18 Informele Landbouw- en Visserijraad van 6-8 februari 2022

Informele Landbouw- en Visserijraad van 6-8 februari 2022

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Landbouw- en Visserijraad van 6-8 februari 2022 (21501-32, nr. 1380).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Landbouw- en Visserijraad van 6 tot en met 8 februari jongstleden, Kamerstuk 21501-32, nr. 1380. We hebben slechts vier deelnemers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Terwijl hij hiernaartoe komt, heet ik de minister van LNV nog even van harte welkom. Fijn dat u bij ons bent. Het woord is aan de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Ik heb één motie. De motie is niet heel erg compact, maar dat zorgt er wel voor dat ik er enige uitleg bij kan geven. De motie gaat over een hormoon dat uit zwangere paarden wordt gewonnen. Dat hormoon heet PMSG. Het is een gonadotropine, dus een geslachtshormoon. Het wordt dus uit paarden gewonnen. Ik leg dat nu alvast even uit, zodat ik het zo dadelijk in de motie niet meer hoef te doen. Dan volgt nu de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het vruchtbaarheidsmiddel voor dieren PMSG wordt geproduceerd met bloed van drachtige paarden;

constaterende dat dit gepaard gaat met ernstige gezondheids- en welzijnsproblemen, doordat paarden op zogenaamde bloedboerderijen systematisch drachtig worden gemaakt en worden blootgesteld aan excessieve bloedafnames van 5 tot wel 10 liter per week;

overwegende dat het kabinet in 2017 heeft aangegeven deze praktijk zeer onwenselijk te vinden en zich in te willen zetten voor een aanpassing van de Europese diergeneesmiddelenwetgeving om de import van PMSG binnen vier jaar te kunnen tegenhouden, dus uiterlijk in 2021;

overwegende dat de Europese Commissie vanuit de nieuwe diergeneesmiddelenverordening wettelijk verplicht is om uiterlijk op 29 januari 2025 dierenwelzijnseisen te stellen aan de productie van diergeneesmiddelen, maar dit ook eerder kan doen;

verzoekt de regering om bij de Europese Commissie aan te dringen op snellere invoering van dierenwelzijnseisen aan productie van diergeneesmiddelen dan de uiterlijke datum van 29 januari 2025;

verzoekt de regering om er bij de Europese Commissie op aan te dringen dat deze dierenwelzijnseisen sterk genoeg zullen zijn om de import en productie van PMSG daadwerkelijk te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg.

Zij krijgt nr. 1385 (21501-32).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Dan de heer Van Campen van de fractie van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, dank u wel. De oorlog in Oekraïne laat diepe sporen na in de Nederlandse voedselketen, liet de Rabobank ons vorige week weten. In reactie daarop hoorden we Europese politici, leden van de Europese Commissie, maar ook de minister aangeven dat zij zich nog niet zo zorgen maken over de Nederlandse en Europese voedselvoorziening. Maar in de agrarische sector is dat wel anders. In de agrarische sector worden mensen namelijk geconfronteerd met torenhoge gasprijzen, torenhoge prijzen voor kunstmest en andere effecten waaraan we zien dat de wereld op dit moment op hol is. Ik zou de minister willen vragen hoe hij naar die zorgen luistert.

Ook in het Europees Parlement wordt deze discussie met de Europese Commissie gevoerd. Europarlementariërs maken zich zorgen over de voedselzekerheid in Europa, in de Europese Unie. Er worden daarin ook vele strategieën besproken en geformuleerd. Denk aan Farm to Fork en de Green Deal. Het zijn allemaal grote, hoog over Europese strategieën die een directe invloed hebben op de Nederlandse voedselvoorziening.

Voorzitter. Boeren maken zich daar zorgen over, en niet alleen boeren, maar ook de mensen die we in het land spreken. De volle schappen in supermarkten — we spraken daar al eerder over met elkaar — zijn helemaal niet zo vanzelfsprekend. Dat is niet zo vanzelfsprekend. Die voedselzekerheid is een groot goed dat we met elkaar hebben opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog. Het is iets dat we moeten beschermen en moeten koesteren. Ik zou de minister willen vragen hoe hij aankijkt tegen die zorg, maar ook tegen de Farm-to-Forkstrategie en de Green Deal. Vindt hij dat daarbij de Europese voedselvoorziening voldoende geborgd is, zodat we dat grote goed dat we met elkaar hebben, de voedselzekerheid in Europa, met elkaar beschermen? Op die manier kunnen we daarvan blijven genieten en kunnen we de belangrijke producten blijven kopen die de beste voedselmakers in Nederland, van Europa en van de wereld kunnen produceren. Ik hoor daarop graag de reactie van de minister.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Dan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ook over de situatie in Oekraïne een vraag aan de minister. De minister heeft daarover overleg gevoerd met zijn collega's. Ik zou er toch graag meer over horen.

Wat D66 betreft zijn er twee effecten. Het eerste is natuurlijk het effect van de import van het Russisch gas, dat zoals bekend wordt gebruikt voor de productie van kunstmest. De grootste industriële gasverbruiker in Nederland is een bedrijf dat kunstmest maakt.

Het tweede effect is natuurlijk de export van veevoer door Oekraïne. Veevoer is eigenlijk een beetje de fossiele brandstof van de huidige landbouw. We moeten dus zorgen dat we minder veevoer aan dieren geven. Dat is exact de transitie die het kabinet heeft ingezet naar kringlooplandbouw, want dan geef je alleen nog maar eiwitten aan dieren die mensen niet kunnen of willen eten. Zou de minister kunnen reageren op de stelling dat we als Europa, als Nederland, onze afhankelijkheid van de rest van de wereld kunnen verminderen, als we overschakelen op kringlooplandbouw?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u zeer, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voedselvoorziening in gevaar is als gevolg van mondiale ontwikkelingen waaronder de oorlog in Oekraïne;

constaterende dat veel vissersboten noodgedwongen stilliggen mede door de dieselkosten, die de pan uit rijzen;

constaterende dat dit ten koste gaat van de voedselvoorziening;

overwegende dat pulsvisserij minder brandstof verbruikt en daardoor kan bijdragen aan perspectief van onze visserij en voedselzekerheid;

verzoekt het kabinet te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om pulsvissen in de eigen exclusieve economische zone weer mogelijk te maken en parallel daaraan zich onmiddellijk op Europees niveau in te zetten voor het weer mogelijk maken van de pulsvisserij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Bisschop.

Zij krijgt nr. 1386 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat landen op het punt staan ontwricht te worden als zij niet in staat zijn hun bevolking van voedsel te voorzien;

constaterende dat de voedselvoorziening door oplopende productieprijzen en de situatie in Oekraïne direct in gevaar komt;

verzoekt de minister te waarborgen dat de voor voedselproductie geschikte gronden behouden blijven voor de Nederlandse landbouw, zodat burgers verzekerd zijn van voedsel en onze boeren kunnen helpen in voedselonzekere tijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Bisschop.

Zij krijgt nr. 1387 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voedselvoorziening in gevaar is als gevolg van mondiale ontwikkelingen waaronder de oorlog in Oekraïne;

constaterende dat de beschikbaarheid van kunstmest van groot belang is voor de productie van voedsel;

constaterende dat er nu al minder kunstmest beschikbaar is en dat de prijs van kunstmest nog verder stijgt;

overwegende dat de beschikbaarheid van voedsel hierdoor zal afnemen en dat dit leidt tot hoge prijsstijgingen van voedsel;

overwegende dat er mogelijkheden zijn om kunstmest te vervangen door organische mestproducten op basis van dierlijke mest;

verzoekt het kabinet om een dringende oproep te doen aan de Europese Commissie om per direct kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas, Bisschop en Boswijk.

Zij krijgt nr. 1388 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voedselvoorziening in gevaar is als gevolg van mondiale ontwikkelingen waaronder de oorlog in Oekraïne;

constaterende dat het inkomen van boeren in het nieuwe GLB al van ondergeschikt belang gemaakt is;

overwegende dat de door de minister aangestelde taskforce verdienvermogen aangeeft dat een randvoorwaarde voor omschakeling naar kringlooplandbouw een gelijk speelveld is;

verzoekt de regering de invulling van het NSP in het licht van de huidige ontwikkelingen te herzien, waarbij geen hogere productie-eisen opgelegd worden aan Nederlandse voedselproducenten dan is voorgeschreven, zodat een gelijk speelveld voor voedselproducenten nagestreefd wordt en Nederland zo optimaal mogelijk bijdraagt aan voedselzekerheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Bisschop.

Zij krijgt nr. 1389 (21501-32).

Dank u wel. Een vraag van de heer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik probeer deze motiebrij even terug te brengen tot de constatering die in elke motie staat, namelijk dat de voedselvoorziening in gevaar komt. Ik hoop dat ik het goed heb verstaan. Bedoelt u daarmee de voedselvoorziening in Nederland?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik bedoel de voedselvoorziening in Europa, waar Nederland onderdeel van is en waar onze boeren ook een groot onderdeel van uitmaken, en wereldwijd uiteraard.

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Kunt u dan ...

De voorzitter:

Kan mevrouw Van der Plas.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

... wellicht nog wat denkstappen toevoegen tussen die constatering en het feit dat we als Nederland van veel producten 70% tot 80% exporteren?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

O, dat kan ik heel goed uitleggen en ik ben heel blij met deze vraag. Nederland is ontzettend goed in het maken van voedsel. We zitten op heel vruchtbare landbouwgronden. We hebben een hartstikke goed klimaat. Het voedsel dat wij hier produceren, is voor onze eigen bevolking. 70% van het voedsel wordt inderdaad geëxporteerd. Van die 70% blijft ongeveer 80% in een straal van 600 kilometer tot 800 kilometer om ons heen. Als je dat in Amerika zou doen, zou het een streekproduct heten. Alleen, wij hebben het woord "export" vies gemaakt. Het is verschrikkelijk dat je exporteert. Maar als je het hebt over een kring van 600 kilometer om je heen, heb je het over Duitsland, over Frankrijk, over België, over het UK. D66 is een Europese partij ten top, maar als het over voedsel gaat, mag het ineens Europa niet meer in.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer De Groot was net terecht heel kritisch over die kunstmestfabriek. Mevrouw Van der Plas heeft daarover een heel ander verhaal. Zij zegt: als we geen kunstmest kunnen gebruiken, moeten we misschien naar de mogelijkheden met dierlijke mest kijken. Vindt mevrouw Van der Plas niet dat je veel breder moet kijken en dat je ook moet kijken naar plantaardige producten die zijn geteeld zonder dierlijke mest en zonder kunstmest? Er zijn legio mogelijkheden. Daar wordt heel veel onderzoek naar gedaan. Moet je het niet veel breder trekken?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik begrijp uw vraag gezien vanuit het standpunt van de Partij voor de Dieren, meneer Wassenberg. Ik snap die vraag, maar we hebben in de wereld geen tijd meer om nu nog even rustig te gaan kijken of we misschien met compost of met plantaardige meststoffen voedsel kunnen verbouwen. De wereldbevolking groeit ondertussen naar 10 miljard mensen in 2050. We hebben dierlijke mest gewoon nodig. Een dier is gewoon superefficiënt. Het kan voor de mens oneetbaar voedsel omzetten in hoogwaardige eiwitten, namelijk in vlees, eieren en zuivel. Vervolgens poept het dier ook nog eens een keer iets uit dat rechtstreeks te gebruiken is als een grondstof. En wij in ons lala-land, of in ons Eftelingdenken, gaan dan eens kijken: nou, hoe zullen we dat doen? De wereld staat gewoon voor de grootste voedselcrisis in decennia. We hebben daar gewoon geen tijd voor. Daarom zeggen wij: laten we dan proberen om van de kunstmest af te gaan, want met die kunstmest wordt ontzettend veel energie verspild; dat weten we allemaal. Wij zeggen: laten we nou eens een keer kijken of we kunstmestervangers op basis van dierlijke mest kunnen gebruiken. Dat is echt superefficiënt.

