2 Vragenuur: Vragen Madlener

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Madlener aan de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over het bericht "Benzineprijs weer flink opgelopen: 'Blijft voorlopig hoog'".

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom, evenals de woordvoerders en de mensen op de publieke tribune. Aan de orde is het mondelinge vragenuur.

Ik geef als eerste het woord aan de heer Madlener van de PVV. Hij heeft een vraag aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht "Benzineprijs weer flink opgelopen: 'Blijft voorlopig hoog'". Het woord is aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga het nog een keer proberen met deze staatssecretaris. Laten we kijken wat ervan komt. Nederland heeft de hoogste inflatie van West-Europa, hoger dan de landen om ons heen. En dat komt mede door de enorm hoge brandstofprijs in Nederland. Nederland heeft hoge accijnzen op brandstof, zoals wij allemaal weten. En toch staan er nog steeds recordfiles. Dat is ook een aanleiding om te zeggen dat rekeningrijden natuurlijk niet gaat werken, tenzij je het zo duur maakt ... Maar dan is het niet best, dus laten we hopen dat deze regering dat niet gaat doen. De benzineprijs in Nederland ligt nu al rond de €2,30. De adviesprijs is zelfs nog hoger. In België, waar ik vaak kom, is de benzineprijs fors lager, door het regeringsbeleid natuurlijk. In Duitsland is die nu ook al onder de €2,00. Dat is een fors verschil.

Voorzitter. Duitsland heeft aangekondigd vanaf morgen de belasting op brandstof nog verder te gaan verlagen, met maar liefst 30 cent per liter. Het verschil met Nederland wordt straks 50 tot 60 cent per liter. Ik gun het natuurlijk iedereen, vooral als je aan de grens woont, om lekker goedkoop te kunnen tanken, want dat is in deze dure tijden heel belangrijk voor mensen. Maar dat gaat natuurlijk enorme problemen opleveren voor alle ondernemers in Nederland. Het is te gek dat Nederlanders zo veel meer moeten betalen dan de mensen in de landen om ons heen. Door de hoge inflatie in Nederland — de hoogste van alle landen om ons heen! —, door het regeringsbeleid, door die enorme belastingen loont het straks om 200 kilometer te rijden, om helemaal naar Duitsland te gaan om te tanken. Dat is natuurlijk te gek voor woorden. Het is slecht voor de portemonnee van de mensen in ons land, het is slecht voor de economie. Daarom vraag ik de regering: wat gaat u hieraan doen?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Rij:

Ja, voorzitter. Het is inderdaad juist dat er heel veel beweging is in de benzineprijzen. Ik heb het nog een keer op een rijtje gezet. Waar wij op 6 december nog een benzineprijs hadden van net onder de €2, namelijk €1,97, stond die na de verlaging van de accijnzen op 1 april — een belangrijk moment, want dat deden wij hier in Nederland met 17 cent — op €2,11. Inmiddels zijn de adviesprijzen inderdaad alweer boven de €2,30.

Als we kijken wat de ons omringende landen doen, dan hebben we gezien dat België, direct nadat wij hadden aangekondigd dat we de benzineprijs zouden verlagen met 17 cent, dat zelf ook heeft gedaan. Dat loopt overigens eind september af. Duitsland heeft nu inderdaad zelfs verlaagd naar het Europese accijnsminimum, van maar liefst 65,5 naar 35, zij het voor slechts drie maanden. Wij hebben hier de tijdelijke verbetering koopkracht, die een dempend effect heeft, al besproken in een debat. Een debat over het wetsvoorstel krijgen we ook nog in deze Tweede Kamer.

Wij kunnen op korte termijn, gezien onze budgettaire situatie niets doen. Wel zullen we bij de augustusbesluitvorming op basis van de meest recente macro-economische inzichten wederom kijken naar het totale koopkrachtplaatje. Dan komt dit punt uiteraard ook weer aan de orde.

De voorzitter:

Het woord is weer aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Tja, voorzitter. Ik had het eigenlijk wel verwacht, maar ik vind dit echt onvoorstelbaar. Het antwoord is gewoon: niks! We gaan niks doen! Terwijl de problemen gigantisch gaan worden. Terwijl de Nederlandse burger een veel hogere inflatie heeft dan al die landen om ons heen. Ik heb het nog eens even opgezocht. In Nederland ligt de inflatie rond de 10% op dit moment. In België is die al 2% lager, daar is die rond de 8%. In Duitsland rond de 7% en daar gaat die natuurlijk nog verder omlaag door die accijnsverlaging. In Frankrijk hebben ze maar een inflatie van nog geen 5%! Dus Nederland zit op het dubbele qua inflatie ten opzichte van Frankrijk, en dat komt door de hoge belastingen!

Deze staatssecretaris gaat over de belastingen, en die zegt: ik ga niks doen. Ik vind dat onvoorstelbaar. Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat die hoge inflatie ook heel schadelijk is voor onze economie? En is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat die inflatie hoog is door zijn belastingen? Beseft de staatssecretaris dat? Ik vraag dus nogmaals: wat gaat u doen?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is weer aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Rij:

Was het maar zo eenvoudig. Als deze staatssecretaris alleen maar aan één knop hoeft draaien om de inflatie omhoog of omlaag te krijgen en we dat alleen in Nederland zouden kunnen regelen, dan zou het heel eenvoudig zijn. Dat die inflatie zo hoog is, ligt toch echt ingewikkelder dan de heer Madlener hier probeert te zeggen. Dat heeft natuurlijk te maken met de enorm hoge energieprijzen. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat er een oorlog gaande is in Oekraïne. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat aan de ene kant de gaskraan wordt dichtgedraaid, zoals gisteren is aangekondigd, en dat we aan de andere kant ook een enorme schaarste aan olie hebben. Tegelijkertijd wordt de inflatie niet alleen bepaald door de energieprijzen, maar natuurlijk ook door de stijgende voedselprijzen. Er is een voedselcrisis aanstaande als er niet wordt ingegrepen in een deel van de wereld.

Daarmee wil ik niet zeggen dat wij als kabinet niks kunnen doen. We zijn als kabinet met een pakket gekomen. Nogmaals, daarmee gaan we niet in één keer het hele vraagstuk oplossen van de inflatie, die sinds de jaren zeventig nog nooit zo hoog geweest is. Aan de ene kant is er de verlaging van de accijnzen op 1 april en aan de andere kant de verlaging van de btw op energie van 21% naar 9%, en een tegemoetkoming voor de minima boven 120% van het minimumloon, de bekende €800. We kunnen hier in de Kamer wel iedere week zeggen: we gaan nu reageren omdat Duitsland drie maanden de accijnzen verlaagt. Dat is geen wijs beleid.

Wij zien wat dit voor de burgers betekent. Wij zien wat dit betekent in de portemonnee van mensen. Dat doet echt pijn. Mensen moeten nu keuzes maken. Zoals gezegd zullen wij bij de augustusbesluitvorming weer het totale plaatje bekijken, inclusief het vraagstuk van de accijnzen.

De heer Madlener (PVV):

Ik hoor allemaal redenen voor de hoge inflatie, zoals hoge energieprijzen en oorlog in Oekraïne, die natuurlijk ook voor Duitsland, België en Frankrijk gelden. Dat is totaal geen verklaring waarom die in Nederland veel hoger is. De verklaring is: de hoge belastingen, onder andere op brandstof. Dát is een verklaring. Maar daar gaat de staatssecretaris totaal omheen. Ik vraag dit aan de staatssecretaris, niet omdat hij de staatssecretaris is, ik vraag dit aan de regering, maar ook aan de regeringspartijen in deze Kamer. Want dit is een regering die bestaat uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Ik vraag het ook aan die partijen. Geef uw regering de opdracht de mensen in het land te helpen. Gisteren in De Telegraaf …

De voorzitter:

Meneer Madlener, het is een mondeling vragenuur. De vragen worden gesteld aan de staatssecretaris.

De heer Madlener (PVV):

Ja, en die stel ik aan de regering, maar de regeringspartijen in deze zaal dragen natuurlijk medeverantwoordelijkheid en die spreek ik hier ook op aan.

Voorzitter. In De Telegraaf van gisteren bleek dat 94% van de Nederlanders lagere accijnzen wil. Dat is gewoon verstandig beleid. Dat is beter voor de mensen in het land. Deze regering moet opkomen voor de mensen in ons land. Er is zat geld. Kijk naar al die grote budgetten voor vergroening; dan noem ik nog maar één onderwerp. Ik vind het werkelijk ongelofelijk en een schande dat onze regering, die voor de mensen moet opkomen, ons zo laat stikken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Madlener. Het woord is weer aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Rij:

Ik heb geen nieuwe vraag gehoord, dus ik hou het heel kort.

De voorzitter:

Het was wel een soort oproep.

Staatssecretaris Van Rij:

Over de oproep heb ik al aangegeven, en dat wil ik nog een keer doen: als kabinet hebben we in maart direct gehandeld met een spoedpakket. In augustus, wanneer we de besluitvorming voor Prinsjesdag hebben en we ook de meest recente cijfers hebben, gaan we naar het totale koopkrachtplaatje kijken. Wij zien dat het een uitzonderlijke situatie is. Tegelijkertijd wil ik hier niet de indruk wekken dat de regering het inflatievraagstuk in zijn geheel gaat oplossen. Maar uiteraard gaan we wel naar de koopkrachteffecten kijken.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een aantal vervolgvragen. Een vraag is een korte opmerking of vraag. Dan geef ik eerst het woord aan de heer Jansen. U kunt gewoon naar de microfoon toe gaan.

De heer Jansen (FVD):

Nederlanders komen bij de pomp en schrikken zich helemaal dood van de prijzen. Nu hoorde ik de staatssecretaris zeggen dat er olieschaarste is in de wereld. Maar deze regering heeft gisteren een handtekening gezet onder een boycot op Russische olie. Het is dus niet een of ander natuurverschijnsel waardoor de olie opeens duur is. Nee, deze regering werkt daar actief aan mee. Daarom is mijn vraag aan de staatssecretaris: hoeveel verwacht hij dat de benzine- en dieselprijzen nog gaan stijgen en wat is de maximale prijs die hij vindt dat Nederlanders mogen betalen voor dat geopolitieke spierballengedrag van de Europese Unie?

Staatssecretaris Van Rij:

Ik begrijp de vraag als zodanig heel goed, maar ik ga hier geen uitspraken doen over de maximumprijs die betaald kan worden. Maar voordat zo'n besluit genomen wordt vanuit de EU, waar de Nederlandse regering uiteraard volledig achter staat, is er natuurlijk wel nagedacht over waar de vervangende olie vandaan kan komen. We zitten in een uitzonderlijke situatie. We moeten met z'n allen een heel hoge prijs betalen. Overigens hadden we al voor de oorlog in Oekraïne te maken met stijgende energieprijzen. We hebben nog steeds te maken met een wereld waar een pandemie heerst. Kijk naar de Chinese economie. We hebben met een uitzonderlijke situatie te maken, met een combinatie van een tegenvallende groei van de wereldeconomie en een oorlog in Oekraïne. Nogmaals, wij zullen in augustus op basis van de inzichten die er dan zijn, kijken naar een verstandig pakket, waar we rond Prinsjesdag mee komen.

De heer Jansen (FVD):

Natuurlijk zijn er allerlei factoren in de wereld waarom dit soort prijzen stijgen. Een daarvan is het conflict in Oekraïne. Daarvoor waren er ook al dingen, zoals de Chinese supply chain. Dat is allemaal waar, maar dit zijn toch processen die de regering kan zien aankomen? Nu hoor ik de staatssecretaris zeggen dat het kabinet er in augustus naar gaat kijken en dat er in september een nieuw pakket komt, met de Miljoenennota en zo, maar iedere dag staan Nederlanders nu aan de pomp. Iedere dag moeten ze €2,40 betalen voor benzine. Dat tikt aan. Is de staatssecretaris op de hoogte van de impact die dit heeft op het dagelijks leven van Nederlanders?

Staatssecretaris Van Rij:

Dat heb ik al eerder gezegd: ja, want die prijs is uitzonderlijk hoog. Ook historisch is die heel hoog en je kan de euro maar één keer uitgeven. Overigens zijn wij in het kader van de Voorjaarsnota, die hier besproken gaat worden, voornemens om de motie-Heinen/Inge van Dijk uit te voeren door de onbelaste reiskostenvergoeding eerder in te voeren. Dus we kijken binnen het redelijke echt naar alles wat we kunnen doen, maar het heeft geen zin om hier vandaag een loze toezegging te doen die ik niet kan onderbouwen. Hoe ik ook meevoel met de pijn, we gaan daar in augustus zorgvuldig en goed voorbereid naar kijken. Graag vervolgen we dan het debat met u.

