30 Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet

Aan de orde is het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (31293, nr. 651).

De voorzitter:

Dan gaan we nu door met het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs. We hebben één spreker van de zijde van de Kamer. Hij is al onderweg. Het is de heer Van Meenen, namens D66.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter, wat een eer! Waarom sta ik hier? Omdat ik denk dat het hoog tijd wordt dat we in deze Kamer een keer over dit onderwerp spreken. Dat zal ik dan nu binnen twee minuten doen. Ik hoop dat we daarna wel iets meer duidelijkheid hebben dan daarvóór. Ik heb dit tweeminutendebat aangevraagd omdat ik zorgen heb over de nieuwe leerweg en de praktijkgerichte programma's. Allereerst ben ik blij dat de minister de wetswijziging voor het invoeren van de nieuwe leerweg uitstelt en nog niet naar de Kamer stuurt. We hebben er namelijk nog niet eens in de Kamer over gesproken. Zo'n grote stelselwijziging lijkt me toch wel iets waar een uitspraak van de Kamer over zou moeten zijn. Zo maak ik mij bijvoorbeeld zorgen over de effecten van de nieuwe leerweg op de aansluiting tussen het vmbo en de havo. Deelt de minister deze zorg?

Ondanks dat de wetswijziging wordt uitgesteld, gaan ondertussen de pilots praktijkgerichte programma's wel gewoon door. Aan die pilots doen zelfs zo'n 150 scholen mee. Ik heb er veel signalen uit de onderwijswereld over gekregen dat er bepaalde verwachtingen zijn van de nieuwe leerweg en de praktijkgerichte programma's. Het lijkt mij zaak dat de minister duidelijk naar het veld communiceert wat de bedoeling is van de pilots, en dat de komst van de nieuwe leerweg nog helemaal niet zeker is. Het lijkt erop dat sommigen daar al volkomen van uitgaan. Dat kan niet zo zijn zolang wij hier in deze Kamer niet tot dat besluit gekomen zijn. Graag een reactie van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Meenen. Dat was bijna binnen één minuut, dus ook dat heeft u voortvarend gedaan. Ik zie de minister al staan, laat ik aannemen voor zijn beantwoording. Ik geef hem daartoe het woord. De minister.

Minister Wiersma:

Voorzitter, ik kan ook een mop vertellen.

De voorzitter:

Nou, gelet op de tijd weet ik niet of de andere collega's dat zullen waarderen. Misschien moeten we dat een andere keer doen.

Minister Wiersma:

Of ik kan namens vele collega's aangeven dat de heer Kwint en ook ikzelf naar de kapper moeten.

De voorzitter:

Dat noteren we. We zullen bekijken wanneer dat gebeurd is. Maar voor nu zou ik zeggen: gaat u over tot de beantwoording van de vragen van de heer Van Meenen. Daarbij wil ik nog wel opmerken dat mevrouw Paul aangeeft de oproep te steunen om naar de kapper te gaan.

Minister Wiersma:

O, voorzitter, dank!

Dank voor de zeer terechte vragen van de heer Van Meenen. Het is mooi om het hierover te hebben. Het is ook waar dat we dit debat hier deels nog niet gevoerd hebben. Het is mijn goede voornemen voor volgend jaar om het wél met elkaar hierover te hebben. "Hierover" is dan over de beroepsvorming, het vmbo en het belang van de praktijk in het hele funderend onderwijs, wat mij betreft. We werken nu ook aan een voorstel daarvoor.

De heer Van Meenen noemde de nieuwe leerweg. Die wordt niet ingevoerd in het schooljaar 2024-2025. Dat besluit heb ik genomen. Dat heb ik gedaan omdat mijn overtuiging is dat daar een goede discussie met de Kamer bij hoort over wat allemaal van belang is voor de inrichting van het vmbo. Als je zo'n wijziging doorvoert, dan is het in zekere zin een beperkte wijziging, maar in het stelsel toch best wel een forse. Daarmee ga je niet meteen over vijf of tien jaar nog een keer een grote wijziging doen. Ik vind dus dat je er meteen goed over moet nadenken of dit 'm is of niet. Mijn observatie is nu dat het 'm voor nu niet is, maar dat het 'm wel kan zijn. Daar hoort een discussie met de Kamer bij. Ik wil dus eerst een bredere discussie over het beroepsonderwijs. In de brief die ik in de eerste helft van 2023 zal sturen, ga ik ook in op de visie op de gemengde en de theoretische leerweg.

Met de praktijkgerichte programma's — ik koppel het los van elkaar — wil ik wel door. Ik ben daar namelijk enthousiast over door heel veel verhalen die ik daarover gehoord heb. Ik begrijp ook dat scholen behoefte hebben aan duidelijkheid over het vervolg van de praktijkgerichte programma's na de pilot. Ik heb al een brief gestuurd aan uw Kamer, maar ik zal daar nu iets aan toevoegen. Vanaf het schooljaar 2024-2025 wil ik eerst het praktijkgerichte programma als vrijwillig erkend examenvak in de gemengde en theoretische leerweg vaststellen. Dat betekent dat scholen vanaf 2024-2025 vrijwillig het praktijkgerichte programma mogen aanbieden als ze dat willen en kunnen, dus niet als een verplicht vak. In het voorjaar van 2023 informeer ik u over welke praktijkgerichte programma's als erkend vak ingevoerd gaan worden.

Ik informeer u dan ook over de mogelijkheden om scholen die het praktijkgerichte programma gaan aanbieden, tegemoet te komen in de kosten. Die zal ik uiteraard zo spoedig mogelijk daarna met de scholen delen, om hun zo veel mogelijk duidelijkheid te bieden. De verdere invulling daarvan, het structurele karakter, wil ik begin volgend jaar bespreken in de brief die ik u daarover ga sturen. Dat vergt overigens ook een financiële overweging. Ik vind het terecht dat we dit eerst in de Kamer met elkaar bespreken.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Van Meenen, D66.

De heer Van Meenen (D66):

Ik heb nog een aanvullende vraag. Het is goed om te horen dat de Kamer en ook het veld geïnformeerd gaan worden. Mijn vraag is of bij die informatie dan ook betrokken kan worden wat de gevolgen zijn van bijvoorbeeld het volgen van dat vrijwillige programma in het vmbo voor de doorstroom naar de havo, en overigens ook wat verder het perspectief is richting de havo als we hiermee doorgaan. Denkt de minister daarbij ook aan praktijkgerichte programma's? Je kunt daar helemaal op doordenken. Ik zou graag te zijner tijd zo veel mogelijk duidelijkheid zien.

Minister Wiersma:

Deze vraag gaat over de communicatie. Ik heb niet de indruk dat iedereen automatisch dit debat bekijkt, maar ik vind het wel netjes om eerst de Kamer te informeren en dan het veld. Ik heb net gehoord dat dit heel belangrijk is.

De voorzitter:

Heel goed.

Minister Wiersma:

Maar ik vind het ook belangrijk. Daarom zeg ik dat vanaf het schooljaar 2024-2025 scholen het praktijkgerichte programma vrijwillig kunnen aanbieden. Ik begrijp de vraag van de heer Van Meenen om duidelijkheid te geven over wat dat betekent voor het effect op de doorstroom, et cetera. Ik zal dat meenemen in de brief die ik daarover aan de scholen stuur. De vraag daarna is of dit dan ook gaat gelden voor de havo. We hebben in het coalitieakkoord afspraken en vooruitzichten opgenomen over de techniekhavo en het toevoegen van praktijk aan de havo. Ik denk dat we dat niet alleen maar voor de havo zouden moeten willen, maar dat we dit ook nog breder van toepassing kunnen laten zijn. Maar dat betekent dat we dit met elkaar goed moeten doordenken. Dat zijn wij nu ambtelijk aan het doen. Daarna willen we dat met de Kamer delen in de vorm van een aantal mogelijkheden en richtingen, zodat we daarin samen een keuze kunnen maken. Dat komt inderdaad in de eerste helft van komend jaar.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs. Ik dank wederom de minister en de leden, in het bijzonder de heer Van Meenen namens D66.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat we daarna kunnen vervolgen met het debat over de Europese top van 15 en 16 december 2022.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven