4 Europese top van 23 en 24 juni 2022

Europese top van 23 en 24 juni 2022

Aan de orde is het debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022.

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022. Ik heet de minister-president van harte welkom, evenals de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier dit debat volgen. Zoals uit de geannoteerde agenda van het kabinet blijkt, staan ook de aanvragen van EU-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië op de agenda van de Europese top. Vanwege de behandeling van dit onderwerp zijn de ambassadeurs van deze drie landen vandaag bij ons aanwezig om het debat te volgen. Deze mogelijkheid biedt de Tweede Kamer. Ik schakel daarom even kort over op het Engels om ze welkom te heten. Overigens zijn er tolken aanwezig zodat ze het debat kunnen volgen.

Your Excellencies, Mr. Maksym Kononenko, Ambassador of Ukraine, Ms. Tatiana Pârvu, Ambassador of the Republic of Moldova, and Mr. David Solomonia, Ambassador of Georgia. I wish you a warm welcome to the Plenary Chamber of the House of Representatives, the Tweede Kamer. Today, members of Parliament will debate the Dutch Government's position on the items on the agenda of the European Council. We realise that this is an important moment for your countries, considering the applications for EU membership that have been submitted. I will now switch back to Dutch, since the debate of course is conducted in Dutch.

Dat gezegd hebbende, geef ik als eerste heel graag het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga. Ik wil met de leden vier vragen of opmerkingen aan elkaar en zes aan de bewindspersoon, in dit geval de minister-president, afspreken. Ik geef het woord aan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Een paar maanden geleden stond onze premier pontificaal voor een Oekraïense vlag en schalde de oorlogskreet "Slava Ukraini". En nu zijn de letterlijke woorden van de premier: "Deze oorlog is de onze". Stelt u zich nou eens voor dat Poetin tijdens een persconferentie zegt: "Deze oorlog is de oorlog van Nederland". Dat is precies wat onze minister-president heeft gedaan. Het was een directe oorlogsverklaring. Willens en wetens trekt hij Nederland een oorlog in tegen de grootste kernmacht ter wereld. Hij brengt Nederland in gevaar en lapt daarmee de Grondwet aan zijn laars. Waarom verklaart de premier tijdens een persmoment de oorlog aan Rusland? Waarom passeert hij de Staten-Generaal? En waarom zet hij artikel 96 van de Grondwet opzij? En hoe verhoudt deze uitspraak zich met het Wetboek van Strafrecht, Tweede Boek, Titel I, artikel 100, waarin staat dat je geen handelingen mag verrichten waardoor het gevaar ontstaat dat we bij een oorlog worden betrokken?

Voorzitter. Ik maakte me een voorstelling van de ministerraad van vrijdag, over wat er gezegd werd over de boeren die in opstand komen tegen de verzonnen stikstofcrisis. Zonder tegenstand en zonder oppositie, want daar houdt onze premier niet van. Misschien dacht de premier: ik gooi er nog gewoon twee crises tegenaan, dat kan het parlement nooit allemaal in één week behandelen. Er werd besloten tot een nationale crisis om vluchtelingen op te vangen en zelfs tot een oorlog met Rusland. De puinhopen van Paars waren erg, maar de ruïnes van Rutte zijn dramatisch. Deze premier lost niets op, maar hij zet crises in als wapen. Een voedselcrisis, een energiecrisis, een pensioencrisis, een migratiecrisis, een stikstofcrisis, een klimaatcrisis, een coronacrisis, een wooncrisis en een crisis in de jeugdzorg, om het parlement buitenspel te zetten, om boeren het ondernemen onmogelijk te maken, om ondernemers het land uit te jagen, om armoede te zaaien, om de Nederlander te breken en om uiteindelijk ons prachtige Nederland kapot te maken en te overhandigen aan de EU.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorzitter, even een punt van orde, want we debatteren hier vandaag over de Europese top. De heer Van Haga houdt hier een heel referaat over de jeugdzorg, over de stikstofcrisis en wat dan ook. Maar volgens mij is dit niet de focus van het debat en is het niet een breed begrotingsdebat of wat dan ook. Dus ik zou toch de heer Van Haga en ook de andere collega's willen aansporen om zich in ieder geval bij Europese thema's te houden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Waarvan akte, ik ga verder.

Voorzitter. Rutte IV hangt van crises aan elkaar en dat is niet in het belang van Nederland. Dit debat gaat over de EU-top. Onze premier wil dat Oekraïne lid wordt van de EU. En toch een gewetensvraag. Hoe verhoudt deze opstelling van de premier zich tot zijn uitleg bij het inlegvelletje na het Oekraïnereferendum?

Voorzitter. Oekraïne lid maken van de EU en wellicht straks van de NAVO is niet in het belang van de de-escalatie van dit conflict. Premier Rutte escaleert keer op keer en daarmee neemt het kabinet een groot risico met onze veiligheid. Ik heb het al eerder aan de premier gevraagd en ik vraag het hem opnieuw: bent u zelf eigenlijk bereid om te sterven voor Oekraïne? Als het antwoord op deze vraag nee is, stop dan met die stoere oorlogstaal en probeer te de-escaleren, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan gaan we luisteren naar de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Allereerst een woord van welkom, uiteraard, aan de ambassadeurs van Oekraïne, Moldavië en Georgië, die vandaag dit debat bijwonen. Ik hoop dat het debat recht zal doen aan de grote zorgen die leven in deze drie landen.

Voorzitter. We staan aan de vooravond van een belangrijke Europese top. Deze top zal niet alleen de Europese Unie veranderen, maar nog meer de toekomst van Oekraïne. Ik wil eigenlijk beginnen met iets ongewoons in dit huis: mijn complimenten aan de opstelling van dit kabinet. D66 heeft de afgelopen jaren in deze zaal vaak gezegd: we moeten ons proactiever opstellen in Brussel. Liever de handen aan het stuur dan de voet op de rem. Dat heeft het kabinet gedaan aan het begin van deze oorlog, met het leveren van wapens aan Oekraïne, met sanctiedruk op Rusland, met energieboycots, met Europese defensiesamenwerking en dan nu ook met het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië en het perspectief voor Georgië. Het ging misschien niet zonder slag of stoot, maar de uitkomsten mogen er zijn. Op de dag dat de Europese Commissie met het advies en het standpunt kwam, omarmde het kabinet het. Daarmee deed het kabinet recht aan de strijd die Oekraïners al jaren voeren voor een Europees perspectief. Er wordt daar letterlijk gevochten voor het recht om te leven in vrijheid en veiligheid en voor soevereiniteit.

Voorzitter. Dit kandidaat-lidmaatschap is natuurlijk een stap vol symboliek, maar ook een stap volgens de regels. Oekraïne voldoet volgens het verdrag aan de voorwaarden. Er zijn geen shortcuts verleend volgens de Commissie. Ik heb twee vragen aan de premier. Is hij bereid om toe te zeggen de landen die nu perspectief hebben gekregen, te helpen om te voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld aan het openen van onderhandelingen? En wat is de inzet van de premier richting — laat ik het in brede zin zeggen — de westelijke Balkan, waar andere EU-lidstaten pleiten voor kandidaat-lidmaatschap, waarvoor Bulgarije een blokkade heeft gelegd? Dat is een pijnlijke zaak, vindt mijn fractie, en het is een zaak die we hopelijk snel kunnen oplossen.

De heer Eppink (JA21):

De heer Sjoerdsma sprak zonet over wapenleveranties. Vorige week is er ook een motie aangenomen over wapenleveranties "zonder taboe": er mag geen taboe op ontstaan. Alle wapenleveranties van Nederland worden helemaal gescreend. Wat betekent precies "geen taboe"?

De heer Sjoerdsma (D66):

Allereerst voor diegenen die de achtergrond van de motie niet kennen: het gaat militair gezien niet goed in de Donbas. Dat wil zeggen dat Oekraïne met de rug tegen de muur staat en dat er voor elk artilleriegeschut dat Oekraïne bezit, tien tot vijftien aan de Russische kant staan. Wil je dat momentum keren en wil je ervoor zorgen dat Oekraïne in staat is om de eigen soevereiniteit en de eigen grenzen te beschermen, dan zijn er meer wapens nodig, veel meer wapens. We hebben in vele discussies voorafgaand aan de oorlog en na de invasie gezien dat niet alles kon en mocht. Mijn fractie zegt, en met mijn fractie het merendeel van de Kamer, dat alles moet kunnen, of het nu lucht-, land- of zeewapens betreft.

De heer Eppink (JA21):

Dan heb ik nog één aanvullende vraag. Bestaat er dan ook geen taboe op het gebruik of de inzet van tactische nucleaire wapens?

De heer Sjoerdsma (D66):

Die wapens zijn niet van Nederland. Die wapens zijn in Amerikaans eigendom en daarvan wordt gezegd — ik denk dat het inmiddels het slechtst bewaarde publieke geheim van Nederland is — dat ze hier op Nederlands grondgebied liggen. Maar wij hebben daar geen zeggenschap over. Die gaan uiteraard daar niet worden ingezet.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Daarnaast een wat fundamenteler punt. Onze premier zei vrijdag: dit is ook onze oorlog. Wat mij betreft zei hij dat zeer, zeer terecht. In Oekraïne staan niet alleen Oekraïense levens op het spel. Elke dag — elke dag! — verliezen zij net zo veel mensen als wij destijds met de MH17. Maar ook de principes van soevereiniteit en internationaal recht staan op het spel, en de vrede en veiligheid van ons continent. Denk je in welke lessen Poetin en Xi Jinping gaan trekken als aan het eind van deze oorlog Rusland eindigt met gebiedswinst. Daarom heb ik deze vraag aan de premier. Is hij het met D66 eens dat Oekraïne moet winnen? Is hij het met D66 eens dat we Oekraïne moeten steunen, totdat het land het eigen grondgebied terug heeft of het een vredesakkoord wil sluiten naar eigen tevredenheid? Ik vraag dat omdat Oekraïne het nu moeilijk heeft in de Donbas. Collega Eppink interrumpeerde mij net al hierover. Wij moeten nu alles op alles zetten, bijvoorbeeld met wapenleveranties. Vanuit de Kamer kwam een zeer duidelijk signaal dat Nederland alles moet doen wat mogelijk is, zo snel mogelijk en zonder taboes. Die motie werd aangenomen en ik vraag de premier wanneer wij duidelijkheid krijgen over de uitvoering. Ik vraag dat omdat elke dag telt. Elke dag verslechtert de situatie in het zuidoosten. Wij moeten ervoor zorgen dat het Oekraïne lukt om het tij te keren en de Russen terug te dringen. Ik vraag de premier of hij het daarmee eens is.

Voorzitter. Naast complimenten voor het kabinet heb ik ook zorgen, omdat oorlog draait om de vraag wie het offensief heeft en wie de ander dwingt om te reageren. Dat geldt op het slagveld, maar dat geldt ook daarbuiten. Tot nu toe heeft Poetin óns gedwongen te reageren. Wij reageren telkens op de huidige situatie, maar we anticiperen niet op wat Poetin ultimo kan doen. Een voorbeeld. We reageren nu op het feit dat Poetin de gaskraan naar Duitsland en Italië voor de helft dichtdraait, maar we zijn niet klaar voor een volledig dichte kraan. Dit is kort gezegd een pleidooi van mij om nu alles te doen en om voorbereid te zijn op de slechtste scenario's waarmee Poetin ons kan confronteren.

Daarom heb ik de volgende vragen aan de premier. Eerst over gas. Zijn we voorbereid op het dichtdraaien van de gaskranen door Poetin? Welke maatregelen zouden we nu op Europees niveau moeten en kunnen nemen om de schade daarvan te beperken?

Over energiebesparing, want als je Poetin wilt isoleren, moet je je huis isoleren. Doen we de komende maanden, tot aan de winter, werkelijk alles wat mogelijk is om onze huizen te isoleren? In het VK gaat men langs de huizen met windtesten en rijden er busjes door de wijken. Hier vraag ik me af waar onze oorlogseconomie blijft.

Over graan. Het cynisme van het Kremlin kent geen grenzen. "Onze laatste hoop is honger" is een citaat uit de gangen van het Kremlin. Met andere woorden: zijn we voorbereid op het scenario dat Poetin het Oekraïense graan niet alleen niet doorlaat, maar misschien zelfs vernietigt, waardoor er een grote hongersnood dreigt? Is Nederland bereid om te pleiten voor een speciale VN-zeemissie die het graan gaat halen? Is Nederland bereid een resolutie in te dienen in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties onder Uniting for Peace, om ervoor te zorgen dat het graan de wereld kan bereiken? Want we hebben een groot probleem. Ik heb gezien dat de premier in algemene zin hierover in gesprek was met secretaris-generaal Guterres. Ik hoop dat er vandaag een update is, zodat we deze humanitaire missie in de Zwarte Zee binnenkort kunnen zien.

De heer Baudet (FVD):

Ik hoorde de heer Sjoerdsma zeggen dat "onze laatste hoop is honger" een citaat was. Wie citeerde hij?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik citeerde een woordvoerder van het Kremlin.

De heer Baudet (FVD):

Een woordvoerder van het Kremlin? Dit is een officieel standpunt van Rusland? Is dat wat u beweert? Of heeft u in Amerikaanse propagandabronnen gezien dat mensen zeggen dat dit gezegd wordt en gaat u dat dan op deze manier opblazen, alsof dat een formeel standpunt is van de Russische buitenlandse politiek?

De heer Sjoerdsma (D66):

Als de heer Baudet de woorden en de citaten niet gelooft, kan hij ook kijken naar de daden van Rusland. Hij kan zien dat Rusland op geen enkele manier het graan vanuit Oekraïne over zee wil laten vertrekken, wetende dat het onmogelijk is om het graan dat zich in de Oekraïense silo's bevindt, tijdig over land naar bijvoorbeeld Egypte en Indonesië te krijgen. Hij weet dat dat simpelweg onmogelijk is. Hij kan zien dat Rusland bezig is om dat tegen te houden en dat Rusland zelfs bezig is om het graan te stelen om het vervolgens tegen een hoge prijs op de wereldmarkt te verkopen. Rusland is zelfs bezig om het graan te vernietigen. Als de heer Baudet dat ook allemaal wil ontkennen, of het wil scharen onder het rijtje dat hij eerder noemde, namelijk toen hij op 8 maart het Russische optreden in Oekraïne extreem mild noemde, terwijl er al duizenden doden waren, dan moet de heer Baudet dat doen, maar het is zonde van dit debat.

De heer Baudet (FVD):

Ik zie dat Sjoerdsma de bekende hyperbool toepast. Dan ga je er dus allerlei dingen bij halen, terwijl hij in de Tweede Kamer zegt dat hij het Russische regeringsbeleid citeert: onze laatste hoop is honger. Dat heeft hij gezegd. Het is een citaat. Het is heel belangrijk dat wij daar even naar vragen. We hebben ook al gezien dat minister-president Rutte zonder enig probleem zegt "dit is onze oorlog". Waar zijn we nou mee bezig? Is dit daadwerkelijk een citaat, ja of nee? Of is dit iets wat de heer Sjoerdsma ergens gelezen heeft, in Amerikaanse oorloghitsende artikelen? Of wordt dit in de wandelgangen gezegd? Is dat het? Of is "onze laatste hoop is honger" daadwerkelijk overheidsbeleid en een formeel statement van het Kremlin? Als dat daadwerkelijk zo is, wil ik daar de bronnen van zien. Als het niet zo is, moet de heer Sjoerdsma gewoon inbinden. In de Tweede Kamer kun je dit andere landen toch niet zomaar aansmeren? Dat kan toch niet?

De heer Sjoerdsma (D66):

Elke seconde die we besteden aan deze interruptie, elke seconde die we besteden aan de twijfels die de heer Baudet probeert te zaaien over hetgeen Rusland aan verschrikkelijkheden doet in Oekraïne, elke bagatellisering die Baudet in deze Kamer wil uitspreken over wat daar gebeurt, doet af aan de enorme urgentie die we allemaal zouden moeten voelen om niet alleen de levens van de Oekraïners te redden, maar ook om te vechten voor onze veiligheid, vrijheid en, zo zou ik tegen meneer Baudet willen zeggen, soevereiniteit.

De heer Baudet (FVD):

Volgens mij geeft Sjoerdsma hier gewoon mee toe dat hij geen enkele bron heeft en dat hij maar wat aan het wauwelen was. Nu doet hij dat weer, met een soort jij-bak, met "maar meneer Baudet, dit en dat ..." Hier in de Tweede Kamer over de grootste kernmacht ter wereld, over een gigantisch land en over een heel complexe situatie in Oekraïne zomaar zeggen dat ze daar zeggen "onze laatste hoop is honger" geeft geen pas en slaat nergens op. De heer Sjoerdsma wordt hier opnieuw ontmaskerd als een oorlogshitser die zonder nadenken de Amerikaanse propaganda overneemt.

De heer Sjoerdsma (D66):

In alle eerlijkheid, het doet pijn om deze Kremlinretoriek hier in de plenaire zaal onvervroren en zonder enige nuance van de heer Baudet te moeten horen. Het doet misschien nog wel meer pijn om die te moeten horen in aanwezigheid van de ambassadeur van Oekraïne. Hij weet hoe zijn volk zucht onder de Russische acties. Hij weet wat Rusland doet om het graan tegen te houden, het graan te vernietigen en ervoor te zorgen dat de wereldbevolking langzaam in hongersnood komt, meneer Baudet. Als u denkt dat dit het ergste is wat het Kremlin heeft gezegd, dan wil u graag wijzen op de verschillende uitspraken over denazificatie van Oekraïne, terwijl de president joods is, meneer Baudet. Dan wil ik het graag hebben over de bizarre uitspraak dat dit een "speciale militaire operatie" betreft, terwijl het een invasie is, meneer Baudet. U bagatelliseert dat. Ik vraag u echt om dat niet meer te doen. Het is te pijnlijk.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. We hebben geen tijd te verliezen. We kunnen niet wachten tot na de zomer. Het is nu 19 graden. Soms denk je dat dit wel overwaait. Ik betrap mezelf daar ook weleens op, dus ik kan dat niemand kwalijk nemen. Dat is niet zo. We gaan een zware winter tegemoet. De voorbereiding daarop zou chefsache moeten zijn. Ik zou de premier willen vragen om die urgentie uit te stralen, niet alleen hier en niet alleen in Europa, maar ook richting het Nederlandse volk. Graag een reactie.

Voorzitter. Tegelijk met de energiecrisis moeten we ook de klimaatcrisis bestrijden. Dat is de prijs die we moeten betalen in oorlogstijd. Ik vraag de minister-president of hij kan toezeggen, nu minister Jetten officieel de gascrisis heeft afgekondigd, in Europa te willen pleiten voor verplichtende gezamenlijke inkoop van gas.

Voorzitter. Dan de sancties op het gebied van olie. In de afgelopen maanden hebben de Europese lidstaten afgesproken dat olie per schip geweerd zou moeten worden uit de Europese Unie. Dat is een goede stap, al zou die wat ons betreft veel eerder van kracht moeten zijn. We zien dat de Europese scheepvaart nog steeds Europese olie vervoert. Europese schepen, vaak Griekse, brengen goedkope Russische olie naar India en China. Ik zou de premier willen vragen: het kan toch niet zo zijn dat wij goedkope olie richting China aan het subsidiëren zijn? Gaat de premier ervoor pleiten om dit gat in de sanctiewetgeving en in de boycot zo snel mogelijk te dichten?

Voorzitter, tot slot. In 2020 nam de Europese Unie eindelijk het Magnitsky-mensenrechtenregime aan om mensenrechtenschenders wereldwijd te kunnen aanpakken. Toen lukte het ondanks pogingen niet om corruptie ook als grondslag te nemen voor persoonsgerichte sancties. Voor sommige landen was dat helaas een brug te ver. Een gemiste kans, die we ook nu voelen. Daardoor hebben we nu een wapen minder om Poetin en de zijnen aan te pakken. Ik zou de premier willen vragen of hij er in de Europese Raad of in de wandelgangen voor zou willen pleiten om anticorruptie alsnog toe te voegen aan dit regime, of een apart anticorruptieregime toe te voegen. Inmiddels heb ik namelijk begrepen dat er op ambtelijk niveau akkoord zou zijn, dat dit niet nodig is en dat er opties worden uitgewerkt. Ik zou hem dus willen vragen om zich daar namens Nederland hard voor te maken. Dat geeft ons ook weer een instrument in handen om mensen aan te pakken die het meer dan ooit verdiend hebben om de straf te voelen voor wat zij hebben gedaan.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb een vraag voor collega Sjoerdsma. Hij eindigt met een aantal specifieke opmerkingen over sancties, maar hij vraagt niet als zodanig om een zevende sanctiepakket. Ziet hij toch graag dat dit zevende sanctiepakket er gaat komen? En welke belangrijke elementen zou hij in dat zevende pakket willen zien?

De heer Sjoerdsma (D66):

Dat is een goede vraag van de heer Van der Lee. Ik heb dat niet aangeraakt omdat ik vond dat minister Hoekstra daar in eerdere debatten duidelijk over was. Voor het geval het niet duidelijk was dat mijn fractie dat steunt: ja, mijn fractie wil een zevende sanctiepakket. Ja, mijn fractie wil dat zo snel mogelijk. Maar mijn fractie wil ook de ingewikkeldheden die ontstonden rondom het zesde sanctiepakket voorkomen. Dat betekent meer werk vooraf, laat ik het maar zo zeggen, en wat minder grote statements.

Wat moet er in dat pakket zitten? We zullen uiteraard ook moeten kijken naar gas, al vermoed ik dat Rusland eerder het gas zal afsluiten dan dat wij een boycot zullen aankondigen. Maar we zullen ook moeten kijken naar de maatregelen die we al hebben afgesproken en die pas in december ingaan. Ik noem steenkolen en olie. We zien dat Rusland nog steeds een enorme hoeveelheid geld binnenharkt, elke dag weer, en dat Rusland ook de gelegenheid krijgt om alternatieve afzetmarkten te vinden. Die gaten moeten echt zo snel als mogelijk dicht, bijvoorbeeld door het naar voren halen van maatregelen als het verbieden van het verzekeren van dit soort Russische olietankers. We moeten kijken waar de gaten zitten in de uitvoering. We weten hoe Rusland te werk gaat. Het zal op zoek gaan naar de zwakke plekken bij de Europese lidstaten of landen die grenzen aan Rusland en de Europese Unie, om te proberen via die landen toch de hoogwaardige technologie te krijgen die het nodig heeft voor zijn krijgsmacht. Dat moeten we voorkomen.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik wil hierop doorgaan. De heer Sjoerdsma sprak over de energiecrisis en hij zei dat ook het gas op tafel zal moeten komen. Als er zo'n zevende sanctiepakket zou moeten komen en we in Europa collectief een nieuw sanctiepakket op tafel willen leggen, is de heer Sjoerdsma het dan met mij eens dat we dan ook collectief aan de voorkant moeten kijken hoe ons noodplan eruitziet en dat er geen taboes zijn? Wij hebben in Nederland bepaalde taboes op energie, de Duitsers hebben hun kerncentrales. Dus alles moet op tafel komen, zodat we inderdaad slagvaardig en daadkrachtig een zevende sanctiepakket kunnen samenstellen. Kan de heer Sjoerdsma reflecteren op die taboes?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik ben het daar zeer mee eens, ook omdat je wel kan uittekenen dat de kans groot is dat de situatie op het slagveld in de komende maanden niet gaat veranderen, hoezeer we dat ook zouden willen. Als het dan herfst wordt, zal Poetin zijn kans schoon zien om landen binnen de Europese Unie onder grotere druk te zetten, door het gas niet alleen half af te sluiten, maar helemaal af te sluiten. Het is op dit moment 19 graden, maar laten we de urgentie enorm voelen dat we klaar moeten zijn voor de situatie in de winter. Dat betekent dat geen enkele maatregel om onze gasreserves aan te vullen taboe is. Dat betekent wat mij betreft ook dat we bijvoorbeeld tegen buurlanden als Duitsland en België, maar ook tegen landen als Spanje zeggen: als ik jullie was, zou ik jullie kerncentrales voorlopig niet sluiten, maar proberen ze nog op te lappen. We zullen af moeten van al die taboes die we voorheen hadden, omdat we simpelweg geen keuze hebben.

Ik zeg er wel het volgende bij. Wat mijn fractie betreft is het enorm belangrijk dat we tegelijkertijd de klimaatdoelstellingen blijven halen. Dus alles wat we nu verliezen aan CO2-inzet, bijvoorbeeld door het herstarten van kolencentrales of door de productiebeperkingen daaraf te halen, moeten wij bijvoorbeeld door normering en beprijzing weer terug zien te halen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA. Excuus, meneer Sjoerdsma, er is nog een vraag voor u van de heer Dassen. Hij kwam wat laat uit de startblokken.

De heer Dassen (Volt):

Even hierop doorgaand. Ik herken mij heel erg in wat de heer Sjoerdsma zegt. Ik vraag mij af of we als Europa niet een beter afschalingsplan moeten hebben. We zijn daar in Nederland mee bezig; andere landen zijn daar ook mee bezig. Moet dat niet op Europees niveau veel beter op elkaar gaan aansluiten?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik denk dat het allerbelangrijkste hierbij is dat de afschalingsplannen van Nederland en Duitsland goed gecoördineerd zijn. Luisterend naar de persconferentie van minister Jetten, hoorde ik dat we wat dat betreft synchroon lopen. Die afschakelplannen zien er ook grotendeels hetzelfde uit. Maar dat brengt ook een gevaarlijk punt met zich mee. Ik denk namelijk dat Duitsland niet klaar is voor het dichtdraaien van de gaskraan door Rusland. Het zou dus best kunnen dat ze aan Duitse zijde het einde van het crisisplan snel bereiken, vergeleken met andere lidstaten. Andere landen, waaronder Nederland, zullen dan solidair moeten zijn. Dat brengt weer moeilijke keuzes met zich mee voor Nederland. Ik ben het er dus zeer mee eens dat solidariteit en synchronisatie van de maatregelen van groot belang zijn. Ik ben het er zeer mee eens dat het van belang is om bottlenecks ... Ik noem maar het feit dat er in Portugal en Spanje enorm veel duurzame energie wordt opgewekt, maar dat de aansluiting op het Europese energienetwerk beperkt is. We moeten proberen dat zo snel als mogelijk op te lossen en we moeten proberen de waterstoffabrieken zo snel mogelijk uit de grond te stampen, maar wel binnen de grenzen van het mogelijke.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Een vriend in nood laat je niet in de kou staan. Pas op het allerlaatste moment kwam ook de premier tot dit besef en werd een internationale flater voorkomen. Nog geen drie weken geleden zei de minister-president namelijk dat hij de kans heel klein achtte dat Oekraïne de status kandidaat-lidstaat zou verkrijgen. Nederland stelde zich achter de schermen op als een van de grootste dwarsliggers. Klemgezet door de grote drie, Scholz, Draghi en Macron, besloot het kabinet het voorstel van de Commissie alsnog te omarmen en voor het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië te gaan stemmen.

Voorzitter. Het verzet van de premier heeft bar weinig opgeleverd. Hij heeft hiermee kostbaar politiek kapitaal verspild. Maar laten we duidelijk zijn: mijn fractie is blij met de 180 gradendraai van de premier. Ook de Nederlandse bevolking steunt in grote meerderheid deze belangrijke stap, een stap die met name symbolisch is. De regeringen in Kiev en Chisinau hebben nog een lange weg te gaan voordat er sprake kan zijn van daadwerkelijke toetreding. Desondanks is het een hart onder de riem voor de bevolking in deze twee landen, en vooral een duidelijk politiek signaal naar de dictator in het Kremlin.

Voorzitter. Ik vind het wel onbegrijpelijk dat we de Georgische bevolking buiten de boot houden. 120.000 Georgiërs kwamen maandag samen op het hoofdplein in Tbilisi, met EU-vlaggen, om duidelijk te maken dat zij ook een keus hebben gemaakt: de keus om bij de EU te willen horen. Graag hoor ik van de minister-president waarom hij het gerechtvaardigd vindt om bij Georgië een andere afweging te maken, refererend aan de politieke tegenstellingen in het land. Welk signaal geven we aan Poetin door het land dat in 2008 nog is binnengevallen door Rusland nu in de steek te laten? Kan de minister-president wel bevestigen dat als Georgië aan de gestelde criteria zal voldoen, Nederland het kandidaat-lidmaatschap van het land van harte zal ondersteunen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

De vraag van mevrouw Piri over Georgië is terecht. In hoeverre kan je diezelfde vraag stellen over Bosnië, Albanië of Kosovo? Begrijpt u dat die landen zich ook gepasseerd voelen? Moeten zij dan niet ook dezelfde behandeling krijgen?

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik ga straks verder in op de Balkan. Ik denk inderdaad dat daar ook stappen gezet moeten worden. Wat betreft de Balkan is er door de EU bijvoorbeeld besloten om Albanië en Macedonië in hetzelfde mandje te zetten. Eerst waren er de hele tijd bokkades op Albanië, onder andere van de Nederlandse regering. Noord-Macedonië kon dus geen lid worden. Vervolgens waren die blokkades weg, ook die van Frankrijk. Nu ligt er weer een blokkade van Bulgarije op Macedonië. Met de situatie in het Oostelijk Partnerschap, met de oorlog, de invasie, vanuit Rusland, dat in al deze drie landen al eerder militaire invallen heeft gedaan, vind ik het onbegrijpelijk dat je die drie landen op dit moment niet hetzelfde behandelt. Ik denk dus dat het antwoord "ja" is. Voorzitter, dan ga ik door. Een regio die minstens zo belangrijk is, is de Westelijke Balkan. Het is van belang dat er volgende week een positief signaal naar deze landen uitgaat, ook omdat de steun voor de EU onder de bevolking in die landen in rap tempo afneemt. Albanië en Noord-Macedonië zijn het slachtoffer van de omslachtige manier waarop we in de EU besluiten nemen. Skopje is al zeventien jaar kandidaat-lid. Maar de onderhandelingen zijn nog steeds niet gestart, vanwege eerst een veto van Griekenland, en nu eentje van Bulgarije. De premier is eerder afgereisd naar Bulgarije, maar wat wil hij nog meer doen om Sofia alsnog te overtuigen om zijn blokkade op te heffen?

Een ander positief signaal dat de regeringsleiders eindelijk kunnen geven, is het toekennen van visumvrij reizen voor de Kosovaren, als laatste land in de regio. Sinds 2018 voldoet dat land aan alle technische criteria en er is geen objectieve reden om Kosovo hiervan uit te sluiten. Sterker nog, de huidige Europese Commissie onder leiding van de Hongaarse Commissaris Varhelyi doet er alles aan om Servië voor te trekken. Er zijn zelfs nieuwe hoofdstukken geopend met Vučić, terwijl de rechtsstaat daar steeds meer onder druk komt. In dit licht is het hoog tijd dat de Raad een geste doet aan Kosovo. Is de premier bereid zich hiervoor in te zetten?

Voorzitter. Het is een beetje ongemakkelijk dat EU-leiders zich tijdens de EU-top met name willen richten op het uitwerken van plannen voor de wederopbouw van Oekraïne, terwijl de oorlog daar nog in alle hevigheid voortwoedt. Wat de Oekraïners nu nodig hebben, is meer wapens om hun land te kunnen verdedigen en nieuwe sancties tegen Rusland. Maar helaas staan sancties niet op de agenda. Graag hoor ik van de minister-president of hij zich hard wil maken voor een zevende sanctiepakket. Ik hoorde daar net twee coalitiepartijen ook aan refereren.

In de conceptconclusies wordt ook een paragraaf besteed aan de recente hernieuwde spanningen tussen Griekenland en Turkije. Dat is ook begrijpelijk, gezien de zeer agressieve toon van president Erdogan en andere Turkse politici tegenover de regering in Athene. Als Turkijerapporteur van het Europees Parlement sprak ik veel met mensenrechtenverdedigers die zich erover beklaagden dat de EU-leiders zich te weinig uitspraken over ontwikkelingen in Turkije zelf, zoals de afbraak van de rechtsstaat en het gebrek aan persvrijheid. Dit lijkt nu weer het geval. Ik weet dat de premier deze zorgen deelt. Is hij daarom bereid om dit aan te kaarten tijdens de bijeenkomst met zijn Europese collega's?

Voorzitter, ik rond af. De stap om Oekraïne, Moldavië en Georgië het Europees perspectief te bieden, is van groot belang, maar onze geloofwaardigheid in de Westelijke Balkan staat echt op het spel. Als wij, zeer terecht, stevige hervormingen vragen aan kandidaat-lidstaten, dan is het ook zaak dat de EU haar eigen beloftes nakomt.

Dank u wel.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik heb nog een vraag aan mevrouw Piri over Georgië. We hebben de Europese Commissie gevraagd om advies te geven. Zij hebben daar grondig naar gekeken en aan de hand van allerlei benchmarks beoordeeld hoe de verschillende landen ervoor staan. Daar komt een gedifferentieerd advies uit. Van twee landen zeggen ze dat het kandidaat-lidmaatschap nu al kan, maar van het derde land niet. Eigenlijk zegt mevrouw Piri: dat voorstel of dat advies van de Europese Commissie kan mij eigenlijk niet zo veel schelen; dat schuif ik terzijde; ik wil gewoon het politieke signaal afgeven. Zegt zij daarmee dat ze eigenlijk geen waarde hecht aan de rol van de Europese Commissie als objectieve beoordelaar van hoe een land ervoor staat?

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank voor deze vraag. Grappig dat die van de VVD komt, want toen Albanië al heel lang van de Europese Commissie groen licht kreeg op basis van alle criteria, waar, zoals de heer Brekelmans zegt, "objectief naar gekeken is", was het volgens mij de VVD-fractie die vond dat dat toch niet moest gebeuren. Ik zie nu een Europese Commissie geleid, helaas, op dit punt door een Hongaarse Eurocommissaris. Ik heb de afgelopen weken gezien dat er een hele grote EVP-lobby is geweest om Georgië anders te behandelen dan Moldavië en Oekraïne. Er zijn politieke tegenstellingen in Georgië. Ik zeg helemaal niet dat het daar heel goed gaat, maar diezelfde politieke tegenstellingen kenden we tot heel recent ook in Oekraïne. We weten dat ook in Moldavië pro-Russische en pro-Europese partijen elkaar de afgelopen jaren elke keer hebben afgewisseld. Dus ja, ik heb daarover een ander oordeel dan de Europese Commissie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri. Ik geef het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank u, voorzitter. Afgelopen vrijdag hoorden we dat Oekraïne en Moldavië kandidaat-lid kunnen worden van de Europese Unie. De regering heeft dit voorstel omarmd. Dit is opmerkelijk, omdat de regering aanvankelijk zeer kritisch was. De premier had het niet heel lang geleden nog over "geen goede discussie". Hij zei: "het is tijdrovend" en "laten we inzetten op intensieve samenwerking". Wat is er veranderd?

Er mag geen misverstand over bestaan: de SP veroordeelt het optreden van Poetin in Oekraïne ten zeerste. Hij voert een vuile oorlog die op geen enkele manier te rechtvaardigen is. Maar het is de vraag of een status van EU-kandidaat de juiste reactie is. Ten eerste is het natuurlijk ook een beetje een fopspeen omdat het daadwerkelijke lidmaatschap nog decennia kan duren. Deze zet kan dus ook een enorme domper worden, zoals collega Brekelmans terecht opmerkte toen zijn fractie zelf ook nog tegen was. Zie de motie-Sjoerdsma van 31 maart, waar niet alleen de VVD tegen stemde, maar ook het CDA. In die motie werd opgeroepen om Oekraïne kandidaat-lid te maken van de EU. Ik ben benieuwd naar de verklaring van het nieuwe standpunt van deze twee partijen.

