20 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is nu de regeling van werkzaamheden.

Ingekomen is een aantal beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer houdende:

  • -aanwijzing van het lid Sjoerdsma tot lid van de NAVO Parlementaire Assemblee in plaats van het lid Paternotte;

  • -aanwijzing van het lid Van Ginneken tot lid in de Raadgevende Interparlementaire Benelux-Raad in plaats van het lid Boulakjar en het lid Boulakjar tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Boucke;

  • -aanwijzing van het lid Hagen tot lid van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie in plaats van het lid Wuite.

Ik deel aan de Kamer mee dat:

  • -de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Wuite en tot haar ondervoorzitter het lid Van Strien;

  • -de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Smals en tot haar ondervoorzitter het lid Peters.

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de contactgroep België het lid Koerhuis tot lid.

Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35594);

  • -Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Veertiende incidentele suppletoire begroting) (35988);

  • -Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022 (Eerste incidentele suppletoire begroting) (35989).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 33576-235; 33576-234; 35925-XIV-54; 35570-XIV-46; 35570-46; 35570-28; 35470-XVII-13; 35470-XVII-12; 35347-57; 35300-XIV-41; 35154-12; 35006-11; 35006-8; 34648-10; 34058-22; 34041-34; 34000-XIII-90; 33835-100; 33835-69; 33750-XIII-80; 33605-XIII-15; 33576-24; 33529-78; 33400-XIII-118; 33400-XIII-117; 33400-XIII-115; 33400-VI-110; 32670-156; 32336-37; 31936-207; 30196-270; 30175-209; 30175-208; 30175-207; 29383-238; 28973-203; 28694-107; 28694-106; 28625-266; 27858-257; 27858-256; 27858-195; 27858-194; 27858-158; 27858-157; 27858-156; 27625-295; 27428-311; 27428-302; 26991-449; 26407-119; 25295-888; 25295-887; 25295-521; 25295-404; 25295-403; 25295-291; 25295-290; 21501-32-1188; 21501-32-1105; 21501-32-1104; 21501-32-1019; 21501-32-1017; 21501-32-752; 21501-32-687; 21501-20-1518; 21501-20-734; 21501-08-552; 21501-08-551; 35300-41; 35000-26; 32813-312; 32813-310; 35925-XVII-44; 32813-778; 31985-69; 35207-20; 35207-19; 35925-96; 35693-11; 35668-28; 35570-XIII-52; 35446-6; 35438-17; 35430-19; 35327-10; 35300-60; 35205-17; 35092-21; 35092-19; 32820-367; 32813-752; 32813-637; 32813-519; 32813-420; 32813-419; 31936-772; 31409-325; 31369-18; 31293-530; 33529-940; 33529-929; 35925-XIII-50; 35925-XIII-49; 33118-213; 33118-212; 28165-358; 34775-XIII-109; 32813-366; 28165-357; 32852-160; 32852-102; 35570-XII-55; 32813-840; 32813-838; 21501-32-1374; 21501-32-1373; 31066-968; 26485-391.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat EU-voorstellen ter versterking van democratie en integriteit van verkiezingen (CD d.d. 10/02), met als eerste spreker het lid Kröger namens GroenLinks;

  • -het tweeminutendebat NAVO Defensie Ministeriële 16-17 februari 2022 (CD d.d. 10/02), met als eerste spreker het lid Fritsma namens de PVV;

  • -het tweeminutendebat Natuur (CD d.d. 10/02), met als eerste spreker het lid Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Meijeren van Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Van Meijeren (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Morgen staat er weer een coronadebat gepland, met een spreektijd van vier minuten per fractie. Nu zijn er de nodige actuele ontwikkelingen die naar mijn mening zorgvuldig besproken moeten worden; denk bijvoorbeeld aan de misstanden bij de GGD, maar ook aan de politieke beïnvloeding van het OMT door de regering, en de Wob-verzoeken waar heel veel schokkende informatie uit naar voren is gekomen. Daarom zou ik graag willen voorstellen om de spreektijd met twee minuten uit te breiden.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is. Twee minuten, zeg ik tegen de leden, is wel erg veel. Het is namelijk al een heel lang debat, dus ik kan me zo voorstellen dat we het verlengen met een minuut. Maar ik kijk even naar de leden of ze zich daarin kunnen vinden.

Mevrouw Agema (PVV):

Zeker twee minuten, voorzitter. Want het is van tweeën één: of we doen dit, of we steunen de debatverzoeken van de heren Omtzigt en Van Haga. Op enig moment zullen alle malversaties bij VWS die afgelopen week aan het licht zijn gekomen, namelijk toch besproken moeten worden.

De voorzitter:

Ja. Ik kijk even naar de heer Van Haga van Groep Van Haga. Ik leg dit toch even aan u voor, want het heeft consequenties voor hoe de dag van morgen gaat lopen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Iedere minuut die we erbij krijgen, is 30 seconden extra voor de heer Omtzigt en mijzelf. Met twee minuten erbij zou dat één minuut extra zijn, maar het staat totaal niet in verhouding tot de onzin die er allemaal is gevonden. Daar moet wat ons betreft dus echt een …

De voorzitter:

Het is een regeling. Dus u steunt het verzoek van de heer Van Meijeren?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Absoluut, maar daarnaast ook nog extra debatten.

De voorzitter:

U komt zo met uw voorstel.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, er is veel aan de hand, dus ik steun het verzoek voor spreekuitbreiding voor morgen, maar ik handhaaf ook wel het verzoek om apart te spreken over een aantal van die andere zaken, want die krijgen we voor morgen niet feitelijk uitgezocht, terwijl ik het zeer belangrijk zou vinden om daarover een debat te houden. Ik zou het ook fijn vinden als u aan de Kamer zou willen voorstellen dat als de spreektijd voor iedereen met een of twee minuten uitgebreid wordt, die precies met dezelfde tijd uitgebreid wordt voor de heer Van Haga en mij, want anders kunnen we echt onze punten niet maken.

De voorzitter:

U weet dat er een meerderheid van de Kamer nodig is als het gaat over de regelingen, maar we gaan nu de discussie daarover niet aan, want er is een verzoek. Ik kijk even naar de heer Bontenbal van het CDA.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Maar, voorzitter …

De voorzitter:

Nee, nee, we gaan nu niet allerlei discussies met elkaar mengen. De heer Bontenbal van het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Wij steunen het verzoek. Verderop staat nog het verzoek van collega Teunissen en dat gaat over het debat dat in de ochtend zit. Dus wellicht dat het ruimte biedt in de agenda als dat debat eraf gaat. Dus wat we nu kiezen, hangt ook samen met het laatste punt, volgens mij.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de leden of iedereen het verzoek steunt om de spreektijd uit te breiden met twee minuten. Ik zie dat er een meerderheid is om die uit te breiden.

De heer Van Meijeren (FVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan gaan we nu naar meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter, de heer Omtzigt deed net nog een verzoek en volgens mij kan hij hier gewoon het verzoek doen om die uitbreiding ook voor hemzelf en mij te laten gelden. Dus ik zou er graag nog de collega's over willen horen.

De voorzitter:

Daar is een andere afspraak over en dat is ook echt een andere discussie. Die gaan we hier nu niet voeren. Dan geef ik het woord aan u, meneer Van Haga, voor uw verzoek.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter. In mei 2020 werd er op het departement al gesproken over extra doden door uitstel van niertransplantaties en dotterbehandelingen, over gezondheidsverlies door niet sporten en over de uitzonderlijke toename van huiselijk geweld en kindermishandeling door het coronabeleid. Moties over uitbreiding van de zorgcapaciteit werden in de Kamer ontraden en op het departement werd ijskoud gepraat over de aansprakelijkheid van het Rijk door uitstel van bevolkingsonderzoeken naar kanker. Er werd gepocht over een wankele basis voor grondrechten en dat er wel wat zinnen zouden worden geproduceerd en over het voorhouden van een worst. Ik wil graag een debat over deze Wob-documenten en vooral over het schenden en het bewaken van onze grondrechten, maar het kan natuurlijk breder.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef eerst het woord aan de heer Azarkan van DENK en dan aan mevrouw Agema. O, ik zie eerst mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik wil dat van harte steunen, maar ik zou ook het verzoek van de heer Omtzigt daarbij willen meenemen. Ik heb vier e-mailprocedures laten uitzetten en ook toegekend gekregen van de collega's. Dank daarvoor. Maar ik zou gewoon al die onderwerpen die nu boven water komen over alles wat er is gebeurd en wat uit die Wob-verzoeken naar boven komt — nou ja, al die andere onderwerpen ook — willen samenvoegen in één groot baggerdebat, zeg maar. Het lijkt me goed om dat te organiseren.

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Dat geldt ook voor mijn fractie. We willen het echt goed analyseren. Er is nogal wat naar buiten gekomen. Het is te snel om nu alleen te reageren op wat een aantal journalisten eruit halen. We willen dat eens even goed in samenhang bekijken. Daarna willen we een fundamenteel, goed debat over de vraag in hoeverre het OMT ten aanzien van die grondrechten inderdaad onafhankelijker wordt. Dus dat willen we echt in samenhang bekijken, ook nadat het kabinet in de gelegenheid is gesteld om daarop te reageren middels een brief.

De voorzitter:

Dus steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Collega Van Meijeren verwees zojuist in zijn motivatie bij het verzoek om verruiming van de spreektijden juist naar deze twee punten. Ik denk dat collega Azarkan gelijk heeft. Het verdient een zorgvuldigere analyse. Daarom zou ik ervoor willen pleiten om het debat van morgen gescheiden te houden van het verzoek van de heer Van Haga.

De voorzitter:

Dus u steunt in ieder geval dit verzoek?

De heer Bisschop (SGP):

Ja, maar ik zou dat willen combineren met een aantal andere facetten die boven tafel zijn gekomen, zoals grondwetsschendingen en dat soort zaken. Na een zorgvuldige analyse zou ik dat in een stevig debat met voldoende spreektijden aan de orde willen stellen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun vanzelfsprekend het verzoek van de heer Van Haga. Het is een heel goed verzoek, ook de aanvulling daarop van mevrouw Agema.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun. Ik sluit me kortheidshalve aan bij de SGP.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Mevrouw Pouw-Verweij (JA21):

Steun. Ik sluit me ook graag aan bij de SGP.

De heer Bontenbal (CDA):

Een brief is prima, maar geen steun voor een debat.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ook geen steun. Volgens mij kunnen we het bij het debat van morgen betrekken. Er komen nog meerdere coronadebatten, dus mocht dat niet lukken, dan kan het altijd daar nog bij. Maar geen separaat debat.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik vond de suggestie van mevrouw Agema om één groot debat over deze zaak te houden wel verstandig, zeg ik mede namens mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, ik sluit me aan bij de PvdA.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Nijboer.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Ik sluit me aan bij de woorden van het CDA en de VVD. Geen steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Geen steun. Ik kan me wel voorstellen dat de volle twee minuten morgen ook voor de heer Van Haga en de heer Omtzigt gelden.

De heer Van Nispen (SP):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Nijboer om die zaken gescheiden te houden. Het gaat morgen ook echt over het coronabeleid, de strategie. Alles wat te maken heeft met de bagger en de zaken die nieuw boven tafel komen, kan beter in een apart debat, zodat we die zaken gescheiden houden. Ik had dat punt eigenlijk bij de heer Omtzigt willen maken, maar nu wordt alles met elkaar vermengd. Zeker ook steun om alles op tafel te krijgen, bijvoorbeeld ook alle pogingen vanuit het ministerie om de boel te beïnvloeden.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik sluit me aan bij de woorden van de Partij van de Arbeid, voorzitter.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid voor uw verzoek. We hebben net wel besloten dat er bij het debat van morgen uitbreiding van spreektijd is. Een aantal fracties hebben aangegeven dit daarbij te betrekken.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het is volstrekt onvoldoende om al die dingen die boven tafel komen morgen bij het debat te betrekken in één minuutje extra. Ik blijf het raar vinden dat de coalitie met zo'n kleine meerderheid een soort verantwoordingsdebat waarin alles op tafel kan komen, blokkeert. Maar ja, het is symptomatisch. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Volgens de NOS bemoeide het ministerie zich met de OMT-adviezen. Volgens de Wet op het RIVM, artikel 5, mag er geen invloed uitgeoefend worden. Op zeer cruciale punten, zoals de vraag of er mondkapjes gebruikt mochten worden in de thuiszorg en de verpleeghuizen, waar mensen in het begin van de pandemie met honderden tegelijk per week stierven, heeft het OMT volgens de stukken van de NOS iets anders geadviseerd dan datgene wat het OMT oorspronkelijk adviseerde. Eén. Ik wil graag nog deze week een brief van het kabinet, waarin inzage wordt gegeven in alle keren dat het ministerie of het kabinet zich met het OMT-advies bemoeid heeft. Twee. Ik noem de opnames, zeker van de OMT-vergadering waar het hier over ging, die lijken te liggen bij de NCTV. Ik wil die graag uitgetikt hebben en ik wil weten of die veranderd zijn. Drie. Ik wil weten of er staatsaansprakelijkheid is. Dan wil ik er daarna hier een debat over voeren. Wij zijn twee jaar geregeerd door OMT-adviezen. Dat debat zou samen kunnen vallen met dat debat dat door de heer Van Haga is aangevraagd. En als de heer Van Haga eerst is, vind ik dat ook prima. Daar gaat het mij niet om. Maar ik vind dat dit uitgezocht moet worden en dat dat los moet staan van het debat dat morgen plaatsvindt.

De voorzitter:

Vraagt u ook een interpellatiedebat?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Op verzoek van een aantal collega's maak ik er een gewoon debat van. Ik had om een interpellatiedebat gevraagd. Dat heb ik gedaan om een hele stomme reden, voorzitter. Dat heb ik gevraagd omdat ik dan wel de volle spreektijd heb, en hier niet met twee minuten spreektijd als een Kamerlid uit de categorie C sta.

De voorzitter:

Wij zullen de informatie in ieder geval doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat debat zou ik ook graag binnen zes weken willen voeren. Dat hoeft niet volgende week. Ik snap dat dat moeilijk zou zijn. Maar het moet ook niet …

De voorzitter:

We gaan kijken of daar steun voor is. Allereerst mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun het debat, voorzitter. Ik heb ook een e-mailprocedure uit laten zetten met het verzoek om een reactie voorafgaand aan het debat van morgen. Die is nog niet binnen. Ik wil ook dat wij de door VWS veranderde OMT-adviezen krijgen. Die hebben we ook nog niet binnen. Ik wijs op het handelen van de coalitie ten aanzien van dit debat en het verzoek van de heer van Haga. Ik vind dat lastig. Als wij die stukken nog niet eens binnen hebben, hoe kunnen zij dan zo gemakkelijk zeggen: betrek het maar bij het debat van morgen?

De voorzitter:

Dank u wel. U steunt in ieder geval het verzoek van de heer Omtzigt. De heer Bisschop, SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik verbaas me eerlijk gezegd iets over de houding van de coalitie dat een verzameldebat over dit soort aspecten gewoon weggeblazen wordt. Ik kan dat gewoon niet volgen. Dit is fundamenteel voor het functioneren van de Tweede Kamer en het functioneren van de rechtsstaat. Daarom geef ik steun aan het verzoek van de heer Omtzigt om een debat en uiteraard ook om de informatie.

De voorzitter:

Ja. De heer Van Nispen, SP.

De heer Van Nispen (SP):

Ook vanuit de SP steun. Laten we het coronadebat van morgen gebruiken om vooruit te kijken en het grotere debat dat de heer Omtzigt nu aanvraagt, gebruiken om terug te kijken op alles wat er is misgegaan. Ronduit volle steun om alle pogingen van beïnvloeding vanuit het ministerie zo snel mogelijk in volle omvang op tafel te krijgen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Namens Belang van Nederland zeg ik dat we twee jaar opgesloten hebben gezeten en twee jaar zijn geregeerd op basis van allerlei dingen. De Wob-verzoeken …

De voorzitter:

U steunt …

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

... en de OMT-adviezen: dat raakt natuurlijk aan elkaar. Het zou fantastisch zijn als we daar gewoon eens een rustig debat over zouden voeren. Ik steun dit volledig.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Voorzitter. Het onderwerp dat de heer Omtzigt nu aankaart, is inderdaad van wezenlijk belang voor het functioneren van onze rechtsstaat en voor het functioneren van deze Kamer. Niet alleen steun ik het verzoek van de heer Omtzigt, maar als hij de voorkeur geeft aan een interpellatiedebat met een beetje behoorlijke spreektijd, wat ik me kan voorstellen, dan zal ik dat steunen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Er is geen verstrengeling tussen OMT en ministerie, dus dit is zeer serieus. Van harte steun dus voor het debat en ook voor de brief.

Mevrouw Pouw-Verweij (JA21):

Ook vanuit JA21 van harte steun. Het lijkt ons heel belangrijk dat we van tevoren alle informatie krijgen die is genoemd door de heer Omtzigt.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, steun voor een gewoon debat.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Wij zeggen al een jaar lang dat het RIVM niet onafhankelijk opereert, dus uiteraard van harte steun hiervoor.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Dit is eigenlijk hetzelfde rondje als net bij de heer Van Haga, met dezelfde onderwerpen, dus wederom steun. De coalitie kan het nog een keer blokkeren, maar mijn voorspelling is dat er dan volgende week bij de regeling wel steun voor zo'n debat zal zijn en anders de week erop.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas, BBB, en dan de heer Kuzu, DENK. Ik zie niemand? Mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het verzoek ook van harte. Als het een interpellatiedebat moet worden, steun ik dat vanzelfsprekend ook.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Kuzu? Nee, we gaan niet wachten op elkaar. De heer Kuzu, DENK. Ik zie namelijk dat er nog wordt overlegd.

De heer Kuzu (DENK):

Ja, voorzitter. Ik zie dat er druk overleg gaande is tussen de coalitiepartijen. De aanvraag van de heer Omtzigt en ook die van de heer Van Haga zijn zo terecht dat ik me niet kan voorstellen dat de coalitie dit gaat blokkeren.

De voorzitter:

U steunt het dus.

De heer Kuzu (DENK):

Mijn fractie steunt in ieder geval het verzoek.

De voorzitter:

Ja. Ik kijk even naar mevrouw Kamminga, VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter. Volgens mij vindt iedereen dit een belangrijk onderwerp. We hebben net al gezegd dat we de spreektijd van het debat morgen uitbreiden met twee minuten. Dat was ook onder verwijzing hiernaar. Tegelijkertijd lopen er nog e-mailprocedures waar nog informatie uit voortvloeit. Ik zou dus zeggen: op dit moment geen steun voor een debat en we betrekken het er morgen bij. Mocht er nadere informatie komen, dan is het volgens mij altijd gebruik dat we in een procedurevergadering beoordelen of er een commissiedebat dan wel plenair iets nodig is. Dat lijkt mij op dit moment de juiste route.

De voorzitter:

Dank u wel. Nee. Ik kijk nu naar mevrouw Van Beukering-Huijbregts, D66, die nog niet aan het woord was geweest.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Voorzitter. Het klopt inderdaad dat ik even ruggespraak hield met onze woordvoerder. U vraagt om een brief. Dat steun ik van harte. Wat het debat betreft: ik zou het fijn vinden om morgen af te wachten en er dan inderdaad nog even op terug te komen. Nu geen steun voor het debat, dus.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik steun ook deze lijn: geen debat.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft geen meerderheid voor uw verzoek. Even kijken. Meneer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Sorry voor collega Omtzigt, maar geen steun voor een debat. Wel steun voor de brief en ook steun dat hij er morgen twee volle minuten spreektijd bij krijgt.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan u, meneer Omtzigt. Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik denk dat hier een historische vergissing begaan wordt. Ik bedoel, er zijn weinig onderwerpen zo belangrijk nadat je twee jaar lang door het OMT bestuurd bent en er duidelijke indicaties op tafel liggen. Er wordt niet gevraagd om wat dan ook. Er wordt gevraagd om een debat met de regering aan te gaan over de hoofdlijnen van het beleid van de afgelopen twee jaar. Het is ongehoord, maar dan ook werkelijk ongehoord, voorzitter, dat de regeringspartijen dat durven te blokkeren hier.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik roep u op dat niet te doen. Ik vraag u dit te noteren als een dertigledendebat, te houden binnen vijf weken. Bij de volgende regeling van werkzaamheden kunt u van mij de aanvraag verwachten om dat om te zetten in een meerderheidsdebat. Ik blijf het gewoon opbrengen. Dit kan niet waar wezen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower van de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Er staan twee verzoeken van mij op de … Hoe heet dat?

De voorzitter:

Regeling van werkzaamheden.

De heer Markuszower (PVV):

Ja, op de regeling. Maar het eerste verzoek wil ik eigenlijk even niet doen, omdat er net een brief binnen is gekomen, waarin de staatssecretaris ingaat op de crisiswet. Dat is dus even niet relevant.

De voorzitter:

Dus dat verzoek vervalt?

De heer Markuszower (PVV):

Ja. Dan wil ik graag naar het tweede verzoek. Er is weer een steekpartij bij Budel. Overal waar een azc is, zijn asielzoekers en daar is dus ellende en geweld. Daar heb ik al vaker geprobeerd een debat over aan te vragen, maar misschien lukt het vandaag, want het gevaar is groot.

De voorzitter:

We gaan kijken.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Elke week als de heer Markuszower naar aanleiding van een artikel in de krant een compleet debat aanvraagt, geef ik aan dat het een aangelegen punt is. Dat meen ik ook. Alleen, ik vind niet dat wij voor elk artikel een debat moeten aanvragen. Ik zou dus een brief willen hebben, met daarin de toedracht. Ik zou dit willen betrekken bij het eerstvolgende debat over asielzaken, migratie en dat soort zaken.

De voorzitter:

Maar nu geen steun voor een apart debat.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Er staat al een debat gepland, namelijk op 9 maart. Daar kan de heer Markuszower dit punt natuurlijk maken.

De voorzitter:

Er staat inderdaad een commissiedebat gepland.

De heer Eerdmans (JA21):

Over het asielbeleid moeten wij regelmatig gaan spreken. Volgens mij hebben wij dat hier ook vastgelegd. Dat verzoek zou de heer Markuszower volgens mij doen aan de Voorzitter: eens in het halfjaar. Maar dit is een actualiteit waar we nou eens wél over moeten praten. Het gaat helemaal niet goed. Dit blijft een groot probleem rond het azc. Dus wij steunen dit.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. De heer Markuszower zei net: overal waar een asielzoekerscentrum is, zijn asielzoekers en daar is dus geweld. Namens DENK wil ik met kracht afstand nemen van deze generalisering over een groep mensen. Mensen wegzetten als gewelddadig op grond van hun status vind ik ongehoord. Geen steun voor dit debat.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dit kan prima betrokken worden bij het commissiedebat. Geen steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Steun voor het debat.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter. Ook dit is weer een belangrijk onderwerp, maar tegelijkertijd staat er al een commissiedebat gepland, dus ik zou het daarbij betrekken. Geen steun voor een separaat debat.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

Geen steun. Commissiedebat.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun, voorzitter. Graag betrekken bij het commissiedebat.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Geen steun. Graag betrekken bij het commissiedebat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ook geen steun. Graag betrekken bij het commissiedebat.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is geen steun voor uw verzoek voor een meerderheidsdebat, maar wel wordt gerefereerd aan een commissiedebat.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel. Er werd ook gezegd dat er eventueel een brief kan worden gestuurd over dit onderwerp. Als u dat kunt doorgeleiden en als we dat voor dat commissiedebat krijgen, dan heel graag.

De voorzitter:

Dat ga ik doen. Ik ga het doorgeleiden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kamminga van de VVD voor een vooraankondiging.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank, voorzitter. Het is inderdaad de vooraankondiging voor een tweeminutendebat naar aanleiding van het commissiedebat over de Raad Algemene Zaken, die op 22 februari is, nog deze week te houden, inclusief de stemmingen.

De voorzitter:

Dank u wel. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dat gaan we zo doen. Dank voor de vooraankondiging.

Ik geef het woord aan mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Ik mag dit verzoek mede namens CDA, D66, PvdA en BIJ1 doen. Het gaat over het dertigledendebat dat morgen gepland staat, over het in samenhang oplossen van de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Maar wij hebben de komende weken nog een hoofdlijnendebat. Ik zou graag eerst dat hoofdlijnendebat willen voeren en daarna een fundamenteel debat willen voeren — dit verdient echt een fundamenteel debat — over het in samenhang oplossen van die klimaat- en biodiversiteitscrisis. De volgorde verdient dat ook. Het verdient zorgvuldige behandeling, dus vandaar dat ik de Kamer vraag of ik het kan omzetten naar een meerderheidsdebat.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Nispen (SP):

Ook van harte steun van de SP.

De voorzitter:

Daarmee is er wel een … O, ik hoor dat we nog geen meerderheid hebben. Is het ook namens de VVD?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Het was niet namens de VVD, maar de VVD steunt het wel, zie ik, dus van harte dank.

De voorzitter:

Kijk, dan heeft u nu wel een meerderheid. Dat betekent dat het dertigledendebat morgen vervalt en dat we het meerderheidsdebat op een ander moment gaan inplannen. Ik dank u wel. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaat een wetsbehandeling van start.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven