3 Vragenuur: Vragen Temmink

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Temmink aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over het uitlekken van de plannen voor Prinsjesdag.

De voorzitter:

Gelukkig hebben we nu gewoon weer, zoals te doen gebruikelijk, het mondelinge vragenuur. Ik heet de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het mondelinge vragenuur volgen van harte welkom. Ik heet de minister-president en natuurlijk de woordvoerders in de zaal van harte welkom. Ik nodig mevrouw Temmink van de SP uit om haar vraag over het uitlekken van de plannen voor Prinsjesdag aan de minister-president te stellen.

Mevrouw Temmink (SP):

Dank u wel, voorzitter. Niet eens meer tot mijn verbazing werd er deze zomer aangekondigd dat er 2 miljard euro geïnvesteerd wordt om te voorkomen dat de armoede in Nederland nog verder toeneemt. Mensen thuis lazen dit nieuws in de krant of zagen het op het journaal. Of het waar is, weten we niet. Wat voor andere maatregelen er genomen worden, waardoor mensen misschien toch op een andere manier geraakt worden, weten we ook niet. Journalisten weten het niet, deze Kamer weet het niet en de mensen thuis weten het niet. Het nieuws is namelijk gelekt. Door wie? Dat weten we ook niet. Waarom wordt deze informatie wel gelekt, maar andere informatie, informatie die het kabinet misschien minder goed uitkomt, niet? Het is zelfs strafbaar om geheime informatie uit het kabinet te lekken.

Is de minister-president het met mij eens dat transparantie van essentieel belang is om informatie te kunnen snappen, controleren en uitleggen, omdat dit leidt tot een betrouwbare en eerlijke overheid? Is hij het met me eens dat het lekken van stukjes oncontroleerbare informatie daar dus niet bij past? Een bestuur dat alleen bezig is met de beeldvorming rond zijn eigen plannetjes, is niet een bestuur dat bezig is met de mensen in het land, die geraakt worden door diezelfde plannen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter. Ook van mijn kant wens ik iedereen succes op de nieuwe plekken. Voor Geert Wilders is dit volgens mij de eerste Kamerdag na zijn 25-jarig ambtsjubileum. Ook aan hem, waar hij ook is in het gebouw, van harte gefeliciteerd. We gaan nog een tijdje samen verder, maar op een gegeven moment zal ik, zoals u weet, afhaken. Ik begrijp dat hij wél doorgaat.

De vraag van mevrouw Temmink is een beetje een jaarlijks terugkerende vraag, helaas. Ze heeft eigenlijk volkomen gelijk met wat ze daarover zegt en ook met de irritatie die in haar vraagstelling doorklinkt. Het is mij in de afgelopen jaren in ieder geval niet gelukt om te voorkomen dat de informatie naar buiten komt, los van de vraag of de informatie klopt. Dat kan aan mij liggen. Het kan er ook aan liggen dat het gewoon heel lastig te beheersen is. Ik dacht dat Sigrid Kaag, de minister van Financiën, daar onlangs ook iets over zei. Ik heb dat net proberen na te kijken. Ik heb er vrijdag bij de persconferentie ook iets over gezegd. Het lijkt mij verstandig om bij gelegenheid van een volgende formatie een wat meer principiële discussie te voeren over de vraag of het niet beter is om de besluitvorming naar buiten te brengen zodra die heeft plaatsgevonden. Maar daar zitten ook allerlei staatsrechtelijke en praktische implicaties aan, die te ver gaan voor een demissionair kabinet.

Mevrouw Temmink (SP):

Het klopt inderdaad dat ik hier in een lange traditie sta van SP'ers, zoals de heer Van Raak en mevrouw Leijten, in wat inmiddels een van de treurigste tradities rondom Prinsjesdag is geworden, namelijk tegen de minister-president zeggen dat, als er strafbare feiten worden gepleegd, zoals het lekken van vertrouwelijke informatie — dat ik dit moet zeggen is op zich al bijzonder — dit niet leidt tot betrouwbare en eerlijke politiek. Als je de wet overtreedt, word je blijkbaar soms wel aangepakt, maar als het soms even lekker uitkomt voor de mensen die erover gaan, niet. Een soort nieuw uitgangspunt: strafbare feiten pakken we alleen aan als ze gepleegd worden door mensen die niet in schaal 14 of hoger zitten. Want dan wordt er geen aangifte gedaan. Is de minister-president nu toch bereid, in zijn laatste jaar, om wel aangifte te doen? Het zou toch een mooie nalatenschap zijn om deze treurige traditie de kop in te drukken?

Minister Rutte:

Ook die vraag snap ik. Ook dat is een vraag die heel veel gesteld is en heel vaak door mij is beantwoord. Ik heb hetzelfde antwoord: die informatie wordt heel breed verspreid, waardoor zo'n onderzoek heel kostbaar en waarschijnlijk vruchteloos is. Dus ik ben daar niet voor. Dat is het antwoord dat ik ook al acht of negen keer gegeven heb, helaas. Nogmaals, misschien lukt het de nieuwe premier wel, maar ik ga ervan uit dat het niet helemaal alleen aan mij lag. Volgens mij rechtvaardigt dit een meer fundamentele discussie over de openbaarmaking van stukken voor Prinsjesdag.

Mevrouw Temmink (SP):

Op het moment dat er een strafbaar feit wordt gepleegd, roepen we mensen in dit land op om een melding te maken bij de politie, omdat we willen dat de politie dan onderzoek doet. Soms kan dat niet, want het gebrek aan capaciteit bij de politie is ook vrij groot. Dat is ook niet zomaar vanzelf gekomen. Maar we willen wel dat mensen melden, al was het maar om het te normeren. Waarom wordt hier niet genormeerd en constant gezegd "dit kan echt niet door de beugel, dit willen we niet"? Er wordt nu toch een beetje gezegd: dit gebeurt elk jaar, we kunnen er niet zo veel aan doen, het is vervelend maar zo'n onderzoek is vrij kostbaar en daarom doen we het niet. Daarmee trek je toch geen duidelijke grens en zeg je toch niet: dit is ontoelaatbaar? En dat leidt dus ook tot oneerlijke en onbetrouwbare politiek.

Minister Rutte:

Het is helaas niet zo ... Ik snap de vraag van mevrouw Temmink helemaal, maar het is helaas niet zo dat er nooit iets lekt. Dat gebeurt natuurlijk vaker, maar het is extra ergerlijk bij Prinsjesdag, omdat je dan met zo'n lange fase — soms wel drie weken — zit tussen de laatste kabinetsbesluitvorming en Prinsjesdag zelf. Daarin weet je ook niet of de berichten kloppen. In het verleden is het een enkele keer voorgekomen dat wat er gelekt was, klopte met wat er op Prinsjesdag naar buiten kwam. Ik kan er niets over zeggen of dat nu zo is, want anders ga ik zelf de fout in. Maar ik houd het echt bij het antwoord dat ik ook de vorige tien keer gegeven heb, namelijk "kostbaar en vruchteloos".

Mevrouw Temmink (SP):

Dus als het kostbaar is, hoeven we niet te werken aan betrouwbaarheid: dat is dan de conclusie die ik hieruit kan trekken. Ik vind dat vrij treurig, want volgens mij willen we hier juist een betrouwbare overheid laten zien, transparantie, eerlijk zijn. De verkiezingsprogramma's staan er vol van. Maar ondertussen wordt er elk jaar informatie gelekt die niet te controleren is, waarvan mensen niet weten of die klopt en waarover de minister-president niet bevraagd kan worden. Dat staan we blijkbaar gewoon toe, want onderzoek is te kostbaar en we weten het gewoon niet. Nou ja, dan doen we er maar niets aan. Ik vind dat een treurige conclusie, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, dan kijk ik allereerst naar de heer Van Baarle van DENK. Kort en krachtig, graag.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Het is een patroon bij deze minister-president: de cultuur van lekken, de cultuur van geen actieve herinnering hebben aan dingen en liegen. Maar buiten het feit dat er gelekt wordt, zou ik het over de inhoud willen hebben. We lezen dat de benzine 21 cent per liter duurder gaat worden en dat de energietoeslag verdwijnt, terwijl mensen niet meer rond kunnen komen. Ik zou aan deze minister-president willen vragen: vertel de mensen in het land dat dat niet gaat gebeuren, dat de benzine niet duurder wordt en dat we mensen wel gaan helpen, en niet met een karige 2 miljard. Kan de minister-president dat hier gewoon helder aangeven?

Minister Rutte:

Ik kan niks zeggen over de Prinsjesdagbesluitvorming. Die komt op Prinsjesdag naar buiten. Ten aanzien van zijn inleidende opmerkingen: ik wens ons, heel Nederland, toe dat in ieder geval de komende maanden de campagne iets respectvoller gaat verlopen. Ik denk dat Nederland daar erg aan toe is.

De voorzitter:

Daar sluit ik mij trouwens helemaal bij aan. De heer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Het trackrecord van deze minister-president spreekt voor zich. Dit is precies wat mensen niet mogen aan de politiek: dat er dingen gelekt worden en dat deze minister-president niet bereid is om dat recht te zetten. De mensen zien berichten waaruit blijkt dat de benzine 21 cent per liter duurder gaat worden en dat er een karige 2 miljard uitgegeven gaat worden om mensen te helpen. Zet dat nu recht, vraag ik aan deze minister-president. Toon ruggengraat en geef Nederland aan dat u de mensen wel gaat helpen!

Minister Rutte:

Ik verwijs naar het vorige antwoord.

De voorzitter:

Dan wil ik de minister-president bedanken. Ik zie ook de heer Jasper van Dijk van de SP weer in ons midden. Welkom terug! Fijn dat u er weer bent. Ik zie dat uw collega's ook blij zijn.

Naar boven