6 Toelating mevrouw A. Haga als lid Europees Parlement en beëdiging mevrouw S.M. Richardson (VVD)

Aan de orde is de toelating van mevrouw A. Haga als lid van het Europees Parlement en de beëdiging van mevrouw S.M. Richardson (VVD).

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Gaat uw gang.

De heer Ellian:

Dank, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw A. Haga te Dokkum.

De commissie is tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement. De commissie stelt vast dat zij op grond van de nationale bepalingen tot lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten.

De commissie stelt voor dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemde.

Tot slot stelt de commissie voor het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Dan geef ik u opnieuw het woord.

De heer Ellian:

Dank, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw S.M. Richardson te Lijnden.

De commissie is tot de conclusie gekomen dat mevrouw S.M. Richardson te Lijnden terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de verklaringen en beloften zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120, af te leggen.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. Mevrouw Richardson is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de Griffier haar binnen te leiden.

(Mevrouw Richardson wordt binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:

De door u af te leggen verklaringen en beloften luiden als volgt:

"Ik verklaar en beloof dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik verklaar en beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

Mevrouw Richardson (VVD):

Dat verklaar en beloof ik.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik u feliciteren dat u wederom onderdeel bent van deze Tweede Kamer. Heel veel succes.

Mevrouw Richardson heeft verzocht om niet te schorsen voor de felicitaties, dus u zult haar op een ander moment moeten feliciteren. Maar natuurlijk namens de Tweede Kamer: van harte gefeliciteerd.

(Applaus)

De voorzitter:

Eigenlijk is zo'n applaus veel mooier. We hebben weer een nieuwe vorm ontdekt in deze Kamer.

Voordat we beginnen ... O, ik zie dat de heer Wilders helaas weer weg is. Misschien kunt u hem even appen, mevrouw Agema? Dan doe ik het op een wat later moment. Het is wel leuk om het in aanwezigheid van de heer Wilders te doen.

Naar boven