6 NAVO

Aan de orde is het tweeminutendebat NAVO (28676, nr. 394).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat NAVO. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister danken voor de beantwoording van de vragen. Die kwam voor mij net iets te laat om die nog zorgvuldig te kunnen betrekken bij het Zelenskydebat. Daarom heb ik nu drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering vast te houden aan het niet instellen van een no-flyzone,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 397 (28676).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering geen steun te geven aan verdere troepenopbouw langs de NAVO-oostgrens,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 398 (28676).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering tijdens de aanstaande NAVO-top de samenwerking tussen NAVO en de EU wil onderstrepen;

verzoekt de regering te benadrukken dat het Nederlandse parlement zich heeft uitgesproken tegen het vormen van een EU-leger,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 399 (28676).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Sjoerdsma, u heeft zich niet ingeschreven. Dan wordt het lastig om wat te zeggen. Dat kan ik dus helaas niet toestaan. Dan kijk ik naar mevrouw Mulder, die zich wel heeft ingeschreven. Of naar de heer Valstar.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik weet niet of ik hier blij mee moet zijn of niet. Jammer, de volgende keer beter.

De voorzitter:

Ja, dank u wel. Dan geef ik het woord tot slot aan de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat India zich, evenals China, van stemming heeft onthouden op moties over de Russische inval in de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties;

constaterende dat India zich daarnaast als enige Quad-lid niet openlijk van Rusland distantieert en niet meedoet aan ingestelde sancties tegen Rusland vanwege goede relaties met Rusland;

constaterende dat Indiase farmaceutische bedrijven nog altijd in Rusland actief zijn en Rusland de grootste wapenleverancier is van India, en India daarmee geen baat heeft bij de westerse sancties tegen Rusland;

constaterende dat zowel president Bidens als premier Johnsons pogingen om India bij het Westen betrokken te houden, niet zijn geslaagd;

overwegende dat India een relevante geopolitieke en strategische actor is voor de NAVO op het wereldtoneel;

verzoekt de regering in NAVO-verband te pleiten voor het aanhalen van de diplomatieke betrekkingen met India en van India een NAVO-partnerland te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 400 (28676).

Dank u wel, meneer Dassen. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de minister de moties kan krijgen. Ik denk dat we daarna meteen kunnen overgaan tot de appreciaties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met de vergadering. Ik geef het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Minister Hoekstra:

Voorzitter. Ik begin met de eerste motie, die op stuk nr. 397. We hebben meerdere keren aangegeven dat het kabinet echt tegen een no-flyzone is, maar het is ongelukkig om dat elke keer opnieuw te blijven doen. Ik ga die motie dus ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 398 over het niet geven van steun aan verdere troepenopbouw. Het kabinet heeft een diametraal tegenovergestelde positie, dus die motie zou ik willen ontraden. Er zijn ook juist Nederlandse troepen actief aan die oostflank.

Dan de motie op stuk nr. 399. Ook dat is vorige week nog besproken, ik meen door de minister van Defensie en de minister-president. Dat is in ieder geval ook in meerdere debatten teruggekomen, dus die motie zou ik willen ontraden.

Ik moet wat meer zeggen over de motie op stuk nr. 400. Die gaat over de relatie met India. Ik ben het op zichzelf zeer met de heer Dassen eens dat de bedoeling juist zou moeten zijn om de diplomatieke relaties met anderen te intensiveren, in het bijzonder die met India. In dat opzicht ben ik het er dus mee eens. Ik wil daar ook breder voor pleiten en doe dat ook. Dat zou ik overigens niet uitsluitend in NAVO-verband willen doen, maar juist ook richting de Europese partners. Ik wil heel nadrukkelijk aangeven dat het uiteindelijk aan alle lidstaten van de NAVO en aan landen individueel is of zij wel of niet een andere relatie willen aangaan met de NAVO. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor het lidmaatschap. Dat is een vrij lange inbedding, en dan kan ik er oordeel Kamer aan geven. Maar als men daar niet mee akkoord kan gaan, dan ...

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Dassen.

Minister Hoekstra:

Ik was eigenlijk nog niet uitgepraat, maar ik was even afgeleid door geluid uit de zaal. Nogmaals, de 30 landen van het lidmaatschap gaan daar dus uiteindelijk over. Dat betekent dus dat het kabinet veel in de considerans kan dragen, maar dat betekent wel wat voor het dictum. Dat moet dan dus ook langs deze lijnen worden aangepast.

De voorzitter:

Ja. Ik kijk even naar de heer Dassen of hij dan vrij snel een gewijzigde motie kan indienen bij ons. Ja, dat is het geval. Dan wil ik de minister van Buitenlandse Zaken van harte danken. We zijn hiermee aan het einde van deze beraadslaging gekomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor tien à vijftien minuten en dan gaan we daarna stemmen.

De vergadering wordt van 14.32 uur tot 14.49 uur geschorst.

Naar boven