35 663 Staat van de Europese Unie 2021

Nr. 11 MOTIE VAN DE LEDEN AMHAOUCH EN KAMMINGA

Voorgesteld 10 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Conferentie over de Toekomst van Europa in het leven is geroepen om de Europese burger deel uit te laten maken van de discussie over de vorming van de toekomst van de Europese Unie;

overwegende dat de Nederlandse regering zich tot nu toe afwachtend heeft opgesteld in het communiceren en organiseren van activiteiten omtrent de Conferentie over de Toekomst van Europa;

overwegende het belang van de betrokkenheid van de Nederlandse regio's, waarvan zeven van de twaalf provincies aan de grens gelegen zijn, bij de Nederlandse inbreng in de Conferentie over de Toekomst van Europa;

verzoekt de Minister, om een proactieve houding in het betrekken van de Nederlandse burger bij de Conferentie over de Toekomst van Europa en daarbij ook bijzondere aandacht voor de grensregio's te hebben;

verzoekt de Minister tevens om voor het zomerreces met een concrete planning en voorstellen voor acties te komen voor de tweede helft van dit jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Kamminga

Naar boven