7 Conferentie over de Toekomst van Europa

Aan de orde is het tweeminutendebat Conferentie over de Toekomst van Europa (CD d.d. 12/05).

De voorzitter:

Wij gaan door met het tweeminutendebat Conferentie over de Toekomst van Europa. Het commissiedebat vond plaats op 12 mei. Nogmaals een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken. Zij mag haar mondkapje afdoen, hoor. Aarzel niet. Alle woordvoerders zijn inmiddels gearriveerd. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Sjoerdsma van de fractie van D66 voor zijn twee minuten.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Wij verwachten van alles van Europa als er een pandemie uitbreekt, als de mensenrechten moeten worden verdedigd, als natuurlijke rampen zich voordoen of als migratiestromen op gang komen. Maar dan moeten we er ook voor zorgen dat Europa uitgerust is om daar iets mee te doen. De voorwaarden daarvoor moeten worden geschapen. Bijna iedere partij in deze Kamer wil een verdragswijziging. Partijen willen soms verschillende richtingen op met betrekking tot de Europese Unie, maar we hebben wel allemaal door dat er verandering nodig is. Die verandering werd vrijwel onmogelijk gemaakt door een brief van de voormalig minister van Buitenlandse Zaken met elf andere lidstaten, waarin werd gezegd dat een van de uitkomsten van deze burgerconsultaties van de Conferentie over de toekomst van Europa niet zou kunnen, namelijk een verdragswijziging. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Conferentie over de Toekomst van Europa van start is gegaan;

constaterende dat burgerconsultaties een centrale rol spelen bij de conferentie;

overwegende dat een constructieve discussie over de toekomst van Europa niet gebaat is bij het bij voorbaat vastleggen van de uitkomst van de conferentie;

verzoekt het kabinet niet bij voorbaat verdragswijzigingen uit te sluiten als deze de belangen van Nederland en de Europese Unie behartigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Amhaouch en Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 9 (35663).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Amhaouch van de fractie van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Ik heb twee punten: het besluitvormingsproces rond het Europees buitenlandbeleid en de organisatie van burgerparticipatie voor de conferentie.

Voorzitter. In de position paper gaf de premier in maart aan dat de Europese stemprocedure over bepaalde thema's aangepast dient te worden. Hierover hebben we gesproken tijdens het debat over de Europese top. De premier gaf toen ook aan dat het speelveld heel gevoelig ligt, dat je juist diplomatiek moet manoeuvreren en dat bovendien de grote lidstaten Duitsland en Frankrijk dwarslagen. Afgelopen week kwam in de media, bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken, Maas, dat Duitsland af wil van het veto op Europees buitenlandbeleid. De verhoudingen in Europa zijn aan het veranderen. Het lijkt er inderdaad op dat we het Europees buitenlandbeleid slagvaardiger kunnen maken door het aanpassen van de stemprocedure. Daarom hebben wij de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Conferentie over de Toekomst van Europa een momentum schept waarin mogelijk fundamentele aanpassingen van het Europese besluitvormingsproces worden gemaakt;

overwegende dat Nederland samen met Spanje een non-paper heeft geschreven waarin voorstellen worden gedaan om de stemprocedure in het Europese besluitvormingsproces te hervormen;

overwegende dat een grote lidstaat als Duitsland inmiddels heeft aangegeven van het veto op Europees buitenlandbeleid af te willen;

verzoekt de regering voor het zomerreces met een uitgebreide paper te komen waarin zij aangeeft op welke beleidsterreinen en volgens welke besluitvormingsprocedure het Europese buitenlandbeleid dient te worden hervormd en daarbij aan te geven wat het speelveld is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 10 (35663).

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Ik heb nog één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Conferentie over de Toekomst van Europa in het leven is geroepen om de Europese burger deel uit te laten maken van de discussie over de vorming van de toekomst van de Europese Unie;

overwegende dat de Nederlandse regering zich tot nu toe afwachtend heeft opgesteld in het communiceren en organiseren van activiteiten omtrent de Conferentie over de Toekomst van Europa;

overwegende het belang van de betrokkenheid van de Nederlandse regio's, waarvan zeven van de twaalf provincies aan de grens gelegen zijn, bij de Nederlandse inbreng in de Conferentie over de Toekomst van Europa;

verzoekt de minister om een proactieve houding in het betrekken van de Nederlandse burger bij de Conferentie over de Toekomst van Europa en daarbij ook bijzondere aandacht voor de grensregio's te hebben;

verzoekt de minister tevens om voor het zomerreces met een concrete planning en voorstellen voor acties te komen voor de tweede helft van dit jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Amhaouch en Kamminga.

Zij krijgt nr. 11 (35663).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de bijdrage van de heer Eppink van de fractie van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Dank u wel, voorzitter. De Conferentie over de toekomst van Europa is op 9 mei van start gegaan in Straatsburg, zij het voor een lege zaal. Vanuit Den Haag heb ik de opzet van de conferentie bekeken. Die dreigt enigszins te gaan worden: wilt u meer EU of wilt u nóg meer EU? Ik ben bang dat een grote verscheidenheid aan meningen niet wordt gehoord, terwijl dat juist wel de bedoeling is van deze conferentie. Daarbij is het ook van belang dat duidelijk wordt waar Nederland in dit debat staat en welke richting wij op gaan. Daarom wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Conferentie over de Toekomst van Europa op 9 mei 2021 reeds gelanceerd is;

constaterende dat er grote verschillen zijn in meningen over de toekomst van de Europese Unie;

van mening dat in dit debat de diverse meningen en alternatieven voor de huidige toekomstvisies gehoord mogen worden;

overwegende dat Nederland een non-paper heeft voorgelegd met een aantal gelijkgezinde landen die enkele nuttige uitgangspunten beschrijft;

roept de Nederlandse regering en ook, als het mag, de Europese Commissie op een open debat te voeren met voldoende oog voor de politieke diversiteit en inhoudelijke alternatieven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eppink.

Zij krijgt nr. 12 (35663).

De heer Eppink (JA21):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Maeijer van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Voorzitter, dank. Een van de vele voorzitters van dit Brusselse feest, de heer Guy Verhofstadt, zei voor de start van de conferentie: "We zouden met de burgers een hervorming tot stand kunnen brengen. We zouden daarbij ambitieuzer kunnen zijn en verder kunnen gaan dan gewoon wat we in het verleden al gedaan hebben." Dit circus heeft dus alles in zich om de zoveelste ellenlange praatsessie te worden waarvan de uitkomst bij voorbaat vaststaat. Brussel heeft niet bepaald een lekker trackrecord met betrekking tot het luisteren naar critici en naar de Nederlandse burger.

Voorzitter. Ik heb vandaag geen motie, maar wel nog één vraag. Ik heb 'm al meerdere malen gesteld, maar tot op heden nog geen antwoord gekregen. Wat is nu eigenlijk het prijskaartje van deze conferentie?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan luisteren naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Kamminga van de fractie van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dit geeft mij meteen de gelegenheid om de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken welkom te heten op dit mooie onderwerp. Ik had daar nog geen gelegenheid voor gehad.

Ik wilde nog even het volgende benadrukken. Ik heb in het commissiedebat van 12 mei aandacht gevraagd voor een goede en representatieve burgerbetrokkenheid, en ook geconstateerd dat daar toch nog weinig aandacht aan is gegeven, ook vanuit het kabinet. In de Kamer hebben we inmiddels die handschoen opgepakt om te kijken wat we vanuit ons kunnen doen, maar ik zou de minister toch ook willen vragen om misschien alvast toe te lichten of er al nieuwe initiatieven zijn sinds die datum. Ik herinner me namelijk ook dat de plannen van de Commissie in mei pas recent bekend waren. Wellicht is daar nu al iets meer over te vertellen.

Ik ben daarbij ook bijzonder geïnteresseerd in de vertegenwoordiging in het burgerpanel vanuit Nederland en hoe de selectie is geweest. Misschien ten overvloede: mijn collega van het CDA had het al gezegd, maar ik heb natuurlijk ook de motie van de heer Amhaouch gesteund in dezen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Piri van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u, voorzitter. De grootste hervormingen van de Europese Unie vonden plaats in tijden van crisis. Onder grote druk is er een hoop mogelijk. Dat bleek ook maar weer eens toen het Europese coronaherstelfonds vorig jaar juli werd opgetuigd. Maar nu doet zich voor het eerst in jaren een mogelijkheid voor om de EU te hervormen zonder dat het mes op de keel staat.

Voorzitter. De Conferentie over de toekomst van Europa biedt deze mogelijkheid. Maar dan zal er wel aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan. Voor de Partij van de Arbeid staat voorop dat de wensen en zorgen van Europeanen centraal moeten staan. Wat zijn hun verwachtingen over de rol die Europa moet spelen, bijvoorbeeld bij klimaatverandering, migratie of onze samenleving na corona? De antwoorden op deze vragen, de input van mensen in heel Europa, moeten bepalen welke richting we in de toekomst op gaan. Juist daarom heb ik me er dan ook over verbaasd dat Nederland al van tevoren vastlegt dat de conferentie niet mag leiden tot juridische verplichtingen, dus tot verdragswijzigingen. Ik steun de motie van collega Sjoerdsma dan ook van harte.

Kan de minister daarnaast de stand van zaken geven van de uitvoering van de conferentie, specifiek in Nederland? We zijn immers een van de oprichters van de Europese Unie en het zou heel zonde zijn om maar eens per vijf jaar, bij de Europese verkiezingen, een fatsoenlijk debat over Europa te voeren. De verwachtingen over de toekomst van Europa en hoe we het debat vormgeven in Nederland, zijn door de komst van deze minister eigenlijk alleen maar toegenomen. Ik ben dan ook erg benieuwd hoe zij een impuls wil geven aan dit debat om echt recht te doen aan de wensen en zorgen van mensen in Nederland en in de rest van Europa.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de bijdrage van de zijde van de Kamer. Kan de minister reeds ingaan op de moties en de gestelde vragen? De minister wil een schorsing van een paar minuutjes.

De vergadering wordt van 11.15 uur tot 11.21 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat we de ochtenddebatten zo veel mogelijk naar voren aan het halen zijn, omdat we wat strakker in het schema zitten. Aansluitend doe ik het debat over de Polaire Strategie. Ik hoop dus dat de woordvoerders daarvoor aanwezig willen zijn. Het woord is aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Minister Kaag:

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik begin kort met, hoop ik, een aantal antwoorden op gestelde vragen, allereerst de vraag over kosten. Er is vooralsnog geen aangewezen budget. Deze week wordt in de raad van bestuur van de conferentie besproken hoe de kosten worden verdeeld tussen de EU-instellingen; daar wordt hopelijk overeenstemming over bereikt. U wordt daar nader over geïnformeerd. De grootste kostenpost betreft naar verwachting de vertaalkosten en de uitvoering van de Europese burgerpanels. De Raad, het Europees Parlement en de Commissie financieren uit bestaand budget. De lidstaten financieren de nationale burgerconsultatie. De burgerconsultatie in Nederland wordt gefinancierd uit de bestaande BZ-begroting, maar er zijn geen extra subsidiepotjes.

Wat de nationale burgerconsultaties betreft: de offerteaanvraag voor de vormgeving van de uitvoering van deze consultatie en de bijbehorende communicatie is uitgezet naar verscheidene externe organisaties, met de expliciete oproep om aandacht te hebben voor diversiteit, inclusie en representativiteit. Dat komt hopelijk echt tegemoet aan de vraag of iedereen betrokken is en de kans heeft om mee te praten, zodat de verscheidenheid aan meningen, ervaringen en verwachtingen inderdaad goed naar voren komt. De externe organisatie die de opdracht zal krijgen, gaat vorm geven aan het aantal dialogen, het aantal deelnemende personen en overige aspecten. Dat wordt allemaal nog nader bepaald. Er is nog geen datum bekend waarop de eerste dialoog zal plaatsvinden, maar we hebben op 16 juno een commissiedebat in de aanloop naar de RAZ. Dan hopen we nog meer details te kunnen delen. Ik kan u, als minister die zeer hecht aan Europa en de relevantie van Europa, verzekeren dat ik mijn best zal doen om persoonlijk een bijdrage te leveren waar dit gepast is.

Dan de deelname van Nederlandse burgers. In het reglement van orde van de conferentie is aangegeven dat er per lidstaat aan één persoon de kans wordt geboden om deel te nemen aan de plenaire vergadering, vanuit de nationale evenementen en burgerconsultaties. Mevrouw Kamminga vroeg daarnaar. Gelet op de strekking van de conferentie en op het belang van de stem van jongeren — het gaat natuurlijk ook over hun toekomst — heeft de regering besloten de jongerenvertegenwoordiger voor Europese Zaken hiervoor te benaderen. Dit is positief ontvangen. Deze persoon zal namens de Nederlandse jongeren, in samenwerking met de Nationale Jeugdraad, deelnemen aan de plenaire vergadering. Deze persoon zal onafhankelijk opereren, net zoals alle andere afgevaardigden naar de VN of andere gremia, waar Nederland ook vaak mensen voor vraagt, maar zal wel, zoals dat hoort, ondersteund worden vanuit het apparaat.

Ik meen dat ik dan doorga naar de moties, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Ja, klopt.

Minister Kaag:

De motie op stuk nr. 9, van Sjoerdsma, Amhaouch en Van Dijk geef ik graag oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 10. Ik zou de heer Amhaouch willen vragen of hij die, in afwachting van het commissiedebat RAZ, kan aanhouden. Intussen is er via het Nederlandse non-paper natuurlijk ook al aangegeven dat wij sowieso het veto zouden willen weghalen op het gebied van mensenrechten, sancties en civiele zaken. Er kan wellicht nog meer gebeuren, maar dat komt volgende week in het debat op 16 juno aan de orde. Ik hoop dat de heer Amhaouch deze motie tot dat moment kan aanhouden.

De voorzitter:

Ik zie bij hem nog geen actie, dus dan hoor ik graag een appreciatie van u.

Minister Kaag:

De appreciatie is wel even ook een praktische. Ik weet niet of we voor het zomerreces nog … We spreken vaak over burn-outs. Er zijn heel veel mensen bij Buitenlandse Zaken die keihard werken. Ik weet niet of het realistisch is om met een uitgebreid paper te komen. Het gemeenschappelijk buitenlands beleid van dit demissionaire kabinet is er natuurlijk. Er zijn BNC-fiches gestuurd in de laatste jaren van de kabinetsperiode. Ik weet niet of het op dit moment gepast is en of het mogelijk is, maar ik denk dat we volgende week na afloop van het commissiedebat een heel eind kunnen komen.

De voorzitter:

Wat is dus uw appreciatie?

Minister Kaag:

Nou, mijn appreciatie … Ik zou eerst graag, als dat kan, horen of de motie aangehouden kan worden.

De voorzitter:

Meneer Amhaouch blijft zitten, dus blijkbaar kan dat niet. Ik hoor dus graag wat uw mening is over de motie.

Minister Kaag:

Ik zag dat meneer Amhaouch was opgestaan, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Ja, maar hij is weer gaan zitten. Zo komen we de ochtend wel door, hoor!

De heer Amhaouch (CDA):

Ik zou toch graag op het oordeel willen wachten. Na deze vergadering kan ik altijd nog beoordelen of we de motie aanhouden of niet.

De voorzitter:

Helemaal goed. U gaat weer zitten.

Minister Kaag:

Ik geef haar oordeel Kamer, maar ik kan absoluut niet bevestigen dat de paper voor het zomerreces komt. Ik denk dat het commissiedebat van volgende week interessanter zal zijn.

Dan gaan we door met de motie op stuk nr. 12, van de heer Eppink. Die geef ik oordeel Kamer. Wij staan open voor alle meningen en visies, zoals al is gebleken. Het kabinet maakt dan een eigenstandige afweging.

De voorzitter:

Dan mis ik het oordeel op de motie op stuk nr. 11, van Amhaouch en Kamminga, over het aannemen van een proactieve houding in het betrekken van de Nederlandse burger.

Minister Kaag:

Die geef ik ook oordeel Kamer. Verder zullen we het er volgende week nog over hebben.

De voorzitter:

Prima.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag — let wel: dinsdag — stemmen wij over al deze moties. We stemmen daar dus aanstaande dinsdag over.

Naar boven