21 Vragenuur: Vragen Marijnissen

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Marijnissen aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over het bericht "Binnen enkele weken plan voor koopkrachtreparatie: 'Verlagen van belastingen kan snel'".

De voorzitter:

Ik moet zeggen: aan de orde is het "mondelinge vragenhalfuur". Ik heet de minister-president van harte welkom en ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen van de SP. Zij stelt haar mondelinge vraag aan de minister-president, zoals ook was beoogd. De vraag gaat over het bericht: "Binnen enkele weken plan voor koopkrachtreparatie: verlagen van belastingen kan snel". Het woord is aan mevrouw Marijnissen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dank, voorzitter. En dank aan de minister-president voor het feit dat hij hier wil verschijnen in dit iets verlate en uitgestelde vragenuur. Het doet me deugd, maar het doet me wel pijn dat de minister van Financiën toch in Op1 zal zijn. Ik zag net opnieuw een tweet van het praatprogramma Op1. Daarin staat dat minister Kaag vanavond toch in dat programma verschijnt om over de koopkracht van mensen te praten. Ik vind echt dat het debat daarover hier met haar gevoerd had moeten worden. Maar de minister-president is er. Veel dank daarvoor.

Voorzitter. Het vertrouwen van veel mensen in de politiek is niet hoog. Dat heeft ermee te maken dat de politiek heel vaak haar beloftes niet nakomt. Of het nou crisis is of crisis was: mensen trekken vaak aan het kortste eind. Dat zien we ook nu. Op dit moment zijn de prijzen gigantisch hoog. Boodschappen doen en tanken is bijna niet meer te betalen. De huren exploderen. De energierekening gaat door het dak.

Nog maar een aantal weken geleden hielden we hier het debat over de regeringsverklaring. De VVD, de grootste partij hier in de Kamer en natuurlijk in het kabinet, en ook de partij van de minister-president, beloofde tijdens dat debat aan de mensen: iedereen krijgt een plusje. Positieve koopkrachtontwikkeling voor iedereen: dat was de belofte. Dat was toen al niet het geval, maar dat zou gerepareerd worden. Dat is de belofte die de VVD heeft gedaan.

Voorzitter. Waar staan we nu? We zijn nu weken verder en we zien de koopkracht van mensen achteruitschieten. We zien dat steeds meer mensen problemen hebben om hun rekening te betalen. Dat was al zo voor de oorlog in Oekraïne. De oorlog in Oekraïne heeft dat alleen nog maar erger gemaakt. Net zijn de CPB-cijfers uitgelekt. Gemiddeld genomen gaan mensen er 2,5% op achteruit. Als dat waar is, dan betekent dat dus dat er misschien ook nog groepen zijn die er nog veel meer op achteruitgaan. In een tijd waarin er zo veel geld is in Nederland, waarin dit kabinet miljarden en miljarden uit wil geven aan van alles en nog wat — ik noem onder andere een klimaatfonds, waar zo'n 35 miljard naartoe gaat — mag de uitkomst niet zijn dat zo veel Nederlanders niet genoeg geld hebben om hun rekeningen te betalen.

Vandaag doet een aantal economen flink wat voorstellen in de krant om daar wat aan te doen. Je kunt van alles doen. Je kunt kortingen geven op de belastingen. Je kunt de huren bevriezen of verlagen. Je kunt de prijzen reguleren. Je kunt van alles doen, maar mijn vraag nu aan de minister-president is wat hij gaat doen om ervoor te zorgen dat mensen gewoon nog fatsoenlijk hun rekeningen kunnen betalen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter, dank. Ik wil even kort zeggen dat ik hier niet meteen om 14.00 uur kon verschijnen toen u mij een sms'je daartoe stuurde, omdat ik op dat moment inderdaad in een Europees video-overleg zat en aansluitend om 14.30 uur belde met de president van Oekraïne. Dus dat lukte niet, maar ik ben heel blij dat het nu alsnog kan.

Ik wil ook kort iets zeggen ter inleiding, voordat ik bij de vraag kom. Ik zal dat heel kort doen. We hebben het er ook vorige week over gehad in het debat over Oekraïne: deze oorlog zal, verschrikkelijk als hij is, niet zonder economische gevolgen blijven. Die zal een impact hebben op Nederland en West-Europa. Die impact is op dit moment nog maar nauwelijks te overzien. Ik sluit ook niet uit dat die economische gevolgen heel aanzienlijk zijn. Ik zeg daar wel bij, echoënd wat we daar vorige week over zeiden in het debat: dat is wel de prijs van vrijheid. We moeten ook bereid zijn om in deze hele moeilijke tijd met elkaar te accepteren dat deze economische gevolgen er zijn. We doen dat niet alleen voor de inwoners van Oekraïne, die te maken hebben met verschrikkelijke agressie, maar ook omdat wat Rusland hier doet, uiteindelijk raakt aan de hele naoorlogse vredesordening in Europa en trans-Atlantisch, die gebaseerd is op soevereiniteit en op internationale afspraken over internationaal recht en mensenrechten. Dus dat is fundamenteel.

Gegeven de huidige ontwikkelingen, de ontwikkelingen sinds donderdag een week geleden, nu twaalf dagen terug, is de gedachte onwaarschijnlijk dat wij in staat zouden zijn om met elkaar de garantie af te geven dat er een positief koopkrachtbeeld zal ontstaan. Dat wordt ongelofelijk moeilijk, maar we zullen er alles aan doen om de gevolgen te dempen. Dan kijken we in de eerste plaats naar de energieprijzen, want die zijn natuurlijk heftig. Sigrid Kaag, de minister van Financiën, is intensief in overleg met de betrokken ministers om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de energieprijzen en ook het bredere koopkrachtbeeld, zowel voor de mensen met de laagste inkomens als voor de middengroepen, die ook heel hard worden geraakt door deze ontwikkelingen.

Maar nogmaals, het woord dat ik daarbij gebruik — ik zeg u dat maar in alle eerlijkheid; ik ga daar ook geen doekjes om winden — is het woord "dempen", want met de huidige situatie is de gedachte illusoir dat er over de hele linie een positief koopkrachtbeeld uit zal komen voor 2022. We zullen moeten afwachten waar het Centraal Planbureau morgen mee komt. Er lekken nu de eerste cijfers uit, maar het bredere beeld, ook richting 2025, en de ontwikkeling van de economie en de werkloosheid hebben we natuurlijk morgen ook te bezien. Mede op basis daarvan zal het kabinet zo snel mogelijk tot besluitvorming komen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord weer aan mevrouw Marijnissen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Dit is dus precies wat ik net zei: de mensen trekken uiteindelijk altijd aan het kortste eind. Nu is het vanwege de oorlog. Daarvoor hadden we de coronacrisis. Daarvoor hadden we de bankencrisis, hadden we de kredietcrisis. Nog geen twee maanden geleden stond hier de VVD, de grootste partij, te beweren: iedereen gaat erop vooruit. En nu zegt de minister-president alweer: dat is een illusie. Dat is heel pijnlijk, vooral ook omdat hij grote woorden gebruikt — en niet alleen hij; ik heb dat ook anderen hier horen doen — door te zeggen dat wij allemaal de prijs zullen moeten betalen voor het gevecht voor vrijheid dat we aan het voeren zijn. Dat is natuurlijk onzin, want wij gaan helemaal niet allemaal die prijs betalen. Wij hoeven niet allemaal die prijs te betalen. We kunnen de rekening ook leggen bij de mensen die haar kunnen dragen. We kunnen de rekening ook leggen bij de grote bedrijven waar het goed mee gaat en die winsten maken. Dat is een politieke keus. Er wordt gedaan alsof dit, die oorlog, een prijs is die wij allemaal moeten betalen. Wij weten gewoon dat dat niet waar is. We weten gewoon dat dit met onze salarissen — ik geloof dat het €8.000 in de maand is of zoiets — voor ons helemaal geen pijn gaat doen. Maar dat gaat voor heel veel Nederlanders wel heel veel pijn doen. Die mensen hadden ook al voor de oorlog in Oekraïne superveel moeite om hun energierekening te betalen. Het kabinet heeft hen toen in de kou laten staan. Ons voorstel is om bijvoorbeeld te zeggen dat we de eerste belastingschijf op de gasbelasting naar nul brengen. Dat betalen we door de grote bedrijven, die veel winst maken, de hoge salarissen, de topinkomens, wat meer bij te laten dragen. Dan kunnen we ervoor zorgen dat mensen er honderden euro's per maand bij krijgen, maar dan zorgen we er ook voor dat de rekening komt waar die hoort. Is de minister-president bereid om dat te doen?

Minister Rutte:

Ik moet de Kamer allereerst toch wel voorhouden dat de geopolitieke crisis, die is ontstaan met de inval van Rusland in Oekraïne, haar gelijke eigenlijk niet kent in de naoorlogse geschiedenis. Je kunt kijken naar de verschrikkelijke crisis in Joegoslavië in de jaren negentig en naar de genocide die daar heeft plaatsgevonden. Dat is het enige waarmee wat er nu gebeurt nog enigszins te vergelijken is. Dat zal dus een impact hebben. Wij zullen daar ook met z'n allen de gevolgen van ervaren. De stijgende prijzen, ook van energie, zullen onvoldoende terugkeren in onze eigen economie. Dat heeft een gevolg voor onze collectieve welvaart. Als we dat niet eerlijk met elkaar onder ogen willen zien, dan zijn we elkaar echt een rad voor ogen aan het draaien.

Vervolgens is het wel van belang om te bezien wat je kunt doen om de gevolgen te dempen. Er zijn geen taboes. Ik ga hier niet nu onderhandelen met mevrouw Marijnissen of wie dan ook, omdat het kabinet natuurlijk eerst zelf, op basis van de cijfers van morgen, tot de inschatting moet komen wat er precies nodig is. Daarna gaan we daarmee naar de Kamer. Er zijn geen taboes. Ons doel is om voor de laagste inkomens en de middengroepen zo goed mogelijk maatregelen te nemen om die gevolgen te dempen. Nogmaals, daarbij zullen we alle opties bekijken. Dat kan ook niet anders.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot, mevrouw Marijnissen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Toen de coronacrisis er was, waren de zakken van dit kabinet diep. Toen vlogen er miljarden en miljarden uit naar de grote bedrijven. Toen kon het allemaal wel. Toen was het daar crisis. Nu is het crisis achter de voordeur. Nu is het crisis in heel veel huizen van mensen die de rekeningen niet kunnen betalen. Het is toch onbestaanbaar dat er wel een klimaatfonds is van 35 miljard euro — dat staat klaar — maar dat er nu niet direct geld zou zijn om mensen te compenseren voor de energierekening. Minister-president, dat is echt onzin.

Minister Rutte:

Zoals ik al zei: wij vinden het noodzakelijk om de gevolgen van deze sterk stijgende inflatie, de sterk stijgende prijzen van energie, zo goed als dat kan op te vangen. Maar nogmaals, ik ben hiernaartoe gekomen om gewoon heel eerlijk met deze Tweede Kamer te delen hoe ik de zaken zie, hoe dit kabinet de zaken ziet. Er is vanaf twaalf dagen geleden een andere realiteit, die vergaande gevolgen en ramificaties heeft voor onze hele economie, in dit deel van de wereld. Uiteraard heeft het in de eerste plaats gevolgen voor onze veiligheid, maar ook — daarover hebben we het nu — voor onze economie en koopkracht. Dat is vanwege de verstoring van de aanvoerlijnen, onze basale energievoorziening en het hele internationale kapitaalverkeer.

Dat heeft vergaande gevolgen. Het is niet zo dat in dit kabinet iemand zegt dat we grote bedrijven of kleine bedrijven of kleine zelfstandigen of de burger of wie dan ook belangrijker maken dan iemand anders. We proberen over de volle breedte onze economie zo goed mogelijk te beschermen en er vooral ook op te letten dat we enigszins een dempend iets kunnen doen voor de mensen met een wat kleinere beurs en de middengroepen, die al zo geraakt worden. We gaan de komende weken praten over wat dat precies zal zijn. We komen zo snel mogelijk naar deze Kamer terug.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook dank aan mevrouw Marijnissen voor het aanvragen van deze mondelinge vraag.

Er zijn een aantal mensen die een vraag hebben. Allereerst de heer Van Baarle van DENK, dan de heer Klaver van GroenLinks, de heer Wilders van de PVV, de heer Eerdmans van JA21, de heer Nijboer van de PvdA en dan de heer Idsinga van de VVD.

Allereerst de heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Mensen betalen aan de benzinepomp inmiddels bijna €3 voor 1 liter benzine. Al sinds december, bij de behandeling van de SZW-begroting, vragen we in deze Kamer om compensatiemaatregelen, om ervoor te zorgen dat mensen er niet op achteruitgaan in hun koopkracht. Elke keer weer kwam deze regering met een verhaal van: wacht maar; het komt goed; we komen met iets. Inmiddels zijn we maanden verder. Mijn vraag aan de minister-president is: hoelang moeten die mensen in het land nog wachten? Is dat tot de benzineprijs €5 of €7 is? Hoelang gaat dit nog duren?

Minister Rutte:

Wat je nu ziet, is dat de effecten van de oorlog die twaalf dagen geleden in Oekraïne is uitgebroken, enorme gevolgen hebben, ook voor de benzineprijs. Die zit ver boven de prijs die we in december en januari zagen en loopt dagelijks met centen op, tot hoogtes die we inderdaad niet eerder hebben gezien. Dat is gewoon een feit. Het is ook een feit dat het vorige kabinet in zijn nadagen al ruim 3 miljard heeft uitgetrokken om de gevolgen van de stijgende energierekening over de volle breedte zo goed mogelijk onder controle te houden. Er is ook apart geld uitgetrokken voor mensen met een laag inkomen. We worden nu geconfronteerd met een enorme dreun voor onze totale economie. Dat moeten we heel precies met elkaar in kaart brengen. Ik zou de Kamer echt willen vragen om hier niet de indruk richting Nederland te wekken dat dit zomaar op te lossen is en dat er zomaar een pot geld is om dit allemaal te lenigen, want dat zou echt onterecht zijn. Die is er simpelweg niet. We zullen daar in de komende weken heel intensief over moeten spreken, ook samen met de Kamer, om ons land zo goed mogelijk te beschermen, zowel op het gebied van veiligheid als economisch.

De heer Van Baarle (DENK):

De regering, deze keer in de vorm van de minister-president, biedt de mensen in het land weer niks. Dat is de grote frustratie van mensen die op dit moment hun rekeningen niet meer kunnen betalen en die financieel doodbloeden bij de pomp. Al sinds december smachten mensen naar koopkrachtherstel en elke keer komt er niks.

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Van Baarle (DENK):

Ik heb één concrete vraag aan de minister-president. Is het bespreekbaar, in tegenstelling tot wat minister Kaag zei bij WNL, dat de accijnzen en belastingen op benzine, op de brandstofprijzen, naar beneden gaan om ervoor te zorgen dat mensen straks niet €7 voor 1 liter benzine bij de pomp gaan betalen?

Minister Rutte:

In de goede volgorde der dingen. Zodra het kabinet, op basis van de cijfers die morgen verschijnen, tot besluitvorming is gekomen over de koopkracht, zowel voor dit jaar als daarna, zullen we ons direct bij de Kamer melden. Ik heb al gezegd dat er geen taboes zijn. Dat kan ook niet. Maar ik vraag wel aandacht voor het feit dat er een risico schuilt in de toonzetting die de spreker zojuist koos, namelijk alsof de wereld niet fundamenteel is veranderd. Er is een bladzijde in onze geschiedenis omgeslagen en dat heeft potentieel enorme gevolgen voor onze economie. Laten we hier ook eerlijk zijn naar Nederland: dat heeft ook gevolgen voor ons aller koopkracht. We gaan met z'n allen — ik denk dat 150 Kamerleden dat willen — ons best doen om die gevolgen zo goed mogelijk op te vangen, maar hier volledige garanties geven gaat simpelweg niet in zo'n grote geopolitieke crisis. Dat is echt mijn overtuiging.

De heer Klaver (GroenLinks):

We kunnen geen garanties geven over de welvaart, maar de enige garantie die we hier wél moeten geven, is dat mensen hun energierekening kunnen betalen. Als je een flexibel contract hebt, was de prijs voor je energierekening in januari al twaalf keer zo hoog als een jaar geleden, en iedere dag stijgt die prijs door. Daarom kunnen we niet weken wachten, want iedere dag verslechtert de situatie. Mijn hele concrete vraag aan dit kabinet is: bent u bereid om de Prijzennoodwet van stal te halen om de energieprijs te bevriezen?

Minister Rutte:

Ik heb al gezegd dat er geen taboes zijn, maar ik ga hier ook niet vertellen waar precies de oplossing zit, omdat we morgen eerst heel precies de cijfers willen analyseren en dan zo snel mogelijk naar de Kamer komen. Dus nogmaals, op alle gedachten die hier worden geopperd ga ik niet reageren. Ik snap ze. Het zijn ook allemaal denkbare knoppen waar je aan kan draaien. Ik snap dus zowel de eerdere suggesties als de suggestie van de heer Klaver. Die hebben we echt in samenhang te bezien.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het spijt me, maar we hebben nu niet zo heel veel mogelijkheden. Mensen zitten letterlijk in de kou. Ze hebben enorme stress en kunnen niet slapen, omdat ze niet weten hoe ze hun energierekening moeten betalen. En er zijn niet zo veel mogelijkheden om dit jaar nog iets te doen aan die stijgende rekening. Er is één ding dat we wel direct kunnen doen, waar we gewoon direct op kunnen ingrijpen, via die Prijzennoodwet. Dat is het maximeren van de prijzen, de prijs bevriezen, zodat de situatie in ieder geval niet erger wordt. Iedere dag dat je wacht, maakt de situatie erger. Dus alsjeblieft, ik zou wel graag willen dat de minister-president toezegt dat we dat gaan doen. De energieprijzen moeten worden bevroren.

Minister Rutte:

Ik zei het al: voor mij en voor het kabinet gelden geen taboes. Maar ik ga ook niet hier vandaag onderhandelen met de heer Klaver of andere Kamerleden. Dat doen we eerst in het kabinet. Dat is het ordelijk proces. Dan zal de Kamer zeggen: doe dat snel. Dan is mijn reactie: ja, dat gaan we snel doen.

De heer Wilders (PVV):

We hebben een minister van Financiën die niet op komt dagen en wegduikt, en we hebben een premier die de Kamer gewoon geen antwoorden geeft. Hij is er heel goed in om in Europa de geopolitieke ster uit te hangen over Oekraïne, maar hij vergeet dat hij gekozen is door de Nederlandse kiezer. De Nederlandse kiezer, meneer de minister-president, zeg ik via u, mevrouw de voorzitter, trekt het niet meer. Die trekt het niet meer met zijn gasrekening. Die trekt het niet meer met zijn benzinerekening. Die trekt het niet meer met de boodschappen. Ik vraag aan u: denk daaraan. Wie heeft u gekozen, en wat gaat u voor die mensen doen? Ik zie u op tv zeggen "het kan allemaal niet" en "we hebben een grote crisis, en het wordt erger" en "over een paar weken kijken we ernaar". Geef de mensen antwoord. Ze kunnen hun rekening niet meer betalen.

Minister Rutte:

Ik heb de heer Wilders niet nodig om mij eraan te herinneren voor wie wij hier zitten. Wij zitten hier allemaal voor het Nederlandse volk, voor 17 miljoen mensen die zich op dit moment grote zorgen maken over hun veiligheid, maar zich ook grote zorgen maken over wat er op dit moment gebeurt met hun portemonnee. We praten vandaag niet over het veiligheidsding. Daar zijn later deze week debatten over. We praten vandaag over de portemonnee. Ik realiseer mij zeer wel dat heel veel mensen zich op dit moment buitengewoon grote zorgen maken over de ontwikkeling van de energieprijs en überhaupt over de prijsontwikkeling. Dat realiseert het hele kabinet zich. Juist daarom wil ik hier klare wijn schenken en nog een keer zeggen, ook tegen de heer Wilders: wij zullen er alles aan doen om die gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Dat zullen we samen met de Kamer bespreken.

De heer Wilders (PVV):

Het probleem is juist dat de premier helemaal niets doet. Dit probleem speelt al weken, en u doet helemaal niets. U doet niet één voorstel om te zorgen dat de gasrekening en de benzineprijs omlaaggaan. U schuift het alleen maar voor u uit. Laat ik u één voorstel doen. Uw kabinet heeft ervoor gekozen om ideologisch in totaal inmiddels 100 miljard uit te geven aan klimaat- en stikstofbeleid. Dat is incidenteel geld, waar je incidenteel heel veel mee kan doen voor de koopkracht van de mensen. Waarom zegt u niet: ik zet de btw op de energierekening op nul, ik ga de accijnzen op benzine verlagen en we gaan de eerste en de tweede schijf misschien nog verder verlagen? U heeft het geld. Politiek is een kwestie van kiezen. U kiest niet; u loopt weg. En de mensen thuis zijn de klos.

Minister Rutte:

Het is onzin dat het kabinet niks zou doen. Dat weet de heer Wilders net zo goed als ik. Het kabinet heeft vorig jaar, in oktober en november, al een ongekend groot bedrag uitgetrokken om ervoor te zorgen dat de sterk stijgende prijzen van onze energierekening worden opgevangen. Zeker ook sinds twaalf dagen geleden, op 23 februari, toen de Russische inval in Oekraïne begon, worden we geconfronteerd met de gevolgen daarvan voor de hele wereldeconomie. Die gevolgen zijn gigantisch en potentieel ook langjarig. Die hebben we met elkaar heel goed in kaart te brengen. Dus dat tweede antwoord, na het eerste antwoord van ruim 3 miljard, zal er ook moeten komen. Dat ben ik eens met de heer Wilders. En dat zál er ook komen.

De heer Eerdmans (JA21):

De premier zegt meerdere malen: er zijn geen taboes. Dat vind ik goed. Uw collega, de heer Hoekstra, heeft gezegd: wij zullen misschien wel het huidige coalitieakkoord moeten openbreken om andere prioriteiten te stellen. Hij heeft met name defensie genoemd: om die uitgaven wellicht te vergroten. Mijn vraag aan u is: is dat dus ook geen taboe?

Minister Rutte:

Er is vorige week een motie aangenomen in het debat over Oekraïne. Daarin spreekt de Kamer de wens uit om onze defensie verder te versterken. Daarvoor is dus breed politiek draagvlak. Dat hebben we natuurlijk ook allemaal budgettair met elkaar in te passen. Het is overigens niet ongebruikelijk dat de werkelijkheid zich maar heel beperkt houdt aan een regeerakkoord dat een kabinet heeft gemaakt. De werkelijkheid beukt vanaf dag één in op dat regeerakkoord. In dit geval is dat inbeuken wel van een heftigheid die we — ik zou nogmaals willen zeggen: met uitzondering van de Joegoslaviëcrisis — in ons deel van de wereld niet hebben gezien sinds de Tweede Wereldoorlog. Daar hebben we dus mee te werken. Dat is ook het normale werk van een bestuurder. Het geldt voor Kamerleden, voor het kabinet en voor ons allemaal zoals we hier vandaag zijn dat we dat antwoord met elkaar hebben te formuleren.

De heer Eerdmans (JA21):

Ik vraag het, omdat mevrouw Kaag daar nogal geprikkeld op reageerde. Zij maakte de opmerking: "De klimaatdoelen die werden gesteld, het stikstoffonds en het klimaatfonds zijn heilig. Daar kunnen we niet aan tornen. Dat staat als een huis, anders wordt het touwtje losgetrokken van deze coalitie." Dus u zegt eigenlijk: het taboe om het huidige regeerakkoord open te breken en mogelijk ook te kijken naar de gigantische uitgaven die u wilt gaan doen voor klimaat en stikstof en om die mogelijk in te zetten voor de koopkracht en defensie, is er niet.

Minister Rutte:

Deze coalitie heeft zich ten doel gesteld om structureel een aantal hele grote problemen in Nederland op te lossen, rondom ons onderwijs en onze veiligheid, maar ook rondom klimaat en inderdaad ook stikstof. Tegelijkertijd worden wij nu natuurlijk geconfronteerd met de realiteit zoals die zich voordoet, die we ook hebben in te passen in ons beleid. Dat is het werk van bestuurders. Daar zullen we de komende weken vorm aan geven.

De heer Nijboer (PvdA):

De oorlog in Oekraïne heeft natuurlijk een immense impact op de geopolitiek en ook op onze economieën. Maar ik vind niet dat het kabinet zich alleen daarachter kan verschuilen als je kijkt naar de koopkracht. Want de koopkrachtcijfers van het regeerakkoord waren al pet: iedereen op de nullijn. Als je dan wat krijgt, gaat het erop achteruit. Als je een grote klap krijgt, gaat iedereen er fors op achteruit, misschien wel 2,5%. Ik vraag de minister-president: is het kabinet bereid om fundamenteel andere voorstellen voor het belastingstelsel te doen? Is het bereid om vermogenden en grote bedrijven meer te belasten, zodat mensen ook meer in de portemonnee over kunnen houden?

Minister Rutte:

Mijn antwoord ten aanzien van de concrete voorstellen die ik uit de Kamer hoor, is: voor het kabinet gelden in algemene zin geen taboes bij deze ernstige crisis. Maar ik ga niet ieder voorstel hier nu van commentaar voorzien. Die zijn allemaal onderdeel van de afwegingen die we de komende weken hebben te maken als kabinet en als Kamer. Ik ben het eens met de heer Nijboer dat deze extra grote dreun, bijvoorbeeld voor onze energierekening, uiteraard van een antwoord te voorzien is. Ik zeg er alleen wel bij dat het buitengewoon ingewikkeld zal worden om alles op te lossen. Ik denk dat dat niet kan. Daar moeten we ook eerlijk over zijn.

De heer Nijboer (PvdA):

Daar ben ik ook eerlijk over. Je kunt niet een enorme klap voor iedereen compenseren; dat is onmogelijk. Maar ik heb wel heel weinig vertrouwen in het volgende. Als ik kijk naar wat het kabinet het afgelopen jaar heeft gedaan, met die 3,2 miljard, dan zie ik dat dat niet terechtkwam bij de mensen die dat het meest nodig hadden. Het is nu ook te laat. De gemeentes hebben het nu nog niet overgemaakt. Die mensen betalen €300, €400. Die kunnen voor hun kinderen geen eten kopen. Nu zegt de minister-president: bij de Voorjaarsnota ziet u wel. Dat zei mevrouw Kaag ook, de minister van Financiën. Dan is dit jaar verloren gegaan. Dus ik roep de minister-president wel op om veel meer actie te ondernemen, veel meer duidelijkheid aan mensen te geven en volgende week te zeggen: dit gaat er gebeuren.

Minister Rutte:

Het pakket van het vorige kabinet behelsde ruim 3 miljard aan compensatie voor de gestegen energierekening. Daarbij is er ook een paar honderd miljoen voor de mensen met de laagste inkomens. De gemeentes zullen er een grote rol in spelen om dat goed te besteden. Maar dat is natuurlijk onvoldoende. Er moet nu meer gebeuren. De situatie is nu zó ernstig. Dat zagen we natuurlijk de afgelopen weken al, maar dat is met de inval in Oekraïne nog eens een keer verhevigd. We hebben goed met elkaar te bezien welke bredere en langjarige gevolgen dit heeft voor onze economie en het verdienvermogen dat we met z'n allen hebben. We hebben er tegelijkertijd voor te zorgen dat we de mensen met een kleinere beurs en de mensen die hard werken, met middeninkomens, zo goed mogelijk ondersteunen.

De heer Idsinga (VVD):

Deelt de minister-president mijn mening dat mensen die het nu financieel heel lastig hebben toch wel op hele korte termijn duidelijkheid moeten krijgen? Ik begrijp natuurlijk dat we daarbij realistisch moeten blijven in hoe we dat vervolgens gaan doen. Mijn vervolgvraag is dan: als alle opties op tafel liggen — ik hoor "geen taboes" — betekent dat dan ook dat we het eventueel kunnen hebben over een btw-verlaging, over een verlaging van de energiebelasting en ook over een verlaging van de brandstofaccijnzen?

Minister Rutte:

Ook tegen de heer Idsinga is mijn antwoord dat ik niet inga op concrete voorstellen. Ik herhaal wel dat wij natuurlijk naar alle mogelijke knoppen, instrumenten en mogelijkheden kijken om het probleem onder controle te krijgen. Ook hier neem ik dus nota van, zoals ik ook van alle andere voorstellen nota neem. Het kabinet is natuurlijk ook zelf aan het kijken wat de mogelijkheden zijn. Ik ben het met hem eens dat dat snel moet gebeuren.

De voorzitter:

De heer Van Weyenberg van D66, dan de heer Grinwis en dan mevrouw Van Dijk.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik denk dat het verstandig is dat de premier er ook heel eerlijk over is dat deze ongekende oorlog op het Europese continent ons allemaal gaat raken. Ik begrijp ook de nadruk op de Voorjaarsnota. Dan komen er ook terecht debatten aan bod over bijvoorbeeld vermogensongelijkheid en over wie de rekening betaalt. De opmerkingen en de meningen van mijn fractie daarover zijn bekend. Ik zou toch om bijzondere aandacht voor de energierekening willen vragen. Ik ga niet om een specifieke maatregel vragen, maar het zou wel heel fijn zijn als we eerder duidelijkheid kunnen geven over specifiek die energierekening en we niet moeten wachten op de Voorjaarsnota. Daar slapen mensen slecht van, zeker mensen met een kleine portemonnee. Er is al een regeling voor de kwetsbare, lage inkomens. We zoeken naar de middeninkomens. Het lijkt mij onwenselijk om die nog weken of maanden te laten wachten. Ik verzoek dus of het kabinet daar volgende week al wel meer richting over kan geven, zoals we eerder vandaag ook tijdens de regeling van werkzaamheden aan het kabinet hebben gevraagd.

Minister Rutte:

Eens: zo snel mogelijk. Ik ga hier niet toezeggen dat dat volgende week al zo is. Ik hoop dat dat lukt, maar ik kan dat hier niet hard toezeggen. Maar ik ben het er wel helemaal mee eens dat we niet kunnen wachten op de Voorjaarsnota. Ik ben het daar zeer mee eens.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

De gevolgen van de brede, brute inval van Rusland in Oekraïne zijn groot, allereerst voor de mensen in Oekraïne, maar ook voor de voedselzekerheid en de energieleveringszekerheid. Ik verwacht van het kabinet geen wonderen, maar wel daden. De minister-president hintte daar zojuist al op. Mijn vraag aan hem is of hij in de brief die hij gaat schrijven naar aanleiding van het verzoek van collega Klaver voor het debat volgende week, ook heel helder aan kan geven welke maatregelen voor dit jaar nog wel mogelijk zijn. We weten dat de menukaart voor wat er dit jaar nog kan veel beperkter is dan wat er volgend jaar nog kan. Als de accijnzen op brandstoffen nog dit jaar kunnen worden verlaagd, moet er door het kabinet misschien wel heel snel worden besloten. Dat geldt ook voor het verdubbelen van de tegemoetkoming voor lage inkomens op de energierekening; dan moet er ook heel snel worden besloten. Ik vraag daar duidelijkheid over.

Minister Rutte:

Ik heb geen brief toegezegd voor volgende week. Wat ik toezeg is: zo snel mogelijk. Ik vind ook dat dat echt voor de Voorjaarsnota moet. Daar gaan we echt ons uiterste best voor doen, maar ik ga hier niet beloven dat dat binnen een week rond is. Wij moeten de analyse heel goed maken op basis van de cijfers morgen. Het moet zo snel mogelijk, maar er is door mij geen toezegging gedaan over een brief volgende week. Dat herken ik niet.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Er is bij de regeling een brief gevraagd, voorafgaand aan het debat. Ik kan het kabinet natuurlijk niet dwingen tot besluitvorming. Ik kan wel vragen om duidelijkheid over welke maatregelen dit jaar nog impact kunnen hebben en kunnen worden doorgevoerd en wat pas vanaf 1 januari 2023 kan. Die duidelijkheid vraag ik.

Minister Rutte:

Hoewel ik de regeling altijd probeer te volgen, zat ik vanmiddag in internationale gesprekken. Ik heb dat dus niet precies meegekregen. Ik zal dat verzoek doorgeleiden naar de collega's van Financiën en Sociale Zaken — mevrouw Kaag, de minister van Financiën, en mevrouw Van Gennip, die ook gaat over de koopkracht — om te kijken wat er mogelijk is in lijn met dit verzoek. Dat kan ik nu niet overzien.

De voorzitter:

Ik wil het verzoek van de heer Grinwis ondersteunen: het is inderdaad in de regeling uitgewisseld en er was een meerderheid voor in de Kamer. Ik geef eerst het woord aan mevrouw Van Dijk, dan aan de heer Omtzigt en dan pas aan mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Eigenlijk ligt mijn vraag een beetje in het verlengde van die van de heer Nijboer. We hebben inderdaad, volgens mij voor de kerst, die motie ingediend om er in ieder geval voor te zorgen dat die 200 miljoen aan de onderkant geregeld zou worden. Maar die is inderdaad nog steeds niet geregeld. Hoe gaan we nou voorkomen dat we dadelijk een heel mooi pakket aan maatregelen hebben die mensen pas over een jaar gaan voelen? Gaan we ook iets bedenken waardoor mensen morgen niet gaan omvallen en een beroep op iets kunnen gaan doen? Ik doel op een soort steunfonds, een pakket of in ieder geval iets waardoor ze aan de bel kunnen trekken als het echt niet meer gaat en waardoor ze niet een jaar hoeven te wachten.

Minister Rutte:

Ik ben natuurlijk nu even ingevallen en heb nu niet helemaal paraat hoe het met de besteding van die 200 miljoen gaat. Ik zeg toe dat we in de blijkbaar al bij de regeling toegezegde brief ook precies beschrijven hoe het daarmee staat. Ik kan dat nu niet overzien. Ik zal dus ook met de collega's bespreken dat dit wordt meegenomen in een brief.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Daar moet nog een wet voor naar de Kamer komen, heb ik begrepen. Er is dus nog geen cent overgemaakt naar die mensen. We hebben voor de kerst iets besloten, maar die mensen zien nog geen cent. We kunnen dat bedrag natuurlijk gaan verhogen. Misschien is dat in ieder geval voor een deel een goede optie. Ik maak me alleen wel zorgen over de uitvoerbaarheid en de beslissingen die we gaan nemen. Er zit gewoon minimaal een jaar tussen, maar er zijn nu mensen met problemen. Ik zou ook wel heel graag zien dat bij de uitwerking van de oplossing ook nagedacht gaat worden over hoe we gaan zorgen dat iemand die morgen echt om dreigt te vallen, toch een beroep op iets kan doen.

Minister Rutte:

Ik snap dat verzoek. Dat betrekken we dus bij de planvorming, maar ook bij de beantwoording in de brief die bij de regeling is toegezegd.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Het is fijn dat de minister-president met zijn drukke agenda naar de Kamer kan komen, waar de minister van Financiën dat niet kan. Dat waardeer ik. Hij heeft gelijk. Er is een geopolitieke crisis. Een positieve koopkracht voor iedereen — dat wilde het kabinet — is niet haalbaar. Laten we dat gewoon even met z'n allen vaststellen. Dan krijgen we een semantische discussie over de vraag of het regeerakkoord nog staat. We hebben nu een uitdaging wat betreft energiearmoede. Daar heeft iedereen het hier over gehad. Het gaat om de vraag of we überhaupt energie kunnen leveren en of het Groningse gasveld opengaat. Het gaat om de vraag hoe we de voedselzekerheid kunnen garanderen, want als dit zo doorgaat en er niet geplant wordt en er geen kunstmest is, dan hebben we over een paar maanden een voedselcrisis die ook een deel van Europa raakt. En we hebben vragen over de defensiesamenwerking. Dat vereist een samenhangend antwoord van het kabinet op de nieuwe uitdagingen. Dat gaat niet in een vragenuurtje. Ik zou aan de premier willen vragen: op welk moment is de regering in staat om een nieuwe richting, een nieuwe koers, openbaar te maken om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden? Ik denk aan een bijlage bij het regeerakkoord, want toen er over het regeerakkoord werd onderhandeld, verwachtte niemand deze situatie in Oekraïne.

Minister Rutte:

De punten die de heer Omtzigt noemt, zijn stuk voor stuk zeer relevant. Als je bijvoorbeeld de komende twee weken niet gaat zaaien in Oekraïne, dan heeft dat vergaande gevolgen voor de tarweproductie en de verdere graanproductie in de wereld. Dat is gewoon een feit. We moeten de leveringszekerheid natuurlijk heel goed in de gaten houden. Even los van de prijs van gas, is de leveringszekerheid een buitengewoon grote zorg. Over het gemak waarmee gisteren werd opgeroepen tot een olieboycot heb ik gezegd: pas nou op. Wij vinden ook dat we zo snel mogelijk af moeten van olie en gas uit Rusland. We moeten versnellen met onze groene agenda, maar als we dat halsoverkop doen en bedrijven als Shell dwingen om dat heel snel om te zetten in de praktijk, dan heeft dat vergaande gevolgen voor onze economie, maar ook voor onze energievoorziening. Dat geldt zeker ook voor Oost-Europa. Daar kunnen ze hun raffinaderijen niet zo snel laten overschakelen op andere soorten olie. Dus pas nou op met wat we met z'n allen vragen.