Er is nog wel een lijst met voorwaarden gemaakt waaraan Oekraïne moet voldoen, zoals het hervormen van de rechtsstaat en maatregelen om corruptie aan te pakken. Dat is, zeg maar, de handreiking geweest aan kritische lidstaten. Wat opvalt is dat Oekraïne en Moldavië meteen kandidaat mogen worden, zonder deze verbeteringen ook daadwerkelijk door te voeren. Dat gold bijvoorbeeld niet voor Bosnië. Dat land kreeg in 2016 ook een lijst van veertien punten waaraan moest worden voldaan, maar dan wel vóórdat het land kandidaat-lid werd. Als gevolg daarvan zouden Oekraïne en Moldavië Bosnië passeren. Hoe kijkt de minister naar deze voorkeursbehandeling? Het laat zien dat het kandidaat-lidmaatschap een buitengewoon politieke aangelegenheid is. En het kwam net al voorbij: ook de vraag voor Georgië is natuurlijk gelijk aan die voor Bosnië. Er zijn gewoon landen die zich gepasseerd voelen. Er staat nu een interview met iemand uit Kosovo in de NRC. Hoe gaat de regering daarmee om?

Voorzitter. Dan een meer feitelijke vraag. Krijgt Oekraïne, krijgen kandidaat-lidstaten nu ook recht op middelen in de vorm van preaccessiesteun? Kan de premier daar wat meer over zeggen?

Voorzitter. De oorlog zal een belangrijk argument zijn om Oekraïne richting de EU te laten komen, maar dat roept ook vragen op. Hoe kijkt de regering bijvoorbeeld naar het feit dat een land volgens de voorwaarden om lid te worden niet in oorlog mag zijn? Zijn de lidstaten verplicht om Oekraïne te verdedigen als het land lid wordt? Kan de premier eens ingaan op artikel 42 van het Verdrag van Lissabon? Daarin staat dat de EU bijstand moet verlenen als een land in oorlog raakt.

De heer Amhaouch (CDA):

De heer Van Dijk doet een rondje Europa en stelt een heel lijstje op van welk land wel en welk land niet. Maar het belangrijkste vond ik toch wel zijn opmerking dat een kandidaat-lidmaatschap een "fopspeen" zou zijn. Kan de heer Van Dijk dat eens toelichten? We zitten toch in een EU van 27 landen. In het verleden hebben landen ook de kandidaat-status gekregen. En ja, het voldoen aan de Kopenhagencriteria duurt nou eenmaal lang. Een land moet alle Europese wetgeving doorvoeren. Maar waarom zegt de heer Van Dijk hier in dit huis: het kandidaat-lidmaatschap is een fopspeen? Kunt u dat eens een beetje onderbouwen?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja. Acht landen staan nu in de wacht om lid te worden van de EU. Ik noem Turkije. Dat land is werkelijk al decennia bezig om richting de EU te gaan. Maar er zijn, terecht, grote twijfels over of dat verstandig is. Turkije is kandidaat-lidstaat, maar lidmaatschap zit er voorlopig niet in. Dat maakt natuurlijk dat kandidaat-lidmaatschap in zekere zin tot een fopspeen, nog even los van de vraag of lidmaatschap van Turkije wenselijk is. Zojuist kwamen Kosovo, Albanië en Noord-Macedonië al voorbij. En Bosnië, niet te vergeten. Het zijn allemaal landen die in zekere zin aan het lijntje worden gehouden. Ik snap de symbolische waarde van deze stap, maar Oekraïne gaat niet binnenkort lid worden van de Europese Unie.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik ken de heer Van Dijk als een goede debater …

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank.

De heer Amhaouch (CDA):

… maar ik had een sterker betoog verwacht. Hij gebruikt Turkije als voorbeeld en zegt dat dat een fopspeen zou zijn. Nee, Turkije houdt zich niet … Het eerste hoofdstuk is geopend, en we zijn nog niet zover. Albanië en Noord-Macedonië wel. Volgens mij hebben heel veel lidstaten gezegd dat die landen nu zouden kunnen toetreden. We hebben een probleem op te lossen met Bulgarije. Daar moet ook een handreiking gedaan worden. Dus nogmaals dezelfde vraag: waarom denkt u dat dit een fopspeen is voor Oekraïne, voor Moldavië en misschien in de toekomst voor Georgië?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Oekraïne zit op dit moment in een verschrikkelijke oorlog. We gaan nu een land in oorlog kandidaat-lid maken van de EU. Ik snap de symbolische waarde daarvan en ik heb ook ontzettend veel begrip en steun voor Oekraïne, want het heeft te kampen met Rusland. Maar de vraag is of een kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie nu de juiste stap is. Ik volg de premier, die een maand geleden nog zei: laten we inzetten op andere vormen van samenwerking met Oekraïne. Laat er geen misverstand over bestaan, want ik wil helemaal geen afstand nemen tot dat land, maar je kunt ook kijken naar varianten van Europese samenwerking.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik hoor de heer Jasper van Dijk de hele tijd de retorische vraag stellen: is het verstandig om dit nu te doen? Maar ik weet nog niet precies wat de positie van de heer Van Dijk is. Als nu Frankrijk, Italië, Duitsland, en ook kritische landen zoals Denemarken, Portugal en Oostenrijk, in de EU zeggen "we gaan dit nu doen", wat is dan uw advies aan de premier? Om het in ons uppie te vetoën?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja, ik ben heel veel vragen aan het stellen. U zegt terecht dat het een retorische vraag is: is het verstandig om Oekraïne nu kandidaat-lid te maken, terwijl dat ontzettend veel vragen oproept? Ik vind het niet verstandig. Ik vind het beter om in te zetten op andere vormen van samenwerking met Oekraïne om tal van redenen. Ik was halverwege mijn betoog, dus er komen er nog een aantal voorbij.

Mevrouw Piri (PvdA):

Om het duidelijk te hebben. De oproep van de SP is dus eigenlijk: Nederlandse regering, veto dit besluit als enige in de Europese Unie en geef geen kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja. Ook als er andere landen bij betrokken waren, had ik hetzelfde gezegd. Dat maakt niet zo veel uit. Ik volg bijvoorbeeld ook minister Hoekstra, die een maand geleden nog zei in reactie op de motie-Sjoerdsma om Oekraïne kandidaat te maken: de Europese Commissie zet in op varianten; dan voeren we daarover de discussie. Premier Rutte zei: laten we het Oostelijk Partnerschap versterken, laten we naar de Raad van Europa kijken en laten we naar de OVSE kijken. Dat zijn hele verstandige adviezen, die de premier heeft verlaten — daar zullen we hem straks over horen — maar die ik eigenlijk alsnog zou willen uitwerken.

Voorzitter. Dan over het draagvlak binnen de EU zelf. Hoe kijkt de regering naar de uitbreidingsmoeheid? Bij de oprichting waren er nog 6 landen betrokken. Inmiddels heeft de EU 27 leden. Mogelijk komen er nog 8 bij. Dan zit je op 35 landen. Dat gaat natuurlijk ten koste van de besluitvaardigheid. Kijk ook eens naar de problemen binnen de EU, zoals Polen en Hongarije, die de rechtsstaat met voeten treden. Hoe reëel is het dan om weer nieuwe landen toe te laten? Is het niet beter om eerst orde op zaken te stellen binnen de EU en te kijken naar andere vormen van samenwerking, bijvoorbeeld binnen de Raad van Europa?

Voorzitter. Dan over de oorlog en de inzet rond vredesonderhandelingen. Ik proef twee lijnen om te komen tot een vredesakkoord. De ene lijn is: Rusland moet volledig uit Oekraïne vertrekken. De andere lijn is: Oekraïne geeft aan wanneer een vredesakkoord haalbaar en nastrevenswaardig is. Wat is nu precies de lijn van de premier?

Voorzitter. Hoe zit het met wapens? Op 19 mei zei premier Rutte: "Ik zie het niet gebeuren dat we nog meer wapens gaan sturen. Er zijn grenzen aan wat je kunt leveren." Hoe moet ik dat zien in relatie tot de motie-Sjoerdsma van vorige week om nog meer wapens te leveren?

Voorzitter. Hoe zit het met het Europees vredesfonds? Daar moet inmiddels 2,5 miljard euro naartoe. Het budget wordt compleet naar voren geschoven. Kunt u eens uiteenzetten wat er van dat geld wordt gekocht? Is het nog reëel om zo ongeveer elke maand dat budget te verhogen?

Tot slot op dit punt, voorzitter. Wat vindt het kabinet ervan dat het associatieverdrag van 2016 voor de Europese Commissie een grote rol speelde in dit proces? Was het niet onze premier die zei dat dit verdrag absoluut geen voorbode was voor uitbreiding? Sterker nog, hij zei dat Oekraïne nooit lid zou worden van de EU. Dat zei hij op 30 maart 2016.

Voorzitter. De Conferentie over de toekomst van Europa komt ook nog aan de orde tijdens de Europese top. Zet deze regering in op een verdragswijziging, net als veel andere lidstaten? Ook wij zien kansen voor een ander Europees Verdrag. Dan versterken we de zelfstandigheid van de landen, vergroten we de inspraak van burgers en geven we de lidstaten meer eigen bevoegdheden. Als klap op de vuurpijl kan je dit per referendum voorleggen aan de bevolking. Zou dat niet een goede manier zijn om de Europese betrokkenheid te vergroten?

Voorzitter. In Kaliningrad is een zorgelijke situatie ontstaan omdat Litouwen heeft gezegd: we gaan de treinen vanuit Rusland naar Kaliningrad niet langer doorlaten. Daar zijn hele voorstelbare argumenten voor te vinden. Komt dit ook aan de orde op de Europese top? Wordt er geanticipeerd op de reactie van Rusland, dat dreigt met "passende maatregelen"? Wat gaat Europa doen als Rusland rechtstreeks in confrontatie komt met Litouwen?

Voorzitter. Ik heb nog een vraag over het Europees semester. Is de regering bereid om het advies van de Raad van State over te nemen dat er maatwerk moet worden geboden per land als het gaat om het Stabiliteits- en Groeipact?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Maeijer, PVV. Daarna is mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie aan de beurt. Zij heeft gevraagd of zij wat eerder kon spreken. Dat heeft zij in overleg gedaan met de collega's.

Het woord is aan mevrouw Maeijer van de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u, voorzitter. Iedere crisis wordt door Brussel misbruikt om ons weer een stukje verder de Verenigde Staten van Europa in te rommelen: een unie waar Nederland een flinke duit belastinggeld aan moet betalen, waarin we steeds meer aan zeggenschap inleveren. Sinds de coronacrisis lijken we in een stroomversnelling terecht te zijn gekomen. Twee jaar geleden, net voor de zomer, vond de grootste machtsgreep van de EU in jaren plaats. Er werd een coronaherstelfonds gelanceerd van 750 miljard euro, bestaande uit leningen en subsidies. Er kwam een EU-meerjarenbegroting van 1.000 miljard euro. Ook werd een stel ongekozen eurocraten bevoegd gemaakt om schulden te maken en te lenen op de kapitaalmarkt. Er werd besloten tot de introductie van nieuwe eigen middelen. Er konden weer aardig wat vinkjes worden gezet op het wensenlijstje van de Europese Commissie.

Het is nu twee jaar later. Men heeft natuurlijk niet stilgezeten. In de tussentijd hebben voorstellen het licht gezien voor een Europese gezondheidsunie, een digitale unie, een klimaatunie, een Europees digitaal paspoort, een Europese ruimte voor gezondheidsgegevens, het openen van de onderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië en toetreding van Kroatië tot de eurozone. Het houdt niet op.

Voorzitter. Dit kabinet legt de Europese Commissie ook geen strobreed in de weg. Rutte IV lijkt zelfs een actieve campagne te voeren om van ons vetorecht op buitenlandbeleid af te komen. De premier reist zo ongeveer de EU door om de weg te plaveien voor het openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië en de toetreding van Kroatië tot de eurozone.

En nu, zoals mijn collega De Roon eerder treffend zei, cirkelen de aasgieren boven het strijdtoneel in Oekraïne. Een crisis is namelijk het moment om de eigen agenda van meer macht voor de EU te pushen. De roep om een EU-leger klonk weer, net als de roep om een verdragswijziging om Brussel meer bevoegdheden te geven. Expansie van de Europese Unie staat ook hoog op de bucketlist van de voorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Von der Leyen. In de wachtkamer voor het felbegeerde EU-lidmaatschap zaten al Servië, Montenegro, Turkije, Albanië, Noord-Macedonië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo. Von der Leyen nam gisteren in Trouw ook al een voorschot op de toekomst van een uitgebreide Europese Unie. Dan moet er gepraat worden over hervormingen, zoals hoe het nu verder moet met de eis van unanimiteit bij besluiten. Daar gaat wat er nog over is van onze zeggenschap.

Voorzitter. Op 28 februari 2022 maakte ook Oekraïne kenbaar lid te willen worden van de Europese Unie. President Zelensky vroeg de EU zelfs om een nieuwe, speciale procedure om het land direct als lid toe te laten. Moldavië en Georgië volgden. De Europese Commissie, bij monde van haar voorzitter, nam de aanvragen instemmend in ontvangst. Premier Rutte zei daar toen over: "Ik vind dat op dit moment geen goede discussie om te voeren. De wenselijkheid daarvan nu uitspreken, gaat, denken wij, niet helpen in het beslechten van dit conflict." Een motie over het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne werd op 31 maart nog door een meerderheid van de Kamer verworpen.

Voorzitter. Met stoom en kokend water is de Europese Commissie aan de slag gegaan om een oordeel te vellen. Een spoedprocedure bestaat niet, zo wordt ons voorgehouden. Maar dat de Europese Commissie een nieuwe stap met recordtempo besloten wil hebben, staat als een paal boven water. Daar hoeft het niet bij te blijven, aldus haar voorzitter. We lazen gisteren in Trouw: "Andere landen kunnen als ze willen hun toetredingsproces ook versnellen."

Voorzitter. Het was natuurlijk geen verrassing waar Von der Leyen afgelopen vrijdag mee kwam. Stemmig gekleed in de kleuren van Oekraïne deelde ze mee dat het land de status van kandidaat-lidstaat zou moeten krijgen, net als Moldavië. De premier beloofde Nederland in 2017 nog het volgende: "Tegen lidmaatschap van Oekraïne zal ik mij persoonlijk sowieso altijd verzetten." In datzelfde debat zei hij: "Ik ben dus sowieso tegen een EU-lidmaatschap, nu of in de toekomst, van Oekraïne." Diezelfde premier spreekt nu inmiddels over "een verstandig besluit om het land de status van kandidaat-lid toe te kennen". Een nieuwe toevoeging dus aan het rijtje van gebroken beloftes. Uiteindelijk tekent Rutte namelijk altijd bij het kruisje.

In Brussel wordt straks een land verwelkomd als kandidaat dat voorheen, zoals een krant laatst nog omschreef, werd gezien als "een schuilplaats voor criminelen en oligarchen". Een land dat staat op plek 122 van de 180 op de corruptie-index. Een land waar miljarden aan Europees belastinggeld om corruptie te bestrijden, verdwenen in diezelfde corrupte zakken, volgens de Europese Rekenkamer. Een land dat ook nog eens verwikkeld is in een vreselijke oorlog. "Onze oorlog", zegt de premier daar nu zelfs over. Laten we helder zijn: Nederland is niet in oorlog. Dat kan de premier niet zomaar verklaren. We zijn het niet, maar we worden er op deze manier wel ingerommeld.

Voorzitter, ik rond af. Waar de PVV staat, lijkt mij helder. We vertrekken liever vandaag dan morgen uit de Europese Unie, maar zolang we er nog in zitten, verzetten we ons tegen die steeds verdergaande expansiedrift van de Europese Unie. Geen verdere overdracht van bevoegdheden, geen verdere uitbreiding van de Europese Unie en ook geen stappen in die richting. Het is slecht voor onze zeggenschap en slecht voor onze portemonnee. Ik roep dit kabinet dan ook op om niet in te stemmen met het uitdelen van nieuwe kandidaat-lidmaatschappen of het zetten van nieuwe stappen in de richting van het lidmaatschap en zich te verzetten tegen iedere verdere bevoegdheidsoverdracht. Maar ik vrees dat deze oproep aan dovemansoren gericht is. Dus ik zou ook graag van de premier horen wat zijn boodschap is aan al die mensen die in meerderheid tegen het EU-associatieakkoord met Oekraïne stemden. De mensen die de premier voorhield dat dit geen opmaat was naar lidmaatschap en die de premier vervolgens zijn persoonlijke verzet tegen het lidmaatschap van Oekraïne van de EU toen en in de toekomst beloofde. De mensen die zich dus bedrogen voelen omdat de premier weer een belofte gebroken heeft, omdat de eerste stap richting dat felbegeerde lidmaatschap toch nu zal worden gezet.

De voorzitter:

U bent aan het einde van uw betoog?

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma, D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik ga er maar even van uit dat de PVV de invasie van Rusland in Oekraïne ook bepaald niet fraai vindt en daar op geen enkele manier mee geassocieerd wil worden. Maar mijn vraag aan de PVV is de volgende. Welke maatregelen heeft de PVV voorgesteld of gesteund, ofwel ter ondersteuning van Oekraïne ofwel om ervoor te zorgen dat Rusland de oorlog stopt?

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik sta hier om de mensen die PVV gestemd hebben een stem te geven. Ik sta hier — daar ging mijn betoog ook over — om hun zorgen uit te spreken over een steeds maar uitdijende Europese Unie, over die steeds maar verdergaande overdracht van bevoegdheden, over de overdracht van zeggenschap en over wat dat voor onze portemonnee betekent. Daar sta ik voor. En uiteraard, die oorlog is vreselijk en die heeft mijn collega hier ook al meerdere, meerdere malen veroordeeld. Maar laten we wel zijn, we zijn nu vier maanden verder en die vreselijke oorlog woekert nog steeds. De verwoesting gaat door en door. Laten we ook kijken naar wat dit ondertussen betekent voor de mensen in dit land. En daar sta ik hier voor.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik had eigenlijk gehoopt op een antwoord op mijn vraag.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dat was het antwoord op uw vraag.

De heer Sjoerdsma (D66):

As ik vraag welke maatregelen de PVV heeft gesteund of ingediend ter ondersteuning van Oekraïne of om ervoor te zorgen dat Rusland stopt met de oorlog, dan wil ik gewoon een antwoord op die vraag. Dan hoef ik niet een algemeen betoog en dan hoef ik niet een herhaling van de spreektekst van mevrouw Maeijer. Ik wil graag een antwoord op die specifieke vraag: welke maatregelen? Als mevrouw Maeijer dan weer komt met dat algemene verhaal, dan denk ik dat we moeten constateren dat de PVV geen enkele maatregel heeft gesteund en geen enkele maatregel heeft voorgesteld en dat ze nu opnieuw dit debat, dat gaat over de verschrikkelijkheden die plaatsvinden in onder andere Oekraïne, gebruikt om het alleen maar te hebben over het gebruikelijke PVV-riedeltje. Ik vraag u nogmaals: hebt u iets gedaan voor Oekraïne en hebt u iets gedaan tegen Rusland?

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik ga toch echt over mijn eigen antwoord en mijn eigen inbreng. Ik heb gezegd waar ik hier voor sta en waar mijn inbreng over ging. Ik spreek hier namens de PVV de zorgen uit die onze stemmers hebben over de steeds maar verdergaande overdracht van bevoegdheden. Ja, u kunt lachen, meneer Sjoerdsma, u kunt dat weglachen en doen alsof dat niks is, maar met alle maatregelen die u heeft gesteund, woekert die oorlog nog steeds en zit ons land en zitten onze mensen ondertussen in een energiecrisis en een asielcrisis en kunnen steeds meer mensen de rekeningen niet meer betalen. Daar heeft u geen oog voor en dat steekt mij.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik lach eigenlijk vooral omdat het zo voorspelbaar is en tegelijkertijd ook een beetje treurig, want iedereen in deze zaal heeft oog voor de gevolgen van die oorlog. Iedereen, elke fractie, van de SP tot aan uw partij, de PVV, en alles wat daartussen zit. Het kabinet overigens ook, met zeer vergaande maatregelen om energiekosten te compenseren, om de btw op energie naar beneden te brengen en misschien nog wel meer maatregelen, volgend uit de Voorjaarsnota, waarvan we de komende weken moeten zien wat dat oplevert. Dus dat verwijt snijdt geen hout.

Ik moet wel eerlijk zeggen dat het pijn doet, net zoals de interrupties van de heer Baudet pijn doen, om in deze zaal een partij te zien die met geen woord kan reppen over wat ze heeft gedaan ter ondersteuning van Oekraïne en de mensen die dagelijks worden doodgeschoten. Het gaat elke dag om net zoveel slachtoffers als bij onze MH17-ramp. De PVV heeft ook niets gedaan om Rusland onder druk te zetten om te stoppen. De PVV is met geen enkele maatregel gekomen. Nederlanders, voor wie de PVV zegt op te komen, moeten zich afvragen of Nederland bij zo'n partij nog wel veilig is. Daar gaat het om. Het gaat om onze veiligheid. Het gaat om onze vrijheid. Als u dat weigert in te zien, als u daaroverheen wenst te stappen of als u wenst alleen maar uw eigen verhaal nog een derde keer te vertellen — dat kan en dat staat u vrij; het is uw eigen antwoord — dan heeft uw kiezer daar helemaal niets aan.

De voorzitter:

Mevrouw Maeijer, tot slot.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik hoor op zich geen nieuwe vraag. En, ja, ook de PVV-kiezer maakt zich zorgen over zijn veiligheid. Dat is zeker ook zo omdat de premier afgelopen vrijdag aankondigde dat dit ook onze oorlog is. Dat is iets wat net nog door de heer Sjoerdsma ten volle werd omarmd. Onze mensen maken zich daar grote, grote zorgen over, meneer Sjoerdsma; absoluut.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Maeijer. Ik wil aan de leden vragen om via de voorzitter te spreken. Ik wil dat niet bij iedereen doen, maar merk het op in algemene zin: graag via de voorzitter spreken. Het woord is aan mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. In de winter van 2013-2014 stroomde het Maidanplein in Kiev vol met Oekraïners die in de snijdende kou verandering eisten. Ze eisten een einde aan corruptie. Ze wilden toenadering tot Europa. Ze wilden een goede gezondheidszorg. Ze wilden goed onderwijs. Het werd een bloedige opstand. Mensen lieten daar ook het leven. Een paar jaar later liep ik op die beladen plek, op de heuvel waar de slachtoffers omkwamen en herinnerd worden. Ik was daar toen samen met twee politieke vrienden uit Belarus en Georgië die destijds ook voedsel en dekens hadden gebracht voor de mensen op het Maidanplein. Dat deden ze om hen te steunen.

Voorzitter. De vastberadenheid van de Oekraïense bevolking, van de mensen die bereid waren om te sterven voor hun idealen en de diepe wens hadden om bij Europa te horen, trof me diep. Dat deed het toen, maar nu nog steeds. Opnieuw sterven er iedere dag mensen in Oekraïne die vechten voor hun waarden, voor vrijheid en voor een soeverein land dat vrij is om een eigen keuze te maken. Die strijd raakt ons allen. Ook in onze samenleving zie ik de betrokkenheid. Afgelopen week was er een groep vrijwilligers uit Nederland in Irpin om daar bij te dragen aan de wederopbouw van huizen en het verspreiden van voedsel na de strijd die daar heeft plaatsgevonden. Irpin ligt vlak bij Kiev en Boetsja. De vrijwilligers droegen bij aan herstel en wederopbouw, terwijl er op andere plekken nog hevig wordt gevochten en de strijd nog gaande is. Het deed me ook denken aan de woorden die president Zelensky in ons parlement sprak: "Kies een stad die je wilt herbouwen, zodat wij echt jullie steun voelen." Ik vraag de regering, die dat volgens mij ook heeft omarmd, welke mogelijkheden zij ziet om daaraan bij te dragen en dat vorm te geven.

Voorzitter. De ChristenUnie steunt de lijn dat Oekraïne perspectief krijgt op het lidmaatschap van de Europese Unie door de kandidaat-status op dit moment te verlenen. Door hen nu dit perspectief te bieden, laten we ook zien dat het land er niet alleen voor staat. Er is ook forse steun onder de Oekraïense bevolking. Die steun onder de bevolking maakt dat er de juiste maatschappelijke druk is om de nodige hervormingen door te voeren. De druk van bovenaf, van de EU, om aan de voorwaarden te voldoen, is nodig. Tegelijkertijd kan de bevolking het Oekraïense leiderschap ertoe bewegen om de juiste stappen te zetten. Want hervormingen zijn nodig, ook daar. Ik heb daar zelf gezien dat dat nodig is.

Aan het kandidaat-lidmaatschap zijn stevige voorwaarden verbonden. Volgens de Commissie zou Oekraïne al 70% van de regels geïmplementeerd hebben, maar daarmee zijn ze er nog niet. Ook op het gebied van de rechtsstaat, de aanpak van corruptie en de vrije pers moet het goed gesteld zijn. Er ligt dus nog een hele opgave voor Oekraïne. De Europese lat ligt hoog. Wat de ChristenUnie betreft zijn er daarin geen geitenpaadjes. Is de regering het daarmee eens? Hoe wil de regering waarborgen dat het vervolgproces echt op z'n merites plaatsvindt?

Met dat in gedachten is de lijn uit de opinie van de Europese Commissie en ook de kabinetsappreciatie verstandig. Dat geldt dus ook voor de opstelling ten aanzien van Moldavië, dat voor een vergelijkbare opgave staat als Oekraïne. Georgië heeft onmiskenbaar grotere stappen te zetten. Daarom is het verstandig om het land eerst meer richting de EU te laten bewegen voordat een kandidaat-lidmaatschap wordt toegekend. Ook hier steunt de ChristenUnie dus de lijn die het kabinet heeft ingezet.

Voorzitter. Vandaag wordt heel duidelijk en zichtbaar dat onder onze agrariërs veel zorgen leven. In de wetenschap dat Oekraïne de graanschuur is van de wereld maar ook veel veehouders kent, vraag ik de regering wat deze stappen nu betekenen voor onze landbouw voor wat betreft het gelijke speelveld en ten aanzien van de hoge standaarden die wij in onze landbouw hanteren.

Voorzitter. De ChristenUnie ziet de Europese Unie als waardegemeenschap en niet vooral als een functionele intergouvernementele organisatie waarin we economisch met elkaar samenwerken en elkaar geopolitiek kunnen versterken. Een beginsel als vrijheid, maar ook waarden als democratie, de eerbiediging van de rechten van de mens en de rechtsstaat is wat we delen. Maar die waardegemeenschap staat onder druk, op dit moment al, in de Europese Unie. Ik denk dan aan Polen, waarbij ik constateer dat Nederland vorige week alleen stond met een onthouding rondom de toekenning van de 36 miljard uit het Herstelfonds.

Ondertussen lopen in de Westelijke Balkan toetredingsgesprekken, met juist vragen als hoe het staat met de rechtsstaat, de democratie, de onafhankelijke rechtspraak, corruptieaanpak en persvrijheid als grote thema's en als hiccups in die gesprekken. Mijn vraag aan de minister-president is hoe hij het Europese krachtenveld in dezen ziet. Ik herinner eraan dat Nederland vorige week alleen stond ten aanzien van Polen. Hoe wil de minister-president dat krachtenveld benutten om juist ook het rechtsstatelijke karakter van onze waardegemeenschap te beschermen? Welke kansen, maar ook welke uitdagingen ziet hij daarbij? Welke opstelling kiest Nederland daarin?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Graaf. Dan geef ik het woord aan de heer Amhaouch, CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Het zijn bijzondere tijden voor de inwoners van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Ik weet ook dat ze hier vandaag in onze zaal meekijken, maar natuurlijk kijkt iedereen mee naar wat er gebeurt in Europa en in de hoofdsteden.

Voorzitter. De Europese top van deze week zal een historisch karakter krijgen, waarbij we ons binnen de Europese Unie goed zullen moeten buigen over de kandidaat-status van Oekraïne en Moldavië. Vandaag wil ik graag de positie van het CDA over toetreding schetsen en daarna nog een opmerking plaatsen over de Conferentie over de toekomst van Europa en het Wider Europe-initiatief van Macron.

Voorzitter. De afgelopen jaren zijn wij kritisch geweest over een verdere uitbreiding van de Europese Unie, omdat het naast een verbreding van de Unie ook belangrijk is om de verdieping en integratie van de waarden van de Unie in de lidstaten te verankeren en te waarborgen. Wij willen graag streven naar een goede balans tussen verdieping van de Unie, uniformiteit in naleving van de Brusselse regels, waaronder de Kopenhagencriteria, en anderzijds de eigen identiteiten van de landen. Hierbij hoort ook dat de landen die al lid zijn, zoals Polen en Hongarije, hun verplichtingen nakomen en dat wij als Nederland inbreukprocedures starten wanneer lidstaten hun plichten en verantwoordelijkheden niet nakomen. Als je lid bent van een club, dan houd je je ook aan de regels van die club.

Voorzitter. De uitbraak van de oorlog in Oekraïne vraagt om een hernieuwde blik op Europa. Een blik die verder reikt dan alleen de Europese markt en zich ook richt op de waarden en krachten van de Europese gemeenschap. Wij moeten streven naar een sterk Europa waarbinnen wij elkaar kunnen aanspreken maar elkaar ook goed begrijpen. Hier ligt ook een belangrijke rol voor Nederland, waarbij wij ook moeten reflecteren op onze eigen houding binnen Europa: verdieping zoeken in de Unie en de landen om ons heen, zodat wij elkaar beter begrijpen en een sterke en besluitvaardige gemeenschap vormen.

De huidige situatie vraagt om een hernieuwde blik op het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië. De vrede en stabiliteit op het Europees continent zijn in het geding en daar maken wij ons grote zorgen om. Het gaat niet alleen om de technische aspecten, maar ook om geopolitiek. Het is belangrijk met de hele Unie gezamenlijk achter Oekraïne te blijven staan en solidair te blijven. Juist nu is een sterke en uniforme besluitvorming nodig, waarin Nederland niet als enige het besluit moet blokkeren. Niets doen is geen optie, maar wel binnen de bestaande Kopenhagencriteria en procedures.

Voorzitter. EU-uitbreiding is de meest effectieve manier gebleken om de democratie, de vrede, de rechtsstaat en de stabiliteit op het Europese continent te bevorderen. Het is een diepgewortelde wens van Oekraïne om lid te worden van de Europese Unie. Ze hebben de afgelopen jaren door middel van onder andere het associatieverdrag en hervormingen al enkele stappen in de goede richting gezet. Dit is mede doordat de EU samenwerkt met de kandidaten om de Kopenhagencriteria te halen. In de huidige context staat het CDA positief tegenover een lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië. Ook staan wij positief tegenover een perspectief bieden aan Georgië. Daarbij merken wij de geografische ligging en het bestaan van een democratic backsliding effect op, die uitdagingen met zich meebrengen voor Georgië. Wij vragen ons dan ook af hoe Georgië binnen de Unie gaat passen, gezien de uitdagingen die dat met zich mee kan brengen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Op zich verwelkom ik de positie van het CDA. Het is heel goed dat het steun uitspreekt voor het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië. Ik ben benieuwd naar waar voor het CDA het omslagpunt lag bij dit oordeel. Kwam dat punt pas nadat de Europese Commissie met haar advies kwam? Of had u al eerder, bij uzelf en in uw eigen partij, de knoop doorgehakt, gelet op wat er gebeurt? Je mag ook inspelen op grote, ingrijpende, mondiale gebeurtenissen, vind ik. Kunt u ons dat uitleggen?

De heer Amhaouch (CDA):

Natuurlijk kan ik dat uitleggen. In de aanloop naar waar we vandaag zijn, hebben we al verschillende andere debatten en verschillende Raden Algemene Zaken gehad. Je kijkt natuurlijk naar wat er in Europa gebeurt en je verdiept je daarin. Je hebt gesprekken met mensen. Ik heb volgens mij al een maand geleden gezegd dat het CDA met een positieve grondhouding naar het advies van de Europese Commissie zou kijken. Ik heb vervolgens ook gezegd dat we serieus moeten kijken naar wat daaruit gaat komen. Bij zo'n belangrijke beslissing ga je niet over één nacht ijs. Maar we nemen wel alles mee. Daarom zeg ik hier vandaag ook — en voor het CDA is dat een belangrijk ijkpunt — dat verbreding samengaat met verdieping.

Tegelijkertijd vind ik het op de andere as heel belangrijk dat Nederland heel goed gaat kijken naar zijn positie binnen Europa. Daar bedoel ik mee dat wij niet altijd moeten landen aan de nee-zijde, maar dat we constructief moeten zijn. In het RRF-gebeuren zegt het kabinet bijvoorbeeld dat het zich onthoudt. Die stellingname komt stevig aan, maar het is een constructieve opstelling binnen Europa, met 27 lidstaten. Als we dat niet doen, dan zullen we namelijk niet slagvaardig zijn. We kunnen niet altijd alleen maar ons eigen gelijk halen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik vind dat toch een wonderlijke redenering: de anderen willen het, dus dan moeten wij het ook willen. Vorige week ging het inderdaad over het Herstelfonds en de rechtsstaat in Polen. Toen heb ik met collega's ook gezegd: nee, Nederland moet z'n rug recht houden en gewoon tegen Polen zeggen dat dit zo niet kan. Ik ga even door op de terechte vraag van Van der Lee. Op 31 maart stemt het CDA tegen de motie "maak Oekraïne kandidaat-lid van de EU". Op 31 maart was er ook al een verschrikkelijke oorlog bezig. Erkent u dat u gewoon bent gedraaid?

De heer Amhaouch (CDA):

Eerst de eerste opmerking. De heer Van Dijk daagt mij uit in zijn inleiding. Hij zegt dat wij dit doen omdat andere landen het ook willen. Dat is een hele platte redenering. Wij maken onze eigen afweging. We hebben ook een mooi EPP-congres gehad. Ook onze collega-christendemocraten in Europa maken hierbij hun eigen afweging. Wij zitten niet zo in elkaar als de SP, die overal tegen is. Nee, met een open blik en met een positieve grondhouding kijken we naar dit vraagstuk.

Dan het punt van 31 maart. De Raden hebben — en volgens mij is dat ook met een positieve grondhouding geweest — aan de Europese Commissie verzocht om eens naar die dossiers te kijken en met adviezen te komen. Dan kun je hen natuurlijk wel vol in de wielen gaan rijden, maar je kunt ook de Commissie haar werk laten doen. Ik denk dat wij een heel zorgvuldig, net proces doorlopen hebben. Ik had eigenlijk een beetje verwacht dat ook de heer Van Dijk een draaitje zou maken, maar dat doet hij nog niet. Maar wat niet is, kan nog komen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Nee, wij laten het draaien over aan het CDA. Het blijft een buitengewoon opportunistische argumentatie die hier wordt gebruikt. Op 31 maart zei het CDA: een kandidaat-lidmaatschap voor Oekraïne is niet verstandig. We moesten op andere manieren samenwerking zoeken. Vandaag zegt het CDA iets heel anders — ik denk omdat de regering ook iets anders is gaan vinden. Maar wees daar eerlijk over. En als u zegt dat u het doet omdat die andere landen het willen, dan weten we ook wat de grond is voor uw argumenten.

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij is dit een herhaling van wat ik net tegen de heer Van der Lee heb gezegd. In de debatten — volgens mij was de heer Van Dijk daarbij — heb ik gezegd hoe het CDA zich heeft opgesteld, met een constructieve en positieve houding over wat er gebeurt in Europa, richting Oekraïne, richting Moldavië en richting Georgië. We hebben zelfs gesproken over de positie van Noord-Macedonië en Albanië, die geblokkeerd wordt. Dat komt straks nog aan de orde. Daar kijken we met een open blik naar, om er constructieve oplossingen voor te zoeken. Het is mij te plat om te zeggen dat er op 31 maart een statement was en dat je dus nooit meer met een open blik mag kijken naar wat er in Europa gebeurt.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik heb die constructieve houding van het CDA ook gezien de afgelopen weken. Ik las ook de blog van de heer Amhaouch. Daarin zegt hij dat het nog een lange weg is voor Oekraïne. Dat klopt, maar het is ook een belangrijke en historische stap. Ik weet dat u daarvoor staat. Hoe verstandig vindt u het dat onze premier tot het allerlaatste moment weerstand heeft geboden en pas op het eind is gedraaid?

De heer Amhaouch (CDA):

Als wij iedereen in het parlement de maat gaan nemen over draaien, heb ik daar wat moeite mee. Wij willen graag in dit huis het debat voeren. Volgens mij is het verwijt altijd als volgt geweest. Als alles in beton gegoten is als wij hier komen, dan gaan we dus met hetzelfde weg. Ik zie aan de body language dat de heer Van Dijk lacht. We hebben dan dus niets bereikt. Het kabinet maakt zijn eigen afweging, de premier maakt zijn eigen afweging en het CDA maakt zijn eigen afweging. Ik denk dat de oorlog die nu plaatsvindt om een hernieuwde blik van Nederland op Europa vraagt. Dat bedoelde ik net ook met een nieuwe blik op Europa, even los van Oekraïne. Je kunt niet altijd alleen maar blijven landen aan de nee-kant, maar je moet heel goed kijken wat er gebeurt, zodat je invloed kunt blijven uitoefenen.

De voorzitter:

Dank u wel. Een laatste vraag van mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):

Met dat laatste ben ik het zeker eens. Maar laten we eerlijk zijn. Of je nu de Financial Times, Politico Europe of de Nederlandse kranten las, de afgelopen weken was het duidelijk: achter de schermen was deze premier een van de laatste tegenstanders van deze stap. En vandaag zitten we hier en zal het kabinet, bij monde van de premier, straks verdedigen waarom het deze stap toch zet. Dan kunt u toch niet ontkennen dat er een draai is gemaakt?

De heer Amhaouch (CDA):

Ik ben woordvoerder Europese zaken van het CDA en niet de ambassadeur van de premier. Ten tweede denk ik dat het kabinet de afgelopen weken heel goed geluisterd heeft naar wat de partijen in de Kamer ervan vinden. We hebben verschillende debatten gehad. Volgens mij was er een constructieve houding van verschillende partijen, die hebben aangegeven welke richting Nederland zou moeten opgaan. Als het kabinet dat uiteindelijk omarmt, om welke reden dan ook, dan vind ik dat een goed uitgangspunt. Het zou mij bevreemden als het kabinet het anders zou hebben gedaan. Ik kijk mevrouw Piri aan, want ze staat achteraan en de heer Kuzu staat al bij de microfoon met zijn brede rug. Volgens mij zitten we op dezelfde lijn van het spel, zeg ik tegen mevrouw Piri.

De heer Kuzu (DENK):

Ik wil doorgaan op het standpunt van het CDA en niet zozeer op dat van het kabinet. Ik vind het absoluut niet erg als een politieke partij van mening verandert op basis van inzichten die ze heeft opgedaan. Ik denk vaak genoeg: "Had ik dat maar gezegd" of "Had ik maar een andere stap gezet". Dat is helemaal niet erg! Maar ik vraag me af wat er in de afgelopen tijd is gebeurd waardoor u tot andere inzichten bent gekomen. Kunt u ons daarin meenemen?

De heer Amhaouch (CDA):

Jazeker. Een kandidaat-lidmaatschap is iets anders dan een lidmaatschap. Daar zitten eisen aan vast. We hebben de brief gekregen van het kabinet, waarin staat dat de Europese Commissie in haar appreciatie zeven eisen stelt aan Oekraïne, negen eisen aan Moldavië en twaalf aan Georgië. Met al die plussen en minnen, met die afweging, met dat evenwicht en met het duidelijke statement dat het CDA maakt, durven wij het kandidaat-lidmaatschap met die eisen aan, in de geopolitieke situatie waar we met Europa in zitten. Wij willen daar graag mee verder. We hebben vaker gezegd dat er een heel grote opgave komt voor Nederland en voor Europa voor de wederopbouw van Oekraïne. Dat kan nog weleens een win-winsituatie zijn als we Oekraïne ook helpen met het wederopbouwen van de infrastructuur en het wederopbouwen van de rechtsstaat, om te voldoen aan de Kopenhagencriteria.

De heer Kuzu (DENK):

Op dat laatste punt, over de wederopbouw en de ontwikkeling van de rechtsstaat, is een brede meerderheid in de Kamer het met de heer Amhaouch eens. Volgens mij zit daar niet het verschil in de standpunten.

Toch nog even terug. Op 31 maart is hier een motie ingediend die vroeg om kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Daar heeft het CDA tegen gestemd. Er is een verschil tussen kandidaat-lidmaatschap en lidmaatschap. Dat is niet veranderd in de afgelopen tijd. Mijn vraag was heel expliciet wat er veranderd is. Op 31 maart was er sprake van kandidaat-lidmaatschap. Nu is er nog steeds sprake van kandidaat-lidmaatschap. Hierna moet er onderhandeld worden over alle voorwaarden omtrent het acquis tot toetreding tot de Europese Unie. Ik stel dus expliciet de vraag wat er nou echt veranderd is in de opvatting van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Wat er veranderd is, is dat er nu een appreciatie van de Europese Commissie ligt. Wij zullen consequent zijn, ook in de toekomst, als er partijen zijn die denken: we leggen weer even een motie op tafel en laten partijen dan in een vroeg stadium kleur bekennen door ze te laten zeggen of ze voor of tegen zijn. Nee, dan stemmen wij tegen die motie, vanuit de ratio dat je het proces zorgvuldig moet doorlopen. Anders is het wel erg platte politiek.

De heer Dassen (Volt):

Het is in ieder geval positief dat het CDA voorstander is. Ik hoor de heer Amhaouch in zijn betoog meerdere keren benadrukken dat er meer verdieping nodig is, dat er binnen Europa en tussen Europeanen meer begrip nodig is voor elkaars standpunten, dat er constructiever moet worden meegedacht en er niet meteen nee gezegd moet worden. Het Europees Parlement heeft een mooi voorstel gedaan om ervoor te zorgen dat er transnationale kieslijsten komen, juist voor die verdieping, voor dat begrip en om het constructieve debat beter met elkaar te voeren. Het CDA is daar mordicus tegen. Ik vraag me af wat dan de verdieping is die het CDA voor zich ziet.

De heer Amhaouch (CDA):

De verdieping zit hem wat ons betreft zeker niet in de transnationale lijsten. Volgens mij is dat gisteren ook aan de orde geweest bij Binnenlandse Zaken. Waar het voor het CDA in zit, is het volgende. We zijn nu met 27 lidstaten. Gegeven wie nu kandidaat is, komt er in de toekomst een aantal landen bij. Dat betekent dat je moet heroverwegen hoe je in de toekomst slagvaardig kunt blijven optreden. Het veto op veiligheidsgebied is bijvoorbeeld heel belangrijk voor Europa, maar met 30 of 32 landen wil je dat niet. Dat vind ik een belangrijke verdieping. Over het uitvoeren van de rechtsstaat moet je heel goed nadenken. Als landen aan alle criteria voldoen en lid worden van de Europese Unie, maar zich toch blijven verweren tegen de regels die we met elkaar over de rechtsstaat hebben afgesproken, dan moet je misschien eens goed nadenken over een instrument waarmee je een lijn trekt. Dat is belangrijk. Verdieping betekent dat als je iets groter wordt, je een slag moet maken om slagvaardig te kunnen blijven opereren. Anders worden wij in Europa dadelijk door één of twee landen gegijzeld. Dat wil je niet.

De voorzitter:

Dank u wel. U vervolgt uw betoog.

De heer Amhaouch (CDA):

De EU-uitbreiding is de meest effectieve manier gebleken om democratie, vrede, rechtsstaat en stabiliteit op het Europese continent te bevorderen. Het is een diepgewortelde wens van Oekraïne om lid te worden van de Europese Unie.

Voorzitter, volgens mij herhaal ik mezelf. Ik moet even een sprongetje maken.

Bij iedere status en bij ieder perspectief moeten de Kopenhagencriteria leidend blijven. Ieder perspectief moet gepaard gaan met de naleving van rechten en plichten door de kandidaat-leden. Er moeten geen shortcuts of een voorrangspositie voor Oekraïne komen: gelijke monniken, gelijke kappen.

Het geven van perspectief in deze cruciale periode is een historisch moment. Oekraïne en de lidstaten hebben de komende jaren een grote opgave en een gezamenlijke verantwoordelijkheid om aan dit advies inhoud te geven. Juist waar vrede en veiligheid in het geding zijn, moeten we opstaan. We moeten de voortgang van Oekraïne volgen en ondersteuning bieden. De wederopbouw van Oekraïne moet gepaard gaan met harde en zachte wederopbouw van infra, economie, maar ook de rechtsstaat. Op deze manier kunnen we samen bouwen aan de inhoud.

Voorzitter. Als wij praten over het toetredingsperspectief voor Oekraïne, Moldavië en Georgië moeten we niet vergeten dat Noord-Macedonië en Albanië al jaren wachten op toetreding. Ook aan deze landen hebben we perspectief te bieden om ervoor te zorgen dat Europa recht doet aan de landen die zich bij de Europese waardegemeenschap willen voegen, zonder dat daarin onzorgvuldige stappen worden genomen. Daarom willen wij een beroep doen op het kabinet om een actieve rol te spelen in de bemiddeling en de mediation tussen Bulgarije en Noord-Macedonië. Bulgarije en Noord-Macedonië zijn broederlanden die elkaar een handreiking moeten doen, in plaats van een actieve blokkade van de zijde van Bulgarije.

Voorzitter. Dan de Conferentie over de toekomst van Europa. We zijn het eens met het belang van het verdiepen van de Unie. Daarom zouden de aanbevelingen die nu echt nodig zijn en die zonder verdrag uitgevoerd kunnen worden nu al geregeld kunnen worden. Wel moeten wij kritisch en waakzaam zijn op de veranderingen die wij willen doorvoeren. Niet alle aanbevelingen moeten klakkeloos overgenomen worden. Dit geldt ook voor de discussie over de verdragswijziging. Voor zaken die via een verdragswijziging geregeld moeten worden en wenselijk zijn, zou ruimte moeten komen. Wel moet ook hier duidelijk per aanbeveling overwogen worden of een verdragswijziging wenselijk is. Ik vraag de minister-president: is er een mogelijkheid om een appreciatie per aanbeveling te ontvangen?

Daarnaast zien wij graag dat overwogen wordt, als het verdrag wordt opengebroken, om ook te kijken naar de mogelijkheden om kandidaat-lidstaten en lidstaten uit het toetredingsproces of de Unie te zetten.

Tevens zijn er zaken die wel een verdragswijziging nodig zullen hebben. Hier moet een start mee gemaakt worden voor onze opvolgende generaties. De huidige leiders hebben hierin een verantwoordelijkheid, om de Europese Unie toekomstbestendig te maken.

Voorzitter. Ik rond af. Ten slotte wil ik graag nog aandacht vragen voor het initiatief van Macron voor een Wider Europe. Over dit initiatief is nog zeer weinig bekend. Daarom zouden wij eerst duidelijkheid willen hebben over Wider Europe. Is dit een vervanging van EU-lidmaatschappen of associatieverdragen? Hoe past Turkije hierin? En past Afrika hier ook in? En de belangrijkste vraag: wat gaat Wider Europe toevoegen aan het complexe systeem dat er al is?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Amhaouch. Dan geef ik het woord aan de heer Kuzu van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik wil mijn achterburen vanaf deze plaats van harte welkom heten: de ambassadeurs van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Van harte welkom in ons parlement!

Voorzitter. De kracht van de Europese Unie is ook meteen haar zwakte. Het is goed dat Europese leiders naar Brussel gaan en overeenstemming proberen te bereiken op tal van onderwerpen. Maar is het eigenlijk niet frustrerend als je weet dat wanneer het erop aankomt, zo'n top elke keer wordt verstoord door een aantal lidstaten die zich gedragen als pubers en die het toch niet zo nauw nemen met afspraken over bijvoorbeeld de rechtsstaat, waar ze zelf voor hebben getekend? Is dat niet koren op de molen van Vladimir Poetin en de zijnen? Moeten besluitvormingsmechanismen niet volledig worden herzien, vooral nu er sprake is van mogelijke uitbreiding van de Unie?

De agressie van Poetin versus de heldhaftigheid en de vindingrijkheid van de Oekraïners zet een slapend Europa aan tot actie. We leveren wapens, we zetten ons in voor sancties. Maar we hebben in de afgelopen weken ook gezien dat Oekraïense officials de deuren platliepen in Den Haag en Nederland en om hulp vroegen bij het verkrijgen van het kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie. Toen was het minister Kaag die in maart al zei: Nederland zal niet dwarsliggen als het gaat om toetreding van Oekraïne tot de EU. Maar aan de andere kant verzette de premier zich in Brussel het hardst tegen dat kandidaat-lidmaatschap. Ik vraag me af: heeft het kabinet in de afgelopen maanden wel met één mond gesproken? Waar komt eigenlijk de draai van de premier vandaan? Waar lag nou precies het omslagpunt?

Voorzitter. Het wordt steeds duidelijker dat Poetin honger inzet als wapen. De Russische blokkade van miljoenen tonnen graan in Oekraïne is een echte oorlogsmisdaad. Dat zei EU-buitenlandchef Borrell eergisteren nog. Om de internationale voedselcrisis op te lossen, komt Europa met het concept "solidarity lanes". Er wordt van alles geprobeerd om 20 miljoen ton opgeslagen graan vanuit Oekraïne te vervoeren in een periode van drie maanden. Dit is ook echt nodig, want de Russen zijn begonnen met de grote graanroof. Oekraïens graan wordt gestolen en verscheept naar Syrië, voor Poetins puppet Assad. En ondertussen staan Oekraïense chauffeurs dagen te wachten bij de Poolse grens voor ze het land uitkomen. Is de oplossing eigenlijk niet gewoon heel simpel? Versoepel de grenscontroles voor graanvrachtwagens aan de grens van Polen.

Voorzitter. Oekraïne is op weg om kandidaat-lid van de Europese Unie te worden. Mijn fractie moedigt dat van harte aan. Hetzelfde geldt voor de status van Moldavië en Georgië. Maar hoe oneerlijk is dit voor de Westelijke Balkanlanden, die al jaren in de wachtkamer zitten? De snelheid en goodwill voor de Oekraïners staan in schril contrast met het langdurig getreuzel rond de pogingen van de Westelijke Balkanlanden om tot de Europese familie te behoren. Albanië, Servië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië zijn al jarenlang kandidaat-lid van de EU. En over de status van Kosovo wordt men het maar niet eens.

Hoe geloofwaardig is het dat de Europese Unie voor Oekraïne ruimhartig de deur openzet en de Westelijke Balkanlanden eeuwig laat wachten? In 2003 werd deze landen lidmaatschap in het vooruitzicht gesteld. Bijna twintig jaar later is slechts één land uit de wachtkamer naar binnen geroepen. Dat is Kroatië. Mijn fractie constateert dan ook dat er vanuit Brussel een gebrek aan commitment voor het vervolgproces is. De regio het gevoel geven dat zij in de steek wordt gelaten, is riskant, gelet op het verleden. Het alternatief is namelijk dat landen zoals Servië zich gaan focussen op Rusland. Hoe gaat de premier zich inzetten voor het EU-perspectief van de landen die ik eerder heb genoemd, zoals Bosnië, Albanië en Montenegro? Aangezien de premier een afspraak heeft met de Bosnische premier, vraag ik hem wat de consequenties zullen zijn wanneer Republika Srpska, in Bosnië en Herzegovina, alsmede Servië, de stabiliteit van Bosnië blijven ondermijnen.

Voorzitter, het laatste punt. We zitten in een energiecrisis en alle beetjes die bijdragen aan het verhelpen hiervan zijn van toegevoegde waarde. Dit argument voor het importeren van gas uit Israël wordt trots aan de Europese burger gebracht. Blijkbaar geldt voor Rutte en de andere Europese leiders: de ene bezetter is de andere bezetter niet. Iedereen is boos op Poetin omdat hij Oekraïne bezet. En dat is terecht. Maar een staat die al 55 jaar lang Palestina bezet, wordt daarvoor beloond met handelsverdragen en energiecontracten. Blijkbaar mag je van Rutte en de andere Europese leiders, als je Israël heet, zonder enige consequentie journalisten doodschieten, kinderen in gevangenissen martelen, illegale nederzettingen bouwen en een regime van apartheid voeren tegenover Palestijnen, aldus Amnesty International en Human Rights Watch. We hebben tegenwoordig ook een kabinet dat ervan overtuigd is dat de oude, ongeloofwaardige boodschap van evenwichtige relaties onderhouden met Israël en de Palestijnen belangrijk is. Het is stuitend.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Eppink, JA21.

De heer Eppink (JA21):

Wat ik stuitend vind, is dat de heer Kuzu een hele aanklacht tegen Israël naar voren brengt, terwijl we spreken over Oekraïne en de uitbreiding. Is dit de toonzetting van de heer Kuzu als het daarover gaat? U maakt zich kwaad. Ik zie dat u woedend wordt. U kijkt nu ook de andere kant op. Kunt u daarop antwoorden?

De heer Kuzu (DENK):

De heer Eppink moet echt beter zijn best doen om mij boos te krijgen, want dat word ik niet gauw. Volgens mij heb ik net zo'n 80% van mijn spreektijd gewijd aan Oekraïne en alle verschrikkelijke dingen die daar gebeuren. Dit debat betreft een Europese top, meneer Eppink. Tijdens een Europese top komen ook onderwerpen aan de orde die de Europese Unie raken. Een van die onderwerpen is dat de Europese Unie onlangs nog een contract heeft afgesloten met Israël. Wat mij betreft kan dat onderwerp heel goed aan de orde worden gesteld, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Kuzu (DENK):

Ik sluit af. Dit kabinet weet heel goed dat het medeverantwoordelijk is voor het in stand houden van het onrecht als het contracten afsluit met een apartheidsstaat, waarbij de financiële baten gebruikt zullen worden voor geavanceerde wapens waarmee nog meer Palestijnse journalisten gedood zullen worden, nog meer onschuldige Palestijnse burgers vermoord zullen worden en nog meer Palestijnen ontheemd zullen raken. Daarom vraag ik de premier ook: wees een vent, wees dapper en spreek je veto uit over dat energiecontract met Israël.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kuzu. Dan geef ik het woord aan de heer Eppink van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Voorzitter. Ik doe de blijde mededeling dat ik ook spreek namens BBB. Mevrouw Van der Plas is in Stroe, zoals u weet, en sinds kort werken wij nauw samen.

Voorzitter. Zo'n twintig jaar geleden gold in Brussel een vuistregel voor de uitbreiding van de Europese Unie: de EU gaat waar het Eurovisie Songfestival gaat. Aanvankelijk was er een gezamenlijk ritme, zoals bij de eerste zes landen van de Europese Gemeenschap. Maar intussen springt het Eurovisie Songfestival uit het zicht met een land als Australië. De EU moet nu zelf op zoek naar de grenzen van Europa en de mogelijkheden van Europese integratie.

Hoe ging dat met Turkije? In 1999 werd op de Europese top van Helsinki beslist dat Turkije kandidaat-lid zou worden. Ik werkte toen bij de Europese Commissie. Drie Commissarissen trokken naar Turkije om het goede nieuws mede te delen. In 2003 ...

De voorzitter:

Voordat u verdergaat ...

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, we hebben nu een debat over de Europese top, over verschrikkelijke dingen die in Oekraïne gebeuren en Rusland, en de heer Eppink spreekt over het Eurovisie Songfestival! Kan hij komen tot de kern?

De heer Eppink (JA21):

Ik heb het net over Turkije en de toetreding van Turkije. Dat lijkt mij toch wel de kern, meneer Kuzu. Bovendien — misschien klinkt dat u vrolijk in de oren — werd de heer Erdogan in 2003 zelfs uitgeroepen tot Europeaan van het jaar. Maar het proces verzuurde, wat leidde tot woede en frustratie aan beide kanten. Die duren nu al tientallen jaren voort. Oorzaak: het overhaast aanbieden van het kandidaat-lidmaatschap, te hoge verwachtingen, te veel beloftes. En het proces is nu verzand.

Voorzitter. De EU heeft de grenzen van integratie bereikt. De interne verschillen in de EU worden steeds groter. Zo is er noord en zuid met de euro en oost en west in tal van rechtsstatelijkheidskwesties. In de politiek moet je nooit "nooit" zeggen, maar nu het kandidaat-lidmaatschap aanbieden zou onverstandig zijn. Ik vraag de premier derhalve of we met Oekraïne als kandidaat-lid niet in eenzelfde situatie dreigen te komen als met Turkije. Ik zie dat de premier dat direct al opzoekt op zijn nieuwe smartphone.

Wat kunnen wij dan wel doen? We willen namelijk veel doen voor Oekraïne, zo verzeker ik ook de Oekraïense ambassadeur. We willen helpen tegen deze vreselijke agressie vanuit Rusland, een soort van negentiende-eeuwse overval en rooftocht door een land. Er moet zeker een internationaal instrument komen om Oekraïne te helpen bij de wederopbouw, vooral voor het vergaren van het nodige kapitaal, want daar zijn honderden miljarden voor nodig. Maar helaas, zover zijn we nog niet. Bij wapenhulp rijst steeds de vraag waar de grens ligt. Leveren wij op maat, of voeden wij een conflict dat een uitputtingsslag gaat worden en nog vele jaren zal gaan duren, met heel veel gevolgen, ook voor het thuisfront in Nederland?

Daarnaast is het zoeken naar een diplomatieke route, want aan het einde moet Oekraïne uit deze vreselijke situatie verlost worden. Daarom mijn vraag aan de premier: ziet de premier — naar ik aanneem de enige ervaringsdeskundige inzake Poetin in deze zaal — een diplomatiek traject? De premier stelde eerder dat deze oorlog "onze oorlog" is. Het is echter een oorlog tussen Oekraïne en Rusland, met de tweede als agressor. Niet een oorlog met Nederland of de NAVO, want dat zou desastreus zijn, omdat dit kan escaleren tot een atoomoorlog.

Voorzitter. Dan wilde ik nog even terugkeren naar het thuisfront, want als dit "onze oorlog" is, dan zijn wij het thuisfront. De meeste leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken zitten niet in de vaste commissie voor Financiën. Enige misschien wel. Ik zit er in ieder geval wel in en ik zie bij de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Hoekstra, zelf het grote verschil. Hij reist vrolijk door de wereld en hij geniet van zijn nieuwe baan. Hij heeft ook geen enkele heimwee naar het ministerie van Financiën, want daar heerst een andere realiteit: snel stijgende inflatie, verlies van koopkracht en een dreigende recessie. Dat is ook de realiteit die zich opdringt aan onze burgers. Zij betalen de prijs van "onze oorlog"; niet de premier, denk ik. Hij zegt niks.

Voorzitter. Ten slotte een onvermeld aspect van het Oekraïens kandidaat-lidmaatschap. Oekraïne, of Moldavië, is cultureel een conservatief land, met 44 miljoen mensen ook een groot land. Het land heeft het recht om conservatief te zijn. In feite is Oekraïne een tweede Polen, waar het kabinet zo verzot op is. Het middelpunt binnen de EU verschuift naar het oosten, een cultureel conservatiever oosten. Ik heb daar verder geen problemen mee. Wel zal onze gewaardeerde collega Sjoerdsma de komende tijd nog veel werk hebben met het corrigeren van deze oostelijke lidstaten op zaken zoals de rechtsstatelijkheid. Ik wens hem daarbij veel succes.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Eigenlijk heeft collega Piri in belangrijke mate al verwoord wat ik had willen zeggen, en dat is ook niet zo gek.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja. Ik begin graag met een compliment. Maar ik heb er toch nog wel een aantal zaken aan toe te voegen, omdat er veel op het spel staat.

Grote woorden lijden aan inflatie, zeker ook in deze zaal. Maar er heeft echt wel een historische gebeurtenis in Europa plaatsgevonden op 24 februari. Die heeft bij ons en bij anderen tot andere inzichten geleid. Mijn fractie behoorde tot de partijen die al in maart aangaven het belangrijk te vinden om het signaal van het kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie af te geven, omdat Oekraïne al vier dagen na deze brute inval aangaf te verlangen naar dat kandidaat-lidmaatschap. De symbolische waarde van dat kandidaat-lidmaatschap is enorm. Ik denk dat GroenLinks als eerste in deze zaal aangaf het afgeven van dat signaal belangrijk te vinden.

We hebben inderdaad een stemming gehad. Die kwam misschien iets te vroeg omdat misschien iedere partij voor zich die historische veranderingen op zich moet laten inwerken. Ik vind het ook goed en ik erken dat de heer Amhaouch in eerdere debatten die positieve grondhouding al benoemde. Maar ik hoor toch in zijn uiteindelijke antwoord dat voor hem het advies van de Europese Commissie de doorslag gaf.

Toch vind ik het jammer dat Nederland lang heeft dwarsgelegen, met de premier voorop. Dat maak ik op uit internationale media. Ik zou de premier daarom de vraag willen stellen: zat hier nou een principiële positie achter, of was dit tactiek, ingegeven door de wens om zo veel mogelijk voorwaarden te stellen? Dacht Nederland: als het besluit moet worden genomen, moeten we ervoor zorgen dat er zo veel mogelijk voorwaarden worden gesteld? Er wordt gesuggereerd — ik zie dat als een vorm van spinnen — dat Nederland door die opstelling extra voorwaarden heeft kunnen bedingen. Is dat zo? En om welke voorwaarden gaat het dan eigenlijk? Ik zou graag willen dat de premier daar open en eerlijk inzicht in biedt.

Mijn fractie is blij dat het erop lijkt dat men de stap gaat zetten en dat alle lidstaten unaniem de kandidaat-status gaan toekennen aan Oekraïne, aan Moldavië. Ik vind het jammer dat dat niet voor Georgië geldt. Ik zie dat er voor dat land een ander advies ligt, maar de onderbouwing vind ik niet heel sterk. Op een aantal terreinen is Georgië zelfs verder dan Oekraïne en Moldavië op dit moment zijn, bijvoorbeeld op het vlak van fraudebestrijding. We zien dat er ook weer andere tegenslagen spelen. Dus ik hoor graag van de premier hoe hij kijkt naar die afweging.

Ik vind het ook heel belangrijk dat wij in ons buitenlandbeleid waardegedreven opereren, zeker als het gaat om de Europese integratie. Dat hebben we recent in het hoofdlijnendebat besproken, maar ik zeg dat hier ook graag. De ChristenUnie refereerde daar ook aan. In Oekraïne strijden op dit moment mensen op leven en dood voor die kernwaarden. Daarom vind ik het belangrijk dat we deze stap zetten. Maar ik vind het ook belangrijk dat we stelling nemen als die kernwaarden worden aangetast door lidstaten. Dan past ook een veto of een "nee", zoals bij de toekenning van middelen uit het Herstel- en Veerkrachtfonds.

Ik hoop dat de premie ook bereid is zijn steun uit te spreken als het gaat om andere landen die al langer wachten. Ik hoop dus dat de premier ook zijn steun uitspreekt voor bijvoorbeeld het starten van de onderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië. Ik ben benieuwd of hij zich ervoor in wil zetten om visaversoepelingen voor bijvoorbeeld Kosovo mogelijk te maken. Verder ben ik benieuwd naar het plan van de heer Macron. Volgens mij vroeg alleen de heer Amhaouch daarnaar. We hebben één A4'tje gekregen waarin is uitgelegd wat dit nou precies voorstelt. Maar toen het voor het eerst werd gepubliceerd, werd het toch gezien als een manier om de ingewikkelde discussie over het kandidaat-lidmaatschap misschien te voorkomen. Nu staat het op zichzelf. Wat is nou precies de meerwaarde? Wat vinden de landen die nog geen kandidaat-status hebben of dat perspectief hebben, die nog geen lid zijn van de Unie en van de NAVO, van dit initiatief? Ik hoor graag van de premier hoe dat gewaardeerd wordt.

Er is ook al veel gezegd over voedsel als wapen door Rusland. Alles moet in het werk worden gezet om te proberen de voedselexport weer op gang te krijgen, maar er zijn ook andere stappen waar ik de premier graag toe zou willen oproepen. Volgens mij is het heel belangrijk dat Europa beperkingen stelt aan posities die marktpartijen mogen hebben in de voedselmarkt. De voedselmarkt wordt gedomineerd door vijf mondiale handelaren die 70% van de handel controleren. Die profiteren nu weer enorm. Er zijn ook andere financiële partijen die speculeren op die markt, die posities opbouwen. Dat is iets wat de grootste vrije markt in de wereld, de Europese Unie, aan zou kunnen pakken. Is de premier bereid om dat te doen?

Tot slot.

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, is er een laatste vraag van de heer Baudet, Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):

Toch even over het punt van voedsel, want dat is nu al drie of vier keer langsgekomen. Ik vraag me toch af waar dat nou eigenlijk over gaat. De totale wereldmarkt produceert ongeveer 800 miljoen ton graan. Het gaat hier nu over ongeveer 5 miljoen ton graan dat in Oekraïne ligt en de haven niet uit kan. Waarom kan het de haven niet uit? Rusland heeft daar een formeel statement over gemaakt. Oekraïne heeft volgens Rusland zeemijnen in de haven gelegd. Dus Rusland zegt: jongens, jullie kunnen doen met dat graan wat jullie willen; wij houden het niet tegen. Alleen, die schepen willen niet uitvaren omdat Oekraïne de posities van de landmijnen niet bekend wil maken. Vervolgens heeft Rusland gezegd: doe het dan via Wit-Rusland, want dat kan ook — Rusland gaat daar niet voor liggen — of doe het via een andere landroute. Dit hele verhaal over honger enzovoort is gewoon Amerikaanse oorlogspropaganda. Er is helemaal niets van waar. Overigens is het dus ook nog zo dat die 5 miljoen ton op de totale wereldmarkt van 800 miljoen ton een fractie is, dus helemaal niet verantwoordelijk kan zijn voor een wereldwijde voedselcrisis of zoiets. Het is gewoon een broodje aap!

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Als in dit huis één iemand propaganda bedrijft, dan is dat de heer Baudet voor Poetin.

De heer Baudet (FVD):

Dan krijgen we weer de jij-bak! Ga er nou eens op in.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Volgens mij ben ik aan het woord. Verder begrijpt u echt niets van de voedselmarkt. Het aantal miljoen ton waar u het over heeft, is veel te laag. Er liggen veel meer miljoenen tonnen graan opgeslagen. Het probleem is dat de zee niet bevaren kan worden, omdat Rusland daar met een vloot ligt. Ook Rusland heeft mijnen gelegd. Wat nog veel erger is, is dat als het niet lukt om dat graan weg te krijgen, dat ook weer implicaties heeft voor nieuwe oogsten. Dan is het niet een eenmalig effect, maar dan zal er meerjarig onvoldoende graan beschikbaar zijn voor de wereldmarkt. Dat is een heel ernstig probleem. Daar zou u zich in moeten verdiepen. Dit treft namelijk landen die ook al door andere crisissen, die u niet wilt zien — ik noem de klimaatcrisis — hele grote problemen hebben als het gaat om voedselzekerheid. De honger neemt toe in de wereld. Het aantal mensen dat dagelijks voedselhulp nodig heeft, neemt toe. En de hoeveelheid graan die ter wereld wordt geproduceerd, daalt door de oorlog die nu gaande is. In die zin wordt honger veroorzaakt door de Russische, agressieve oorlog in Oekraïne.

De voorzitter:

U rondt af.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil afronden met de sancties. Ik vind het heel belangrijk dat we werken aan een zevende pakket. Ik zie ook dat daar op korte termijn uitdagingen zijn. Ik vind het ook belangrijk dat Europa steun uitspreekt voor de uitvoering van bestaande sancties, bijvoorbeeld als het gaat om transporten naar Kaliningrad. Maar ik wil er ook op wijzen — ik ben benieuwd hoe de premier dat risico ziet — dat als er geen zevende sanctiepakket komt, er een situatie kan ontstaan dat individuele lidstaten zelf tot additionele sancties overgaan. Ook dat kan chaos veroorzaken. Hoe gaan we daarmee om?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Dank. Ook ik wil beginnen met de drie ambassadeurs van Georgië, Moldavië en Oekraïne van harte welkom te heten in ons parlement en bij dit debat.

Voorzitter. Morgen is de laatste EU-Raad van het Franse voorzitterschap, een voorzitterschap waar lang naar was uitgekeken en dat veelbewogen is geweest. Het wordt natuurlijk vooral gekenmerkt door de oorlog in Oekraïne. Een agressieve grootmacht valt een soeverein land binnen, pleegt oorlogsmisdaden en zet honger in als wapen naar de rest van de wereld. Na bijna vier maanden oorlog is de strijd nog steeds even hevig. Het blijft indrukwekkend om dagelijks te zien hoe standvastig en strijdvaardig de Oekraïners zijn. Het benadrukt eens te meer het belang van een eensgezinde en slagvaardige Europese Unie. We zagen deze eensgezindheid in de eerste maanden van de oorlog, maar zien deze ook steeds meer onder druk staan.

Onze kwetsbaarheden, zoals de afhankelijkheid van Russisch gas, olie en graan, komen steeds meer bloot te liggen. We zullen de komende jaren daarom meer moeten investeren in het vergroten van onze strategische autonomie. We moeten afhankelijkheden van met name Rusland en China afbouwen en onze eigen economische en militaire macht versterken. Ik wil de premier vragen hoe hij aankijkt tegen de strategische autonomie van de EU op dit moment. Hoe beoordeelt hij de stappen die hierin de afgelopen maanden zijn gezet? Wat zijn volgens hem de belangrijkste vervolgstappen? Is de premier het met mij eens dat het afbouwen van deze strategische afhankelijkheden voor Europa een van de grootste uitdagingen is voor ons buitenlandbeleid?

Voorzitter. De Europese Unie staat voor grote uitdagingen. Het meest acuut blijft natuurlijk hoe we Oekraïne zo goed mogelijk humanitair, financieel en militair kunnen blijven ondersteunen en dat we de druk op Rusland kunnen blijven opvoeren. Daarbij maken de stijgende prijzen en de druk op de koopkracht het steeds ingewikkelder om de eensgezindheid te bewaren, bijvoorbeeld ten aanzien van nieuwe sanctiepakketten richting Rusland. Een land als Hongarije frustreert op dit moment ieder groot besluit. Hoe kijkt de minister-president hiernaar? Ziet hij hiervoor enige oplossingen? Wordt er bij de aankomende Raad gesproken over aanvullende sancties richting Rusland? Zo ja, in welke richting? Wat is het standpunt van de premier ten aanzien van het besluit van Litouwen om het goederenvervoer via het spoor naar Kaliningrad deels te verbieden?

Wat de VVD betreft moeten we sancties richting Rusland consequent handhaven, maar moeten we tegelijkertijd voorkomen dat dit gevoelige vraagstuk escaleert. Verwacht de premier tijdens deze Raad ook nog een discussie over aanvullende militaire ondersteuning? Wat de VVD betreft wordt er creatief gekeken met andere EU-landen hoe we wapens aan Oekraïne kunnen blijven leveren. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat we dit structureel op de langere termijn kunnen blijven doen. Ziet de premier mogelijkheden om de wapenproductie in Europa de komende jaren structureel te verhogen?

Voorzitter. Afgelopen vrijdag kwam de Commissie met haar advies over het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië. De Commissie adviseert om het kandidaat-lidmaatschap aan zowel Oekraïne als Moldavië te verstrekken, maar wel aanvullende voorwaarden te stellen alvorens te beginnen met de daadwerkelijke onderhandelingen. Uiteraard begrijpt de VVD, gezien de geopolitieke situatie en de Russische militaire agressie, de waarde van Europees perspectief voor Oekraïne, Moldavië en Georgië. Eerder is aan deze landen een duidelijk signaal gegeven dat zij tot de Europese familie behoren. Zij hebben echter op allerlei manieren aangegeven hoe belangrijk het voor hen is dat dit signaal ook wordt geformaliseerd. Zij hebben dit perspectief nodig in de dagelijkse strijd die ze voeren, maar ook voor alle hervormingen die de komende jaren nodig zijn. Vanuit hun positie is dat uiteraard te begrijpen.

Tegelijkertijd heeft de VVD altijd aangegeven aarzelingen te hebben of dit een geschikt moment is om het kandidaat-lidmaatschap toe te kennen. Dit vanwege de rechtsstaat, de mate van corruptie en de economische situatie. Oekraïne is daardoor nog mijlenver verwijderd van een daadwerkelijk lidmaatschap. Het zal nog jaren, zo niet decennia duren voordat het land voldoet aan de criteria. De VVD is positief over het feit dat de Nederlandse regering deze zorgen gedurende het hele proces onder de aandacht heeft gebracht in Europa, en niet alleen heeft gekeken naar de symbolische waarde van het verlenen van een kandidaat-lidmaatschap.

We zien deze zorgen ook terug in het advies dat de Commissie geeft. Er zijn aanvullende eisen gesteld voordat de onderhandelingen kunnen beginnen. Daardoor wordt er recht gedaan aan de zorgen rondom corruptie en de rechtsstaat. Bovendien is dit consistent met hoe we met andere potentiële kandidaat-lidstaten als Albanië en Noord-Macedonië zijn omgegaan. Wij steunen dan ook de inzet en de opstelling van het kabinet. Wel wil de VVD graag van de premier weten hoe hard de voorwaarden die zijn gesteld, ook daadwerkelijk zijn. Hoe en door wie gaat dit worden gemonitord? Wie besluit of aan deze voorwaarden is voldaan? Zijn en blijven deze voorwaarden randvoorwaardelijk voor de start van de daadwerkelijke onderhandelingen?

Voor de VVD is het essentieel dat deze voorwaarden geen wassen neus zijn. Er mogen geen shortcuts zijn in het verdere traject. Het volledige instrumentarium van de, mede door Nederland, aangescherpte toetredingsprocedure moet ook op Oekraïne, Georgië en Moldavië worden toegepast, inclusief het pauzeren van de onderhandelingen indien er sprake is van onvoldoende voortgang.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb toch even een vraag aan de heer Brekelmans over de positie van de VVD. Hij heeft die aarzelingen inderdaad dikwijls luid verkondigd. Nu neemt de VVD een andere positie in. Moet ik daaruit afleiden dat de Nederlandse regering er succesvol in is geweest om de Europese Commissie ervan te overtuigen om specifieke voorwaarden toe te voegen, in dit geval bijvoorbeeld aan het aantal voorwaarden dat gesteld wordt aan Oekraïne?

De heer Brekelmans (VVD):

De heer Van der Lee zegt dat wij een andere positie in hebben genomen. Ik heb steeds benadrukt, ook net weer in mijn betoog, welke aarzelingen wij hebben bij de rechtsstaat en corruptie. Die heb ik duidelijk naar voren gebracht. Ik vind het ook goed dat de premier en onze minister van Buitenlandse Zaken dat steeds, als daarnaar werd gevraagd, hebben benoemd. Ik zie dat de Europese Commissie samen met de drie landen heeft beoordeeld hoe het er nu voorstaat en dat diezelfde zorgen ook terugkomen. Ik vind het heel goed dat in het verdere proces nu ook is ingebouwd dat eerst aan die criteria wordt gewerkt voordat aan de onderhandelingen wordt begonnen. Dus volgens mij is dat heel consistent en is het ook goed dat de Europese Commissie daar zo expliciet invulling aan geeft in het proces.

De voorzitter:

Laatste vraag, de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dit was niet echt een antwoord op mijn vraag. Is er nou door Nederland middels deze opstelling — want we stonden echt op de rem vergeleken met andere landen — iets veranderd in het advies dat de Europese Commissie heeft gegeven, ja of nee?

De heer Brekelmans (VVD):

Ik wil altijd graag zo direct en open mogelijk de vragen beantwoorden, zeker die van de heer Van der Lee, maar ik zit niet in de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft vragen gesteld aan de drie landen, die daarop duizenden pagina's hebben ingevuld. Er is ook interactie over geweest tussen die twee landen. Natuurlijk heeft de Europese Commissie ook gezien wat de verschillende uitlatingen van landen daarin zijn geweest, maar hoe de Europese Commissie dan tot haar oordeel komt en in hoeverre ze daarin de aarzelingen van Nederland meeneemt, kan ik vanuit mijn positie niet beoordelen.

De voorzitter:

Laatste vraag, de heer Eppink, JA21.

De heer Eppink (JA21):

De premier heeft gezegd dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne onze oorlog is. Kan de heer Brekelmans het thuisfront, zoals ik het dan maar zal noemen, zeggen of de VVD dat ook zo ziet?

De heer Brekelmans (VVD):

Ik was het volledig eens met de toelichting die de minister-president daarop gaf toen hij er vervolgvragen over kreeg van journalisten. Het is onze oorlog, in de zin dat wij wapens leveren aan Oekraïne om hen te ondersteunen. Het is onze oorlog, in de zin dat wij sancties instellen tegen Rusland om hen verder onder druk te zetten. Het is onze oorlog, in de zin dat er meer op het spel staat dan alleen de veiligheid van Oekraïne, namelijk ook de bredere veiligheid en onze waarden, te weten vrijheid en soevereiniteit. Maar het is niet onze oorlog in de zin dat wij meevechten. En dat gaan we ook niet doen.

De voorzitter:

Laatste vraag, de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Op 31 maart stemt de VVD glashelder tegen het EU-kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Op 8 april noemt de heer Brekelmans het onverstandig: je moet geen verwachtingen scheppen, dit is niet het moment, zeker omdat ze nu in een oorlog zitten en wij niet weten hoe het land er over een jaar aan toe is. Hele heldere taal. En vandaag stemt de VVD gewoon in met het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Geef gewoon toe dat u gedraaid bent. Dat is het eerlijkst naar uw kiezers toe. Kom niet aan met dat zoethoudertje over die extra voorwaarden. Bent u dat met mij eens?

De heer Brekelmans (VVD):

Nee, dat ben ik helemaal niet met u eens. Talloze mensen uit Oekraïne hebben de afgelopen weken contact met ons gezocht en ik heb in ieder gesprek aangegeven dat ik het risicovol vind om een traject in te gaan dat misschien wel twintig jaar gaat duren, omdat we ook met landen als Servië en Turkije hebben gezien dat landen ergens gedurende dat traject afhaken en gefrustreerd raken en we ze daarmee verliezen. Ik heb die zorgen op allerlei manieren overgebracht en ik heb die zorgen nog steeds, omdat ik denk dat het in principe beter zou zijn een korter traject te hebben met concreter zicht op lidmaatschap. Maar het is nog steeds zo dat, gegeven de oorlog en de agressie nu, die landen hebben gezegd: we willen toch nu dat perspectief, ook al weten we en realiseren we ons dat dat misschien nog wel twintig jaar kan duren en dat we onze bevolking dus twintig jaar in dat traject moeten meenemen. Zij hebben die afweging gemaakt om heel hard door te zetten op dat kandidaat-lidmaatschap. Vervolgens maak ik een afweging over de wens die er is, maar ook over de aarzelingen die we daarbij hebben, zoals of het wel goed verwerkt is in het voorstel dat er nu ligt. Mijn antwoord daarop is ja. Dat is totaal geen draai, want dat is gewoon altijd ons standpunt geweest.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Ik ga even door op die draai. Volgens mij zijn we het erover eens dat het een draai is. Je zegt a en je doet vervolgens b. Dan heb ik hier een citaat uit een debat in de Tweede Kamer van 10 maart 2022. De heer Brekelmans bevraagt daarin de heer Sjoerdsma. De heer Brekelmans zegt dan: "Mijn vraag aan de heer Sjoerdsma gaat over het kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie. De heer Sjoerdsma zegt dat hij vindt dat we Oekraïne dat niet moeten ontzeggen. Nu is het zo dat er diverse criteria zijn." En dan gaat hij verder: "Oekraïne komt bij lange na niet in de buurt van het voldoen aan die criteria, ook niet in het voldoen aan de criteria die we normaal gesproken zouden stellen als een land kandidaat-lid wil worden. Ons standpunt is altijd geweest dat Oekraïne daarom geen kandidaat-lid wordt." Meneer Brekelmans, nu pleit u hier voor een kandidaat-lidmaatschap voor Oekraïne. Dat is een draai. Er is geen ander woord voor wat er hier gebeurt.

De heer Brekelmans (VVD):

We hebben altijd gezegd dat we deze aarzelingen en bedenkingen hebben. Die heb ik daar inderdaad heel duidelijk geformuleerd. Maar we hebben ook gezegd, en dat had mevrouw Maeijer dan ook wel mogen citeren, dat we bij het maken van die beoordeling om een advies van de Europese Commissie vragen. Mijn inschatting was dat Oekraïne heel ver verwijderd is van lidmaatschap. Dat is mijn inschatting nog steeds. Maar de Europese Commissie heeft geoordeeld, zoals mevrouw Maeijer ook heeft kunnen lezen, dat de vooruitgang van Oekraïne en Moldavië dusdanig is dat zij nu dat kandidaat-lidmaatschap kunnen krijgen. Voor Georgië zit daar nog een stap voor, omdat zij nog aan aanvullende dingen moeten voldoen. Dat is gewoon de meest actuele update van hoe die landen ervoor staan op het punt van de benchmarks die er zijn. Dat is onderbouwd. Ik heb bevestigd, zoals ik eerder al zei, dat er nog een hele lange weg te gaan is en er op dat terrein nog ontzettend veel moet gebeuren. Daarom zijn er aanvullende eisen nodig. Maar het actuele advies is dat dat niet in de weg hoeft te staan van het kandidaat-lidmaatschap. Ik sluit mij daar dan dus bij aan.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dat is een heel lang antwoord, maar de conclusie blijft gewoon dat de VVD is gedraaid. Meneer Brekelmans zei eerst dat Oekraïne geen kandidaat-lid zou moeten worden en nu wordt Oekraïne wel kandidaat-lid. Dat is een draai. De heer Sjoerdsma complimenteerde het kabinet net met het, in mijn eigen woorden, handen aan het stuur hebben in de Europese Unie. Ik kan niet anders constateren dan dat de VVD hier opnieuw draait en zonder slag of stoot gewoon de eurofiele agenda van D66 volgt.

De heer Brekelmans (VVD):

Mevrouw Maeijer mag daar de etiketten en de frames op plakken die zij zelf wil. Nogmaals, zij luistert iedere keer maar naar de helft van wat ik zeg. Ik heb net gezegd dat wij die aarzelingen over corruptie en de rechtsstaat altijd hebben gehad. Die aarzelingen heb ik nog steeds. Dat zei ik net ook in mijn betoog. Ik hoop dat mevrouw Maeijer dat heeft gehoord. Maar we hebben niets voor niets ook altijd gezegd dat we om een advies van de Europese Commissie vragen om te beoordelen hoe de actuele situatie is en wat dat betekent voor een kandidaat-lidmaatschap. Daaruit volgt een heel duidelijk advies. Dat volgen wij.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Brekelmans (VVD):

Een ander probleem met het huidige kandidaat-lidmaatschap voor diverse landen is dat het voor diverse landen steeds minder te maken heeft met een reëel perspectief op daadwerkelijke toetreding. Dat resulteert in een soort vergaarbak met landen die kandidaat-lid zijn, maar in feite onvergelijkbaar zijn. Sommige landen zitten daar al jaren of soms zelfs decennia in, met allerlei frustraties tot gevolg. Voor de VVD blijft dit een belangrijk aandachtspunt. Hoe zorgen we ervoor, vraag ik ook aan de premier, dat Oekraïne gedurende dit traject niet gefrustreerd raakt en dat deze landen prikkels blijven houden om de hervormingen door te blijven voeren, ook als deze pijnlijk zijn. De VVD is wat dat betreft verheugd dat het voorstel van een politieke unie, zoals eerder ook is genoemd door Macron, nader wordt besproken. Macron lanceerde het idee om de samenwerking met andere landen niet enkel te bekijken met een blik van: het zetten van stappen richting EU-toetreding. Hij wil ook op een meer flexibele wijze invulling kunnen geven aan de samenwerking tussen landen op het Europese continent en mogelijk ook daarbuiten. Dit sluit goed aan bij het standpunt van de VVD dat er opnieuw nagedacht moet worden over de wijze waarop we invulling geven aan ons toetredings- en nabuurschapsbeleid. Kan de minister-president aangeven waar hij zelf aan denkt bij dit concept van een politieke gemeenschap? Wat kan volgens hem de meerwaarde daarvan zijn? Op welke dimensies ziet hij toegevoegde waarde? En op welke risico's moeten we volgens hem beducht zijn?

Voorzitter. Dan de Conferentie over de toekomst van Europa. Ik lees dat er op deze Raad al een eerste gedachtewisseling zal plaatsvinden over de conferentie. De VVD deelt dat het van belang is om aan de slag te gaan met de aanbevelingen uit die conferentie, om de Unie slagvaardiger, onafhankelijker en daadkrachtiger te maken. We hebben ook nu weer gezien dat het veto op sancties niet bijdraagt aan deze slagvaardigheid. Ik vind de lijn van het kabinet om eerst inzichtelijk te maken wat er al kan binnen het verdrag en voor welke voorstellen daarbuiten wel een verdragswijziging nodig is, verstandig. Een verdragswijziging is immers een lang traject dat heel erg intern is gericht, op de Europese Unie zelf, en waarbij de uiteindelijke uitkomst ongewis is. We hebben juist snel oplossingen nodig. Er kan ook al heel veel zonder een verdragswijziging. De VVD is dan ook niet dogmatisch tegen een verdragswijziging maar wil wel goed kunnen wegen wat de toegevoegde waarde is voor Nederland en voor de Europese Unie. Wat zijn volgens de minister-president de voor- en nadelen van zo'n eventuele verdragswijziging?

Tot slot, voorzitter, want ik zie dat ik nog 30 seconden heb: de recente ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk. Het VK heeft aangegeven het Noord-Iers protocol eenzijdig te willen opzeggen terwijl dit juist een essentieel onderdeel is van de brexitafspraken die zijn gemaakt. Kan de premier de stand van zaken op dit punt toelichten? En wat zijn hiervan de implicaties?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Brekelmans. Dan geef ik het woord aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Morgen en overmorgen vindt de Europese Raad plaats. Regeringsleiders bespreken dan een van de meest verstrekkende voorstellen die tot op heden zijn gedaan. Wij spreken vandaag over de inzet van onze regering bij die vergadering. Op de agenda staat namelijk het plan van de Franse president Macron om een Europese politieke gemeenschap op te richten, een soort los-vast verband, dat tot doel heeft, en ik citeer, "om het noodzakelijke framework te bieden om te antwoorden op de urgente historische en geopolitieke noden die voortkomen uit de oorlog in Oekraïne en een politieke structurering van ons continent te ontwikkelen." Een politieke gemeenschap dus die nadrukkelijk open zou moeten staan voor álle Europese landen, aldus Macron, en die een forum zou moeten bieden voor coördinatie, voor het nemen van beslissingen en voor samenwerkingsprojecten om op concrete wijze te antwoorden op de uitdagingen waarvoor alle landen op het Europese continent zich gesteld zien: buitenland- en veiligheidskwesties, klimaatverandering, migratie en de relatie met andere buitenlandse actoren.

In essentie staat hier: we gaan een gezamenlijk politiek blok vormen tegen Rusland en voor nog meer klimaatplannen en nog meer immigratie. Dat is inderdaad precies in lijn met de overtuigingen van de Europese elites. En ze willen nu dus een politiek element toevoegen aan het systeem en dat uiteindelijk samenvoegen met EU, die daarmee dus eindelijk het masker afwerpt en in alle openheid wordt wat men er al zo lang van wil maken: een politieke unie. Die politieke unie zou ons vervolgens nog meer zelfbeschikking ontnemen, zou ons opzadelen met nog meer immigratie en klimaatbeleid en ons bovendien verder in conflict brengen met Rusland, waarbij voor het gemak wordt vergeten dat Rusland net zo'n Europees land is als Oekraïne of Polen of Frankrijk dat is.

Inderdaad, van Tolstoi tot Tsjaikovski, van Vadim Repin tot Valeri Gergiev, van Peter de Grote tot Poetin, Rusland ís lid van de Europese cultuurfamilie en het is absurd om te doen alsof dat niet zo is. Maar Europese leiders gaan op dit moment zozeer op in hun eigen oorlogspropaganda dat een volgend punt op de agenda van de Europese Raad het voortzetten van de wapenleveranties aan Oekraïne is. Het is een van de meest corrupte landen op aarde, verwikkeld in een wezenloze oorlog die onwinbaar is en dus alleen maar tot meer zinloos bloedvergieten zal leiden zolang wij die oorlog kunstmatig laten voortduren. Een oorlog die, by the way, helemaal niet "de onze" is, zoals de minister-president vorige week nog zei, iets wat hij trouwens ook helemaal niet kán en mág zeggen volgens artikel 96 van de Grondwet, dat immers bepaalt dat het Koninkrijk niet in oorlog mag worden verklaard zonder toestemming van de Staten-Generaal.

Voorzitter. Al sinds 2015 waarschuwt Forum voor Democratie de Nederlandse bevolking. Amerikaanse en Europese elites willen oorlog met Rusland. Het wordt door geheime diensten en strategische planners gezien als essentiële en noodzakelijke hobbel om de Amerikaanse, unipolaire wereldorde te behouden. Rusland moet worden gebroken, "verpulverd", zoals Kissinger het zei. Oekraïne is een pion in dat grote schaakspel, al door Brzeziński in kaart gebracht. Een land dat wordt opgeofferd in dit mondiale, sinistere strijdperk om hegemonie. Om het anders te zeggen, de weg naar de Great Reset loopt via Kiev. De Nederlandse bevolking had daarin overigens al bij het massaal verworpen associatieverdragreferendum gelijk en wilde niet meegaan in de Amerikaanse spelletjes waarvan dat verdrag een verlengstuk was. Het associatieverdrag kwam er toch, met alle dramatische gevolgen van dien.

En nu willen ze Oekraïne zelfs lid gaan maken van de EU. Weet u het nog? Rutte zei dat dat absoluut niet ging gebeuren. Here we are. Regeren is vooruitzien, maar blijkt toch vooral te gaan om het verzwijgen van wat er voor ons ligt.

En dan gaat het de komende dagen ook nog, tot slot, tot overmaat van ramp, over de euro, de munt die verantwoordelijk is voor onze huidige inflatie en het verdampen van onze pensioenen. Kroatië moet er nu ook bij. Alsmaar dijt deze muntunie uit, alsof het zo'n goed werkend systeem is, wat het niet is, want we worden allemaal armer, elke dag weer, omdat we moeten betalen voor de schulden in het zuiden. Onze pensioenen verdampen — ik noemde het al — en de mkb'ers, de middenklasse, verliezen hun koopkracht ons land.

Dus we hebben een oorlog met Rusland als gevolg van die Europese Unie en de machtsspelletjes van de Amerikanen. We hebben onbetaalbare klimaatplanen. We hebben absurde stikstofregels die via de Natura 2000-regels, via de EU, aan ons worden opgelegd. We hebben open grenzen en massale immigratie, waar we nu ook weer de gevolgen van zien met al die noodwoningen enzovoorts die moeten worden ingericht terwijl de Nederlanders geen woning kunnen krijgen. En we hebben alsmaar voortgaande inflatie. Dat is de erfenis van de EU. Dat is de ramp waar onze elites ons in storten. Er is maar één boodschap die onze regering zou moeten meenemen naar de Europese Raad van morgen en overmorgen, namelijk: die oorlog is niet de onze, die Unie is niet de onze, die munt is niet de onze en wij gaan eruit — nexit.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Baudet. Dan gaan we luisteren naar de heer Stoffer, SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Het toekennen van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië is een ingewikkeld dilemma met reële argumenten voor en ook met argumenten tegen. Want enerzijds kan de kandidaat-status een symbolische reddingsboei zijn voor een land dat vecht voor zijn voortbestaan. Daar komt bij dat ja tegen die kandidaat-status geen onomkeerbaar ja is tegen het EU-lidmaatschap. Maar anderzijds kun je ook zeggen dat EU-uitbreiding, in plaats van export van stabiliteit, import van instabiliteit kan betekenen. De oorlog, maar ook corruptie, maakt dat gevaar, juist met betrekking tot Oekraïne, erg groot. Bovendien zijn er alternatieve vormen van samenwerking denkbaar. Tot voor kort was het kabinet die laatste mening toegedaan, maar inmiddels onderschrijft het kabinet de conclusie van de Europese Commissie dat Oekraïne en Moldavië perspectief op EU-lidmaatschap zouden moeten krijgen.

Hoewel ook de SGP wat dit betreft veel sympathie voelt, zijn er voor ons nog te veel inhoudelijke, openstaande vragen om hiermee op dit moment in te kunnen stemmen. Die vragen zijn als volgt. Leidt dit goedbedoelde gebaar uiteindelijk niet tot een teleurstelling? Waarop is de veronderstelling van de Commissie gebaseerd dat Oekraïne zeven stappen zal zetten rondom onder andere rechtspraak, corruptiebestrijding enzovoorts, en deelt de minister-president het vertrouwen van de Commissie? Hoe waardeert het kabinet de alternatieven voor de EU-kandidaat-status, zoals een Europese politieke gemeenschap, en is dit voldoende verkend? Ten vierde: versterkt de kandidaat-status de veiligheid van Oekraïne en de EU, ook in het licht van de veiligheidsclausules in artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie? Ik zie uit naar een antwoord van de minister-president. In elk geval kan noch voor Oekraïne noch voor de Westelijke Balkan een loopje genomen worden met de bestaande toetredingsvoorwaarden en -criteria.

Voorzitter. Zo belanden we automatisch bij de discussie over de toekomst van Europa. Want de EU moet kiezen: wordt zij een geopolitieke speler met oog voor objectieve en zakelijke rechtsstaatkenmerken of wordt zij een ideologische scherpslijper? Het is van tweeën één. De SGP zegt: wees eensgezind, juist door de verschillende tradities en culturen van de lidstaten te respecteren. In dat licht verbaas ik mij over de aanbevelingen in het conferentierapport over gelijke huwelijksrechten in alle lidstaten. Mijn vraag is: beaamt de premier dat het familie- en huwelijksrecht een bevoegdheid van de lidstaten is en ook blijft?

Sowieso vraag ik me af hoe het kan dat representatieve burgerpanels slechts méér EU bepleiten, terwijl het in de hele EU gonst van ontevredenheid over te sterke Brusselse bemoeienis. Via een conventie wil het Europees Parlement nu ook budgetrecht en wetgeving over initiatiefrecht krijgen en moeten zorg en onderwijs een gedeelde bevoegdheid worden. Mijn vraag is: hoe gaat de premier voorkomen dat Brussel, Athene, Praag of noem maar op invloed krijgt op onze scholen en ziekenhuizen? Een analyse van het laatste Raadssecretariaat, waaruit blijkt dat voor slechts 18 van de voorgestelde 320 maatregelen een verdragswijziging nodig is, laat vooral zien hoe rekkelijk de EU omgaat met de speelruimte die deze verdragen bieden.

Voorzitter. Die rekkelijkheid zien we ook rondom begrotingstekorten en staatsschulden. Maar liefst zeventien lidstaten halen het begrotingstekortcriterium niet, en vijf landen voldoen ook niet aan het schuldcriterium. Maar toch verlengt de Commissie de ontsnappingsclausule weer met een jaar, terwijl de verwachte bbp-groei van 2,7% in 2022 en 2,3% in 2023 absoluut niet overeenkomt met de ernstige economische achteruitgang. Die kan niet als criterium worden ingeroepen voor deze escape. Mijn vraag aan de minister-president is of hij dit ook tegenstrijdig en onwenselijk vindt.

Voorzitter, tot slot. Een van de dingen die de boeren in Nederland steken, is dat zij hard worden aangepakt vanwege EU-regels, terwijl Europese instituties en lidstaten zich niet aan de eigen regels houden. Wie de onvrede wil wegnemen, kan deze ongemakkelijke waarheid niet negeren. Ik wens onze premier daarom op 23 en 24 juni veel wijsheid en veel lef toe.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Bedankt, voorzitter. Allereerst een warm welkom aan de ambassadeurs van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Volt is blij dat Nederland zich heeft uitgesproken voor het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië en het toekomstige kandidaat-lidmaatschap van Georgië. Voor Oekraïne is het een belangrijk signaal dat het onderdeel is van de Europese familie. Dat geldt ook voor Moldavië, dat tegen de achtergrond van een zeer moeilijke situatie hervormingen aan het doorvoeren is en nu ook deze stap kan zetten. Dat neemt niet weg dat deze drie landen de komende jaren flinke hervormingen moeten gaan doorvoeren. Ik ben benieuwd hoe Nederland ze daarbij gaat ondersteunen, om te voorkomen dat het een uitzichtloos proces wordt, waarbij het tegenovergestelde wordt bereikt van het gewenste. Ik ben blij dat collega's daar ook aandacht voor vroegen. Ik ben dan ook benieuwd wat de positieve en negatieve lessen zijn die we bij andere landen hebben geleerd. Hoe gaat het kabinet die meenemen?

Omwille van de tijd sluit ik me aan bij de vragen die eerder zijn gesteld over de wapenleveranties. Ik vroeg me af wat Nederland nog meer hieraan kan doen.

Veiligheid in Europa is een belangrijk onderwerp. In de vorige Europese Raad werd er ook over gesproken. Eind deze maand vindt er een belangrijke NAVO-top in Madrid plaats. Ik heb daar een paar vragen over, omdat er bij de Europese Raad waarschijnlijk ook over gesproken zal worden. Vooruitlopend op de meeting in Madrid, vraag ik of de premier bij zijn collega's zou willen aandringen op structurele militaire ondersteuning van de Baltische staten. Zij vrezen namelijk dat, onafhankelijk van de uitkomst van de oorlog in Oekraïne, Rusland zal hergroeperen, aansterken en op een onbewaakt moment de Baltische staten mogelijk zal aanvallen. Daarbij is de NAVO gelukkig al bezig met Gotland, maar ook de Suwalki-corridor is daarbij een mogelijk doelwit. Is de premier bereid om te pleiten voor het versterken van de permanente verdediging van de Baltische staten?

Voorzitter. Vandaag wil ik stilstaan bij de gevolgen van de oorlog voor de voedselzekerheid van landen, met name in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, maar ook in relatie tot de langetermijnrelatie met de landen aldaar. De blokkade van de Zwarte Zee, een verschrikkelijke daad van Poetin, heeft een enorme impact op de voedselmarkt. Dat geldt ook voor het hamsteren van veevoer en de posities die marktpartijen innemen, zoals de heer Van der Lee net al aangaf. Ook de SWIFT-sancties van Russische banken hebben graan en mais schaars en duur gemaakt. In de geannoteerde agenda richt de minister-president zich met name op het heropenen van de Zwarte Zeeroute voor de export van graan uit Oekraïne. Collega's hebben al redelijk wat vragen hierover gesteld en daar sluit ik mij bij aan.

Eerder gaf de premier in een debat aan dat hij en zijn medewerkers geen idee hadden of de SWIFT-sancties ook impact hadden op de Russische export van graan. Heeft de minister-president inmiddels wel scherp welke gevolgen de sancties hebben op de voedselzekerheid? Wordt hierover gesproken om ervoor te zorgen dat dit zo veel mogelijk voorkomen wordt? Begrijpt de minister-president de precaire situatie van de Afrikaanse Unie, zeker in relatie tot de Europese Unie? Een reden dat ik hiernaar vraag, is dat we het Afrikaanse continent nodig hebben, omdat we concurreren met China om de toegang tot kritische grondstoffen voor de energietransitie. Graag een reflectie daarop.

China begon in december al met het hamsteren van graan en dreef daarmee de prijzen op. Dit is een kans voor Europa om te laten zien wat onze Europese waarden waard zijn, door niet alleen te focussen op het aandeel van Rusland in de voedselcrisis, maar door wereldwijde voedselzekerheid in het algemeen een speerpunt te maken en te kijken hoe de Europese Unie daaraan kan bijdragen. Is de minister-president bereid om tijdens de top bij zijn collega's aan te dringen op een Europees plan voor voedselzekerheid in Afrika?

Voorzitter. De impact van de oorlog wordt steeds voelbaarder, ook in Nederland. Gazprom pompt steeds minder gas in het Europese gasnetwerk. Dat maakt gas niet alleen duurder, maar het maakt het ook voor alle Europese landen moeilijker om hun gasreserves aan te vullen voor de komende winter. Steeds meer landen, ook Nederland, kiezen er daarom voor om het gebruik van kolencentrales weer op te schalen. Daarbij maak ik me er wel zorgen over of we de eenheid en solidariteit in Europa kunnen behouden op het moment dat er echt minder gas geleverd gaat worden. Het IEA waarschuwt dat we onszelf moeten voorbereiden op een volledige stop. Er wordt in de agenda gesproken over een Europees contingency plan. Wat staat daar dan in? Hoe staat de minister tegenover een Europees afschalingsplan voor gasgebruik? Welke stappen worden hier onderling in genomen en wat zijn de afspraken daarover? Is het kabinet van mening dat er afspraken gemaakt moeten worden als in de winter daadwerkelijk meerdere landen een gastekort hebben en huishoudens mogelijk zonder verwarming zitten? Juist in tijden van crisis en onzekerheid bepaalt het vermogen tot en het behoud van solidariteit en rechtvaardigheid de veerkracht van een samenleving. Dat geldt voor Nederland, maar zeker ook voor de Europese Unie.

Voorzitter. Tot slot nog een hele kleine opmerking. De stijgende inflatie is niet alleen een Nederlandse uitdaging, maar ook een Europese. Vorige week kwam de ECB voor spoedoverleg bijeen om de gevolgen van de rentestap te bespreken. De renteverschillen tussen landen lopen op. Deze oplopende spreads waren tijdens de eurocrisis een belangrijke stressindicator, toen beleggers het voortbestaan van de euro in twijfel trokken. Ik vraag me af of de minister-president hier op de Europese top ook met zijn collega's over zal spreken, om te voorkomen dat dit gaat gebeuren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt. Hij heeft zich later aangemeld om ook nog te spreken. Hij staat niet op de lijst, maar bij dezen. Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Zelden is er een Europese top geweest waarbij er zo veel zulke grote uitdagingen op het bord lagen. Collega Dassen sprak er net al over: de ECB zit opnieuw in een zeer zwaar parket. Hij moet weer nog meer schulden opkopen, terwijl hij al voor 6.000 miljard opgekocht heeft. We hebben te maken met een groot voedselprobleem, omdat graan vanuit Oekraïne geëxporteerd wordt naar Rusland en er moeilijkheden zijn om dat Oekraïense graan te exporteren. Wel is er veel waardering voor de inspanningen van de Europese Unie om fast lanes op te zetten. We hebben ook te maken met een energiecrisis, die rechtstreeks met de oorlog te maken heeft.

Voorzitter. De eerste vraag is dan ook: hoe zorgt de EU voor een gezamenlijke strategie om uit al deze problemen te komen? Als er alleen maar elke keer een nieuwe crisis bij komt en je er geen oplost, ga je uiteindelijk ten onder aan interne spanningen. Hoe zorgt de Unie ervoor dat er in de komende jaren goede energie- en voldoende voedselzekerheid is?

Voorzitter. Dan Oekraïne. We geven veel geld uit aan Oekraïne. In Nederland spenderen we volgend jaar meer dan 1 miljard aan de opvang van Oekraïners hier en relatief weinig aan het ondersteunen van het land. Het lijkt er nu op dat het wel of niet aanbieden van een lidmaatschap een soort bijonderhandeling wordt over de vraag of we Oekraïne voldoende helpen. Oekraïne is niet geholpen met een perspectief over vijftien jaar. Oekraïne is geholpen als het reële steun krijgt om stand te houden tegen de Russische agressie. Welke afspraken worden daarover gemaakt?

Voorzitter. We hebben slechte ervaringen. We wisten dat we Griekenland en Italië niet moesten toelaten tot de euro en we hebben dat wel gedaan. Het gevolg is dat alle euroafspraken boterzacht zijn en dat we een opkoopbeleid hebben dat we nooit hebben gewild. We wisten dat de rechtstaten van bijvoorbeeld Polen en Bulgarije niet oké waren. Het lukt ons niet om rechtsstaatafspraken met die landen te maken. Sterker nog, Polen wordt veroordeeld, betaalt de dwangsommen niet, maar krijgt meer dan 35 miljard uit het Europese fonds. Dat is waarom ik moeite heb met de afspraken over toetreding van Oekraïne, Moldavië en Georgië. We houden ons niet aan de vooraf vastgestelde criteria. Daarmee komen we van een koude kermis thuis. Of we gaan jarenlang vertragen, zoals we doen met een aantal Balkanlanden, of we trekken er een aantal landen bij die niet klaar zijn. Dat zegt de Commissie zelf ook. Waarom wordt deze stap met Oekraïne en Moldavië gezet en krijgt Georgië het kandidaat-lidmaatschap?

Voorzitter. Dan de laatste vraag. Betekent dit dat Kazachstan en Azerbeidzjan, die ook gedeeltelijk in Europa liggen, dan ook het kandidaat-lidmaatschap kunnen aanvragen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de eerste termijn van de kant van de Kamer. Ik schors de vergadering tot 13.55 uur, inclusief de lunch.

De vergadering wordt van 13.12 uur tot 13.56 uur geschorst.

Naar boven