4 Gevangeniswezen en tbs

Aan de orde is het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs (CD d.d. 19/10).

De voorzitter:

Thans is aan de orde het tweeminutendebat ... Er komen wat mensen binnen die even moeten worden afgevoerd, geloof ik. Verdwaalde ambtenaren, sorry, hoor. Aan de orde is thans het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs. Het commissiedebat vond plaats op 19 oktober jongstleden. We hebben acht sprekers van de zijde van de Kamer. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn u weer te zien. We hebben acht sprekers. De eerste is de heer Markuszower van de fractie van de Partij voor de Vrijheid en aangezien het een tweeminutendebat is, heeft hij, zoals iedereen, twee minuten spreektijd.

De heer Markuszower (PVV):

Veel dank, meneer de voorzitter. Ik begin dan maar gelijk met mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister voor Rechtsbescherming de gevaarlijke uitspraak heeft gedaan dat Nederlanders "er maar aan moeten wennen dat levenslanggestraften in de toekomst vaker vrijkomen";

overwegende dat de slachtoffers en de samenleving juist beschermd moeten worden tegen de zwaarste categorie criminelen van Nederland;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat levenslanggestraften ook daadwerkelijk levenslang achter slot en grendel blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Markuszower.

Zij krijgt nr. 864 (24587).

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel. Dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Van Nispen van de fractie van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel, voorzitter. De financiële problemen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, ons gevangeniswezen, zijn echt enorm. Die problemen zijn vooral ook door de vorige minister ontstaan. Deze minister probeert dat financiële gat wel op te lossen, maar doet dat met een aantal, wat ons betreft, onverstandige maatregelen. Daarom dien ik twee moties in. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering van plan is de komende jaren de celcapaciteit in het gevangeniswezen te bevriezen en er daarmee voor wordt gekozen de prognosemodellen niet langer leidend te laten zijn;

overwegende dat het bevriezen van de celcapaciteit bij een hogere instroom van gedetineerden kan leiden tot meer meerpersoonscelgebruik en dus tot een hogere werklast voor het personeel;

van mening dat de werkdruk voor het personeel in het gevangeniswezen niet omhoog, maar omlaag moet;

verzoekt de regering de celcapaciteit de komende jaren niet te bevriezen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 865 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering geld dat in het coalitieakkoord gereserveerd was voor de aanpak van personen met verward en onbegrepen gedrag nu wil reserveren om mogelijk later te investeren in het gevangeniswezen;

overwegende dat de middelen uit het coalitieakkoord onderdeel zijn van de reeks voor het versterken van de preventieaanpak en het met het plan van het kabinet niet duidelijk is wat van deze preventieaanpak nog over zal blijven;

van mening dat dit niet de manier is om te investeren in het gevangeniswezen, omdat we hiermee slechts problemen aan het verplaatsen zijn in plaats van aan het oplossen;

verzoekt de regering niet te tornen aan de middelen (13 miljoen euro) uit het coalitieakkoord die bestemd zijn voor de aanpak van personen met verward en onbegrepen gedrag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 866 (24587).

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, merci. Dan is het woord aan de heer Ellian van de VVD.

De heer Ellian (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties van mijn hand, die reeds waren aangekondigd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de extra beveiligde inrichting (ebi) in Vught crimineel kopstuk Ridouan Taghi is gedetineerd en terrorist Mohammed B. in de terroristenafdeling (TA) in Rotterdam;

overwegende dat de correspondentie tussen Mohammed B. en Ridouan Taghi niet voldoende te duiden is om met voldoende zekerheid te stellen dat geen versluierde communicatie plaatsvindt;

overwegende dat correspondentie tussen Mohammed B. en Ridouan Taghi een potentieel gevaar voor de nationale veiligheid is;

constaterende dat artikel 36, lid 4 Penitentiaire beginselenwet toestaat dat correspondentie wordt verboden indien per brief niet is vast te stellen of versluierd gecommuniceerd wordt, de nationale veiligheid in het geding kan zijn alsmede de slachtoffers van misdrijven beschermd dienen te worden;

verzoekt de regering om per direct op grond van artikel 36, lid 4 PBW zo veel mogelijk brieven tussen Mohammed B. en Ridouan Taghi na controle te weigeren, tenzij evident is dat geen sprake is of kan zijn van versluierde communicatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.

Zij krijgt nr. 867 (24587).

De heer Ellian (VVD):

Dan de volgende. Ik praat snel, voorzitter.

De voorzitter:

Dat merk ik, maar de heer Van Nispen geeft u gelegenheid tot ademruimte.

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb een hele korte vraag aan de heer Ellian: heeft de minister deze bevoegdheid? Ik vind het een zeer begrijpelijke wens, maar heeft de minister deze bevoegdheid? Hoe ziet de heer Ellian dat?

De heer Ellian (VVD):

Een scherpe vraag, zoals ik gewend ben van collega Van Nispen. Om het heel precies te zeggen, ligt de bevoegdheid bij de betreffende directeuren van de betreffende inrichtingen. Maar de minister is natuurlijk eindverantwoordelijk en kan wel zeggen: de Kamer — het hoogste democratisch gekozen orgaan — heeft mij verzocht u te vragen dit te doen. Ik denk dus dat dat de route zou moeten zijn.

De voorzitter:

Prima. Uw volgende motie.

De heer Ellian (VVD):

Ja.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de ebi in Vught crimineel kopstuk Ridouan Taghi is gedetineerd en zowel in de ebi als in de Afdelingen Intensief Toezicht (AIT's) ook criminele kopstukken uit diverse criminele samenwerkingsverbanden zijn gedetineerd;

overwegende dat een veelheid van advocaten zowel in de ebi als in de AIT's gedetineerden bezoeken;

constaterende dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft overwogen dat het recht op het kiezen van een eigen advocaat niet absoluut is en beperkt mag worden in het belang van de rechtspleging;

overwegende dat het toestaan van maximaal twee advocaten voor straf- en daaraan gerelateerde zaken zoals detentie geen afbreuk doet aan het recht op rechtsbijstand of het recht op vrije advocaatkeuze;

overwegende dat in de gedragsregels van de orde van advocaten en de huisregels van de penitentiaire inrichtingen dit maximum kan worden opgenomen;

verzoekt de regering om per direct in de ebi alsmede in de AIT's aan gedetineerden maximaal twee advocaten toe te staan die rechtsbijstand verlenen ter zake van straf- en daaraan gerelateerde zaken zoals detentie, en te realiseren dat de orde van advocaten op een gemotiveerd verzoek om bijstand een advocaat op een ander rechtsgebied kan toestaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.

Zij krijgt nr. 868 (24587).

Een vraag van de heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Ook hier heb ik slechts een korte vraag ter verheldering. Gaat het er nou om dat een zware crimineel in totaal maximaal twee advocaten mag hebben of dat er maximaal twee advocaten in de inrichting bij die betreffende gedetineerde op bezoek mogen komen? Van het eerste kan ik mij voorstellen dat het ingewikkeld is. Als er kilometers aan dossier liggen, dan is nu de praktijk dat er soms meerdere advocaten bij betrokken zijn. Graag dus de reactie van de heer Ellian daarop: wat doet zijn voorstel nou precies?

De heer Ellian (VVD):

Ook dat is een terechte vraag. Ik heb er lang over nagedacht. Ik heb ook als civielrechtelijk advocaat weleens mijn patroon geholpen in een grotere zaak. Dan gingen we bijvoorbeeld samen naar een zitting of ik deed iets kleins. Het gaat wel heel ver om dat soort dingen onmogelijk te maken. Waar het om gaat is het volgende. Advocaat één doet de strafzaak en advocaat twee doet de detentiekwesties, zoals ik het maar even noem; dat is een nieuw fenomeen. Dan is dat de keuze die je gemaakt hebt. Als advocaat één zich op de zitting laat ondersteunen door een kantoorgenoot, kan dat zeker. Ik denk dat je dat niet kan verbieden.

De voorzitter:

Prima, heel goed. De volgende spreker is de heer Azarkan van de fractie van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. We hadden een inhoudelijk goed debat, als ik gemakshalve het eerste deel een beetje vergeet. Twee moties van mijn kant.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een kwart van de gedetineerden racisme of discriminatie ervaren heeft tijdens detentie;

overwegende dat gedetineerden zich in een kwetsbare positie bevinden en zich hierdoor vaak geremd voelen om bij discriminatie aan de bel te trekken;

overwegende dat er voor piw'ers wel een vertrouwenspersoon is;

verzoekt de regering om binnen elke p.i. een onafhankelijk vertrouwenspersoon in te stellen waar gedetineerden bij terechtkunnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 869 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een kwart van de gedetineerden racisme of discriminatie ervaren heeft tijdens detentie;

constaterende dat de DJI geen overkoepelend beleid heeft op dit gebied;

overwegende dat gedetineerden zich in een kwetsbare positie bevinden en zich hierdoor vaak geremd voelen om bij discriminatie aan de bel te trekken;

verzoekt de regering om een overkoepelend beleid te ontwikkelen voor de DJI op het gebied van discriminatie en racisme,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 870 (24587).

De heer Azarkan (DENK):

Dank.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Eerdmans van de fractie van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, veel dank.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2013 en de Hoge Raad in 2016 hebben geoordeeld dat een levenslange celstraf zonder een reële mogelijkheid tot herbeoordeling van deze straf "onmenselijk" is en dat een levenslanggestrafte daarom vanaf de strafoplegging zicht op een reële herbeoordeling moet hebben;

overwegende dat diverse factoren, zoals recidivegevaar, de mening van nabestaanden en het strafdoel "vergelding" een rol spelen bij de herbeoordeling na 25 jaar van levenslanggestraften;

overwegende dat gebleken is dat, tegen de wil van slachtoffers en nabestaanden in, levenslanggestraften die veroordeeld zijn voor vreselijke misdaden nu uitzicht krijgen op vrijheid;

overwegende dat de minister heeft toegezegd met slachtoffers en nabestaanden in gesprek te gaan door middel van expertsessies;

verzoekt de minister mogelijkheden te onderzoeken om slachtoffers en nabestaanden een zwaarwegende stem te geven bij dit gratiebesluit en daarbij buitenlandse voorbeelden te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Ellian.

Zij krijgt nr. 871 (24587).

Dank u wel. Dan de heer Knops van het CDA.

De heer Knops (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik kijk terug op een goed debat. Ik zou graag iets willen zeggen over de BIJ-regeling. Dat is een regeling waarmee burgemeesters geïnformeerd worden over het feit dat ex-gedetineerden terugkeren in hun gemeente. Dat kan van belang zijn voor de openbare orde en veiligheid.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de BIJ-regeling een zeer belangrijk instrument is voor burgemeesters ten behoeve van de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

constaterende dat de BIJ-regeling op dit moment alleen geldt voor gewelds- en zedendelicten die worden genoemd in artikel 11a en niet voor andere ernstige gevaarzettende delicten;

overwegende dat de BIJ-regeling tot doel heeft om burgemeesters tijdig kennis te laten nemen van de terugkeer van een veroordeelde om zo te kunnen voorkomen dat er verstoringen van de openbare orde plaatsvinden;

overwegende dat op dit moment wegens het beperkte bereik van de BIJ-regeling maar in bepaalde categorieën informatie over de terugkeer van (ex-)gedetineerden in de gemeente gedeeld kan worden met de burgemeesters;

verzoekt de regering om de BIJ-regeling uit te breiden met de categorieën terroristische misdrijven, stalking en brandstichting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Knops.

Zij krijgt nr. 872 (24587).

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Ik had eigenlijk nog een motie willen indienen, maar ik kwam erachter dat die motie al was ingediend in december 2020. Die is ook al in overgrote meerderheid door de Kamer aangenomen. Het is dus goed gebruik om die hier niet te herhalen. Maar ik wil toch even het dictum van die motie voorlezen en de minister vragen hoe het staat met de uitvoering daarvan.

De voorzitter:

Van de motie die u zou indienen of de motie die is aangenomen?

De heer Knops (CDA):

De motie die al is ingediend, maar ik zou die bij wijze van spreken kunnen kopiëren en opnieuw kunnen indienen. Die is van 16 december 2021, ingediend door de leden Ellian en Palland. Het dictum luidt: "verzoekt de regering indien nodig wettelijk vast te leggen dat het onderzoek ter terechtzitting bij in een ebi gedetineerde verdachte via videoverbinding zal plaatsvinden, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om de gedetineerde verdachte fysiek aanwezig te laten zijn." Ik zou de minister willen vragen hoe het staat met de uitvoering van deze motie.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Sneller van de fractie van D66.

De heer Sneller (D66):

Ik begin ook met een motie die eerder ongeveer in dezelfde vorm is ingediend, maar die vervallen is. Ik doe dat toch als aansporing voor de minister.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Bonjo, de belangenbehartiger van gedetineerden in Nederland, binnen de strafrechtketen een onmisbare functie vervult;

constaterende dat door de voorgenomen afbouwregeling van de subsidie vrijwilligerswerk bij de sanctietoepassing Bonjo dreigt te verdwijnen;

overwegende dat het verdwijnen van Bonjo voor zowel gedetineerden als de samenleving ingrijpende gevolgen zou hebben;

verzoekt de regering Bonjo te laten voortbestaan door de aanstaande korting op het huidige jaarlijkse subsidiebedrag op een andere manier op te vangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller, Van Nispen, Mutluer en Azarkan.

Zij krijgt nr. 873 (24587).

De heer Sneller (D66):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tijdens de coronapandemie beeldbellen in penitentiaire inrichtingen is ingezet als alternatief voor fysiek bezoek;

constaterende dat deze vorm van bezoek laagdrempelig is en praktische obstakels van fysiek bezoek kan wegnemen voor familie en bekenden van gedetineerden;

overwegende dat de omgeving van penitentiaire inrichtingen, vooral door minderjarige kinderen, als intimiderend kan worden ervaren;

constaterende dat het behouden van binding met familie en kinderen bewezen bijdraagt aan resocialisatie alsmede de voorbereiding van re-integratie;

verzoekt de regering beeldbellen in zo veel mogelijk penitentiaire inrichtingen mogelijk te maken, en erop toe te zien dat de verbindingen veilig zijn en niet worden gebruikt om voortgezet crimineel handelen mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sneller.

Zij krijgt nr. 874 (24587).

Dank u wel. Een vraag van de heer Knops, kort.

De heer Knops (CDA):

De heer Sneller weet dat ik voorstander ben van videobellen, maar bij bepaalde categorieën heb ik dat liever niet. Hij spreekt wel over veilige verbindingen, maar doelt hij daarbij op het feit dat niet te controleren is wie er meeluistert en wie meekijkt en dat er daardoor risico's ontstaan? Is hij dan ook bereid om in die situaties gewoon te zeggen: dat gaan we niet doen? De motie is daar niet helemaal expliciet en duidelijk over.

De heer Sneller (D66):

Ik snap de vraag heel goed. In het dictum staat wel: zorgen dat er geen voortgezet crimineel handelen in detentie plaatsvindt. Maar de beperkingen zoals de heer Knops die omschrijft, lijken mij niet meer dan logisch.

De voorzitter:

Prima. Tot zover de termijn van de Kamer. De minister heeft gevraagd om tien minuten bedenktijd. Die geef ik hem graag. Maar als het korter kan graag korter, want we hebben nog een pensioendebat, dat om 10.45 uur moet beginnen.

De vergadering wordt van 10.29 uur tot 10.39 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan luisteren naar de minister. Ik hoop dat we dat kort en puntig kunnen doen, want om 10.45 uur moet het pensioendebat beginnen. Dat is over zes minuten. Dus graag kort en puntig erdoorheen, meneer de minister.

Minister Weerwind:

Voorzitter. Ik start met de motie op stuk nr. 864 over "levenslang moet levenslang blijven" van de heer Markuszower van de Partij voor de Vrijheid. Ik ga de motie ontraden. Ik heb uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om een voorwaardelijke-invrijheidsstellingsregeling voor levenslang gestraften te ontwikkelen. We hebben daar in oktober uitgebreid over gedebatteerd. In het debat werd ook aangegeven dat ik een zodanig perspectief moet bieden. Maar dat betekent niet automatisch vrijlating; laat ik daar meer dan helder over zijn. Ik zal het wetsvoorstel eind 2023 aan uw Kamer doen toekomen.

Dan de motie op stuk nr. 865 vanuit de Socialistische Partij, van de heer Van Nispen, over het niet bevriezen van de celcapaciteit. Laat ik vooropstellen dat de financiële maatregelen die ik moest nemen, geen sinecure waren. Het was een pittig en moeilijk traject om keuzes te maken, maar keuzes moeten we maken. Ik ga de motie ontraden. Dit is de kern van het maatregelenpakket. Door het bevriezen van de celcapaciteit wordt een deel van de financiële tekorten opgelost. Laat ik vooropstellen dat er beheermaatregelen zijn om een eventueel celtekort op te kunnen vangen. De huidige bezetting blijft onder het voorspelde niveau.

Voorzitter. Ik ga verder met een andere motie van de Socialistische Partij, de motie op stuk nr. 866 over het niet tornen aan preventiemiddelen. Ik ga de motie ontraden. Laat ik vooropstellen dat ik deze beslissing met de minister van Justitie en Veiligheid heb genomen. Zij heeft in de zomer haar aanpak naar uw Kamer gestuurd. De betreffende middelen zagen op de realisatie van crisiscapaciteit. De motie is niet goed uitvoerbaar. Dat heeft alles te maken met de stijgende kosten voor instellingen en de krappe arbeidsmarkt. De kans op een doelmatige inzet is heel klein door deze problematiek van DJI. Ik ontraad de motie.

De motie op stuk nr. 867 gaat over de briefwisseling. Ik kijk even naar het Kamerlid dat de motie heeft ingediend. In de motie lees ik: "evident is dat geen sprake is of kan zijn van versluierde communicatie". Als ik de motie zo mag interpreteren en als ik de tekst zo mag lezen dat er niet wordt verstrekt als er een onderbouwde twijfel is, zie ik de motie als een steun in de rug. Dan kan ik de motie omarmen.

De heer Ellian (VVD):

Wat is "onderbouwde twijfel"? Het OM heeft het over een "reële mogelijkheid dat verwijzingen naar Koranverzen in brieven van Ridouan Taghi ook versluierde boodschappen bevatten". Dat is uw onderbouwing; voilà.

Minister Weerwind:

Als er teksten zijn waarvan een arabist of iemand die deskundig is op islamgebied zegt dat ze er wel degelijk toe kunnen leiden dat je ze niet wil verstrekken en dat er een harde onderbouwde twijfel is, wellicht ook met deze teksten — dat kunnen Koranverzen zijn maar dat kunnen ook andere teksten zijn — dan zullen de brieven niet verstrekt worden. Daarom mijn interpretatie van de woorden, maar ik heb nog geen antwoord op mijn vraag gekregen, voorzitter.

De voorzitter:

Ik ook niet. Ik kijk indringend naar de heer Ellian.

De heer Ellian (VVD):

Ik denk er nog een minuutje over na.

De voorzitter:

De heer Ellian denkt er nog even over na, maar dan wil ik wel een oordeel van de minister over de motie in haar huidige vorm.

Minister Weerwind:

Als ik de motie heel expliciet lees, zie ik haar als het omdraaien van de bewijslast. Dan moet ik haar ontraden.

De voorzitter:

Dan is de motie vooralsnog ontraden. Ik stel vast dat de motie is ontraden.

Minister Weerwind:

Voorzitter, ik ga verder. Laat ik het volgende vooropstellen. Ik heb ook tijdens het debat met de commissie aangegeven dat juist deze motie van de heer Ellian ... Ik moet even goed kijken. De motie over de briefwisseling hebben we gehad. Ik haal twee dingen door elkaar; excuus. De motie op stuk nr. 868 gaat over het maximeren op twee advocaten. Ik ben met deze Kamer van mening dat advocaten veilig en integer hun werk moeten kunnen doen. Het recht op een eerlijk proces is net al genoemd, maar ook het recht op een vrije advocaatkeuze. Dat wil ik respecteren, maar ik zie het risico met voortgezet crimineel handelen in detentie. Ik zie dat een communicatiekanaal met hulp van de advocaten tot de mogelijkheden zou kunnen horen. Meneer Ellian heeft dit terecht geagendeerd; laat ik hem dat krediet nadrukkelijk geven. Maar om dat te regelen in huis- of gedragsregels — laten we er helder over zijn dat gedragsregels een advocaat niet binden — vind ik te mager en te dun. U weet dat ik bezig ben met de aanpassing van de PBW, de Penitentiaire beginselenwet. Ik heb tegen deze Kamer gezegd dat ik daar in het eerste kwartaal mee kom. Mijn nadrukkelijke verzoek is om deze motie aan te houden en mij hierop af te rekenen als ik dit wettelijk verankerd heb.

De voorzitter:

Maar de heer Ellian doet niets, dus …

Minister Weerwind:

Het verzoek is aanhouden, maar als de heer Ellian "per direct" stelt, kan ik niets anders zeggen dan ontraden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 869 van de heer Azarkan over een onafhankelijke vertrouwenspersoon in elke p.i. Ik ga die motie ontraden, want er zijn al diverse concrete voorzieningen die hieraan inhoud geven. Ik denk aan de maandcommissaris, de onafhankelijke klachtencommissies en de geestelijk verzorgers.

Dan de motie-Azarkan op stuk nr. 870 over een overkoepelende visie op racisme en discriminatie. Ik heb toegezegd dat ik de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 informeer over de aanpak. Ik kan deze motie dus overnemen.

De voorzitter:

De motie-Azarkan (24587, nr. 870) is overgenomen.

Minister Weerwind:

Dan de motie van de heer Eerdmans van JA21 op stuk nr. 871. Laat ik het duidelijk stellen. In de motie staat "zwaarwegende stem", maar juist dit kan ik niet zwaarwegend noemen. Ik kan zeggen dat het een van de allerbelangrijkste criteria is om mee te nemen. Er wordt een expertisesessie met slachtoffers en nabestaanden gehouden. Die wordt georganiseerd. Ik neem dit punt daarbij heel nadrukkelijk mee: hoe weeg je het dan? En ik zal ook de ervaringen uit het buitenland meenemen. Als ik de motie zo mag interpreteren kan ik haar overnemen.

De heer Eerdmans (JA21):

Uit mijn contact met Jack Keijzer van de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers heb ik begrepen dat u telefonisch contact met hem gehad hebt en dat uit dat gesprek bleek dat u dat punt wel degelijk als zwaarwegend argument meeneemt in deze situatie. Ik kan mij dus voorstellen dat u de rol van nabestaanden in het proces rond de herbeoordeling van levenslang in ieder geval relevant maakt. Als ik u weer zo mag verstaan, breng ik de motie gewoon in stemming. En dan was mijn vraag aan de minister nog wanneer hij denkt het onderzoek te hebben afgerond. Wanneer kunnen wij daar het resultaat van zien?

Minister Weerwind:

Ik zeg uit mijn hoofd dat dat het eerste kwartaal van 2023 wordt.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 871 is dus …?

Minister Weerwind:

Overnemen. Nee, oordeel Kamer, excuus.

De voorzitter:

Oordeel Kamer.

Minister Weerwind:

Dan de motie op stuk nr. 872. Ik doe de heer Knops van het CDA het verzoek om de motie aan te houden. Dat heeft er alles mee te maken dat de uitkomstgevolgen nu nog niet in kaart zijn gebracht. Het WODC-onderzoek zegt dat ook. Ik ben het met de inhoud volstrekt eens, maar ik moet de financiële consequenties en de uitvoerbaarheidsconsequenties eerst goed in kaart hebben. Die heb ik nu niet goed in beeld en daarom verzoek ik de heer Knops om de motie aan te houden.

De voorzitter:

What's it gonna be, boy?

De heer Knops (CDA):

De minister weet dat ik altijd vraag naar smart in de tijd. Tot wanneer zou dat aanhouden dus moeten zijn en hoe verhoudt zich dat tot zijn eigen opmerking in het debat dat dit een heel belangrijk element is en dat hij dit ook heeft ervaren als burgemeester? Ook het WODC zegt dat het relatief eenvoudig is om dit te doen. Kijk, ik snap dat de detailuitwerking nog moet komen, maar ik hoopte dat de minister oordeel Kamer zou geven over het principe, dus de vraag óf we dit gewoon gaan doen. Dat is ook de strekking van de motie. Ik heb er begrip voor dat het langer gaat duren om te bepalen hóé dat dan allemaal plaatsvindt, maar het gaat om het basisprincipe. Als het gaat over terrorisme kunnen we toch niet zeggen dat dat niet belangrijk is en niet in het rijtje past.

Minister Weerwind:

Ik ben het volstrekt met Kamerlid Knops eens. Tegelijkertijd geldt dat, als we iets opnemen, we het vervolgens ook moeten dóén. U vraagt mij om smart te formuleren en het in de tijd te plaatsen: ik verwacht dit aan het begin van het tweede kwartaal te hebben uitgewerkt.

De heer Knops (CDA):

Ik ga nog even nadenken, denk ik, net als de heer Ellian.

De voorzitter:

Ja, maar dan wordt de motie vooralsnog niet aangehouden, dus dan wil ik een oordeel van de minister hebben.

Minister Weerwind:

Als de motie niet wordt aangehouden, moet ik haar ontraden. Dan heb ik geen keuze. Ik had zo gehoopt dat we konden komen tot oordeel Kamer als ik het smart genoeg zou formuleren.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 873.

Minister Weerwind:

Die gaat over Bonjo. Ik heb in januari een gesprek met de voorzitter van Bonjo. Ik heb ook met de heer Brandligt afgesproken dat we in 2023 de financiering voor 100% continueren. We gaan argumenten uitwisselen aan tafel, dus het inhoudelijke gesprek voeren. Na dat inhoudelijke gesprek wil ik terstond naar uw Kamer terugkomen om u te informeren over hoe we met Bonjo omgaan. Ik verzoek de heer Sneller met klem om de motie aan te houden.

De heer Sneller (D66):

Ik zal het goede voorbeeld geven aan mijn collega's, voorzitter. Ik houd de motie aan. Maar deze keer gaat hij niet vervallen, waarschuw ik de minister.

De voorzitter:

We zijn gewaarschuwd.

Op verzoek van de heer Sneller stel ik voor zijn motie (24587, nr. 873) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Weerwind:

Dan de motie op stuk nr. 874 over beeldbellen. Het is net al opgemerkt dat het technisch mogelijk is en zoals ik de motie lees, wilt u het verbreden. In het debat kwamen al de vraag van de heer Knops, het antwoord en de randvoorwaarden die u schetste aan de orde. Beeldbellen betekent namelijk wel meer extra toezicht en capaciteit. Ik ben blij dat dat ook genoemd is. Als ik de motie zo mag interpreteren — en ik heb het idee dat het mag — dan is het oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dat moet ik even bevestigd zien door de heer Sneller. Dat is het geval. Dan is het inderdaad oordeel Kamer.

Minister Weerwind:

De heer Knops heeft mij een vraag gesteld over het besluit wijziging videoconferentie. Ik kan aangeven dat het besluit al genomen is. De videoruimtes worden op dit moment gerealiseerd en gebouwd. Ik verwacht dat ze operationeel zijn in het derde kwartaal van 2023.

De voorzitter:

De heer Knops, één korte vraag.

De heer Knops (CDA):

De portee van mijn vraag was niet of de fysieke mogelijkheden gecreëerd zijn, want dat heeft de minister inderdaad in het debat gezegd. Mijn vraag was of het bij wet geregeld wordt dat het voor mensen die in een ebi-regime zitten gewoon verplicht wordt om van die videoconferentie gebruik te maken.

Minister Weerwind:

We hebben daarover gedebatteerd. Ik heb aangegeven dat dat nu nog niet bij wet geregeld is. U weet dat ik de Penitentiaire beginselenwet aan het aanpassen ben. Daar neem ik deze vraagstelling heel nadrukkelijk bij mee. Ik bekijk wat mogelijk en wat niet mogelijk is.

De heer Knops (CDA):

En wanneer?

Minister Weerwind:

U weet dat ik met de Penitentiaire beginselenwet in het eerste kwartaal 2023 kom.

De voorzitter:

Prima, dank u wel. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid, het beantwoorden van de vragen en zijn beknoptheid. Dank aan de deelnemers.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag gaan we stemmen over de moties. Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we praten over de pensioenen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven