30 Geneesmiddelenbeleid/Hulpmiddelenbeleid/Pakketbeheer

Aan de orde is het tweeminutendebat Geneesmiddelenbeleid/Hulpmiddelenbeleid/Pakketbeheer (CD d.d. 09/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Geneesmiddelenbeleid/Hulpmiddelenbeleid/Pakketbeheer. Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de woordvoerders en de mensen die dit debat volgen van harte welkom. Ik geef meteen het woord aan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de minister voor de toezegging dat ziekenhuizen tijdig op de hoogte worden gesteld over waar ze met betrekking tot moleculaire diagnostiek rekening mee kunnen houden, zodat ze dat mee kunnen nemen in de onderhandelingen met de zorgverzekeraars.

Dan heb ik één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de doorlooptijden van extramurale geneesmiddelen blijkt dat de meeste tijd verstrijkt tussen het verkrijgen van de handelsvergunning en het indienen van het dossier door de fabrikant, en dat bij de open instroom van intramurale geneesmiddelen veel tijd verloren gaat tussen EMA-registratie en het verkrijgen van een add-on;

overwegende dat fabrikanten een belangrijke rol en verantwoordelijkheid hebben in het compleet aanleveren van een dossier, maar dat bijvoorbeeld ook onduidelijkheid over het te volgen proces of aanvullende vragen van Zorginstituut Nederland of zorgverzekeraars extra tijd kosten in het compleet maken van een dossier;

overwegende dat de doorlooptijd tot instroom van een nieuw geneesmiddel in het basispakket hiermee flinke vertraging oploopt en dat dit ten koste gaat van de patiënt;

verzoekt de regering gesprekken op te starten met partijen, waaronder het Zorginstituut en de fabrikanten, over het in kaart brengen van de mogelijkheden voor inkorting van de doorlooptijden van sluisgeneesmiddelen en anderzijds de mogelijkheden voor het ophelderen van de routes en het versnellen van het compleet maken van een dossier voor extramurale geneesmiddelen, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan, Kuzu, Mohandis en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 766 (29477).

Dank u wel, dan geef ik het woord aan de heer Slootweg, CDA.

De heer Slootweg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. We willen de minister danken voor een aantal toezeggingen, zoals het aanvullend onderzoek naar productlocaties van geneesmiddelen in Nederland. We hebben een schriftelijke reactie ontvangen op het actieplan van het CDA en Fractie Den Haan om verspilling van medicijnen tegen te gaan en een brief aan de Kamer over hoe de minister het Zorginstituut de toetsing wil laten verbeteren en verbreden met betrekking tot het pakketbeheer, waarmee ook de motie van 8 juni 2022 van Joba van den Berg is uitgewerkt.

Het CDA is echter nog niet tevreden over het inkoopbeleid van VWS. Voor de zelfvoorzienendheid is het belangrijk dat de inkoop gedeeltelijk in Nederland gebeurt, en ook gedeeltelijk bij sociale bedrijven. Dat past de overheid. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat ingezet moet worden op grotere (Europese) zelfvoorzienendheid op het gebied van genees- en hulpmiddelen;

overwegende dat het ministerie van VWS in het eigen inkoopbeleid kan bijdragen aan het behoud van productiecapaciteit binnen Nederland, en daarbij met social return ook kan bijdragen aan het creëren van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;

overwegende dat de minister momenteel laat onderzoeken wat gunningscriteria en wegingsfactoren zouden kunnen zijn voor aanbestedingen van bijvoorbeeld mondkapjes;

verzoekt de regering in het inkoopbeleid van het ministerie van VWS op te nemen dat minimaal 5% van de loonsom besteed moet worden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slootweg en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 767 (29477).

Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Hijink van de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank u wel, voorzitter. Het Geneesmiddelenvergoedingssysteem gaat op de schop. Dat baart heel veel mensen best wel zorgen, zeker als het gaat over de eigen betalingen. Veel mensen zijn toch bang dat er heel veel meer bijbetaald moet gaan worden. Daarom dien ik de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er door de aangekondigde herziening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) waarschijnlijk meer mensen te maken krijgen met eigen betalingen;

overwegende dat er mensen zijn die om medische redenen aangewezen zijn op een specifiek geneesmiddel;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat deze mensen in het herziene GVS niet te maken zullen krijgen met eigen betalingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 768 (29477).

De heer Hijink (SP):

De tweede motie gaat over jongeren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensen onder de 18 jaar zijn uitgezonderd van veel eigen betalingen in de zorg, waaronder het eigen risico en tandartskosten, om zo te voorkomen dat zij om financiële redenen zorg mijden;

overwegende dat het net zo goed onwenselijk is als zij zorg mijden vanwege de eigen bijdrage voor geneesmiddelen;

verzoekt de regering om mensen onder de 18 jaar uit te zonderen van de eigen bijdrage onder het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 769 (29477).

De heer Hijink (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Mohandis van de PvdA.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. We hebben in het commissiedebat uitvoerig gesproken over het pakket voor 2023 en het schrappen van vitamine D. Vandaar de volgende twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het uit het pakket halen van vitamine D grote gevolgen kan hebben voor patiënten;

overwegende dat een op de vijf gebruikers vitamine D wegens problemen bij het overzicht en beheer samen met andere geneesmiddelen in een medicijnenrol ontvangt;

overwegende dat voor veel patiënten vitamine D, vaak gecombineerd met kalk, medisch noodzakelijk is en door hun medisch specialist of huisarts wordt voorgeschreven;

van mening dat mensen premie betalen voor noodzakelijke medische zorg;

van mening dat het verstandiger is om vitamine D in het basispakket te laten totdat helder is welke effecten het schrappen van vitamine D heeft op kwetsbare groepen;

verzoekt de regering vitamine D te blijven vergoeden voor patiënten die dat krijgen voorgeschreven door hun huisarts of medisch specialist en zo nodig met voorschrijvers in gesprek te gaan over de noodzaak van doelmatig voorschrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis, Den Haan, Ellemeet, Hijink, Kuzu, Agema en Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 770 (29477).

De heer Mohandis (PvdA):

We weten niet hoe deze ingediende motie gaat landen. Mocht ze het gaan halen, dan is de volgende motie niet nodig, maar we dienen die toch in omdat we niet weten hoe over de eerste motie wordt gestemd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gevolgen van het volledig uit het pakket halen van vitamine D onbekend zijn, zowel wat betreft therapietrouw als wat betreft financiële belasting;

overwegende dat het Zorginstituut Nederland op dit moment niet voldoende inzicht heeft in de gevolgen en deze wil monitoren;

overwegende dat veel patiënten die vitamine D krijgen voorgeschreven tot kwetsbare groepen behoren (sommige ouderen, mensen met een niet-westerse achtergrond, mensen met ordeningsproblemen en lage inkomens) en dat het belangrijk is om goed zicht te hebben op de therapietrouw van deze specifieke groepen;

verzoekt de regering de Kamer voor de begrotingsbehandeling in 2022 te informeren over hoe deze monitor/evaluatie eruit gaat zien, hoe financiële effecten en effecten op de therapietrouw zullen worden gemeten en hoe ervoor gezorgd wordt dat de gevolgen voor kwetsbare groepen in beeld worden gebracht;

verzoekt de regering tevens de Kamer voor de begrotingsbehandeling in 2023 te informeren over de eerste effecten van deze maatregel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis, Ellemeet, Kuzu, Den Haan, Agema en Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 771 (29477).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma van D66. Nee? Zij ziet af van haar termijn. Dan geef ik het woord aan mevrouw Maeijer van de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. In het debat heb ik namens mijn fractie aandacht gevraagd voor de toegang van patiënten tot geneesmiddelen en met name de knelpunten. Ik heb geen motie vandaag, maar in het kader daarvan heb ik wel nog een vraag. Ik vroeg me af of de minister van plan is om, gelet op de sluisuitbreiding en de hogere instroom van geneesmiddelen op basis van de Horizonscan, de capaciteit bij het Zorginstituut en VWS naar verhouding uit te breiden om te voorkomen dat de wachttijden voor patiënten verder zullen oplopen. Ik hoor het graag.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Van den Hil, VVD.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aangenomen motie van Aukje de Vries (29477, nr. 724) de regering vraagt te onderzoeken hoe er concreet meer kan worden gewerkt met bekostiging op basis van behandelresultaat in brede zin;

constaterende dat de minister heeft aangegeven samen met het Zorginstituut via een aantal casussen te onderzoeken of er situaties zijn waarin de inzet van pay-for-performance zinvol is, en de Kamer hierover volgend jaar te informeren;

van mening dat het in het belang van de patiënt is om vaart te zetten achter het toetsen van nieuwe bekostigingsmodellen bij dure geneesmiddelen;

verzoekt de regering een versnelling in het praktijkonderzoek naar pay-for-performance aan te brengen en nog dit jaar te starten met een pilot, en de Kamer hierover voor het kerstreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Hil en Tielen.

Zij krijgt nr. 772 (29477).

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de bijdragen van de kant van de Kamer. De minister heeft aangegeven ongeveer tien minuten nodig te hebben om zich voor te bereiden.

De vergadering wordt van 18.25 uur tot 18.32 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister. Gaat uw gang.

Minister Kuipers:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst was er één vraag, de vraag van mevrouw Maeijer over de capaciteit bij het Zorginstituut. Mevrouw Maeijer geeft terecht aan dat de capaciteit een onderwerp is om goed naar te kijken en te zorgen dat die adequaat en op orde is. Het Zorginstituut heeft al met 3,5 fte uitgebreid en een impactanalyse gedaan om te kijken wat er verder nodig is, want die 3,5 fte is dan niet voldoende. Ik ben daarover in gesprek met het Zorginstituut. Dat heeft dus nadrukkelijk de aandacht. De capaciteit moet voldoende zijn.

Voorzitter. Dan de moties. De motie op nr. 766 is oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 767 gaat over de aanbestedingen van mondkapjes in het inkoopbeleid van het ministerie van VWS. Ik benoem dat even heel specifiek. Het is een belangrijk onderwerp. Ik kan al zeggen dat wij de motie graag overnemen. Dat betekent dat er binnen VWS bij Europese aanbestedingen altijd een social return van 5% wordt meegenomen. Dat is staand inkoopbeleid. Dat gaan we dus ook doen in het geval van mondkapjes. Ik hecht eraan om te zeggen dat het gaat over inkoopbeleid van het ministerie van VWS, want in het voorbeeld en in de tekst werd er breder over bijvoorbeeld medicatie gesproken.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Slootweg of zijn motie op stuk nr. 767 overgenomen kan worden.

De heer Slootweg (CDA):

Dat zou ik wel willen doen, maar dan moet ik het toch nog even heel goed begrijpen. Wij wilden het inderdaad breder dan alleen maar mondkapjes. Betekent het dat het alleen op dat onderdeel zo is, dus niet voor de inkoop van medicijnen?

Minister Kuipers:

Het gaat over het inkoopbeleid van VWS. Waar VWS centraal landelijk inkoopt, kunnen we dat doen. Maar veel medicamenten worden normaal gesproken, los van een bijzondere situatie die we weleens met covid gehad hebben, door een individueel ziekenhuis, een apotheker en dergelijke ingekocht.

De heer Slootweg (CDA):

Nou, volgens mij is dit in de geest zoals we deze motie hebben opgesteld.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de collega's om te zien of er bezwaar tegen is dat deze motie wordt overgenomen. Dat is niet het geval.

De motie-Slootweg/Van den Berg (29477, nr. 767) is overgenomen.

Minister Kuipers:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 768 ontraad ik.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 769.

De motie op stuk nr. 770 ontraad ik eveneens. Ik hecht eraan om de specifieke toelichting te geven dat het binnen de Zorgverzekeringswet niet mogelijk is om zorg voor specifieke groepen te vergoeden op niet-zorginhoudelijke gronden, zoals financiële kwetsbaarheid.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 771 is oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 772 kan wat mij betreft worden overgenomen. Ik onderschrijf het belang van spoedige voortgang van casusonderzoek. Ik ben blij dat het Zorginstituut daar ook al mee begonnen is. Ik zal u voor het kerstreces informeren. Ik wil daar wel bij benadrukken dat pay-for-performance ook nu al kan worden ingezet, zowel door zorgverzekeraars als door ziekenhuizen.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Van den Hil of dat akkoord is. Dat is het geval. Is er bezwaar tegen dat deze motie wordt overgenomen? Dat is niet het geval.

De motie-Van den Hil/Tielen (29477, nr. 772) is overgenomen.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de woordvoerders.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Volgende week dinsdag gaan wij stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering tot 19.45 uur. Dan wordt er gestart met het voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug.

De vergadering wordt van 18.36 uur tot 19.37 uur geschorst.

Naar boven