De voorzitter:

Afrondend, meneer Wassenberg: kort en puntig.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, kort en puntig. Dit was een heel lang antwoord. De eerste 10% onderschrijf ik en de laatste 90% niet. Ik wil zeggen: er zijn al heel veel ontwikkelingen, dus je kunt al heel snel overgaan op plantaardige mest. Maar het lijkt me ook heel goed om daarnaast het maagdarmstelsel van dieren uit de voedselproductie weg te halen, en om zelf de producten te gaan eten die je kunt eten.

De voorzitter:

Dat was geen vraag, dus er hoeft ook geen antwoord op te komen. Er is ook nog een vraag van de heer Thijssen. Hij is ook kort en puntig.

De heer Thijssen (PvdA):

Ik heb een vraag over de laatste motie die mevrouw Van der Plas heeft ingediend. Daarin vraagt zij om de productiestandaarden van Nederland te verlagen, zodat ze gelijk worden aan die in het buitenland. Die productiestandaarden moeten toch omhoog, zodat Nederland van het slot af kan? We moeten daarvoor toch de stikstofvervuiling verminderen? Hoe gaat met deze motie Nederland van het slot af, vraag ik aan mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn antwoord blijft hetzelfde: we leven sinds 21 februari, en zeker sinds 24 februari, in een compleet andere wereld. We hebben gewoon een wereldbevolking te voeden. In het vorige debat heb ik ook al aangegeven dat er drie eerste levensbehoeften zijn. Daar is voedsel er één van. Als je geen voedsel hebt, ga je gewoon dood. Ik zeg niet dat de sector helemaal terug moet en dat boeren maar van alles mogen doen. Maar feit is wel dat we het hier ook steeds hebben over het inkomen van de boer, en dat er gewoon een ontzettend ongelijk speelveld is in Europa waardoor onze boeren gewoon veel hogere kosten hebben. Daardoor stoppen er grotere aantallen boeren. En daardoor komt onze voedselvoorziening, in Nederland en in Europa, gewoon in gevaar. We zien dat nog niet, maar zo meteen is het te laat.

De voorzitter:

Helder. Afrondend, kort en puntig, meneer Thijssen.

De heer Thijssen (PvdA):

Ik wil mevrouw Van der Plas toch wel meegeven dat zonder natuur er ook geen menselijk leven op deze planeet kan zijn. Die natuur gaat nu kapot door de stikstofvervuiling. Daar hebben we ons toe te verhouden. Ik zal dadelijk, in het volgende tweeminutendebat, een motie indienen waarmee wordt gezorgd voor een gelijk speelveld. Ik hoop dat mevrouw Van der Plas die kan steunen.

De voorzitter:

Oké, naar die motie gaan we straks met veel plezier luisteren.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is hartstikke leuk dat we natuur hebben. Maar als mensen een lege maag hebben, honger hebben, gaan ze echt niet wandelen in de natuur.

De voorzitter:

Ik schors voor twee minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 16.30 uur tot 16.32 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan luisteren naar de minister. Ik hoop dat we kort en puntig door de moties heen kunnen gaan.

Minister Staghouwer:

Voorzitter, ik ga natuurlijk mijn best doen. Er zijn nog een paar vragen gesteld. Die zou ik eerst willen beantwoorden. Daarna wil ik de moties doornemen, als u mij dat toestaat.

De heer Van Campen vraagt mij namens de VVD-fractie hoe ik luister naar de zorgen in de landbouwsector over de crisis in Oekraïne en de voedselzekerheid. Ik ben in overleg met de sectoren om direct te vernemen welke effecten er zijn te verwachten. Ook morgenmiddag heb ik weer een afspraak, evenals vorige week, om voortdurend de thermometer erin te stoppen waar het gaat over de effecten die er zijn.

Het volgende punt is dat ik vorige week Wageningen Economic Research opdracht heb gegeven om snel een grondige analyse te maken. Ik verwacht die deze donderdag. Zodra die beschikbaar is, zal ik die met uw Kamer delen om u daarvan in kennis te stellen. Wij hebben al eventjes tussen de oogharen kunnen kijken wat daaruit komt. De eerste resultaten laten zien dat de voedselzekerheid in de Europese Unie niet in het gedrang is. Wel zijn er natuurlijk zorgen over de graanprijzen, maar vooral ook over de stijgende gasprijzen, die ook veel effect hebben in de landbouwsector.

De volgende vraag ging over de borging van de voedselvoorziening in de Green Deal en de Farm-to-Forkstrategie. Dat komt ook voor in de moties van de BoerBurgerBeweging, maar eerst geef ik even een reactie op de specifieke vragen. De voedselvoorziening in de Europese Unie is robuust en is nu niet in gevaar. Dat heeft alles te maken met voorraden en afspraken. Op dit moment is er geen enkele gedachte dat de beschikbaarheid van voedsel gevaar loopt. Dat zal ook, is mijn stellige overtuiging, zo zijn na uitvoering van de Green Deal. Het voedselsysteem is weerbaar en zal ook weerbaar blijven, want daar wordt alles op ingezet. Ik zie op dit moment dan ook geen enkele reden om het ingezette beleid aan te passen. Wel — daar komt de disclaimer — is natuurlijk waakzaamheid nodig. Het is een reactie naar aanleiding van de huidige situatie; we weten niet hoe het loopt. Daar sluit ik de ogen ook niet voor, maar zoals ik dat heb aangegeven, ga ik dat zeker nauwlettend volgen en waar nodig actie ondernemen.

De heer De Groot van D66 had het over het verminderen van de afhankelijkheid van andere delen van de wereld voor de voedselvoorziening als we overstappen op kringlooplandbouw en zei: graag een reactie van de minister. Ja, dat klopt, want waar beschikbaarheid vanuit Nederland minder wordt, heeft dat een effect. Dus ja, het antwoord daarop is ja.

Dan de reacties op de moties, voorzitter. De motie van de Partij voor de Dieren over het vruchtbaarheidsmiddel verzoekt de regering bij de Europese Commissie aan te dringen op een snellere invoering van dierenwelzijnseisen en er bij de Europese Commissie op aan te dringen dat de dierenwelzijnseisen sterk genoeg zullen zijn om de import en productie van het middel te stoppen. Elke praktijk waarbij dieren worden mishandeld vind ik onacceptabel. Ik zeg heel stellig richting de heer Wassenberg: onacceptabel. In de praktijk wordt in Nederland ook geen PMSG gewonnen uit paarden. Ik kan er bij de Commissie op aandringen om de dierenwelzijnseisen aan productie van grondstoffen voor diergeneesmiddelen in derdewereldlanden sneller in te voeren dan 2025. Hierbij wil ik wel de kanttekening maken dat wij hierin sterker staan als wij dat met een aantal lidstaten doen en niet alleen maar Nederland dat doet. De Commissie kan eisen stellen aan het dierenwelzijn in derdewereldlanden, maar op de vraag of die streng genoeg zijn om de productie te stoppen voor de EU-markt, kan ik onmogelijk ja zeggen. Ik ga me er wel hard voor maken. Dat is een toezegging aan de heer Wassenberg. Het oordeel is wat het kabinet betreft aan uw Kamer.

De voorzitter:

De motie krijgt oordeel Kamer, meneer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, voorzitter, maar ik heb toch een vraag.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank voor dat oordeel Kamer. De minister zegt terecht dat hij dat graag samen wil doen met gelijkgestemde landen. Hij heeft natuurlijk al een paar keer bij de overleggen gezeten. Heeft hij een idee of er gelijkgestemde landen zijn en welke dat zijn?

Minister Staghouwer:

Nee, op dit moment heb ik dat niet. Maar ik ga zeker dit punt wederom maken. Ik zal kijken in hoeverre wij daarvoor steun krijgen.

Dan ben ik bij de moties van de BoerBurgerBeweging, die in samenwerking met de SGP zijn ingediend. De motie op stuk nr. 1386 stelt dat de voedselvoorziening in gevaar is, als gevolg van de mondiale ontwikkelingen. De reactie op de motie is dat wij … Sorry, ik ben even in de war. Die gaat over de pulsvisserij. Het gaat over brandstofverbruik en het onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om pulsvisserij weer mogelijk te maken. Het antwoord daarop is, denk ik, helder en duidelijk. Ik zie op dit moment geen mogelijkheden om de puls weer toe te staan. Dat heeft te maken met het afwijzen van de puls. Ik blijf er wel op wijzen dat de pulsmogelijkheid een goede mogelijkheid was om op brandstof te besparen en in die zin een bijdrage te leveren. Dat is dus wat ik wel doe in Europa. Maar op dit moment zie ik geen mogelijkheid om de pulsvisserij op korte termijn weer te laten invoeren.

Dan de tweede motie …

De voorzitter:

Die motie is dus ontraden, neem ik aan?

Minister Staghouwer:

Die motie is zeker ontraden.

De voorzitter:

Hoe raad ik dat, hè?

Minister Staghouwer:

Dan de tweede motie van de BoerBurgerBeweging, op stuk nr. 1387. Daarin wordt de minister verzocht te waarborgen dat de voor voedselproductie geschikte gronden behouden blijven voor de Nederlandse landbouw. Ik wil hier nog maar eens even met nadruk stellen dat de situatie in Oekraïne een verschrikkelijke is. Tegelijkertijd ligt er een nationale opgave om de landbouw binnen de milieugrenzen te brengen. Ik ben samen met de minister voor Natuur en Stikstof bezig met het NPLG, het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Het is op dit moment nog te vroeg om daarop vooruit te lopen en om daar direct een relatie aan te brengen met de situatie in Oekraïne. Daarom ontraadt het kabinet ook deze motie.

In de motie-Van der Plas/Bisschop op stuk nr. 1388 wordt het kabinet verzocht om per direct kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest toe te staan. Ik heb al eerder aangegeven dat er geen directe indicatie is dat de voedselzekerheid in gevaar is. Toch is het verzoek in lijn met het beleid, dat ik ook namens uw Kamer in Brussel heb geuit. We zetten ons er al geruime tijd voor in om hoogwaardige mestverwerkingsproducten als kunstmest in te zetten. Ik heb — u hebt dat kunnen lezen in de verslagen — al meermaals dit punt ingebracht. Ik blijf dit ook doen.

De voorzitter:

En dus?

Minister Staghouwer:

Oordeel Kamer.

Dan de laatste motie. Die gaat over …

De voorzitter:

Meneer De Groot heeft een korte interruptie.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ik begrijp het oordeel Kamer. U heeft nu een paar keer gezegd dat de voedselvoorziening niet in gevaar is. Dat staat wel in deze motie. Mevrouw Van der Plas heeft dat ook nog nader geduid. Dat is dus een beetje raar.

Minister Staghouwer:

Ik heb uitgelegd wat de inzet van het kabinet is, ook ten aanzien van de vervanging. Ik laat het aan uw Kamer over om een besluit over deze motie te nemen.

De voorzitter:

Prima. Dan de motie op stuk nr. 1389.

Minister Staghouwer:

Dan de motie-Van der Plas/Bisschop op stuk nr. 1389 over het herzien van het Nationaal Strategisch Plan, waarbij er geen hogere productie-eisen worden opgelegd. Het Nationaal Strategisch Plan is ingericht om toekomstbestendig boeren te ondersteunen. Dat betekent ook een versterkte inzet op meer diensten dan alleen de productie, zoals klimaat en biodiversiteit. Maar een ander aspect, namelijk inkomenszekerheid, is minstens net zo belangrijk en zeker niet ondergeschikt. Wij laten daarom het Nationaal Strategisch Plan ook zo dicht mogelijk aansluiten bij de in de EU afgesproken conditionaliteiten. Daarmee is een gelijk speelveld gewaarborgd, wat mij betreft. Er is geen aanleiding om daarvan af te wijken. Bij dezen krijgt de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Prima, heel goed. Dinsdag stemmen wij over deze moties. Tot zover dit debat. Ik wil heel graag door naar het volgende debat.

Mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik heb toch nog even een korte vraag over de pulsvisserij. De minister zegt: ik zie nu geen mogelijkheden om die in de eigen exclusieve economische zone weer mogelijk te maken. Vandaar dat de motie niet oordeel Kamer krijgt. Als ik dat eruit haal, krijgt ze dan wel oordeel Kamer?

Minister Staghouwer:

Volgens mij heeft mevrouw Van der Plas mij goed gehoord. Ik zie de pulstechniek als een mogelijkheid om de bodem minder te beroeren en om minder brandstof te verbruiken. Als zodanig hebben wij ons daar ook voor ingezet. Ik zal mij daarvoor blijven inzetten, al is het een utopie om te denken dat de pulsvisserij op korte termijn weer in Europa ingevoerd gaat worden.

De voorzitter:

Kort.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja, altijd kort. De minister zegt ook: het is te vroeg om te zeggen dat de voedselzekerheid in gevaar is. Ik wil de minister er alleen op wijzen dat als dat gaat dagen, het te laat is. Ik wil de minister dringend verzoeken om vooraf te handelen, zodat hij straks niet weer met de handen in het haar zit en zich afvraagt hoe we dit hebben kunnen laten gebeuren.

De voorzitter:

De minister moet niet met zijn handen in het haar gaan zitten.

Minister Staghouwer:

Dat is ook lastig, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Ik ga de turbo er een beetje op gooien, want om 17.15 uur staat de minister-president hier en we moeten nog twee andere debatten doen. De heer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, heel kort. De minister spreekt geruststellende woorden als het gaat om de voedselvoorziening in Europa. Tegelijkertijd heeft de Franse Landbouwminister Denormandie zijn zorgen uitgesproken en opgeroepen om een taskforce in te stellen waarin landbouwproducenten bijeenkomen en waarbij de voedselzekerheid als uitgangspunt wordt gesteld, ook ten opzichte van de bestaande landbouwstrategie die de Europese Commissie heeft vastgesteld. Ik zou de minister willen vragen of hij zich bij die oproep van de Franse Landbouwminister voegt.

Minister Staghouwer:

Ik heb aangegeven waar ik mee bezig ben. Ik heb contact met de sector. Morgen is er weer een overleg met de sector. Als er aanwijzingen zijn dat er risico's worden gelopen, dan zullen we zeker actie moeten ondernemen. Dat zeg ik ook in antwoord op mevrouw Van der Plas van de BoerBurgerBeweging. Op dit moment zijn er in Europa geen problemen. De bestaande stromen doen gewoon hun werk. Er is dus geen onzekerheid ten aanzien van de voedselvoorziening.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Ook de motie op stuk nr. 1389 rept ervan dat de voedselvoorziening in gevaar is. Ik vind het toch heel vreemd dat dat oordeel Kamer krijgt. Bovendien verzoekt deze motie de regering de invulling van het Nationaal Strategisch Plan in het licht van de huidige ontwikkelingen te herzien. Is dat waar u nu oordeel Kamer aan geeft?

Minister Staghouwer:

Ik heb aangegeven waar het kabinet naar streeft, wat wij zien als toekomst. In die zin is het oordeel over deze motie aan uw Kamer.

De voorzitter:

Prima. Heel kort, meneer De Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Daarmee gaat u dus het Nationaal Strategisch Plan dat er nu ligt herzien. Dat gaat u doen als u hier ja tegen zegt.

Minister Staghouwer:

Nee, dat gaan wij niet.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties.

Naar boven