7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over de aangehouden motie Stoffer/Idsinga (Kamerstuk 35927, nr. 121).

Voordat we gaan stemmen, geef ik even het woord aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik zou graag de Kamer het verzoek willen doen om vandaag niet te stemmen over de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, maar te kijken hoe we kunnen heropenen of misschien schriftelijk overleg kunnen voeren. Enerzijds heb ik net nog een amendement ingediend dat volgens mij noodzakelijk is en waarover ik een goed oordeel wil hebben en wat ik uit wil discussiëren met de minister. Anderzijds heeft zij vrijdag een oordeel over een amendement gestuurd dat ook nog wel discussie oproept. Dat is mijn verzoek aan de Kamer.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is bij de Kamer. Er moet een meerderheid zijn voor beide verzoeken. Ik zie niemand opstaan, dus ik ga ervan uit … Toch wel.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Prima om stemmingen uit te stellen, maar ik steun niet het verzoek om het debat te heropenen. We hebben een prima debat gehad. Ik snap het verzoek over de appreciaties en ik stel voor dat we die per brief kunnen ontvangen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan vraag ik eerst even aan de leden of er steun is om de stemmingen uit te stellen. En daarna ga ik toch nog even aan u vragen of er steun is om het debat te heropenen, want dat zijn twee aparte dingen. U mag het ook in één keer meteen zeggen, maar dat moeten we even vaststellen met elkaar.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor beide voorstellen.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Steun voor uitstel, geen steun voor heropening van het debat bij voorbaat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun voor beide voorstellen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun voor beide voorstellen. Als een partij dat af en toe vraagt, is het normaal om dat uit beleefdheid te accepteren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Inderdaad steun voor beide voorstellen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor beide voorstellen.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Steun voor beide voorstellen.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Steun voor uitstel, niet voor heropening debat.

De heer Van Baarle (DENK):

Als een collega vraagt om heropening beraadslaging en uitstel van de stemmingen lijkt het mij goed om dat te doen.

De heer Eppink (JA21):

Steun voor beide voorstellen.

De heer Dassen (Volt):

Steun voor beide voorstellen.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor beide voorstellen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun voor beide voorstellen.

De heer Peters (CDA):

Uitstel, geen heropening.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun voor beide.

De heer Van Meijeren (FVD):

Ook steun voor beide, waarbij ik graag nog even wil opmerken dat als een Kamerlid een amendement indient dat nog niet voldoende is besproken, ik het ook alleszins redelijk vind om daarover de discussie te starten, zodat wij een goede afweging kunnen maken voordat we stemmen. Ik vind dat snelheid het niet mag winnen van zorgvuldigheid in het wetgevingsproces.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Leijten, er is een meerderheid voor uitstel, niet voor heropening. Dat is de uitspraak van de Kamer.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan zou ik willen verzoeken om de stemming over de motie niet uit te stellen. Die vraagt namelijk om een nieuw advies van de Raad van State op een wetsvoorstel dat ernstig ontraden is aan de Kamer. Stel dat dat wordt aangenomen, dan kan dat meelopen in dat uitstel en hopelijk een heropening. Ik wil hier opgemerkt hebben dat we hier twee weken geleden het debat hebben gehad over de commissie-Bosman over zorgvuldige wetgeving en dat dit er niet fraai uitziet als het daarom gaat.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Mag ik mijn motie op stuk nr. 2853 aanhouden?

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jasper van Dijk stel ik voor zijn motie (19637, nr. 2853) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven