2 Vragenuur: Vragen Kathmann

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Kathmann aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Merels dochter (7) vertelde politie twee jaar terug over misbruik, maar er is nog niks mee gedaan".

De voorzitter:

Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom en ik nodig mevrouw Kathmann van de PvdA uit om haar vraag te stellen aan de minister. De vraag gaat over het bericht "Merels dochter (7) vertelde politie twee jaar terug over misbruik, maar er is nog niks mee gedaan". Ik heet ook de mensen op de publieke tribune van harte welkom, evenals de kijkers thuis. Ik geef het woord aan mevrouw Kathmann van de PvdA.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Voorzitter. Een meisje van 4 jaar dat thuiskomt en vertelt over seksueel misbruik door een man in een omgeving die ze eigenlijk zou moeten vertrouwen. Als je dan een van haar ouders bent, ga je stuk. Maar als haar zaak dan ook nog op de plank blijft liggen, ga je letterlijk twee keer kapot. Dat is precies wat is gebeurd bij deze zedenzaak, waarover afgelopen weekend werd bericht in het AD. Ik weet dat dit al heel lang speelt, want de minister stuurt brief na brief naar de Kamer en zegt dat hij ermee bezig is, maar van die papieren werkelijkheid worden we op dit moment geen snars wijzer in de echte wereld. Ik snap het gewoon niet en ik wíl het eigenlijk ook niet snappen. Iedereen hier is van goede wil. Ook de politie is van goede wil, maar die kan slechts roeien met de riemen die ze van Den Haag gekregen hebben. Dit gezin is al kapot. Het enige wat ze nog kunnen bereiken met het doen van hun verhaal — en hoe dapper zijn zij wel niet, dat zij dat gedaan hebben! — is ervoor zorgen dat zaken van andere gezinnen, van andere kinderen die misbruikt worden, niet ook liggen te versloffen op de plank. Ik wil dan ook graag van de minister weten welke boodschap hij op dit vlak aan dit gezin heeft. Wat mij betreft horen daar echt een paar stevige garanties bij.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kathmann. Dan is het woord aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. Allereerst, ik kan niet ingaan op individuele zedenzaken, zoals bij u bekend is. Ik heb het verhaal ook in het AD gelezen. Ik denk dat de politie daarvan zelf heel duidelijk heeft aangegeven hoezeer men het zich aantrekt. Verder verwijs ik naar de politie.

Voorzitter. Ondertussen is het zo, zoals bekend bij uw Kamer, dat we extra middelen hebben voor uitbreiding van de zedenrecherche, met name op het gebied van kindermisbruik. Dat is een bedrag van 15 miljoen. Daarnaast is er nog de 4 miljoen van de motie-Hermans. We zijn inderdaad druk bezig om nog meer zedenrechercheurs op te leiden. Het kost nou eenmaal enige tijd om echt goede mensen te krijgen. Dat is uw Kamer ook bekend uit de voortgangsbrieven. We hebben een goede publiek-private samenwerking om ook op allerlei onlinegebieden kindermisbruik tegen te gaan. Denk aan de Teams Digitale Opsporing, het Team High Tech Crime en daarnaast de zedenteams. Om doorlooptijden te verminderen — daarover is een aantal maanden geleden terecht een motie ingediend door Kamerlid Van Nispen — hebben we inmiddels de bijstand van de Koninklijke Marechaussee en andere rechercheteams van de politie. Het moge duidelijk zijn dat dit een onderwerp is waar voor de politie heel veel nadruk op ligt, juist omdat het enorm veel schade aanricht bij kinderen en hun omgeving.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord weer aan mevrouw Kathmann.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Deze antwoorden had ik eigenlijk zelf ook wel kunnen bedenken. Ik begon mijn bijdrage ermee dat de betrokkenheid bij de politie enorm is. Ook de betrokkenheid van deze minister is, steeds bij een incident, enorm. Maar het ligt natuurlijk veel dieper. Ik ben er een beetje klaar mee. Het gaat over de basis op orde hebben bij de politie. Ik sta hier denk ik al voor de tiende keer om te vragen of de basis op orde kan worden gebracht. Nu ligt deze zaak voor, van een kind van 4 dat seksueel misbruikt wordt. Jarenlang ligt die zaak stil. Het hele gezin is naar de knoppen. En dan wordt er weer een pakket met noodmaatregelen opgesomd. Nogmaals, we weten allemaal dat het dieper zit. Daarom heb ik ook al tien keer gevraagd om een overzicht van de beschikbare politiecapaciteit op alle terreinen, per regio. Dat is denk ik ook het dashboard dat onze minister heeft om goed te kunnen sturen. Ik heb dat dashboard niet. Ik zou heel graag van de minister de toezegging willen dat we dat dashboard van de politiecapaciteit per regio, van de inzetbaarheid, van de basiskracht van de politie, zo snel mogelijk per brief ontvangen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is weer aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Een noodmaatregelenpakket ken ik niet, dus ik weet niet precies waar daarmee op gedoeld wordt. Ik had het net over structurele maatregelen met structureel geld. Overigens heb ik dat zelf vanaf het begin van mijn ministerschap opgepakt, onder andere na gesprekken met een aantal organisaties die heel veel doen aan hulpverlening op het gebied van misbruik van kinderen en jongeren. Ik sta er ook echt voor dat we daar structureel steeds meer in doen en er steeds op doorpakken. Wat betreft de cijfers heb ik in de begrotingsbehandeling toegelicht dat we uw Kamer heel veel cijfers geven, onder andere door de halfjaarsberichten en door de overzichten omtrent de totale fte en de ontwikkeling daarvan. We zullen die ook blijven geven, zodat uw Kamer daar actueel over geïnformeerd wordt.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Ik vroeg niet om de fte-cijfers. Ik bedoelde de beschikbare capaciteit van de politie per regio. Op een gegeven moment moet je kunnen sturen op zaken die prioriteit hebben, zoals deze. De minister heeft een dashboard. Ik zou graag hebben dat de Kamer hetzelfde dashboard heeft, maar ik hoor aan de beantwoording dat we dat niet gaan krijgen. Ik krijg daar graag nog een bevestiging van, want de minister heeft mijn vraag zojuist niet helemaal correct beantwoord. De beantwoording van de minister komt eigenlijk weer neer op "op naar een volgend kabinet". Hopelijk krijgen we dan wel de basis van de politie op orde. Ik wil met deze mondelinge vraag ook graag een oproep doen aan mijn collega's, ook van alle formerende partijen. Als we naar het nieuwe regeerakkoord gaan kijken, moeten we minimaal een regeerakkoord krijgen dat deze problemen oplost.

De voorzitter:

Het woord is weer aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Dat is wat flauw, want we hebben twee weken geleden nog — daar was mevrouw Kathmann bij — uitvoerig, tot op de details, besproken hoeveel structurele middelen dit kabinet de afgelopen vier jaar extra in de politie heeft geïnvesteerd. Dankzij de augustusbrief van het kabinet en de motie-Hermans is er nog veel meer geïnvesteerd. Dat gaat dus echt zoals het maatschappelijk nodig is. Ik denk dat we dat twee weken geleden — wanneer was het? — ook goed met elkaar hebben bediscussieerd. Dat is één ding. Een ander ding is dat we juist dankzij de motie-Klaver/Buitenweg, die ik hier expliciet wil noemen, nog meer accent kunnen leggen op alles op het gebied van zeden en daarbinnen op kindermisbruik. Het allerbelangrijkste is dat kinderen zo veel mogelijk — eigenlijk overal — de bescherming krijgen die ze verdienen en dat we stevig optreden tegen mensen die de veiligheid van kinderen in gevaar brengen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kathmann.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Nogmaals, het woord "noodmaatregelen" kwam van de minister zelf in het artikel van het AD van afgelopen weekend. Ik sta hier niet te betwisten of te bevragen dat zedenzaken heel belangrijk zijn; dat vinden we allemaal. De vraag gaat er vooral over dat we een politieapparaat moeten hebben dat gewoon fatsoenlijk zijn werk moet kunnen doen en ook op prio's kan acteren. We hebben geen dashboard, we hebben geen sturingsmaatregelen. Nu holt de politie van het beveiligen van topcriminelen naar het in toom houden van relschoppers bij voetbalstadions. We moeten gewoon eens met z'n allen gaan weten wat dat doet met de inzet van politieagenten bij zedenzaken zoals deze, waarin een kleuter thuiskomt met seksueel misbruik en er niks met zo'n zaak kan gebeuren. Nogmaals: krijgen we binnen korte tijd per brief van de minister een dashboard met de inzet per regio of krijgen we dat niet?

Minister Grapperhaus:

Ik heb het bericht in het AD er even bij gepakt, maar het woord "noodmaatregelenpakket" kom ik daar niet zo gauw in tegen. Misschien lees ik het niet goed. Ik heb in ieder geval gezegd — laat ik dat nou maar eens duidelijk zeggen — dat de mensen om wie het gaat, kinderen en hun ouders, recht hebben op een vlotte en professionele behandeling, de juiste aandacht en duidelijkheid. Daarom vond ik het erg goed dat de politie in die kwestie waarover het AD schrijft ook echt zegt: we trekken het ons aan wat daar gebeurt. Uiteindelijk is dat natuurlijk iets wat ik mij aantrek, want ik ben ervoor verantwoordelijk. Ik denk echt dat we de komende jaren met de extra structurele middelen voor de politie die basis op orde gaan krijgen. Ik verwijs naar de discussie die we bij de begroting hadden.

De voorzitter:

Dank u wel en dank u wel, mevrouw Kathmann. Er zijn een aantal vervolgvragen. Dank u wel, mevrouw Kathmann. Het klinkt heel onaardig, maar dat is niet de bedoeling. Ik geef als eerste het woord aan de heer Bisschop van de SGP en dan aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank. Ik wil mevrouw Kathmann toch wel graag bijvallen. Dit is één signaal, maar er zijn vaker signalen. Zolang ik hier rondloop, wordt er al gesproken van krachtig aanpakken, steviger veiligheid bieden en dat soort dingen, maar er blijven maar dit soort signalen komen. Welke garantie kan de minister geven dat het nu daadwerkelijk gaat gebeuren? Ik wil geen mooie beloften, maar gewoon spijkerharde garanties waar de ambtsopvolger van deze minister ook gewoon aan gehouden kan worden.

Minister Grapperhaus:

De politie pakt in beginsel echt alle zedenaangiften op die er zijn. Prioritering daarin vindt plaats bij het Openbaar Ministerie. We zien ook echt dat de investeringen in de zedenpolitie, die — ik moet dat eerlijk zeggen — al zijn begonnen voordat ik minister werd. Die investeringen hebben wel degelijk resultaat opgeleverd. Ik wil die eer wel aan mijn voorgangers gunnen. We hebben de nieuwe zedenwetgeving ingezet. Die is inmiddels door de ministerraad naar de Raad van State toe voor advies. Dat geldt ook voor de autoriteit op het gebied van kinderporno en kindermisbruik online. Het wetsvoorstel zit in dezelfde fase. Dat betekent dat we ook echt met elkaar maatschappelijke tendensen willen tegengaan. Daar willen we echt op inzetten. De politie doet dat ook. De expertise van de politie is de afgelopen jaren toegenomen en wordt ook steeds beter. Ik verwijs ook naar het plan van aanpak dat u binnenkort krijgt op het gebied van de bejegening van slachtoffers en de taakuitvoering van de zedenrecherche, zoals besproken bij de begroting.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een zedenzaak die twee jaar op de plank blijft liggen is natuurlijk echt te gek voor woorden. En er zijn 230 vergelijkbare gevallen. Het is heel pijnlijk en het komt natuurlijk door ijskoude bezuinigingen op dit terrein. Nou worden er inspanningen verricht om die bezuinigingen op te heffen, om nieuwe investeringen te doen, maar dan moet je natuurlijk ook regelen dat de nieuwe politieagenten, het nieuwe personeel, echt op de goede plek terechtkomen. En het schort nogal aan het politieonderwijs op dit punt. Is de minister bereid om dat politieonderwijs goed door te lichten en ons op de hoogte te stellen van hoe de vork precies in de steel zit bij de opleidingen, zodat we écht zeker weten dat er genoeg mensen komen?

Minister Grapperhaus:

Ik ga nogmaals niet in op de individuele casus. Het punt is dat er in de afgelopen kabinetstermijn niet bezuinigd is. De heer Van Dijk verwijst naar de periode daarvoor met het kabinet van VVD en PvdA. Er was toen een maatschappelijk noodzakelijke situatie — ik denk aan de financiële crisis, de eurocrisis — die het leven toen anders maakte. De afgelopen jaren is er uitgebreid in geïnvesteerd, ook in de Politieacademie. Ik kan mij voorstellen dat we bij het plan van aanpak waar ik het net over had een paragraaf besteden aan hoe we dit precies in het politieonderwijs een plek hebben gegeven. Dat wil ik wel aangeven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de minister van Justitie en Veiligheid van harte danken voor zijn aanwezigheid. Ik schors voor een enkel moment zodat we kunnen overgaan naar de tweede mondelinge vraag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven