23 Stemming Aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen

Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van het lid Van Kent tot tijdelijke wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het invoeren van een maatregel tot onder meer aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen (35681).

(Zie vergadering van 1 juni 2022.)

De voorzitter:

Voordat we gaan stemmen over het wetsvoorstel geef ik het woord aan de heer Omtzigt voor zijn stemverklaring.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel. Ik probeerde efficiënt te zijn nu ik achterin de zaal zit, voorzitter.

Voorzitter. Voor ons ligt een sympathieke wet. Die is vooral sympathiek omdat er op dit moment een wetsvoorstel over de toekomst van de pensioenen voorligt, waar heel veel haken en ogen aan zitten, zoals we in de hoorzittingen gezien hebben. Echter, een tijdelijke bodem erin leggen gaat niet alle problemen oplossen. Het is wel nodig om met een nieuw voorstel te komen. Ik sluit niet uit dat later in de behandeling van de Wtp alternatieven als deze nog op tafel dienen te komen, maar op dit moment lijkt het mij niet de oplossing. Daarom zal ik tegen de wet stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Naar boven