9 Gehandicaptenbeleid / Verpleeghuiszorg / Wlz

Aan de orde is het tweeminutendebat Gehandicaptenbeleid / Verpleeghuiszorg / Wlz (CD 21/4).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Gehandicaptenbeleid, verpleeghuiszorg en Wlz. Het commissiedebat vond plaats op 21 april jongstleden. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is mevrouw Westerveld van GroenLinks. Ik geef graag haar het woord, maar niet zonder de minister voor Langdurige Zorg en Sport verwelkomd te hebben. Fijn dat u bij ons bent. Het woord is aan mevrouw Westerveld.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik begin met een compliment aan de Kamerorganisatie, want sinds kort hangt er bij de goederenlift een bordje dat die ook voor mensen met een beperking is: er hangt een bordje met een rolstoel aan. Dat is eigenlijk vrij kort nadat we dat hebben aangekaart. Ik vind het heel erg goed dat we op die manier laten zien dat ook dit huis openbaar is voor mensen met een beperking.

De voorzitter:

Wij zijn zo snel.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Precies.

Dan, voorzitter. Je zult maar ouder zijn van een kind met een beperking en je zorgt tientallen jaren voor dat kind en uiteindelijk moet je kind, omdat het volwassen is en je hem of haar niet meer kunt tillen, naar een instelling. Maar dan krijg je te horen dat je dochter of zoon nooit meer thuis kan logeren, omdat de hulpmiddelen niet meegaan omdat die thuis worden weggehaald. Ik vind het onbestaanbaar dat wij kinderen niet meer bij hun ouders laten logeren en dat partners met een handicap die doordeweeks in een instelling wonen, soms niet in de weekenden weer naar huis kunnen. Ik vind dat wij dat moeten regelen. Daarom dien ik daarover een motie in samen met mevrouw Bikker van de ChristenUnie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat hulpmiddelen thuis verdwijnen als mensen met een beperking naar een instelling verhuizen;

van mening dat het onacceptabel is dat kinderen met een beperking daardoor niet meer bij hun ouders kunnen logeren of partners niet meer bij elkaar kunnen zijn;

verzoekt de regering om met betrokken partijen tot landelijke afspraken te komen, zodat mensen met een levenslange en levensbrede beperking hulpmiddelen thuis kunnen behouden voor zover die redelijkerwijs niet mee te nemen zijn vanuit de instelling;

en verzoekt de regering de Kamer daar voor de zomer over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Bikker.

Zij krijgt nr. 255 (24170).

Heel goed, dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Werner van de fractie van het CDA.

Mevrouw Werner (CDA):

Dank, voorzitter. Ik denk dat ik maar meteen begin, want ik heb er drie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten periodiek één integraal plan moeten maken voor de lokale uitvoering van het VN-verdrag handicap;

overwegende dat toegankelijkheid van het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport (artikel 30 van het VN-verdrag) thuishoort in de algemene plaatselijke verordening, zodat mensen met een handicap kunnen deelnemen aan het dagelijks leven;

verzoekt de regering in overleg met de VNG te bevorderen dat gemeenten de toegankelijkheid van het culturele leven, festivals, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport in lokaal beleid en de algemene plaatselijke verordening verankeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Werner.

Zij krijgt nr. 256 (24170).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het VN-verdrag handicap mensen met een beperking of chronische ziekte recht geeft op gelijke behandeling en gelijkwaardig meedoen;

van mening dat mensen met of zonder beperking gelijkwaardig zijn en daarom gelijkwaardig moeten kunnen reizen met bovenregionaal openbaar vervoer, zowel als het om de kosten als om de administratieve lasten gaat;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze het reizen voor mensen met een beperking met Valys gelijkgesteld kan worden aan de wijze waarop mensen zonder beperking reizen met openbaar vervoer, bijvoorbeeld door in te voeren dat de Valys-pas op eenzelfde wijze werkt als de ov-chipkaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Werner en Agema.

Zij krijgt nr. 257 (24170).

Mevrouw Werner (CDA):

En de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen, waarbij goed werkende wijkverpleging een noodzakelijke voorwaarde is;

constaterende dat een belangrijke reden voor het groeiende personeelstekort in de wijkverpleging is dat een disproportioneel groot deel van nieuw personeel binnen een jaar alweer uitstroomt;

verzoekt de regering het veld op te roepen met concrete praktische voorstellen te komen waarmee de uitstroom van wijkverpleegkundigen te beperken is;

verzoekt de regering hierbij tevens de aanbevelingen van de KPMG-analyse van bekostigingsvormen voor de wijkverpleging mee te nemen, waarbij specifieke aandacht is voor het beperken van de administratieve lasten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Werner.

Zij krijgt nr. 258 (24170).