Alle punten die Omtzigt noemt, zijn relevant. Daar zullen we natuurlijk de komende tijd met de Kamer over in gesprek gaan. We gaan geen bijlage maken bij het regeerakkoord. Het heeft sowieso al negen maanden geduurd voordat het er was. Uiteindelijk is er tweeënhalve maand onderhandeld, maar we zijn toch vrij lang bezig geweest met de vraag: wie met wie? Wat we wel doen, is wat altijd hoort te gebeuren door bestuurders. We denken namelijk niet: er is een regeerakkoord en daar gaan we dus mee verder. Mijn ervaring sinds 2010 is dat er een constante realiteit inbeukt op wat je politiek wil. Vervolgens is het zo dat er een aantal langetermijndoelstellingen in het regeerakkoord staan, die ons allemaal zeer na aan het hart gaan. Ik denk dat die overeind kunnen blijven. Die zijn van groot belang voor dit land. Tegelijkertijd hebben we — het is dus en-en — ervoor te zorgen dat we ook nu een antwoord vinden. We prioriteren nu het energieprobleem. Er komt dus geen bijlage bij het regeerakkoord, maar alle punten die de heer Omtzigt noemt, worden onder schot gebracht om ervoor te zorgen dat die van antwoord worden voorzien.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Van der Plas van BBB. Over de brief zeg ik nog even dat er geen toezegging is gedaan tijdens de regeling, maar dat er vanuit de Kamer gevraagd is om een brief.

Minister Rutte:

Ah! Zie je, ik moet die regeling voortaan echt zelf gaan volgen.

De voorzitter:

U kunt die geen dag missen! Nee, ik moet zeggen: geen keer. Mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik ben net ontzettend geschrokken van de toch wel wat laconieke houding ten aanzien van de voedselzekerheid. De heer Omtzigt haalde het net ook al aan. Straks gaan boeren gewoon zeggen: wij kunnen het niet meer betalen om jullie eten te maken. Dan hebben we echt een heel groot probleem. In het licht van de koopkracht en de energieprijzen zijn er misschien nu al wel kleine handgrepen mogelijk om ervoor te zorgen dat een aantal dingen toch wel blijven doordraaien. Ik noemde net het voorbeeld van de accijns op rode diesel. Die zou misschien tijdelijk weer even teruggedraaid kunnen worden. Dat was in 2013 ...

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, dat is een vraag. Zou dat eventueel kunnen? Maar praat het kabinet nu bijvoorbeeld ook met organisaties of bedrijven over wat ze misschien samen zouden kunnen doen, omdat de nood zo hoog is? Hebben bedrijven daar misschien ook ideeën over? Ik denk bijvoorbeeld aan het compenseren van werknemers. Ik noem ook de NS of busmaatschappijen, die misschien tijdelijk …

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, ik ga u even onderbreken. Het is een mondeling vragenuur. Het is geen debat, dus u moet echt wat korter en bondiger zijn. Excuus daarvoor.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dan even tot slot over de NS en busmaatschappijen. Zou het niet mogelijk zijn dat mensen misschien tijdelijk vrij kunnen reizen, zodat ze hun auto kunnen laten staan? Wordt daar ook naar gekeken?

De voorzitter:

Ik hoor verschillende vragen.

Minister Rutte:

Een heel kort procespunt, en dan inhoudelijk.

Proces. In het kabinet hebben we het zo georganiseerd dat de meest betrokken ministers, inclusief die van Landbouw ... Mevrouw Van der Plas heeft natuurlijk volkomen gelijk dat dit ook impact kan hebben op onze voedselzekerheid, zo niet in Nederland dan wel verdergaand. We weten namelijk dat als de graanschuur Oekraïne inderdaad niet kan leveren, dat op termijn gevolgen kan hebben tot diep in Afrika. Het hangt dus allemaal met elkaar samen. Het zijn kettingen, inclusief of er wel of geen kunstmest is, zoals zij ook terecht noemt. Het is dus inderdaad potentieel vergaand. Vandaar ook de risico's voor onze gas- en olievoorziening. Het hangt natuurlijk allemaal met elkaar samen. In die commissie zitten alle betrokken ministers en staatssecretarissen bij elkaar. Die vergadert minimaal één keer in de week, maar ambtelijk is er constant overleg. Daarin hebben we bijvoorbeeld vandaag ook besloten om het crisismechanisme rondom de opvang van vluchtelingen te activeren. Ook dit onderwerp is daar in discussie, wordt daar besproken. Vanuit het ministerie van Landbouw wordt dat heel precies gevolgd.

Ik heb tegen Henk Staghouwer, de minister van Landbouw, ook gezegd: hou er rekening mee dat er uiteindelijk ook naar Nederland gekeken gaat worden. We hebben een van de beste landbouwsectoren ter wereld. We hebben, by far, de beste landbouwuniversiteit. Ons hele groene onderwijs behoort tot de top van de wereld. Dat geldt ook voor het groene vmbo, mbo en hbo, maar zeker ook voor de universiteit van Wageningen. Er zal naar Nederland gekeken gaan worden, om hier antwoorden op te gaan formuleren. Daar ben ik het dus mee eens. Ik ga nu niet in op alle concrete suggesties die mevrouw Van der Plas doet. Ik zei al dat er geen taboes zijn, maar ik heb nu niet de vrijheid om daar met haar over te filosoferen. Maar ik hoor wat zij zegt. Uiteraard is dat allemaal onderdeel van de afweging.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit mondelinge vragenuur. Ik wil de minister-president bedanken ...

Minister Rutte:

Toch nog één ding, voorzitter, omdat mevrouw Kaag werd genoemd. Zij heeft zich een week geleden afgemeld. Ik zou tot gisteren zelf bij het vragenuur zijn, maar ik werd gisteren geconfronteerd met die extra videovergadering. Nogmaals excuus dat ik hier niet meteen om 14.00 uur kon zijn, maar ik wilde dit toch nog even gezegd hebben, omdat haar naam een paar keer viel. Ik wil haar hier toch verdedigen.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de minister-president. Ik dank de Kamerleden. Ik schors de vergadering tot 19.15 uur. Dan starten we met een tweeminutendebat.

De vergadering wordt van 18.18 uur tot 19.18 uur geschorst.

Naar boven