De heer Idsinga (VVD):

Als je in 2014 maximaal 10 kilometer van de Duitse grens woonde, dan loonde het om in Duitsland te gaan tanken. Het prijsverschil was toen een paar cent. Vanaf morgen is het prijsverschil bijna €0,60. Die grensregio is daarmee enorm opgeschoven richting het binnenland. Hoeveel precies weet ik op dit moment niet. Dat is ook niet mijn vraag. Mijn vraag is wel tot welk prijsverschil het kabinet het nog acceptabel vindt om voorlopig niets met accijnzen te doen.

Staatssecretaris Van Rij:

Als ik de vraag goed begrepen heb, dan vraagt de heer Idsinga dit, wijzend op wat er vanaf morgen in Duitsland gebeurt. Zoals gezegd, Duitsland gaat naar de minimumaccijns die binnen de EU kan. Daarmee wordt het verschil €0,60 met Nederland. We hebben al gezegd dat we dat monitoren, maar Duitsland kan niet meer lager dan dat. Wij gaan sowieso de accijns niet verhogen, want wij hebben gezegd dat de accijnsverlaging die wij in april hebben toegezegd, tot 31-12 loopt. Ik wijs er nogmaals op dat die in Duitsland op 31 augustus weer afloopt, dus dan zullen de Duitsers weer omhoog moeten. Dat geldt overigens ook voor de Belgen, die het tot 30 september hebben gedaan. In dat opzicht hebben wij gekozen voor negen maanden. Daarmee hebben we ook een zekere stabiliteit voor het jaar gegeven, in plaats van drie maanden een jojo-effect, zoals de Duitsers doen. Maar dat prijsverschil met Duitsland zal niet groter worden gedurende die drie maanden.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ik ben een beetje teleurgesteld in de antwoorden van de staatssecretaris. Hij zegt in feite tegen de burgers: loop naar de pomp, al dan niet in Duitsland. Het zal nog goedkoper zijn om daarnaartoe te lopen dan te rijden. Maar ik wil toch van de staatssecretaris weten of hij bereid is om nog eens te kijken naar een accijnsverlaging. We hebben een heerlijke bruidsschat van 60 miljard. Daar is al een beetje aan geknabbeld, maar van het Klimaatfonds en het Energiefonds kunnen we best nog een beetje meer afknabbelen, want ik denk dat de burgers in Nederland daar zeer, zeer, zeer naar lopen te smachten. Is de staatssecretaris daartoe bereid?

Staatssecretaris Van Rij:

Zoals ik gezegd heb, hebben we in het kabinet een heel afgewogen pakket afgesproken in het kader van de Voorjaarsnota. Daarover gaan we in de Tweede Kamer over een paar weken discussiëren. Daarnaast zullen we bij de augustusbesluitvorming naar het totale koopkrachtplaatje kijken. Ik moet u dus teleurstellen, want ik ga hier niet op een dinsdagmiddag in het vragenuurtje de toezegging doen dat ik daaraan ga knabbelen.

De heer Alkaya (SP):

Deze antwoorden zullen voor heel veel mensen erg teleurstellend zijn. De SP is voor eerlijke belastingen. Bij de brandstofprijzen is er iets geks aan de hand. We betalen niet alleen btw over de brandstofprijs, maar ook over de accijns. Dat is belasting over belasting. Ik heb de staatssecretaris eerder gevraagd om daar een einde aan te maken. Hij zegt dat dat niet kan, omdat dat niet mag van Brussel. Het is vastgelegd in de zogeheten btw-richtlijn. Is hij bereid om in de aanloop naar de augustusbesluitvorming, waarnaar hij nu verwijst, er in Brussel voor te pleiten om af te stappen van die gekke dubbele belasting? Want dat scheelt natuurlijk ook enorm voor de brandstofprijzen.

Staatssecretaris Van Rij:

Ik kan die redenering als zodanig natuurlijk volgen. Ik vraag me overigens wel af wat er gebeurt als de benzineprijs €1,50 is en we minder accijns en dus ook minder btw op de accijns hebben. Dan is de vraag: gaan we dat dan ook compenseren? We hebben echt met die EU-richtlijn te maken. Het is niet zo dat die EU-richtlijn van de ene op de andere dag veranderd kan worden omdat er nu sprake is van een tijdelijke situatie. Ik wil daar ook geen hoop op vestigen, want dat gaat niet lukken. Ik kan het in Brussel wel bepleiten voor politieke doeleinden, maar ik geef dat geen kans van slagen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Half Nederland zal straks over de grens naar Duitsland rijden om daar benzine te tanken. Mensen die daar benzine gaan tanken, gaan daar natuurlijk ook hun boodschappen doen. Met name de ondernemers in de grensstreek krijgen daar heel erg veel last van. De belangenvereniging van tankstationhouders heeft in maart al gevraagd om snelle maatregelen. In hoeverre is het kabinet in gesprek met de grensstreekondernemers? Want daar gaat natuurlijk een flinke omzet verloren en dus ook belastinggeld voor de bv Nederland. Dat wordt niet hier uitgegeven, maar daar. Wordt daar ook rekening mee gehouden?

Staatssecretaris Van Rij:

Dat is een heel belangrijk punt. Aanstaande donderdagochtend zit ik met de belangenvereniging van tankstationhouders om tafel. Wij hebben de Kamer al toegezegd — daar komen we in het najaar op terug — dat we gaan kijken naar de effecten van de accijnsverlaging en de verschillen tussen België en Duitsland. Daarbij kijken we ook precies naar het punt waar u nu op wijst: wat zijn de effecten voor de ondernemers in de grensstreek? Het gaat niet alleen om het tanken van benzine over de grens. Ik wijs er overigens wel op, ook al is dat misschien een doekje voor het bloeden, dat de leaserijders niet in Duitsland maar in Nederland gaan tanken, want die hebben in Nederland btw-aftrek. Dat wil ik hier toch nog even gezegd hebben. Maar wij gaan donderdag om tafel zitten en wij nemen die zorgen uiteraard zeer serieus, want het effect kan weleens wat groter zijn dan alleen de Nederlandse burger die eventjes de grens over gaat om te tanken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

99,9% van Nederland is natuurlijk geen leaserijder. Hoe fijn het ook is voor de leaserijders, dat zijn niet de mensen die hierdoor heel erg in de knel komen. BETA, de belangenvereniging van tankstationhouders, heeft hier in maart ook al voor gewaarschuwd. Op dat moment gingen mensen nog niet zozeer de grens over, maar zij zeiden toen al: als de prijzen in België en Duitsland worden verlaagd, dan gaan mensen dat wel doen. Mensen krijgen straks weer een extra prikkel om naar Duitsland te gaan. Ik ben eigenlijk wel benieuwd, want kennelijk heeft belangenvereniging BETA om dat gesprek gevraagd. Of de staatssecretaris heeft ze uitgenodigd; dat kan natuurlijk ook. Wat is de inzet bij dat gesprek? Wat is de inzet van het kabinet? Of mogen ze gewoon komen om hun verhaal te doen en gaan we daarna weer over tot de orde van de dag?

Staatssecretaris Van Rij:

We hebben de Kamer al eerder toegezegd dat we niet alleen de prijsverschillen, maar ook de economische effecten van de accijnsverschillen gaan meten. Dat monitoren we. Daar hebben we overigens ook de medewerking bij gekregen van de tankstations. Ik wil dat iets verbreden. Ik ga dat gesprek donderdag dus voeren, omdat ik best wel oog heb voor het feit dat het ook nog andere economische effecten kan hebben.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ondanks de accijnsverlaging zien we de benzineprijzen keihard stijgen en ook meer stijgen dan de olieprijs. Op dit moment maken oliebedrijven dus gigantische overwinsten. Het Internationaal Energieagentschap heeft al gesteld: zet in op besparing als prijsdempend effect. Er circuleren ook plannen voor een windfall profits tax, om dus juist die overwinsten te belasten. Hoe kijkt de staatssecretaris daarnaar?

Staatssecretaris Van Rij:

Precies daarover zijn overigens ook schriftelijke Kamervragen gesteld. Wij zijn nu met de voorbereiding van de antwoorden daarop bezig. Ik kan de redenering overigens volgen, want als je nou iets in Brussel zou willen bespreken, zou dat een onderwerp kunnen zijn dat je in Brussel bespreekt. De vraag is dan ook of je het gemeenschappelijk zou moeten doen; dan ben je natuurlijk het meest effectief. Ik wil vragen om de antwoorden op die Kamervragen even af te wachten, want er zit een kop en een staart aan. Maar ik kan de redenering volgen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik wil de staatssecretaris van Financiën … O! Nee? Oké. Ik dacht even dat er een vervolgvraag zou komen. Ik wil de staatssecretaris van Financiën bedanken voor zijn aanwezigheid.

Naar boven