Mevrouw Werner (CDA):

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Hijink van de fractie van de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank u wel, voorzitter. Dit kabinet klaagt steen en been dat het maar niet lukt om meer zorgverleners voor de zorg te interesseren. Dat is wonderlijk als je ziet dat dit kabinet tegelijkertijd bezig is om ruim 400 miljoen te bezuinigen op de verpleeghuiszorg door de personeelsnorm in de verpleeghuizen los te laten. Dat is heel dom en heel onverstandig, want dat gaat betekenen dat de werkdruk in de verpleeghuizen nog veel hoger zal worden, dat nog meer mensen zullen overwegen om die sector te verlaten en dat het dus nog moeilijker zal worden om de zorg voor onze ouderen overeind te houden. We moeten ervoor zorgen dat die mensen hun werk kunnen blijven doen en dat we de personeelsnorm, die er na zo veel actie en zo veel strijd in de afgelopen jaren is gekomen, behouden. Het zou heel onverstandig zijn om daar nu van af te stappen. Daarom doe ik het volgende voorstel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bezettingsnorm in de verpleeghuiszorg wordt losgelaten;

constaterende dat er in een lange periode heel veel moeite is gedaan om de bezettingsnorm met bijbehorend budget te realiseren om de kwaliteit van de verpleeghuiszorg te verbeteren;

verzoekt de regering om de bezettingsnorm in de verpleeghuiszorg te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 259 (24170).

Heel goed. Dank u wel. Dan mevrouw Van den Hil van de fractie van de VVD.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik neem het debat even over van mijn collega, de heer Van Wijngaarden, die elders is. Er is een goed debat gevoerd — ik heb het ook gevolgd — over de transformaties en uitdagingen in de langdurige zorg. Er is geconcludeerd dat er veel winst te behalen valt, iets wat ik uit de praktijk kan beamen.

Een van deze winsten zit wat de VVD betreft in het nadrukkelijk gebruikmaken van arbeidsbesparende technologieën. Tijdens het commissiedebat heeft de minister aangegeven dat innovaties niet moeten blijven hangen in pilots, maar dat er toegewerkt moet worden naar het daadwerkelijk implementeren, toepassen en opschalen daarvan. De vrijblijvendheid moet er wat de VVD betreft enigszins vanaf. Ik wil van de minister weten hoe zij dit voor zich ziet. Op welke manier kunnen zorginstellingen van elkaar leren en zich verbeteren als het gaat om de implementatie van nieuwe technieken?

Voorzitter. Dit brengt mij op de motie-De Vries over de inventarisatie van arbeidsbesparende innovaties. Die is ingediend tijdens de begrotingsbehandeling van vorig jaar. Wanneer verwacht de minister de uitwerking van de motie met de Kamer te kunnen delen? Die was verwacht in het eerste kwartaal van dit jaar, maar dat is inmiddels gepasseerd.

Voorzitter. Tot slot zou ik graag een reactie van de minister horen op het recent verschenen Gupta-rapport Uitweg uit de schaarste, over hoe de inzet van bestaande technologieën potentieel duizenden zorgmedewerkers kan vrijspelen, iets wat naar ons idee hard nodig is.

Dat was het, voorzitter. Dank je wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Sahla van de fractie van D66.

Mevrouw Sahla (D66):

Dank u wel, voorzitter. Voor mijn partij is de eigen regie van de cliënt en de patiënt belangrijk. Om die eigen regie in het complexe systeem van de zorg te kunnen pakken, is het van belang dat er zoiets bestaat als onafhankelijke cliëntenondersteuning. We zijn blij om te horen dat de minister dat ook belangrijk vindt en wij debatteren hier dan ook graag met haar over als het voorstel om dit goed te verankeren, aangemeld is voor plenaire behandeling.

Voorzitter. We hebben ook gesproken over de Wet zorg en dwang. De minister gaf aan dat zij de problemen in de uitvoering herkent en dat er door VGN en ActiZ wordt gewerkt aan betere kennisdeling. Kan de minister aangeven wat zij gaat doen als de knelpunten in de uitvoering zich blijven voordoen? Wij zouden graag wat meer regie van de minister zien.

Voorzitter. Zoals in het debat door mijn collega is benadrukt, is onbeperkt meedoen belangrijk voor mijn fractie. Collega Bikker heeft hierover een motie, die ik graag mede namens haar en collega Werner indien.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in Nederland zo'n 1,1 miljoen mensen een licht verstandelijke beperking hebben en zij ondersteuning van de overheid nodig hebben om mee te doen aan de samenleving;

overwegende dat in het coalitieakkoord de ambitie is opgenomen dat de overheid transparant, toegankelijk en begrijpelijk is;

overwegende dat in 2019 een interdepartementaal onderzoek is gedaan om beleid gericht op lvb'ers doelmatiger en doeltreffender te maken, en hieruit aanbevelingen zijn gekomen over onder andere passende communicatie, simpel overheidsbeleid en integrale ondersteuning;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de manier waarop zij sinds 2019 uitvoering geeft aan de aanbevelingen en welke stappen zij voornemens is te zetten om dit interdepartementaal aan te blijven kaarten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sahla, Bikker en Werner.

Zij krijgt nr. 260 (24170).

Heel goed, dank u wel. Ik schors tien minuten, en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 18.40 uur tot 18.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Helder:

Dank u wel, voorzitter. De minister was iets trager met lopen na deze lange dag. Ik was er vanochtend al om 5.15 uur uit.

De voorzitter:

Dat kunt u goedmaken door de moties kort en puntig te behandelen.

Minister Helder:

Dat gaan we lekker snel doen.

Als u het goedvindt, beantwoord ik eerst even de vragen. Er waren een aantal vragen van mevrouw Van den Hil. Ze vroeg hoe de minister de inzet van technologie zou willen stimuleren, ook gezien de personeelskrapte en het rapport van Gupta. Het antwoord is dat ik haar mening deel dat de inzet van technologie belangrijk is en we die moeten stimuleren. Dat zal onderdeel zijn van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen. Dat is een aparte lijn, lijn 5. Zowel bij de zorgaanbieders als bij de inkopende zorgkantoren zal de inzet van technologie centraal staan bij de zorglevering. Daarmee sturen we erop om de vrijblijvendheid voorbij te gaan.

Mevrouw Sahla heeft nog een vraag gesteld over de knelpunten van de uitvoering en met name de regie van de Wzd. Daarop is mijn antwoord dat we de grote vragen willen beantwoorden na de wetsevaluatie. Daarbij willen we de echte knelpunten adresseren. De kabinetsreactie komt aan het eind van dit jaar. In de tussentijd zitten we niet stil. We ondersteunen de professionals en de aanbieders, bijvoorbeeld via Vilans. Daarnaast is er ook voorlichting, bijvoorbeeld via dwangindezorg.nl.

De voorzitter:

Prima. Dan de moties.

Minister Helder:

De moties. De motie op stuk nr. 255 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 256 krijgt ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 257 is staand beleid. Ik ga zeggen "oordeel Kamer", waarbij ik de leden wil uitnodigen voor een werkbezoek aan het Valysvervoer om een keer met elkaar te bekijken hoe het daar gaat.

De motie op stuk nr. 258 krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 259 is ontraden, met als reden dat personeelskrapte vraagt om een andere benadering van de inzet van personeel. Daarbij past een meer flexibele personeelsnorm. Daarbij speelt ook dat in het Kwaliteitskader een verbreding wordt aangebracht richting de zorg thuis. Naar mijn mening is dat noodzakelijk om juist de zorg te kunnen borgen in de toekomst.

De motie op stuk nr. 260 krijgt oordeel Kamer, met de volgende toelichting. De regering heeft in oktober 2019 een kabinetsreactie op het onderzoek gegeven, met daarin het kabinetsbeleid om beter en meer aan te sluiten bij mensen met een licht verstandelijke beperking. In mei 2021 heeft mijn voorganger vervolgens de Toekomstagenda zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking opgesteld. Deze agenda bevat een apart hoofdstuk met een aanpak voor acties voor mensen met een licht verstandelijke beperking. In de totstandkoming zijn de resultaten van het ibo lvb meegenomen. Het hoofdstuk bevat maatregelen om bijvoorbeeld de digitale vaardigheden van mensen met een lvb te versterken en om de samenleving voor hen toegankelijker te maken. Voor de zomer volgt nog een nadere uitwerking. Ook in die uitwerking neem ik het ibo lvb mee. Uiteraard ben ik ook graag bereid een overzicht op hoofdlijnen te geven van wat er in de afgelopen jaren is opgepakt. Als ik de motie zo mag begrijpen, kan ik die oordeel Kamer laten.

De voorzitter:

Mevrouw Sahla knikt ja en daarmee is dat een feit. Dat waren de moties. Mevrouw Van den Hil nog?

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Dank u wel. Ik ben blij met lijn vijf. Ik ben niet altijd blij met lijnen, maar in dit geval wel. Ik vroeg ook nog naar de uitvoering van de motie-De Vries, over technologie. Kan de minister daar nog wat over zeggen?

Minister Helder:

Excuus, daar heeft u gelijk in. Die zal ik nadrukkelijk meenemen in die uitwerking.

De voorzitter:

Prima. Mevrouw Westerveld, heel kort, want ik wil door naar het volgende debat.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik ga hier ook geen groot punt van maken, maar ik heb wat moeite met moties die vragen om ons te informeren terwijl dat ook al gebeurt.

De voorzitter:

Ja, dat ben ik geheel met mevrouw Westerveld eens. Het is een wat rare motie. Maar goed, ze is omarmd. Bij dezen. Tot zover.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We stemmen dinsdag over de moties.

Naar boven