3 Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD 22/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid. Voor we daaraan gaan beginnen, heb ik het verzoek gekregen van de heer Thijssen, die vanwege ziekte niet bij het debat aanwezig is geweest, om wel bij dit tweeminutendebat te mogen spreken. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan geef ik het woord aan mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit een rapport in handen van de Plastic Soup Foundation blijkt dat de Westerschelde zwaar vervuild is met zogenaamde nurdles (plastic korrels);

overwegende dat het kabinet in antwoord op eerdere schriftelijke vragen aangaf onvoldoende zeker te zijn waar de plastic korrels in de Westerschelde precies vandaan komen;

overwegende dat er plannen zouden zijn om in de haven van Antwerpen een nieuwe ethaankraker te bouwen voor de productie van nog meer plastic;

overwegende dat is bewezen dat de plastic korrels schadelijk zijn voor zeedieren, vogels en vissen;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de aanwezigheid van plastic korrels in de Westerschelde kan worden teruggedrongen, en de Kamer te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 228 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het RIVM heeft vastgesteld dat de kooksfabrieken hoofdverantwoordelijk zijn voor de uitstoot van kankerverwekkende PAK-stoffen;

constaterende dat het RIVM heeft vastgesteld dat omwonenden van Tata Steel IJmuiden vaker last hebben van hart- en vaatziekten en een hoge bloeddruk;

overwegende dat er in het plan van aanpak van Tata Steel staat dat het sluiten van de kooksfabrieken zou leiden tot een forse reductie van zeer zorgwekkende stoffen, stikstof en geur;

overwegende dat voor een gezonde leefomgeving in de IJmond de overgang naar klimaatneutrale staalproductie zo snel mogelijk moet worden gemaakt;

verzoekt de regering met Tata Steel en de provincie Noord-Holland te onderzoeken of vooruitlopend op het groenstaalplan extra milieu- en gezondheidswinst te realiseren is, bijvoorbeeld door het al eerder sluiten van bedrijfsactiviteiten, zoals de Kooksfabriek 2, en/of het uitvoeren van extra maatregelen bovenop de roadmap;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de uitkomsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 229 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel inwoners rondom de Westerschelde zich zorgen maken over de effecten van de pfas-vervuiling voor hun gezondheid;

constaterende dat hoge concentraties pfas negatieve effecten hebben op de gezondheid van mensen;

overwegende dat de gemeenteraden van Borsele, Kapelle, Reimerswaal, Hulst en Sluis al langer vragen om een gezondheidsonderzoek voor de bevolking rondom de Westerschelde;

overwegende dat de omwonenden van de Westerschelde duidelijkheid verdienen over de gevolgen van pfas voor hun gezondheid;

verzoekt de regering om met de GGD en de Provincie Zeeland in gesprek te gaan over het lopende onderzoek naar de meerwaarde van een bevolkingsonderzoek en de mogelijkheid die dit geeft om onzekerheden bij omwonenden weg te nemen, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Beckerman.

Zij krijgt nr. 230 (28089).

Mevrouw Hagen (D66):

Ik heb er nog één, voorzitter.

De voorzitter:

Dat zal helaas niet gaan, want u bent al tien seconden over uw tijd heen. Dus voor de volgende keer wellicht. Dan is nu het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren. Mevrouw Van Esch, gaat uw gang.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat rapport op rapport bevestigt dat de uitstoot van Tata Steel funest is voor de gezondheid van bewoners, milieu en klimaat;

overwegende dat het sluiten van Kooksfabriek 2 de beste en snelste manier is waarop de gezondheid van omwonenden merkbaar kan worden verbeterd;

overwegende dat het onacceptabel is om nog tot 2030 te wachten om Kooksfabriek 2 te stuiten;

verzoekt de regering om de sluiting van Kooksfabriek 2 op korte termijn af te dwingen en een sluitingsdatum vast te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Beckerman en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 231 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) gevaarlijk zijn voor mens en milieu en we zo snel mogelijk alle ZZS moeten uitfaseren;

constaterende dat bevoegde gezagen voor januari 2021 de ZZS-emissies in beeld moesten brengen en daarbij wat bedrijven hebben gedaan om deze emissies te minimaliseren;

constaterende dat de oplevering van de benodigde informatie nog steeds niet is afgerond;

constaterende dat ook uit de evaluatie van het ZZS-beleid blijkt dat er nog geen Nederlandbreed, actueel, betrouwbaar en compleet overzicht is van emissies en bronnen van de 1.700 ZZS;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat Rijkswaterstaat, de waterschappen en omgevingsdiensten uiterlijk eind 2022 kunnen aangeven hoe en wanneer ZZS-emissies worden geminimaliseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Beckerman en Bouchallikh.

Zij krijgt nr. 232 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in de Westerschelde miljoenen plastic korrels zijn aangetroffen;

overwegende dat Vlaamse bedrijven als 3M water lozen in de Schelde met een pfas-concentratie tot wel zestien keer de maximumnorm, en dat dit water uiteindelijk terechtkomt in de Westerschelde;

constaterende dat zeer zorgwekkende stoffen, zoals pfas, oneindig lang in onze ecosystemen aanwezig zijn;

constaterende dat het RIVM adviseert zo min mogelijk vis — ik zeg erbij: liefst helemaal geen vis — te eten uit de Westerschelde;

verzoekt de regering met de Vlaamse overheid keiharde afspraken te maken om de vervuiling door onder andere pfas en plastic korrels in de Westerschelde terug te dringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 233 (28089).

Een bijzondere constructie, mevrouw Van Esch, maar het is gelukt. We gaan naar de heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, een welgemeend dank u wel. De VVD-fractie kijkt met tevredenheid terug op het commissiedebat externe veiligheid, waarbij het ging over het zorgvuldig omgaan met gevaarlijke stoffen. We danken de staatssecretaris voor haar antwoorden op de vragen die wij in het commissiedebat gesteld hebben. De VVD is dan ook blij te horen dat het impulsprogramma voor chemische stoffen samen gaat lopen met het interbestuurlijke programma van het vergunningentoezicht en handhaving stelsel. Dat betekent namelijk dat de zorg voor de omgang met chemische stoffen en het versterken van de omgevingsdiensten samen gaan oplopen. We wensen de staatssecretaris succes met de verdere uitwerking daarvan. En ja, voorzitter, daar ligt wat ons betreft het begin van de strategie voor schone industrie. We willen nogmaals benadrukken dat de VVD het toegezegde onderzoek naar innovatie binnen de chemische industrie omarmt, maar vooral ten aanzien van de verdere uitwerking ook daadkracht verwacht. Voldoende vergunningen voor schone en nieuwe installaties, voldoende fossielvrije energie en een Europees gelijk speelveld. Dat zijn namelijk zeer cruciale randvoorwaarden als het gaat over het stimuleren van innovatie op weg naar die schone industrie.

Voorzitter. Wat de VVD betreft vandaag geen moties.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Haverkort. Dan gaan we naar mevrouw Bouchallikh van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanpak van de stikstofcrisis vraagt om een bijdrage van alle sectoren;

constaterende dat de emissienormen voor ammoniak in de industrie al minimaal 30 jaar niet zijn aangescherpt, ondanks dat de industrie in beginsel de best beschikbare technieken moet gebruiken om de uitstoot tot een minimum te beperken;

constaterende dat de emissienormen voor ammoniak voor de industrie met de invoering van de Omgevingswet worden verlaagd van 30 mg/Nm3 naar 5 mg/Nm3 per 1 januari 2023, maar dat de normen ook kunnen worden verlaagd in het Besluit Activiteiten Leefomgeving;

verzoekt de regering om te garanderen dat de emissienormen voor ammoniak voor de industrie onafhankelijk van de invoeringsdatum van de Omgevingswet worden verlaagd per 1 januari 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Thijssen en Van Esch.

Zij krijgt nr. 234 (28089).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

En dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bewoners van de IJmondregio op dit moment een onacceptabel gezondheidsrisico lopen;

overwegende dat de gezondheidsrisico's alleen kunnen worden gereduceerd als er bekend is welke concrete waarden er moeten worden behaald;

constaterende dat het RIVM in een eerste verkenning heeft aangegeven dat het mogelijk is om voor een aantal relevante stoffen, zoals onder meer lood, metalen, PAK, fijnstof en stikstofoxiden, een "proof of concept" te ontwikkelen om zo de gevolgen van de blootstelling integraal te kunnen beoordelen;

verzoekt de regering om samen met het RIVM op zo kort mogelijke termijn tot concrete kwantitatieve waardes te komen voor deze stoffen en hier vervolgens op te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Thijssen en Van Esch.

Zij krijgt nr. 235 (28089).

Dank u wel. Dan gaan we nu naar mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedemorgen. Ook van mij drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het tempo van sanering van asbestdaken afneemt;

constaterende dat het kabinet voornemens is de 35 miljoen voor het zakelijk saneringsfonds niet langer te willen inzetten voor het saneren van asbestdaken;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe het doel om voor 2030 alle asbestdaken te saneren alsnog gehaald kan worden en tot die tijd de 35 miljoen voor dit doel gereserveerd te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 236 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat toezichthouder SodM recent heeft geconcludeerd dat het overslagstation voor aardgascondensaat midden in Roodeschool niet veilig genoeg is en moet worden verplaatst;

constaterende dat aardgascondensaat vanaf Roodeschool per spoor naar Rotterdam wordt vervoerd en daarbij door 28 Nederlandse gemeenten komt;

verzoekt de regering te onderzoeken of vervoer van aardgascondensaat per spoor van Roodeschool naar Rotterdam nog wel veilig genoeg is en alternatieven, zoals vervoer vanaf de Eemshaven, in beeld te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 237 (28089).

Mevrouw Beckerman (SP):

Bij die motie merk ik op dat we bij het debat Mijnbouw Groningen morgen specifiek over het overslagstation zelf opnieuw in debat zullen gaan, maar dat ligt bij een andere bewindspersoon. Het vervoer ligt hier, vandaar dat we in twee commissies tegelijk voorstellen doen. De laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op 17 mei de motie-Beckerman/Hagen inzake pfas en Hedwigepolder (30175, nr. 413) is aangenomen;

constaterende dat slechts een deel van het dictum van deze motie is uitgevoerd;

verzoekt de regering alsnog het deel van het dictum van de motie uit te voeren waarin wordt verzocht eerst vast te stellen dat er geen negatieve effecten optreden voor de natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving, en het afgraven van de zeedijk van de Hedwigepolder tot die tijd te pauzeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 238 (28089).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. Het woord is aan de heer Thijssen van de Partij van de Arbeid.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank aan de leden dat ik deel mocht nemen aan dit tweeminutendebat. Ik was helaas slachtoffer van de nieuwe coronagolf, maar nu ben ik weer up and running.

Ik was helaas niet bij het debat aanwezig en ga in dit tweeminutendebat geen motie indienen. Ik zou heel graag een toezegging van de staatssecretaris willen en willen dat een reeds aangenomen motie snel wordt uitgevoerd. Vorig jaar, bijna een jaar geleden, was Nederland in rep en roer, want er waren onacceptabele gezondheidsrisico's rond Tata. Kinderen zouden eigenlijk niet moeten buitenspelen. We hebben toen in deze Kamer een hele goede motie aangenomen die zei: bepaal nou wat onacceptabele gezondheidsrisico's zijn en kom met een plan van aanpak waardoor die onacceptabele gezondheidsrisico's voor de omwonenden kunnen worden weggenomen. Ik constateer helaas in de laatste stukken dat het RIVM nog steeds aan het bepalen is wat nou eigenlijk die onacceptabele gezondheidsrisico's zijn, hoeveel uitstoot er eigenlijk mag zijn en dat voor een aantal stoffen waarvoor dat kan, wordt bepaald wat acceptabel is of niet. Wat gebeurt er met die andere stoffen, die ook schadelijk zijn? Dat is eigenlijk mijn vraag aan de staatssecretaris. Is zij bereid daarvoor het voorzorgsprincipe toe te passen, aan de zekere kant te gaan zitten en nu echt met dat plan van aanpak te komen om de omgeving van de IJmond veilig te krijgen en kinderen weer gewoon buiten te kunnen laten spelen?

De metingen en berekeningen door de autoriteiten en door Tata over de hoeveelheid uitstoot stroken niet met wat er echt in het milieu wordt gevonden. Hier kan wel een factor 1.000 tussen zitten. Er zou snel onderzoek komen om dat te verklaren, maar ik zie dat dit lastig en moeilijk is. Dat zal allemaal wel — ik heb daar echt respect voor — maar die mensen wonen daar ondertussen onder de rook van die fabriek en lopen gezondheidsrisico's. Er werd net al aangehaald dat mensen in die omgeving meer last hebben van hart- en vaatziekten. Hierover wil ik een toezegging. Ik wil heel graag een reactie van de staatssecretaris. Kan dit versneld worden? Kan niet sneller duidelijk worden gemaakt wat er gaat gebeuren met een plan van aanpak om die omgeving veilig te krijgen? Want volgens mij verdienen die omwonenden dat.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan schorsen voor tien minuten en dan gaat staatssecretaris Heijnen de Kamer antwoord geven.

De vergadering wordt van 10.29 uur tot 10.39 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met het tweeminutendebat Externe veiligheid. Ik geef het woord aan staatssecretaris Heijnen.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Ik heb in totaal elf moties en dan nog een vraag van de heer Thijssen. Ik zal gewoon het nummer van de moties zeggen.

Bij de motie op stuk nr. 228 van mevrouw Hagen laat ik graag het oordeel aan de Kamer. Bij de motie op stuk nr. 229 laat ik ook het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

Zijn er wellicht moties waarbij u de suggestie kunt doen om die over te nemen, als u zegt dat u het oordeel aan de Kamer laat?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik heb altijd begrepen dat de opties in Den Haag zijn om moties ofwel oordeel Kamer te geven ofwel te ontraden, en dat het dus een van die twee smaken is. Overnemen kan, maar dan moet de motie toch nog in stemming worden gebracht. Of niet?

De voorzitter:

De nieuwe afspraak die we met elkaar hebben gemaakt, is dat u een motie ook zou kunnen overnemen als daar iets in staat wat u al van plan bent om te doen, of wat u volledig kunt omarmen. Als daar bij de leden geen bezwaar tegen bestaat, is de motie bij dezen overgenomen. Dan hoeven we er niet over te stemmen. Dat maakt onze stemmingslijst weer wat korter. Het is een suggestie van mijn kant.

Staatssecretaris Heijnen:

Goed. Ik stel voor dat ik daar in de toekomst rekening mee houd. Dat heb ik nu niet gedaan.

De voorzitter:

Akkoord. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 230: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 231 van mevrouw Van Esch c.s. wil ik ontraden. In het commissiedebat Externe veiligheid van 22 juni heb ik al toegezegd om samen met de andere betrokken overheden en Tata te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om Kooksfabriek 2 sneller te sluiten. Daarbij heb ik ook aangegeven dat er geen juridische mogelijkheden zijn om Kooksfabriek 2 direct te sluiten. Ook omdat de motie oproept tot het afdwingen van sluiting, moet ik haar ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 232 van Van Esch c.s. Die wil ik ook ontraden. Het in beeld brengen van ZZS-emissies en daarover het bevoegd gezag informeren is een verplichting voor bedrijven. Bevoegde gezagen moeten daarop toezien en handhaven. Daar ga ik niet tussen zitten. We werken overigens wel aan een ZZS-emissiedatabase. Bevoegd gezagen zijn straks verplicht daarin data op te slaan. Daarmee kan dan ook een landelijk beeld worden verkregen. In het Bestuurlijk Omgevingsberaad heb ik er onlangs nog bij alle partijen, zoals IPO, de VNG en de waterschappen, op aangedrongen zich daar goed op voor te bereiden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik vind dit wel zorgelijk. Dit had al voor januari 2021 geregeld moeten zijn. Het is nog steeds niet geregeld. Ik vind het dan zorgelijk dat deze staatssecretaris, die medeverantwoordelijk is voor het feit dat de ZZS worden geminimaliseerd, zegt: ik heb hier geen betrokkenheid bij. De staatssecretaris is wel degelijk betrokken bij ZZS. Het wordt gewoon niet geregeld. We wachten hier al anderhalf jaar op. Het had er al in januari 2021 moeten zijn. Ik vind het een zorgelijke ontwikkeling als we daar nog steeds niet op deze manier uitvoering aan gaan geven.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik begrijp dat mevrouw Van Esch graag ziet dat er snelheid wordt betracht. Daar ben ik ook altijd een groot voorstander van. We moeten wel ook altijd kijken bij wie welke verantwoordelijkheid ligt. Waar wij met name wél op kunnen duwen, is de ZZS-emissiedatabase. Daar komt alle informatie in te staan. Die gaat het makkelijker maken om inzichtelijk te krijgen hoe het precies zit met de zeer zorgwekkende stoffen. Ik moet de motie helaas ontraden, zoals al eerder aangegeven.

Dan was er nog een motie van mevrouw Van Esch, met warme steun van mevrouw Hagen, kan ik me zo voorstellen. Dat is de motie op stuk nr. 233. Ik laat het oordeel daarover graag aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 234 van mevrouw Bouchallikh c.s. wil ik ontraden. De verlaging van de emissienorm treedt op 1 januari 2023 in werking, bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Ik ga ervan uit dat dat op 1 januari zal gebeuren. Mocht onverhoopt blijken dat de invoering wordt opgeschort, dan zal ik in samenspraak met BZK bezien hoe we zorg kunnen dragen voor invoering van de nieuwe wet- en regelgeving in zijn geheel op zo kort mogelijke termijn. Wanneer we die aanscherping willen loskoppelen van de Omgevingswet zou het huidige Activiteitenbesluit milieubeheer aangepast moeten worden. Zo'n wijziging gaat een tot anderhalf jaar duren. Dat willen we volgens mij allemaal niet.

De voorzitter:

Ik zie dat dit een korte vraag bij mevrouw Bouchallikh oproept.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Inderdaad kort. Ik hoop inderdaad dat het gewoon doorgaat per 1 januari. Ik vraag ook niet om een wijziging van het huidige traject, maar om dit zo snel mogelijk op te pakken, mocht het toch niet doorgaan per 1 januari. Ik ben dus blij dat u daarmee aan de gang gaat met BZK. Als het kan, zou het fijn zijn om daar dan wel gauw informatie over te krijgen.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zeg mevrouw Bouchallikh graag toe dat we zo snel mogelijk weer een update zullen geven. Laten we er voorlopig van uitgaan dat de Omgevingswet wel gewoon ingaat. Maar we moeten natuurlijk ook realistisch zijn en kijken naar alternatieven.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar mevrouw Bouchallikh. Leidt dat ertoe dat zij haar motie aanhoudt of intrekt? Of wil zij die toch liever in stemming brengen? Ik begrijp dat mevrouw Bouchallikh daar nog op terugkomt.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie van mevrouw Bouchallikh op stuk nr. 235. Ik zal met het RIVM in gesprek gaan over het vervolg van het onderzoek en het afleiden van waarden. Natuurlijk kan ik niet zelf handhaven; dat is aan het bevoegd gezag. Maar met die lezing zou ik de motie graag oordeel Kamer willen geven.

Dan de motie op stuk nr. 236, ingediend door mevrouw Beckerman. Die motie wil ik ontraden. Het doel om voor 2030 alle asbestdaken te saneren kan niet worden gehaald met de inzet van 35 miljoen. We hebben daar in totaal meer dan 400 miljoen voor nodig. We hebben in de commissievergadering besproken dat we kijken naar een doelmatige besteding van het geld. We zetten vooralsnog vooral in op publiekscampagnes. We hebben nu het budget van 400 miljoen niet beschikbaar om zwaardere middelen te kunnen inzetten om de gestelde doelen te behalen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik vind dit een heel rare redenering. Je wilt een doel halen waar je 400 miljoen voor nodig hebt. Je hebt dat geld niet, maar dan ga je het geld dat je wél hebt ook niet inzetten, waardoor je nog verder van je doel geraakt. Deze motie stelt nog niet voor om 400 miljoen beschikbaar te stellen. De motie stelt voor: kijk nou hoe je gericht tot goed beleid kunt komen en geef voor die tijd dat geld niet uit. Een simpel verzoek.

Staatssecretaris Heijnen:

We kunnen allemaal onze euro's maar één keer uitgeven, ook hier in het Haagse. Ik heb tijdens de commissievergadering aangegeven dat er verschillende onderdelen zijn waarmee je wellicht een groter effect kunt behalen qua milieuwinst en gezondheidswinst dan met de 35 miljoen, omdat dat gewoon een vrij beperkt budget is. Ik heb als voorbeeld genoemd de ambities die wij hebben op het gebied van de circulaire economie. Daar gaan we naar een nul-eurobudget, dus daar hebben we geen ruimte meer om innovaties toe te passen en noem het allemaal maar op, om bedrijven te stimuleren om mee te doen in de circulaire keten. Ik begrijp dat ook de asbestdakensanering enorm van belang is, maar ik kan geen ijzer met handen breken. Ik heb de 400 miljoen niet. Mocht er een meerderheid in de Kamer zijn die wel bereid is om dat grote bedrag ter beschikking te stellen, dan ga ik natuurlijk hard aan de slag om dat bedrag te gebruiken om de asbestdaken te saneren.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, echt kort op dit punt, tot slot.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dit is eigenlijk de tragiek. Het kabinet zegt hier: we hebben allerlei milieudoelen die noodzakelijk zijn voor de gezondheid, maar we gaan daarin schuiven, want er is geen geld. Ik kan me voorstellen dat deze bewindspersoon daar niet zo veel aan kan doen. Maar dat is niet wat deze motie zegt. De motie zegt alleen maar: onderzoek nou wat de meest effectieve manier zou zijn. Dat is het enige wat we nu op dit moment vragen. Op dit moment gaat het kabinet alleen maar publiekscampagnes starten en tot die tijd komt het niet aan het geld.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik ben nog heel even goed aan het kijken hoe de formulering in de motie exact is. Ik zou willen vragen om de motie in elk geval even aan te houden, zodat we met elkaar het gesprek daarover kunnen hebben. Want ik vind het ook zonde om een onderzoek te laten doen naar iets waar we echt de middelen niet voor beschikbaar hebben. Als er draagvlak is in de Kamer om wel te zoeken naar die 400 miljoen, dan ben ik best bereid om te kijken wat we kunnen doen. Maar ik wil dat op dit moment niet toezeggen, want ook de ambtelijke capaciteit kunnen we maar één keer inzetten. Ik wil echter graag het gesprek met mevrouw Beckerman daarover iets uitgebreider voeren dan we nu even in die twee minuten doen.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, bent u bereid de motie aan te houden?

Mevrouw Beckerman (SP):

Nee, het gesprek is juist het debat en dat hebben we gehad. Volgens mij liggen er heel veel plannen, zijn heel veel provincies en gemeenten ermee bezig, geven zij daar ook eigen geld aan uit, en is dat wat het onderzoek is. We kunnen daarover prima weer in gesprek in het vervolg, maar het gesprek is gewoon het debat en dat is geweest.

De voorzitter:

Helder. Dan vraag ik de staatssecretaris om toch een oordeel over deze motie te geven.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan moet ik de motie op stuk nr. 236 ontraden.

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 237 van mevrouw Beckerman over aardgascondensaat. Ik ontraad de motie, want op grond van internationale verplichtingen moet ik het vervoer wel faciliteren. Dat gebeurt binnen de wettelijke voorschriften. De ILT houdt daar ook toezicht op.

Dan de motie op stuk nr. 238 over de Hedwigepolder. Ik wil die motie graag doorverwijzen naar de minister voor Natuur en Stikstof.

Dan had meneer Thijssen nog een vraag over hoe het staat met het plan van aanpak voor Tata.

De voorzitter:

U geeft aan de motie op stuk nr. 238 te willen doorverwijzen, maar die komt hier ook op de stemmingslijst. Wat is uw oordeel?

Staatssecretaris Heijnen:

De minister voor Natuur en Stikstof heeft op 20 juni aangegeven hoe ze uitvoering heeft gegeven aan de motie. Er wordt uitgebreid ingegaan op de gevolgen voor natuur en gezondheid. Het is gewoon niet mijn portefeuille, dus ik zou de motie alleen al op basis daarvan willen ontraden, maar ik adviseer mevrouw Beckerman om de motie voor te leggen aan de daartoe bevoegde bewindspersoon.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Beckerman of dat nog tot een andere actie leidt. Dat is niet het geval.

Mevrouw Beckerman (SP):

Volgens mij kan de minister voor Natuur en Stikstof prima een appreciatie sturen voor dinsdag. Pfas is onderwerp van deze commissie en dat is waar deze motie over gaat.

De voorzitter:

We zullen de motie doorgeleiden naar het kabinet.

Staatssecretaris Heijnen:

Meneer Thijssen had nog een vraag over het plan van aanpak voor Tata. De motie om het plan op te stellen is afgedaan door mijn voorganger. Het plan van aanpak is op 1 december aangeboden aan de Kamer. Ten aanzien van de kwantitatieve waarden geldt dat ik van het RIVM een eerste verkenning heb ontvangen. Op basis daarvan zal ik vervolgstappen bepalen en de Kamer daarover informeren.

Dat waren mijn reacties, voorzitter.

De voorzitter:

Er is een korte vraag van de heer Thijssen.

De heer Thijssen (PvdA):

Is de staatssecretaris het met mij eens dat er wel iets is opgestuurd voor 1 december, maar dat er niet is bepaald hoe wordt voorkomen dat er onacceptabele gezondheidsrisico's zijn? Daar is meer onderzoek voor nodig door het RIVM. Ergens heeft mijn fractie daar respect voor. Maar ergens denk ik ook: dadelijk zijn we een jaar verder sinds we dat vreselijke rapport hebben gehad. Er moet gewoon duidelijkheid komen over wat er nodig is om die omgeving schoon te krijgen.

Staatssecretaris Heijnen:

Het RIVM is er wel echt drukdoende mee. Ze hebben inmiddels een eerste verkenning naar mij opgestuurd. Ik hoop de Kamer zo snel mogelijk te kunnen informeren over wat daar allemaal uit is gekomen. Volgens mij is het RIVM zich zeer wel bewust van het belang dat ook deze commissie hecht aan snelheid om duidelijkheid te kunnen bieden aan de omwonenden van Tata.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee is er een einde gekomen aan dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik kijk even rond, want volgens mij zijn alle sprekers voor het volgende debat inmiddels ook aanwezig. Daar gaan we over enkele minuten mee beginnen.

Naar boven