillende functies en dingen combineren op een heel klein stukje aarde. Maar we hebben de klimaatambitie om met betrekking tot windenergie in grotere mate zelfvoorzienend te zijn. Die hele ambitie — dat heb ik ook nog eventjes nagevraagd voor aanvang van dit debat — kunnen we niet alleen op zee realiseren. Voor een deel moeten we daarom bekijken hoe we windenergie op land kunnen plaatsen. Ik vind het alleen wel belangrijk om goed te kijken naar de normeringen, zodat gezondheidsschade zo veel mogelijk beperkt wordt.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven