28 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is een regeling van werkzaamheden.

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Gündoğan geacht wenst te worden bij de stemmingen op 8 december jongstleden vóór het amendement-Van Nispen (36200-VI, nr. 49) te hebben gestemd en tegen de motie-Westerveld/Mutluer (36200-VIII, nr. 162).

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Tweede Kamerlid Markuszower tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature van de OVSE-Parlementaire Assemblee.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor het dertigledendebat over de luchtkwaliteit in Nederland de termijn voor toekenning is verlengd.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 32545-177; 22343-343; 32813-1103; 32805-136; 28286-1190.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 31409-353; 31409-351; 32813-1064; 35325-7; 31409-352; 32813-1060; 32813-1061; 22112-3433; 32813-1063; 36100-I-8; 29924-233; 36180-1; 22112-3477; 36173-4; 31311-244; 31765-652; 25424-621; 2022Z19866; 27529-281; 21501-31-681; 25295-1937; 27529-282; 32824-368; 29544-1118; 29861-96; 24515-643; 24515-644; 32824-369; 32820-480; 32820-478.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van vóór het reces:

  • -het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 08/12), met als eerste spreker het lid Azarkan van DENK;

  • -het tweeminutendebat Waterstof, groene gas en andere energiedragers (CD d.d. 08/12), met als eerste spreker het lid Van Haga van de Groep Van Haga.

En ik stel voor toe te voegen aan de agenda van na het reces:

  • -het tweeminutendebat Maritiem (CD d.d. 08/12), met als eerste spreker het lid Koerhuis van de VVD.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Dassen van VOLT voor zijn verzoek.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Momenteel gebeurt er van alles in de wereld wat ook onze industrie raakt. Ik noem de klimaattransitie, de noodzaak om te verduurzamen, de Inflation Reduction Act waarbij de Verenigde Staten actief zo veel mogelijk bedrijven naar de Amerikaanse bodem krijgen, en natuurlijk de hoge energieprijzen die ook komend jaar nog flink zullen doorwerken. Dat heeft enorme gevolgen voor onze industrie, voor onze strategische autonomie en voor onze klimaattransitie. Daar moeten we met elkaar over spreken. Er komt een brief van de minister. Ik zou graag zo spoedig mogelijk na het reces daarover een debat willen voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. We kunnen dit steunen, maar dan wel pas een debat nadat we de brief ontvangen hebben.

De heer Van Kent (SP):

Geen steun. Kan bij een commissiedebat.

De heer Bontenbal (CDA):

Goed idee. Steun.

De heer Romke de Jong (D66):

Steun. Ook pas na de brief van het kabinet.

De heer Kops (PVV):

Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun namens GroenLinks en de PvdA.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun.

De heer Eppink (JA21):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun, en ook na de brief van het kabinet.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Mede namens het lid Den Haan steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Geen steun.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

Meneer Dassen, er is een meerderheid voor uw bezoek. Dat betekent dat wij het na het reces na ommekomst van een brief gaan inplannen. Wij zullen dit doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Kuzu van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Inmiddels vier weken geleden heb ik hier gestaan om een debat aan te vragen over het bericht dat doorsijpelde dat onze regering excuses wilde aanbieden voor het slavernijverleden en eventueel een herstelfonds wilde instellen. In de tussentijd heb ik hier een aantal keer gestaan om opnieuw een debat aan te vragen. Er is veel over geschreven en er is veel over gezegd. Iedereen in het land vindt er wat van, want het is natuurlijk een breed maatschappelijk onderwerp waar de meningen over verschillen. Iedereen mag er ook wat van vinden. Behalve het kabinet. Inmiddels maakt het kabinet er echt een potje van. Dan is het de ene minister die gaat, dan weer een andere minister. Ik vind echt dat we deze week, uiterlijk volgende week, hier een debat over moeten voeren. Daarom het verzoek om mijn dertigledendebat om te zetten in een volwaardig debat.

De heer Martin Bosma (PVV):

Voorzitter. De racistische aanval op minister Weerwind is weerzinwekkend. Onbegrijpelijk dat het kabinet gewoon door blijft praten met deze mensen en ook serieus ingaat op al die rare eisen die nu worden gesteld. Ik steun het dus graag. Ik heb de heer Kuzu nog niet gehoord over wie hij bij dit debat aanwezig wil hebben, maar het lijkt mij het meest logische — laat ik hem een beetje helpen — dat we minister Bruins Slot hier hebben, want zij is coördinerend minister en zij belt nu ook naar Paramaribo om uit te zoeken of er al een zaaltje is geregeld. Minister Bruins Slot lijkt mij dus heel logisch. Staatssecretaris Uslu geeft geld aan allerlei van die slavernijtoestanden, dus het lijkt me logisch dat zij er ook bij is. Als de heer Kuzu nog meer suggesties heeft, houd ik me graag aanbevolen.

De voorzitter:

Ik geef het woord even aan de heer Kuzu om te horen hoe hij het voor ogen heeft. Wie wilt u bij het debat hebben?

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Het is goed dat de heer Bosma nog even dat ene kleine onderdeel benoemt waarover ik het met hem eens kan zijn. Ik zou graag de minister-president erbij willen hebben.

De voorzitter:

De minister-president.

De heer Kuzu (DENK):

Het is natuurlijk een belangrijk onderwerp. De minister-president; met hem moeten we het debat voeren.

De voorzitter:

Dan is dat voor iedereen helder.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Ik ben ook heel benieuwd waar het kabinet mee gaat komen. De heer Kuzu heeft het inderdaad al drie keer eerder aangevraagd. Drie keer krijgt de heer Kuzu te horen: misschien is het goed om eerst de reactie van het kabinet af te wachten op het rapport van al die mensen, van al die organisaties. Ik wil dat proces niet voor de voeten lopen. Uit respect voor degenen die nu aan het woord zijn, zou ik dus willen wachten op de brief van het kabinet en daarna met elkaar het debat voeren, dus geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Geen steun.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter, ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Belhaj. Het zal niemand verbazen dat ook ik niet tevreden ben over de huidige gang van zaken, maar ik denk dat het heel verstandig is om de belangenorganisaties, de mensen die dit direct treft en die op dit moment, vandaag nog, aan tafel zitten met onze regering, de plek te geven die zij verdienen. Daarna kunnen wij met elkaar in gesprek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Vanwege de totale chaos die is ontstaan steun ik het verzoek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook wij zijn niet blij met de gang van zaken op dit moment. Ik volg de lijn die mevrouw Belhaj hier heeft neergelegd.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Ik zou de reactie op dat rapport eigenlijk ook graag alvast morgen hebben. We krijgen nu eerst de excusesaanbieding en dan de reactie op het rapport. Dat is toch een beetje een rare. Ik zou het dus graag op tijd hier hebben. Ik zou ook graag een soort programma hebben voor wat de regering nu precies van plan is op 19 december. Als het kan, zou ik het debat nog deze week willen voeren.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Daar kan ik mij bij aansluiten, voorzitter.

De heer Eppink (JA21):

Steun, maar om omgekeerde redenen dan de heer Kuzu voor ogen heeft, want het eisenpakket is bizar en buitensporig.

De heer Van Strien (VVD):

Ik volg graag de lijn van mevrouw Belhaj van D66.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Geen steun. Ook wij volgen de lijn van mevrouw Belhaj.

De heer Van Kent (SP):

Van harte steun voor het verzoek namens de SP-collega's.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Ook steun voor het verzoek.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Geen steun, al deed de heer Eppink mij bijna twijfelen.

De heer Bushoff (PvdA):

Ook steun namens GroenLinks en de PvdA.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Kuzu. Er is wel een informatieverzoek gedaan, dat wij zullen doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Laat ik er toch één opmerking over maken. Dit is de vierde keer dat ik hier sta. Ik kondig alvast aan dat ik hier volgende week tijdens de regeling opnieuw zal staan. Ik vind het echt te bizar voor woorden dat de coalitiepartijen plus één een belangrijk debat hierover blokkeren. Dat vind ik treurig.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Alkaya van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mede namens de VVD, de PVV en GroenLinks zou ik graag een debat willen met de minister van Financiën over het toezicht op cryptomunten, graag in het eerste kwartaal van 2023. Dit debat stond al sinds april gepland. Ik heb 'm twee keer verlengd en het blijkt dat ik 'm geen derde keer mag verlengen. Ik zou nu dus ook willen vragen om het snel te voeren, namelijk in het eerste kwartaal.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter, steun. Als het in het geding lijkt te komen, moeten we ervoor zorgen dat we het betrekken bij het debat over financiële markten. Als het apart lukt, dan graag.

De heer Bisschop (SGP):

Steun.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Steun.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Mede namens de fractie van Volt: steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Omdat de heer Alkaya zo aanhoudend is: steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid voor uw verzoek, meneer Alkaya. Uw voorkeur was het eerste kwartaal.

De heer Alkaya (SP):

Ja, dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan gaan we naar mevrouw Van Ginneken voor een vooraankondiging.

Mevrouw Van Ginneken (D66):

Voorzitter. Ik zou graag voor volgende week een tweeminutendebat aanvragen naar aanleiding van het schriftelijk overleg over de motie-Van Raan c.s. op stuk nr. 908 over het behoud van encryptie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat voor het reces inplannen.

Ik geef het woord aan de heer Kwint van de SP.

De heer Kwint (SP):

Voorzitter. Een nieuwe week, een nieuw interpellatieverzoek, omdat het kabinet weigert om ruimschoots aangenomen moties uit te voeren. Tijdens de onderwijsbegroting is het uitgebreid gegaan over de problemen rondom internationalisering in het hoger onderwijs. Een zeer, zeer brede Kamermeerderheid heeft daarbij het alleszins redelijke voorstel van de heer Van der Molen en mij gesteund waarin wij zeggen: stop nou in ieder geval tot er nieuwe regels zijn met het actief werven van buitenlandse studenten door onderwijsinstellingen. Dan krijgen wij een briefje terug met: bedankt voor uw input; we doen er niks mee en we gaan door op de ingeslagen weg. Dat lijkt mij een slecht idee, dus ik wil graag een interpellatie met de minister voor hoger onderwijs.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Ik moest ook even mijn wenkbrauwen fronsen toen ik die brief las. De heer Kwint doet een interpellatieverzoek, maar ik kan me best voorstellen dat we een regulier debat over deze brief voeren; dat voorstel zou ik aan hem willen doen. Ook is ons in deze brief een nieuwe brief in het vooruitzicht gesteld, die gaat over het maatwerk, waar de minister meer duidelijkheid over wil geven. Ik stel voor dat we het debat daarover dan vrij snel na het kerstreces inplannen.

De voorzitter:

Maar u steunt dus niet een interpellatiedebat? Want dat is het verzoek dat nu aan de orde is.

De heer Van der Molen (CDA):

Ik kan me best voorstellen, gezien de brede steun, dat zo'n debat ook meer ruimte geeft om verschillende sprekers aan het woord te laten, maar ik geef dit als suggestie aan de heer Kwint mee.

De voorzitter:

Maar geen steun voor een apart interpellatiedebat? Dat is het verzoek dat er nu is.

De heer Van der Molen (CDA):

Dan geen steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Het lijkt mij dat hier enige tijdsdruk op staat. Het lijkt me heel verstandig om daar op heel korte termijn een interpellatiedebat over te hebben, direct na het kerstreces, voordat de wervingsactiviteiten weer op gang gebracht worden. Dus steun.

De voorzitter:

Ja, steun.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Geen steun.

De heer Beertema (PVV):

Ja, wel steun, voorzitter.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Steun, maar ik zou ook aan de heer Kwint de suggestie willen doen om het in één keer te doen met een dertigledendebat dat over precies datzelfde onderwerp gepland staat. Misschien hebben de collega's er ook geen moeite mee als dat een meerderheidsdebat wordt. Ik stel voor dat we het daar dan over hebben, zodat we dit niet twee keer gaan doen.

De voorzitter:

Maar u steunt in ieder geval het interpellatiedebat.

Mevrouw Van der Woude (VVD):

Voorzitter. Voor de duidelijkheid: wij hadden tegen deze motie gestemd, dus het zou voor ons vreemd zijn om een interpellatiedebat daarover te steunen. Dus geen steun voor een interpellatie, maar een meerderheidsdebat over het onderwerp, vrij snel, zoals wordt voorgesteld, zouden wij kunnen steunen, want dezelfde brief geeft ons wel wat bezorgdheid over het tijdpad voor nieuwe wetgeving.

De voorzitter:

Geen steun voor de interpellatie, maar wel voor een meerderheidsdebat.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dat zou ook onze wens zijn, dus geen steun voor een interpellatiedebat, maar het liefst een meerderheidsdebat, misschien via de route Kwint-Omtzigt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het is ook onze voorkeur om hier zo spoedig mogelijk een meerderheidsdebat over te houden.

De voorzitter:

En geen steun voor een apart interpellatiedebat.

De heer Van Baarle (DENK):

Nee.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik volg die lijn ook, voorzitter. Wel steun voor het een en geen steun voor het ander.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor het voorstel, mede namens Eppink.

De voorzitter:

Daarom haal ik u altijd door elkaar. U doet veel dingen samen. Zo red ik mij eruit.

De heer Nijboer (PvdA):

Op mijn briefje stond "blijven zitten" als advies, maar ik vind een meerderheidsdebat over dit onderwerp wel verstandig. Dus dat steun ik wel, samen met GroenLinks.

De voorzitter:

Geen steun voor een apart interpellatiedebat.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Wel steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is steun voor een interpellatie, want daar heb je 30 leden voor nodig. Er is ook steun voor een meerderheidsdebat.

De heer Kwint (SP):

De reden waarom ik een interpellatie had aangevraagd was tweeledig. Eén. Het feit dat ik het ook wel even wil hebben over het gemak waarmee het kabinet moties naast zich neerlegt. Het tweede betreft vooral het tijdsaspect. De motie gaat namelijk vooraf aan de regels die door het kabinet zijn aangekondigd. Ik ben het er dus helemaal mee eens: laten we vooral een meerderheidsdebat voeren, maar dat betekent wel dat wij het kort na het kerstreces zullen moeten inplannen. Dan komen de heer Omtzigt en ik er wel uit wie de eerste spreker is. Dat is geen probleem.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we dat meerderheidsdebat ergens na het reces inplannen. Dank u wel, meneer Kwint.

Dan geef ik het woord aan de heer Ephraim van de Groep Van Haga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dank u, voorzitter. Uit het artikel van NRC over de splitsing van de Belastingdienst komt het beeld naar voren dat de vorige minister van Financiën de ambtelijke top overrulede, topambtenaren de verantwoordelijke staatssecretaris passeerden en tegen adviezen van mensen op de werkvloer in tot een splitsing van de Belastingdienst werd besloten. De problemen bij de grootste overheidsorganisatie die we hebben zijn daarmee niet opgelost. Integendeel, de ellende is alleen maar groter geworden. Hoewel ik zeer goed begrijp dat de huidige minister van Financiën, noch de staatssecretaris Fiscaliteit hiermee inhoudelijk bemoeienis hebben gehad, ben ik wel van mening dat we hier zo spoedig mogelijk een inhoudelijk debat over moeten voeren, zeker met het oog op de grote uitdagingen die nog op de Belastingdienst afkomen. Mijn idee is wel om een open en constructief debat te voeren, het liefst na een brief, over de huidige operationele situatie bij de Belastingdienst, en niet om de huidige bewindspersonen spitsroeden te laten lopen. Dat lost namelijk niets op, en de kwestie is van te groot belang.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Bij het debat over die splitsing zegde de minister van Financiën, toen ook staatssecretaris van Financiën, toe om al die adviezen naar de Kamer te sturen en tot dat moment geen onomkeerbare stappen te zetten. Dus ik zou de bewindslieden willen vragen: stuur al die adviezen die u hierover heeft gekregen maar naar de Kamer. Geef aan mij aan hoe die toezegging is uitgevoerd. Daarna steun voor een debat hierover.

De heer Eppink (JA21):

Steun voor het verzoek, voorzitter.

De heer Martin Bosma (PVV):

Steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik heb hierover een heel kribbig debat met de minister van Financiën gehad. Veel van de dingen die in de NRC stonden, wierp ik hem voor de voeten, omdat die mis konden lopen. Dus ik steun dit debat ook, want het gaat nog helemaal niet goed.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter, nu geen steun voor dit debat. Ik heb begrepen dat er nog een commissiedebat over de Belastingdienst gepland staat. Maar de heer Ephraim snijdt hier wel een punt aan. Indertijd zijn er bij de splitsing van de Belastingdienst ook heel veel moties ingediend. De ChristenUnie zou graag bij de gevraagde brief ook een brief ontvangen met een stand van zaken over de moties die toen zijn aangenomen, en horen wat daarmee is gebeurd. Daar zijn we erg benieuwd naar.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. De splitsing werd natuurlijk ingezet om eigenlijk een ander probleem … Nou ja, niet te maskeren, maar het probleem lag elders. Hiervoor is gewaarschuwd in de debatten. Het is dan ook niet verrassend dat dit eruit komt. Steun voor het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de lijn om er een commissiedebat van te maken. Ook het verzoek van de heer Omtzigt om de informatie toe te sturen, wordt van harte ondersteund.

De heer Idsinga (VVD):

Het is een heel belangrijk onderwerp. We hebben binnenkort een commissiedebat over de Belastingdienst. Daar zou ik het bij willen betrekken. Dus geen apart debat.

De heer Romke de Jong (D66):

Idem als de heer Idsinga, dus betrekken bij het commissiedebat.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik zou het ook graag willen betrekken bij het commissiedebat, maar wel met de opgevraagde stukken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun voor het verzoek.

De heer Alkaya (SP):

Steun.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Steun.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Ephraim. Wel is er een verzoek om informatie. Dat zullen we doorgeleiden. De collega's hebben wel aangegeven dat ze het graag in een commissiedebat willen bespreken.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Duidelijk, voorzitter. Ik heb één verzoek, namelijk dat die stukken zo tijdig komen dat ook de kleinere fracties ze nog kunnen bestuderen voor het commissiedebat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook dit zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter, nog anderhalve week en dan bent u van me af.

Voorzitter. Van "geen actieve herinneringen" naar "ik wist niets" tot "ik wis alles". Onze sms'ende vergeetpremier wiste tijdens de coronacrisis ook zijn communicatie met Hugo de Jonge. Het is een wonder dat de deksel op de coronadoofpot nog dicht blijft gezien de hoeveelheid nevenschade, perverse belangen en fatale fouten die daarin zitten. Dit is het zoveelste integriteitsschandaal van onze minister-president, die lachend de Archiefwet overtreedt en onderzoek naar het coronabeleid bewust saboteert. BVNL wil een debat met de minister-president over dit nieuwe schandaal.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter. De heer Van Haga en ik zitten heel anders in het coronadebat, maar als het gaat over de integriteit van onze minister-president en zijn wettelijke verplichting om dit soort informatie zorgvuldig op te slaan, dan kan ik hem alleen maar steunen in zijn verzoek tot een debat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. We hebben deze week nog een coronadebat en volgende week een mondkapjesdebat. Er is dus volgens mij alle gelegenheid om deze vraag te stellen. Dus geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Er staat nog een dertigledendebat van mij op dit onderwerp. Dat breid ik graag uit tot een meerderheidsdebat. Het tweede is dat de andere ministeries de hotspotlijsten van de dingen die ze moesten bewaren, hier al naartoe hebben toegestuurd. Het ministerie van Financiën en het ministerie van VWS hebben hier al laten zien dat ze de sms'jes moesten bewaren. Diezelfde lijsten van het ministerie van Algemene Zaken zijn hier nog niet naartoe gestuurd. De deadline is al drie keer verlopen. Ik wil die stukken echt voor het eind van deze week hebben. We willen weten wat de archivaris van het ministerie zelf heeft vastgesteld over wat er bewaard moest worden.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dus graag voor donderdag die brief.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Er staan hierover heel wat commissieactiviteiten in de planning bij Binnenlandse Zaken. Daarin zouden we het onderwerp aan de orde willen stellen, want dat is eigenlijk de plek. Dus geen steun voor dit verzoek. Ik wil wel heel graag om een brief vragen waarin het kabinet inhoudelijk reageert op de aanleidingen voor dit debatverzoek.

De heer Van Kent (SP):

Er moet een debat over komen, maar ik begrijp dat er ook al een debat van de heer Omtzigt staat. Daarin zou het dus aan de orde kunnen komen.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Er lijken ons voldoende andere mogelijkheden om dit bij debatten te betrekken, dus dat heeft onze voorkeur.

De heer Strolenberg (VVD):

In mei hebben we daar ook al over gedebatteerd. Geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik wil het wel steunen, maar het zou me ook wel logisch lijken als we een aantal zaken met elkaar combineren en één debat kunnen voeren.

De heer Sneller (D66):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik denk dat het goed is dat we er zo snel mogelijk over spreken. Wat mijn collega Agema betreft kan het dan volgende week bij het debat over de mondkapjesdeal.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Haga, maar wel een verzoek om informatie. Dat zullen we ook doorgeleiden richting het kabinet.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Helaas.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga.

Dan geef ik het woord aan de heer Koerhuis voor een vooraankondiging.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het so over het verslag van de afgelopen Milieuraad in juni is met wat vertraging eindelijk afgerond. Maar ja, volgende week maandag staat de volgende Milieuraad alweer op de planning, dus ik zou graag deze week een tweeminutendebat willen laten inplannen.

De voorzitter:

Dank u wel. Inclusief stemmingen?

De heer Koerhuis (VVD):

Ja, inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Ik denk niet dat daar bezwaar tegen is. Dan gaan we dat inplannen.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Akerboom.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook een vooraankondiging doen voor de Milieuraad die we zo dadelijk hebben: een tweeminutendebat inclusief stemmingen.

De voorzitter:

Dank u wel. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet geval. Dan gaan we dat doen.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle van DENK voor een debataanvraag.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Onderzoek heeft aangetoond dat er sprake was van institutioneel racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar zijn de meest walgelijke opmerkingen over mensen gemaakt. Mensen zijn gediscrimineerd toen ze solliciteerden en mensen zijn tegengewerkt op basis van racisme. De minister van Buitenlandse Zaken kwam met een slappe brief met veel te weinig maatregelen. De fractie van DENK zou graag een brief willen van de minister van Buitenlandse Zaken met daarin het antwoord op de vragen waarom hij met zo'n slappe brief is gekomen en waarom hij geen aangifte doet van een ambtsmisdrijf. En wij zouden ook graag een brief willen van de minister van Binnenlandse Zaken — dit zijn namelijk geen incidenten — over hoe wij de strijd tegen institutioneel racisme gaan opvoeren. Die brieven staan ten dienste van een debat dat wij met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken zouden willen voeren.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Steun voor dit belangrijke verzoek. Het zou, denk ik, ook wel goed zijn om iets breder te kijken, bijvoorbeeld ook bij andere ministeries. Dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Voorzitter. Ik deel de mening van de heer Van Kent om te kijken of we het niet breder kunnen trekken en vooral ook inderdaad of we tijdens het debat stil kunnen staan bij de miraculeuze reactie van onze minister, die zegt dat hij de conclusie trekt dat het niet geaccepteerd wordt binnen zijn ministerie, terwijl het er bol van staat. Dat is dus een heel erg belangrijk debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, institutioneel racisme is gewoon ontoelaatbaar. Dat vindt het CDA en ik vind dat ook. Hoe haal je het in je botte harses om dat soort uitspraken te doen over collega's? Daar kan ik überhaupt niet bij. Ik zou daar graag snel met de minister over willen debatteren. Als dat plenair kan, mag dat wat mij betreft plenair. Dus steun. Maar als het eerder kan in een commissie is mij dat net zo lief. Want soms wordt er in dit huis weleens gedaan alsof dit de enige zaal is waar belangrijke vergaderingen plaatsvinden. Zo is het niet. Op heel veel plekken in dit huis wordt serieus vergaderd en dat is voor mij net zo belangrijk.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Van harte steun voor het debat. Het is echt een schande dat dit is gebeurd, niet alleen voor de mensen die daar direct het slachtoffer van zijn. Het tast niet alleen de reputatie van het departement aan in Nederland, maar zeker ook in de rest van de wereld. Ik zou ook graag een informatieverzoek willen op het punt van verbreding van dit onderzoek naar andere ministeries. Wil het kabinet aangeven of het daartoe bereid is? Ik steun uiteraard het debat, ook mede namens de Partij van de Arbeid.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Zeker steun voor het debat. Als dat in een commissiedebat kan en dat sneller is, steunen wij dat uiteraard ook. Misschien nog één toevoeging aan het informatieverzoek van de heer Van Baarle. Dat is dat wij wel de beslisnota hebben gekregen, maar dat ik ook graag de conceptbrief zou willen krijgen die daaronder lag.

De voorzitter:

Dank u wel. We zullen dit allemaal doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Brekelmans (VVD):

Uiteraard is racisme ontoelaatbaar en is het belangrijk om hier met elkaar over te spreken. Maar het zou mijn voorkeur hebben om het debat specifiek ook over Buitenlandse Zaken te voeren, omdat datgene wat op het ministerie gebeurde ook deels te maken heeft met specifiek de cultuur op Buitenlandse Zaken. Het gaat erom dat debat snel te voeren en wellicht kan dat sneller in een commissiedebat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik denk ook dat het sneller kan in een commissiedebat. Ik zit alleen even te worstelen met de vraag welk commissiedebat dit dan moet zijn. Moet het een commissiedebat over discriminatie en racisme zijn, of moet het in een commissiedebat over Buitenlandse Zaken zijn, zodat je de minister erop aanspreekt als hij daar toch is? Ik zou zeggen: laten we dit doen als het commissiedebat over discriminatie er is, en dan vragen of de minister van Buitenlandse Zaken daar kan aanschuiven.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook de ChristenUniefractie is enorm geschrokken van de berichtgeving hierover. Dit vraagt dus inderdaad om uitleg van de regering en ook het afleggen van verantwoording daarover. Dus wat ons betreft steun voor dit verzoek. Ik sluit me ook aan bij collega's om dit in een eventueel commissiedebat aan de orde te stellen. Ik zou ook steun willen geven aan het verzoek om informatie, om te kijken of dit ook op andere departementen onderzocht kan worden.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun voor het verzoek en ook voor het idee om dit te verbreden en het verdere onderzoek te doen.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Mijn fractie sloeg ook steil achterover van die afschuwelijke berichtgeving, dus van harte steun voor het verzoek.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Baarle. Collega's hebben ook aangegeven dat als een commissiedebat sneller is ... Maar dat is dan aan de commissies om te kijken of dat gaat. Er is in ieder geval steun van een meerderheid voor een plenair debat. Ook is er een verzoek gedaan om informatie. Dat zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van Baarle (DENK):

Zou ik daar kort op mogen reageren? Meerdere sprekers hebben aangegeven, ook ik namens mijn fractie, het belangrijk te vinden dat we dit debat verbreden, naast dat we specifiek ingaan op Buitenlandse Zaken. Daarom heb ik ook gevraagd om de minister van Binnenlandse Zaken erbij aanwezig te laten zijn. Het wordt heel lastig om dat heel erg snel in een commissiedebat te vatten, met meerdere commissies, dus vandaar het verzoek om dit plenair te doen.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel, meneer Van Baarle.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Kent van de SP. Voordat u een debat aanvraagt, wil ik even in algemene zin wat zeggen. Ik heb in januari een overleg met de minister-president gepland over de informatievoorziening aan de Kamer. Daar hoort bij dat er zaken onder embargo aan de pers zijn verstrekt, waarbij de pers eerder geïnformeerd is dan de Kamer. Daar horen afspraken bij die we gemaakt hebben over het tijdig informeren van de Kamer. Daar hoort het lekken bij. Ik heb in januari dus een, laat ik zeggen, "dieper" overleg met de minister-president over dit onderwerp, want ik vind dat het de afgelopen weken niet goed gaat. Dat wilde ik dus even zeggen.

Gaat uw gang, meneer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

Dank, voorzitter. Dat heeft natuurlijk alles met mijn verzoek te maken, namelijk dat de SP een debat wil met de minister voor Armoedebeleid en Pensioenen over het feit dat zij eerst verkeerde sommen aan de Kamer heeft gestuurd, vervolgens een brief heeft achtergehouden van het College voor de Rechten van de Mens, een belangrijke brief, vervolgens op de nationale tv leugens heeft verspreid en nu bewust eerder belangrijke informatie aan de pers stuurt, namelijk de berekeningen van De Nederlandsche Bank, en pas later aan de Tweede Kamer. Pas nadat de SP daar mondelinge vragen over heeft aangemeld en daar een debat over aankondigde, kregen we een slap excuusbriefje van de minister. Ik wil dus een debat, het liefst nog deze week te houden, met de minister voor Armoedebeleid en Pensioenen, over deze misstap. Zij moet zich hier in de Kamer komen verantwoorden voor deze misstap.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter. Ik vind het echt onacceptabel. Het is echt verschrikkelijk wat er is gebeurd. Het is ook helemaal in lijn met wat de minister de hele tijd doet om die Wet toekomst pensioenen erdoor te drukken. Ze bespeelt de media en geeft een connotatie aan cijfers, terwijl die rammelen aan alle kanten. Dan krijg je allemaal prachtig mooie voorpagina's die de minister goed voor elkaar heeft gekregen. Ondertussen is de pensioendeelnemer keihard de dupe. Ik vind het dus onacceptabel. Daarom van harte steun voor dit verzoek van de heer Van Kent.

De heer Smals (VVD):

Voorzitter. Ik ga even in op het laatste deel van het verzoek van de heer Van Kent. Het is natuurlijk echt niet oké dat die informatievoorziening aan ons op deze manier gebeurt. Ik ben blij te horen dat de Voorzitter daar inderdaad ook iets mee doet. De eerste mogelijkheid tot een debat is volgens mij komende donderdag, want dan staat het debat over de Wtp al gepland, dus geen steun voor het verzoek tot een debat daarover.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Al sinds ik Kamerlid ben, hoor ik eigenlijk met enige regelmaat dat dit de manier is waarop het kabinet opereert. Ik heb uw voorganger en die daarvoor vaak horen zeggen: ik ga het gesprek aan. Ik vraag me af of dat nou het enige instrument is dat we hebben, want ik vind het echt onacceptabel. Het gebeurt echt te vaak, dus ik steun het verzoek. Ik ben het ook met de heer Van Kent eens: dit kan gewoon niet. U kunt zoals uw voorganger zeggen dat het niet oké is, maar kunnen we nou niet iets anders dan alleen maar praten?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Dank voor de interventie, maar ik ben ook behoorlijk verbolgen over hoe dit gaat. Wij hebben eerder om die berekeningen gevraagd. We vragen iedere keer of we ze iets eerder mogen. En wie krijgt ze eerder? Dat is de pers. Dit is geen toeval. Hier zit gewoon een strategie achter. Laten we daar ook niet moeilijk over doen. Ik dank de minister voor haar excuses en de brief die ze gestuurd heeft, maar ik zou weleens willen horen op welk tijdstip welke media het nou gehad hebben. De Volkskrant had het namelijk al één minuut voordat wij het kregen gepubliceerd, maar als ze het één minuut daarvoor publiceren, weten we dat ze het al uren gehad hebben. Tegelijkertijd heeft de coalitie, toen wij vroegen of we hierover een aantal onafhankelijke experts mochten horen, nee gezegd. We mogen dus alleen de experts van de regering morgen in een hoorzitting aanhoren. We krijgen het nieuws gewoon via de media. Ik zal in mijn eigen debataanvraag zo nog vier voorbeelden noemen waarbij dat deze week gebeurd is. Ik vind dus dat we het daarover moeten hebben. Ik zal dit verzoek steunen, en het tweede verzoek nog meer, maar ik vraag ook om dat informatieverzoek vóór morgen, om even te horen hoe dat nou precies gegaan is en of daar nou een planning achter zat.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter. Dit is niet goed gegaan. We hebben daar vandaag ook een brief van de minister over gekregen. Ik dank ook de Voorzitter voor haar acties hieromtrent. Ik ben ook benieuwd naar het vervolg, en wellicht moet dat ook nog een vervolg krijgen. Maar donderdag kunnen de heer Van Kent en de collega's de minister al dan niet nog op specifiek dit ene geval bevragen. Wat de andere punten betreft: we hebben veel discussies gehad over de berekeningen en dergelijke. Ik herken me niet in de woorden van de heer Van Kent daarover. Dat wilde ik toch opgemerkt hebben.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. "Dit is niet goed gegaan" vind ik zwak uitgedrukt. Dit gebeurt structureel, niet alleen op dit dossier. Vorige week hebben wij de begroting van Landbouw behandeld. Toen werd de Kamer ook te laat geïnformeerd. De Kamer wordt vaak het moeras ingestuurd. Het kabinet-Rutte IV is mist aan het creëren. Het gebeurt keer op keer. Er wordt gelekt naar de pers. De Kamer wordt informatie onthouden. We zeggen elke keer: ach en wee, er moet iets gebeuren! Maar het wordt alleen maar erger. Dus ik steun het verzoek van de heer Van Kent. Er moet echt iets gebeuren. We moeten als Kamer een vuist maken. Hoe dat moet, weet ik niet. Het lijkt me prima dat u een gesprek gaat voeren, maar er moeten echt maatregelen genomen worden, want dit kan zo niet doorgaan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Wassenberg. Ook dank voor de interventie. Dat is heel fijn, maar het gaat niet alleen om het onderwerp pensioenen. Het is inderdaad veel breder, zoals de heer Wassenberg zegt. Eigenlijk zou ik dat debat dan ook breder willen voeren, want dit moet stoppen. Maar dit verzoek steun ik ook.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter. Het is heel onfortuinlijk wat er is gebeurd. Daarover ben ik het eens met alle andere sprekers. Omdat we donderdag een debat gepland hebben staan, merk ik wel op dat dat het moment is om het bespreekbaar te maken. Dat is ook eerder aangegeven door andere collega's. Dus geen steun voor een apart debat maar donderdag bespreken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind het belachelijk om dat deze week te bespreken in het pensioendebat, want dat moet gaan over pensioenen en niet over dit soort randzaken. En inderdaad — dat wil ik ook nog eraan toevoegen — dit gebeurt gewoon continu. Ik heb deze week ook weer dingen voorgelegd waarbij gewoon gelekt was. Weet je? Het interesseert ze gewoon helemaal niks! Het interesseert ze niks! Ik heb vorige week een debat aangevraagd over lekken. Dat werd vervolgens niet gesteund. Als ik de Kamer vraag om het te steunen, dan zou ik ook graag die steun willen hebben de volgende keer, want we vinden het kennelijk allemaal heel belangrijk, maar we doen er niks aan. Gelukkig zit de Kamervoorzitter hier wel bovenop, ook op meerdere punten. Dat is goed, maar ik steun het verzoek volledig. Ik wil het niet bespreken tijdens een pensioendebat. Dat gaat over een heel belangrijk wetsvoorstel. Dat moet niet gaan over dit soort gedoe.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Het is schering en inslag dat het kabinet de pers eerder informeert dan de Kamer en de Kamer niet volledig informeert. Daar moet een einde aan komen. Ik steun daarom mede namens GroenLinks het voorstel van de heer Omtzigt om daar structureel over te spreken.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is niet goed als de media eerder geïnformeerd worden dan de Tweede Kamer over doorrekeningen waar de Kamer om had gevraagd. Het is dan ook goed dat de minister een excuusbrief daarover heeft gestuurd. Dat is een passende reactie. Geen steun voor dit debat, want donderdag is er een debat, waar dit ook bij betrokken kan worden. Wel volledige steun voor de inzet van de Voorzitter om dit met de regering te bespreken.

De heer Eppink (JA21):

Steun, voorzitter.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Dit kunnen we niet donderdag bespreken, want we hebben dan de tweede termijn van een al lopend debat. Wel steun voor dit debat en het liefst nadat u het gesprek heeft gehad met de premier, voorzitter. Daarna moet het inderdaad ook breder getrokken worden. Dus steun voor dit debat, maar wel na het gesprek dat u zal hebben, om het vervolgens in de breedte te trekken. Dit moet gewoon echt ophouden, want het kan inderdaad niet. Het frustreert ons werk, hoe je er ook in staat. Dit is echt een dikke min.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is geen steun van de meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Kent. Ik heb inderdaad aangegeven dat ik dat gesprek in januari heb en zal de Kamer over de uitkomst informeren. Dan is het natuurlijk aan de Kamer zelf om te kijken wat een vervolgstap is. Ik wil de Kamer er wel nog op wijzen dat er een werkgroep is die ook bezig is met de informatievoorziening, onder leiding van mevrouw Inge van Dijk. Er zijn dus meerdere acties. Ik deel helemaal uw ongenoegen, meneer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Ik wil toch wel opgemerkt hebben dat ik het echt een bespottelijk idee vind van de regeringspartijen — de Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben zich niet uitgesproken — dat dit debat niet moet plaatsvinden en dat we dit maar moeten doen tijdens de behandeling in de twééde termijn van een omvangrijke pensioenwet. Ik vind het een bespottelijk idee. Daarmee laten de regeringspartijen keer op keer bewindspersonen wegkomen met dit kwalijke gedrag. Het kwaad is namelijk al geschied. De mediastrategie van het ministerie is al geslaagd.

De voorzitter:

Dank. We gaan hier geen debat over starten …

De heer Van Kent (SP):

Daar laten de partijen ze gewoon mee wegkomen.

De voorzitter:

We starten daar geen debat over.

Uw tweede verzoek, meneer Van Kent.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil even een persoonlijk feit maken, want alle woorden worden hier verdraaid. Ik heb gezegd dat hierover een debat moet plaatsvinden, maar met andere feiten, dus niet dat het donderdag in het debat moet worden besproken. De heer Van Kent kan mij dat allemaal wel toeschrijven, maar het is niet waar.

De heer Van Kent (SP):

Dan is er dus steun van de PvdA.

De voorzitter:

Wacht even.

Mevrouw Palland (CDA):

Persoonlijk feit: ik heb aangegeven dat ik de lijn van de Voorzitter steunde, dat we dus na dat gesprek moeten zien hoe we daar als Kamer wellicht een vervolg aan geven. Er zou donderdag specifiek aan minister Schouten nog een vraag over kunnen worden gesteld, maar het bredere debat volgt na het gesprek.

De heer Van Kent (SP):

Mijn punt was dat je dat niet in de tweede termijn van de behandeling van een omvangrijke pensioenwet moet verstoppen.

De voorzitter:

Uw punt is helder.

De heer Van Kent (SP):

Als GroenLinks en de PvdA het verzoek steunen dat er een debat moet komen, zijn er in ieder geval meer dan 30 leden die een debat willen. Ik zou het dus op de lijst willen plaatsen.

De voorzitter:

Er was volgens mij sowieso steun van 30 leden. U gaat verder met uw tweede verzoek, meneer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over de behandeling van de Pensioenwet. Er ligt een gigantische, omvangrijke stelselherziening voor in de Tweede Kamer. Er dreigt aanstaande donderdag hier in tweede termijn over gesproken te worden, terwijl onduidelijk is wie er meer dan 70 miljard gaat betalen en wie wat krijgt uit de gigantische pensioenpot die is gevormd. Het is onduidelijk wat er met de mensen met zwaar werk gaat gebeuren en waar zij op kunnen rekenen. Daarom doe ik het verzoek om het debat van de agenda te halen, omdat het onverantwoord is om over de wet te spreken met al deze onzekerheden.

De heer Léon de Jong (PVV):

Ja, absoluut. Het moet zeker van de agenda. Ik zal u even uitleggen waarom, beste voorzitter. Wij kregen gisteravond pas de cijfers van DNB. Die rammelen aan alle kanten. Binnen twee dagen moeten we erover spreken. Ik vind dat een ongelofelijk slechte manier om een wet erdoorheen te drukken, wat nu blijkbaar staat te gebeuren. Ik wil die wetsbehandeling inderdaad van de agenda.

Mijn tweede verzoek is daaraan gekoppeld. Ik wil morgen voor 18.00 uur een brief van de minister waarin ze laat weten dat ze de Pensioenwet, de DNB-cijfers en de cijfers van de Commissie Parameters onafhankelijk gaat laten toetsen en door wie ze die gaat laten toetsen. Ik doe bij dezen dit informatieverzoek. Ik wil dat morgen voor 18.00 uur in de Kamer hebben.

De heer Wassenberg (PvdD):

De Partij voor de Dieren steunt het verzoek van de heer Van Kent om dit van de agenda te halen.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter, het zal u niet verbazen dat D66 het verzoek niet steunt. Dit is niet de eerste keer dat er gevraagd wordt om de wet van de agenda te halen. Komende donderdag gaan we verder met de tweede termijn. Ik hoorde net nog een verzoek van de collega van de PVV. We hebben morgenochtend een technische briefing en we hebben vorige week gesproken met de Commissie Parameters. Toen zijn diezelfde vragen al gesteld, bijvoorbeeld of er nog onafhankelijke experts mee gaan kijken. Ik hoor een herhaling van zetten. Dat is een extra reden waarom ik het verzoek niet steun om het van de agenda te halen.

De heer Smals (VVD):

Voorzitter, geen steun. We zijn bijna een jaar geleden met deze wetsbehandeling begonnen. We hebben toen een voorbereidingsgroep gevormd om de behandeling zorgvuldig te doen. Inmiddels, na bijna 100 uur vergaderen, denk ik dat het de hoogste tijd is dat we de tweede termijn gaan houden.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Voorzitter. Ik denk dat we de tweede termijn gewoon door kunnen laten gaan. Ik denk niet dat het anders wordt als we het van de agenda halen. Tegelijkertijd zou ik wel graag willen ... We hebben zo veel amendementen en moties, en er komen er waarschijnlijk nog veel meer. Als we gaan stemmen over de amendementen en de moties, zou ik niet tegelijkertijd ook het wetsvoorstel in stemming willen laten brengen. Ik wil dat alles eerst verwerkt wordt en dat we daarna stemmen over de wet, want het is zo'n ongelofelijk grote wet. Het is bijna niet meer te overzien. Dat zou ik graag willen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Steun voor het verzoek van de heer Van Kent. Ik zal ook uitleggen waarom. De berekeningen worden erin geslingerd. Ik zie een goedweerscenario, waarin het pensioen 400% hoger wordt dan in het huidige stelsel. Als iets er te mooi uitziet om waar te zijn, dan — dat leert iedereen — is het te mooi om waar te zijn. Ik kan in de berekeningen ook zien waar het aan ligt.

De voorzitter:

Dank. We gaan niet het debat al helemaal voeren met elkaar.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, voorzitter, maar het probleem zit er meer in ...

De voorzitter:

Nee, maar ...

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Toen wij zeiden dat we met onafhankelijke ...

De voorzitter:

Nee, maar het is een verzoek. Het is wel goed om wat korter en bondiger te zijn: steunt u het of niet? Bij informatieverzoeken geef ik u altijd voldoende tijd, maar we gaan nu niet het debat voeren.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, maar het probleem is dat ik graag een hoorzitting had gehad met andere experts die er gewoon even naar kunnen kijken. Ik voel me door de regeringspartijen echt belemmerd in mijn werk door dat niet toe te staan en het wel gewoon op deze manier te doen. Steun voor het verzoek van mevrouw Den Haan.

De voorzitter:

Dank u zeer.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik heb het verzoek mede namens de fractie van DENK gedaan.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter, het lijkt mij ook heel goed om de tweede termijn komende donderdag in ieder geval aan te vangen. Dus geen steun.

De heer Léon de Jong (PVV):

Even ter aanvulling op wat er zojuist door D66 is gezegd. Wij hebben cijfers gekregen van de Commissie Parameters en van DNB. Over Parameters hebben we al een technische briefing gehad, en morgen hebben we een technische briefing over DNB. Wij willen dus dat die cijfers onafhankelijk worden getoetst. Wij willen dat er een stresstest komt met betrekking tot de wet en dat die cijfers onafhankelijk worden getoetst. Daar ging mijn brief over. Ik neem aan dat die gewoon wordt doorgeleid naar de minister. Die wil ik graag morgen voor 18.00 uur ontvangen.

De voorzitter:

Helder. Meneer Van Kent, er is geen meerderheid voor uw verzoek. Wel is er een verzoek om informatie. Dat zullen we doorgeleiden. Verder heeft mevrouw Den Haan een verzoek gedaan voor een tweede lezing. Dat kan besloten worden na afronding van de tweede termijn. Er is dus ook nog ruimte om te kijken naar wat dat betekent.

De heer Van Kent (SP):

Als het mag, voorzitter, aansluitend op wat de heer Omtzigt zegt. Dit gaat ook over de informatiepositie van de Kamer. Wij krijgen informatie later dan de pers. Dan moeten wij één dag voor het afronden in de tweede termijn een hoorzitting met De Nederlandsche Bank bijwonen, en een dag later, in de tweede termijn, moeten we daar een afrondend ... Ja, ik bedoel: de meerderheid besluit de hele tijd rond deze Pensioenwet zodanig dat partijen te weinig tijd hebben om informatie tot zich te nemen. De meerderheid staat niet toe dat we met specialisten gaan spreken, alleen met De Nederlandsche Bank. Er wordt niet toegestaan dat we met specialisten spreken. Dit kan alleen maar misgaan, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kent.

Mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. We zien allemaal dagelijks de verschrikkelijke beelden uit Iran. We lezen de berichten dat dag na dag onschuldige mensen die opkomen voor hun vrijheid, worden geëxecuteerd. Ik zou graag een apart debat willen met de minister van Buitenlandse Zaken over de situatie in Iran. Wat is de inzet van Nederland hierop? Ontbieden we de ambassadeur nog een keer? Waarom doen we nog steeds zaken met een terroristisch regime? En waarom mogen leden van de Iraanse Revolutionaire Garde gewoon vrij door Europa reizen? Ik wil er graag een debat over. Ik weet dat er vanavond ook een debat over de EU-top is, maar dit lijkt mij echt een zaak om een apart debat over te voeren.

De heer De Roon (PVV):

Het islamitisch bewind van Iran oefent brute terreur uit tegen mensen die naar meer vrijheid verlangen. Er is al een hele lijst van vreedzame demonstranten die daarvoor opgehangen moeten gaan worden. Dat ophangen is ook al begonnen. Dus we moeten het hier zeker met de minister over hebben, en dat moet ook niet te lang duren. Als dit niet snel plenair behandeld kan worden, dan in ieder geval in de commissie Buitenlandse Zaken.

De heer Eppink (JA21):

Steun, voorzitter, en het liefst op zeer korte termijn.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik denk dat wij allemaal de vreselijke daden van het Iraanse regime streng veroordelen. We hebben ons kabinet en de minister al meermalen opgeroepen om hier sterk actie tegen te ondernemen. We spreken hier bijna iedere twee, drie weken over. Het is dus goed om hier een apart debat over te voeren, maar als dat eerder in een commissiedebat kan, laten we dat dan doen, zodat het niet pas ergens ver weg op de agenda staat.

De voorzitter:

Maar wel steun voor een apart debat?

De heer Brekelmans (VVD):

Steun, maar als er eerder een commissiedebat is, dan zou ik het laten vervallen.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Inmiddels krijgen we dagelijks vreselijke berichten uit Iran. Ik steun het voorstel van mevrouw Van der Plas dan ook van harte. De afgelopen weken hebben we hier talloze keren met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken over gesproken. Dat zullen we straks ook doen tijdens het debat over de Europese top.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij alle mensen die hier zeggen dat het verschrikkelijk is om die beelden allemaal te zien, ook voor de families hier in Nederland. Ik steun het debatverzoek van mevrouw Van der Plas, maar als dat inderdaad eerder kan, in een apart debat en misschien wel via Buitenlandse Zaken ... Mocht mevrouw Van der Plas niet in de gelegenheid zijn om dat bij de procedurevergadering aan te vragen, dan wil ik haar daar graag bij helpen, want het is belangrijk dat we er snel over spreken. Dit is mensonterend.

De voorzitter:

De heer Kuzu was iets vergeten, hoor ik.

De heer Kuzu (DENK):

Ja, voorzitter. Alles wat ik net zei, zei ik ook mede namens mevrouw Den Haan.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik kan alleen maar van harte steun geven voor dit belangrijke debat over dit onderwerp. Ik denk dat het goed is om daar een eigen, apart debat over te voeren.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun, zeker voor het verzoek. Het is zeker ook belangrijk om dat op korte termijn te doen.

De heer Van Kent (SP):

Van harte steun voor het verzoek.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. We spreken hier inderdaad bijna elke twee weken over. Op zich steun voor het debat, maar als het eerder kan in commissieverband — ik vermoed zomaar dat dit zo is — dan moeten we het echt eerder in de commissie doen. Zeker als het gaat over mensen die potentieel worden opgehangen, gaat het om spoed en niet om de zaal waarin we het debat daarover houden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik sluit me in die zin wel aan bij de heer Sjoerdsma. Vorige week hebben we in twee debatten daarover gesproken. Straks is er het debat over de Europese top. Ik ben zeker van plan om daarin Iran te bespreken. Ik vrees alleen dat de kwestie nog lang gaat duren, dus ik zal het verzoek steunen, mede namens de PvdA en de Partij voor de Dieren. Maar we doen onszelf tekort als parlement als we de indruk zouden wekken dat we niet héél nauw volgen wat daar gebeurt. In de afgelopen twee maanden is het in ieder debat over het buitenlands beleid ter sprake gekomen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Helemaal in lijn met wat de heer Van der Lee zegt. Wat hij naar voren bracht, had ook mede namens de ChristenUnie ingebracht kunnen worden. Dus steun.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Van der Plas. Collega's hebben wel aangegeven dat het misschien sneller kan in een commissiedebat, maar er is in ieder geval steun voor uw debat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mag ik er nog kort iets over zeggen?

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is heel erg fijn dat het gesteund wordt. Zeker, het moet snel. Kijk, de mensen kunnen niet wachten. Het hoeft ook niet lang te duren. Een plenair debat hierover hoeft geen twaalf uur te duren. Als een plenair debat niet lukt, dan inderdaad in een commissiedebat, maar dan wel in een commissiedebat over de situatie in Iran en niet tussen allerlei andere dossiers. De roep is, vanuit de gemeenschap, maar ook vanuit de Kamer, hoor ik, om het echt op zo kort mogelijke termijn in te plannen.

De voorzitter:

Dat wordt gesteund door alle collega's, hoor ik. Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Dan geef ik het woord aan de heer Erkens, VVD. Een vooraankondiging kunt u bij de interruptiemicrofoon doen.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Er is vandaag een Energieraad. We hebben het debat over de Energieraad morgen. Er staan best wel een paar verregaande voorstellen op de agenda van die Raad. Ik zou als Kamer in ieder geval de mogelijkheid willen hebben om via een tweeminutendebat de regering daarin bij te sturen.

De voorzitter:

Inclusief stemmingen. Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt voor een informatieverzoek. Gaat uw gang, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. We hebben morgen het debat over het prijsplafond. Dat zou 11 miljard kunnen kosten, maar ik gok dat het nog wel iets duurder gaat worden. Daarvoor hebben we eindelijk de tekst ontvangen. Die tekst beslaat 89 pagina's en is dikgedrukt. Overigens staan er hele mooie tabellen en geweldige formules in. Nou kunt u mij niks leukers voorschotelen dan formules; dat snapt u. Maar ik aarzel een beetje bij het idee dat we binnen een dag kunnen begrijpen hoe dit zit. Ik zou willen vragen om de uitstaande vragen nog te beantwoorden en een duidelijk rekenvoorbeeld te geven hoe de …

De voorzitter:

U vraagt om uitstel?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, want als dit uitgesteld wordt, krijgen mensen het geld niet.

De voorzitter:

Ja, dus wat is uw verzoek?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Mijn verzoek is om de uitstaande vragen te beantwoorden. Dat zijn er twee.

De voorzitter:

De uitstaande vragen beantwoorden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

En ik wil ook dat duidelijk wordt aangegeven in een voorbeeldberekening hoe die overwinstberekening eruitziet. Dat wordt hier niet duidelijk uit, zal ik maar zeggen. Tenminste, ik krijg het er niet uit binnen 24 uur. En het gaat om miljarden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de collega's of er bezwaar is tegen het informatieverzoek van de heer Omtzigt. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat zo spoedig mogelijk doorgeleiden naar het kabinet.

Uw tweede verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Dank dat u in januari in overleg treedt met de mp over de embargoregeling voor de pers, over het tijdig informeren van de Kamer en over een aantal andere zaken. U heeft in november al een brief gestuurd aan de premier. Die is aan de orde geweest in de ministerraad. Als er drie weken later dus dit gebeurt, dan hebben we echt een probleem in de verhouding tussen kabinet en Kamer over de informatievoorziening. Ik som op wat ik deze week in mijn eigen dossiers gezien heb. De pensioenberekeningen zijn bewust naar alle kranten gestuurd, die daarover gepubliceerd hebben, zodat geen van de Kamerleden daar iets over kon zeggen. Het gaat hier om de grootste hervorming die er is. Over het slavernijverleden, de excuses en de gang van zaken rond 19 december kunnen we elke dag de soap in de krant lezen, maar in Kamerbrieven staat verrekte weinig informatie. Ministers citeren elkaar graag en anoniem in meerdere kranten over of ze wel of geen zaaltjes geboekt hebben of wat dan ook. Over het prijsplafond wilden we deze informatie, want dat is een wettekst, maar hierbij krijgen we de notulen pas 24 uur van tevoren. Dan het onderzoek naar de NLA-steun — u weet wel, die steun voor de Syrische rebellen. Dat is wel gegeven aan het departement en aan de diensten, en zelfs onder embargo aan de pers. Maar ondanks dat ik erom vroeg — ik ben door hen geïnterviewd, en ik zou een week van tevoren horen dat het bekendgemaakt zou worden — zijn wij niet geïnformeerd. We kregen geen embargostukken en we konden er ook niet op reageren.

De voorzitter:

Dank. Volgens mij is uw verzoek helder.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik kan nog even doorgaan, maar u snapt het. Dit is wat we binnen één week zien. Ik wil graag een debat met de minister-president. Ik denk dat dat het beste kan plaatsvinden na uw gesprek met de minister-president over de omgang met de Kamer als het gaat om informatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of daar steun voor is. Geeft u maar aan wat u vindt, mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Sorry, voorzitter. Ik dacht: misschien gaat u kijken of er bezwaar is en is dat makkelijker voor u.

De voorzitter:

Nee, dat is in dit geval toch anders.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

De heer Omtzigt staat hier een aantal zeer onthutsende waarheden met ons te delen, dus ...

De voorzitter:

Steun.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Mede namens de fractie van Volt kan ik niet anders dan dit steunen, voorzitter.

De heer Van Kent (SP):

Voorzitter. We hebben het net natuurlijk al gehad over de informatie over de pensioenen die eerder naar de pers is gestuurd. Er is ook nog een motie-Leijten/Arib en een commissie die bezig is, maar volgens mij is het belangrijk om snel ook een debat met de minister-president daarover te hebben. Steun voor het verzoek.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Omtzigt kwam met een aantal voorbeelden. Ik kan er ook een paar aan toevoegen. Ik zal één ding noemen: het Kroondomein. Dat is precies hetzelfde. Ik steun het verzoek dus.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun.

De heer Martin Bosma (PVV):

We hebben een zeer structureel probleem. Ik denk dat we dat eens onder ogen moeten zien. Het is een zeer structureel probleem. Het zijn geen uitwassen. Het zijn geen vergissinkjes. Het is een structurele manier van omgaan met de Tweede Kamer. Het is dus goed om hier plenair over te praten nadat de Voorzitter met de minister-president heeft gesproken.

De heer Bushoff (PvdA):

Voorzitter. Ik ben nu een paar weken Kamerlid. Ik heb weleens het idee dat ik voordat ik Kamerlid was misschien wel eerder en beter geïnformeerd werd dan nu ik Kamerlid ben. Volgens mij kan dat niet de bedoeling zijn, dus van harte steun voor dit debat, nadat u met de minister-president heeft gesproken.

De heer Sneller (D66):

Ik kan de collega geruststellen: zo erg is het nog niet. Maar het is wel ernstig. Het is ook breder dan alleen dit. Daarom hebben we dus ook die werkgroep. Laten we er nou voor zorgen dat we die werkgroep snel afronden en dan bekijken hoe we dat debat het beste kunnen voeren. Dan ligt er namelijk ook een rapportage van de Voorzitter over het gesprek met de premier, en dan kunnen we dat debat ook goed voeren. Het is heel belangrijk om dat wel te doen.

De voorzitter:

Maar steunt u het debat na ommekomst van die informatie?

De heer Sneller (D66):

Nee.

De voorzitter:

Eerst de informatie. Oké.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Wat de heer Sneller hier neerlegt, vind ik eigenlijk een heel goed idee. Dat zou ik dus ook willen volgen. Tegen die achtergrond geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter, mede namens het CDA dank voor uw inspanningen en het gesprek dat u zal hebben met de minister-president. We wachten de uitkomst daarvan af en daarna zien we verder. Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt, maar collega's hebben wel aangegeven dat ze graag de terugkoppeling willen van mijn gesprek met de minister-president en ook willen kijken naar de uitkomst van de werkgroep onder leiding van mevrouw Inge van Dijk.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Alle oppositiepartijen vragen hier iets. Dit is buitengewoon serieus. Het ziet op heel veel dossiers. Ik had het dossier van mevrouw Van der Plas nog kunnen noemen over de nota, waar u ook een brief over geschreven hebt. Ik heb hier gezegd: ik wil dat debat pas nadat het gesprek heeft plaatsgevonden, want ik snap echt dat eerst dat gesprek plaatsvindt en we dan dit gesprek hebben. Dat zeg ik richting de VVD. Ik ben eigenlijk een klein beetje verbijsterd dat de regeringspartijen niet snappen dat we hier gewoon een keer over moeten spreken als dit allemaal in één week gebeurt, drie weken nadat u in uw hemd gezet bent. Als dat zo niet kan, wil ik voor volgende week dinsdag een brief van de premier hebben waarin wordt ingegaan op alle punten die in deze regeling genoemd zijn en puntsgewijs wordt geadresseerd waarom dat zo gegaan is en wat zijn beoordeling daarvan is. Want dan ga ik gewoon feitenrelazen vragen over elke keer dat dit naar buiten gebracht wordt. Ik wil er gewoon normaal over kunnen spreken. Ik had gehoopt dat de regeringspartijen dat ook zouden willen na uw gesprek.

De voorzitter:

Dank. Ik merk dat een aantal collega's wel hebben aangegeven dat ze wachten op de informatie en op de werkgroep die nu aan de gang is, en op basis daarvan kijken of ze een debat willen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ja, maar de debataanvraag was voor na het gesprek dat u heeft aangekondigd. Ik snap namelijk dat je eerst dat gesprek voert en pas daarna het debat aangaat. Dat wil ik in de openbaarheid doen. Misschien dat de collega's van de coalitie daar nog een toevoeging over kunnen doen. Misschien kunnen ze dat wel steunen. Dat was wat ik gezegd heb.

De voorzitter:

Dank, meneer Omtzigt. Ik begrijp dat u dan vraagt om een dertigledendebat. Ja.

Dan geef ik het woord aan de heer Heerema van de VVD.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voorzitter. Komende donderdag vindt er een commissiedebat over artikel 100 voor Irak plaats. Ik heb van de commissie begrepen dat er een plenaire afronding gewenst is op diezelfde donderdag, met stemmingen, uiterlijk vóór het kerstreces. De missie gaat namelijk op 1 januari al in. Dus graag donderdag een tweeminutendebat als plenaire afronding en vervolgens volgende week stemmen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we verder met het tweeminutendebat Overdracht bestuurlijke taken Scholen voor Persoonlijk Onderwijs. Ik zie de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs al zitten in afwachting daarvan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven