Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 63, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 63, item 7 |
Aan de orde is het VAO VAO JBZ-Raad 12-13 maart 2020 (asiel- en vreemdelingenbeleid) (AO d.d. 11/03).
De voorzitter:
Aan de orde is het VAO JBZ-Raad van 12-13 maart 2020, onderdeel asiel- en vreemdelingenbeleid. Ik heet de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van harte welkom en ik geef de heer Emiel van Dijk namens de PVV het woord.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Voorzitter. De Turken hebben de grenzen naar de EU opengezet. De Grieken houden nu nog stand om hun grens dicht te houden, maar de EU voert tegelijkertijd de druk op de Grieken op om toch vooral asielzoekers en migranten binnen te laten. Ondertussen dreigt Turkije miljoenen asielzoekers hierheen te sturen als er niet meer losgeld wordt betaald. Morgen zit de staatssecretaris namens Nederland bij de JBZ-Raad om te praten over deze chantage van de Turken. De Turken proberen de EU en daarmee Nederland, want wij zijn namelijk de netto grootste betaler van de EU, financieel een poot uit te draaien. De Turken zeggen letterlijk: als er niet meer geld wordt overgemaakt en jullie helpen ons niet om oorlog te voeren in Syrië, dan zullen we miljoenen asielzoekers jullie kant op sturen. De VVD-staatssecretaris en de VVD-fractie in de Tweede Kamer willen deze afpersing van de Turken belonen met nieuwe gesprekken, met meer geld en met visumvrij reizen voor 80 miljoen Turken. De PVV wil koste wat het kost voorkomen dat er straks weer honderdduizenden migranten naar Nederland komen en stelt daarom voor om ons niet van de Grieken of de EU afhankelijk te maken, maar onze nationale grenzen weer te controleren. Daarom dan ook de volgende twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Turkije miljoenen migranten c.q. asielzoekers richting Europa stuurt;
constaterende dat de Europese Commissie erop aandringt de grenzen naar de EU open te zetten en deze migranten en asielzoekers tot Schengen toe te laten;
roept de regering op nationale grenscontroles in te voeren en geen migranten of asielzoekers meer tot Nederland toe te laten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Emiel van Dijk. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Ojik namens GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel. Het algemeen overleg dat we gisteren met de staatssecretaris hadden, ging voor een belangrijk deel over de vraag of Nederland bereid zou zijn, of bereid zou moeten zijn. om een evenredig deel van de meest kwetsbare vluchtelingen die nu opgepakt zitten — dat mag je toch echt wel zo zeggen — op de Griekse eilanden over te nemen. Een initiatief waarvan een aantal lidstaten van de Europese Unie inmiddels heeft gezegd daartoe bereid te zijn; niet de minste landen, als Duitsland en Frankrijk. Daarvan heeft een groot aantal Nederlandse gemeenten gezegd: áls Nederland dat doet, dan zijn wij bereid om ook een aantal van die mensen in onze gemeente op te nemen. Maar daarvan zegt de staatssecretaris: nee, ik doe dat niet; ik doe dat alleen als álle landen in de Europese Unie meedoen. Nou ja, dat is bijna de beste manier om te zeggen: ik hoef niks te doen en ik wil niks doen, en ik doe het alleen als er een structurele oplossing komt. Dat zegt de staatssecretaris. Die structurele oplossing moet dan, zo heb ik gisteren gezegd, kennelijk als manna uit de hemel neerdalen, want Nederland zet geen stap om tot die structurele oplossing te komen. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een concreet verzoek ligt van de Griekse overheid aan Europese landen om alleenstaande minderjarigen, die extra kwetsbaar zijn voor uitbuiting en in Griekenland leven in soms zeer slechte omstandigheden, te hervestigen;
constaterende dat diverse Europese landen hun medewerking al hebben toegezegd en dat diverse Nederlandse gemeenten hebben aangegeven mee te willen werken aan opvang van kinderen in Nederland;
verzoekt de regering met EU-lidstaten en Nederlandse gemeenten in gesprek te gaan over de mogelijkheden voor een Nederlandse bijdrage aan het opvangen van kwetsbare alleenstaande kinderen uit Griekenland,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Van Ojik. Dan is nu het woord aan de heer Azarkan namens DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Het is schrijnend en dramatisch wat er gebeurt aan de grens tussen Turkije en Griekenland. We weten natuurlijk wel dat er geopolitiek armpje wordt gedrukt tussen verschillende landen, Turkije en de EU, en we weten dat de vreselijke oorlog in Syrië de bron is van die vluchtelingencrisis, maar wat we ook zien is het schrijnende gebrek aan solidariteit van veel Europese landen. Wat er altijd overblijft, zijn mensen, mensen zoals wij, mensen van vlees en bloed, en met name kinderen die de ergste slachtoffers zijn van dat geopolitieke vieze spel.
Voorzitter. In Nederland kennen we nu 75 jaar vrede. Wij zijn in staat om anderen te helpen, omdat we ook in het verleden hulp hebben gekregen. Als de situatie omgedraaid zou zijn, verwachten we ook hulp. Wat uiteindelijk overblijft, is de menselijke maat. Wij kunnen niet wegkijken terwijl anderen aan het creperen zijn en met name kwetsbare kinderen heel veel leed ondergaan. Om die reden heb ik de motie van collega Van Ojik van harte gesteund.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik nu het woord aan de heer Groothuizen. Pardon, ik zie dat hij het woord niet wil voeren. Dan ga ik naar de heer Jasper van Dijk namens de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Als het gaat om het verdelen van kinderen en het eventueel opnemen van kinderen van de Griekse eilanden in Nederland, heeft de staatssecretaris altijd gezegd: we wachten het voorstel van de Europese Commissie af. Dat voorstel ligt er nu. De Europese Commissie wil graag dat de lidstaten meewerken aan het opnemen van de meest kwetsbare alleenstaande kinderen. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat duizenden kinderen op de Griekse eilanden geconfronteerd worden met een humanitaire ramp;
constaterende dat de Griekse regering en de Europese Commissie werken aan beschermingsmaatregelen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Griekenland, waaronder het herplaatsen van 2.500 kinderen over de lidstaten;
verzoekt de regering deel te nemen aan het Europees plan om alleenstaande kinderen vanuit Griekenland te verdelen over de lidstaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Voordewind namens de ChristenUnie.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik neem aan dat de staatssecretaris, die in een debat zat, niet heeft gehoord wat de Duitse minister voor Europese Zaken vanmorgen hier in het Nederlandse parlement heeft gezegd. Hij heeft Nederland opgeroepen om samen met Spanje en België deel te nemen aan de verdeling van die 2.500 kinderen vanaf de Griekse eilanden. Het is een dringend beroep op Nederland om in ieder geval toch 30, 40 kinderen op te nemen. Ik herhaal die oproep richting de staatssecretaris. Als de staatssecretaris dat niet wil, is ze dan in ieder geval bereid om in het verlengde van die oproep met haar collega's in België en Spanje daarover van gedachten te wisselen om te zien wat er wél mogelijk is?
Die kinderen moeten in ieder geval als eerste van de eilanden af. De omstandigheden daar zijn zo schrijnend, dat we ze zo snel mogelijk van de eilanden naar het vasteland zouden moeten brengen. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de humanitaire situatie aan de Turks-Griekse grens en op de Griekse eilanden buitengewoon slecht is;
verzoekt de regering om:
-samen met andere landen er bij de Griekse overheid op aan te dringen om de 2.500 kwetsbare alleenstaande kinderen op de Griekse eilanden naar het vasteland over te brengen;
-te pleiten voor humane en beschermde opvang met mogelijke Nederlandse ondersteuning en een constructieve houding aan te nemen in gesprekken met de Europese Commissie over een structurele oplossing;
-zich in te spannen om Griekenland onder coördinatie van de Europese Commissie meer te ondersteunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Tot slot een vraag aan de staatssecretaris. We hebben het er gisteren ook over gehad, maar ik heb er nog geen eenduidig antwoord op gekregen. Hoe kan het nou dat Nederland, dat Europa 2,4 miljard euro aan Griekenland heeft betaald en dat op dit moment de ngo's nog steeds de hulp moeten verlenen en de Grieken eigenlijk alleen maar voor het eten zorgen? Hoe kan het nou dat we dat hebben bereikt met 2,4 miljard euro?
De heer Jasper van Dijk (SP):
De motie van de heer Voordewind klinkt, met alle respect, toch een beetje als een free lunch: help om de kinderen van de eilanden naar het vasteland te brengen. Ja, oké. Het eerste verzoek dat de heer Voordewind deed, namelijk dat de regering meedenkt en meedoet met het plan van de lidstaten om zelf kinderen op te nemen, vond ik eigenlijk veel interessanter. Dat is precies mijn motie. Gaat u die dan ook steunen?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb de vraag van de Duitse minister die vandaag in dit huis klonk welbewust herhaald. Omdat ik absoluut niet zeker ben over het antwoord, heb ik er voor de zekerheid tegelijkertijd een motie aan toegevoegd. Ik hoop dat u die kan ondersteunen en andere collega's ook. Het minste wat we kunnen doen voor deze kinderen, is ze zo snel mogelijk weghalen van Lesbos en het kamp Moria en ze in ieder geval — let wel: dat staat ook in onze motie — beschermde en humane opvang te geven. Dat is een andere opvang dan waar de kinderen op dit moment zelfs op het vasteland worden ondergebracht.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Beluister ik de heer Voordewind goed dat hij zegt dat naar het vasteland brengen een second best oplossing is en dat verdelen over de lidstaten de beste oplossing is? Ik neem dus aan dat u beide moties steunt, zowel uw eigen motie als die van mij.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het beste is als de kinderen in een heel humane situatie worden opgevangen en dat er een structurelere oplossing volgt. Maar ik zie daar hier in de Kamer nog geen meerderheid voor, zelfs niet met ons. Vandaar een motie waarvan ik hoop dat u die ook steunt, die hopelijk wel kan rekenen op een meerderheid en die in ieder geval verlichting brengt voor de huidige schrijnende situatie van deze kinderen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik zit een beetje met de motie van de heer Voordewind. Je zou kunnen zeggen dat het goed is om kinderen naar een situatie over te plaatsen waar ze in ieder geval minder te lijden hebben. Maar wat nou als de Griekse regering tegen de heer Voordewind zegt: "Ja, je kunt me wat. Zelf doe je niks, Nederland. Maar je gaat wel in het parlement een motie aannemen die ons gaat vertellen wat wij moeten doen"? Wat zou de heer Voordewind dan zeggen tegen de Griekse regering? Nu was het de Duitse minister, maar stel dat de Griekse minister dit zou zeggen tegen de heer Voordewind.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het is niet waar dat wij helemaal niks doen. De staatssecretaris heeft gisteren uitgebreid verteld welke hulpgoederen we wel naar Griekenland sturen. Tegelijkertijd komt er 700 miljoen vrij. We hebben er gisteren gezamenlijk voor gepleit dat die 700 miljoen niet gratuit wordt gegeven, maar dat daar harde voorwaarden aan worden verbonden en dat in ieder geval wordt gezegd: "U krijgt die tweede tranche van 350 miljoen wel, maar u moet dan wel zorgdragen voor die 2.500 kinderen. Die moeten in een beschermde opvang in ieder geval op het vasteland komen, in betere omstandigheden dan nu het geval is."
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het kan volgens mij niet allebei. Je kunt hier niet staan zoals de heer Voordewind en zeggen dat je achter de oproep van de Duitse minister staat. De oproep van de Duitse minister was niet om dekens te sturen, psychosomatische hulp te verlenen en eilandcoördinatoren te benoemen. Dat was niet de oproep van de Duitse minister. De oproep van de Duitse minister was heel helder. Duitsland heeft gezegd: wij zijn bereid om een aantal van die kinderen in Duitsland op te vangen, dus niet op het Griekse vasteland, maar in Duitsland. Frankrijk en een aantal andere landen hebben dat gezegd. Nu is de vraag aan Nederland of wij dat ook zeggen. De heer Voordewind dient dan een motie in die tegen de Grieken zegt dat ze kinderen moeten overplaatsen van de eilanden naar het vasteland. Ik vind het een beetje gênant.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
De heer Van Ojik staat aan de zijlijn, dat staat-ie al een paar jaar. Daar kan hij verder niks aan doen, alleen is het natuurlijk wel makkelijk om van de zijlijn te zeggen hoe de wereld idealiter in elkaar zit, maar we hebben te werken met de realiteit in dit huis. Dat betekent dat wat we kunnen doen voor de kinderen ook moeten doen. Ik hoop echt oprecht dat de heer Van Ojik namens GroenLinks deze motie ondersteunt, want het zal deze kinderen echt helpen als we ze kunnen overbrengen naar het vasteland, met de goede hulp. Dan moeten we daarna verder kijken wat er mogelijk is. Daarin ben ik het eens met de heer Van Ojik.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Voordewind. Dan schors ik nu de vergadering voor twee minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Voorzitter. We hebben gisteren een uitgebreid ...
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mag ik nog één kleine wijziging aanbrengen in mijn motie voordat die wordt rondgestuurd?
De voorzitter:
Ja hoor. Dat is?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Bij het tweede streepje staat: te pleiten voor humane en beschermde opvang. Daar moet het woordje "aldaar" tussenkomen.
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de staatssecretaris.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik heb de wijziging doorgevoerd.
We hebben gisteren een uitgebreid algemeen overleg gehad over de JBZ-Raad die morgen plaatsvindt. Die vindt ook nog plaats, ondanks het coronavirus. We hebben daar uitgebreid met elkaar van gedachten gewisseld. Een ding stond daarbij als een paal boven water: de situatie in Griekenland, aan de Grieks-Turkse grens is zorgelijk.
Nu wat de betreft de moties, te beginnen met de motie van de heer Emiel van Dijk om grenscontroles in te voeren en geen migranten en asielzoekers meer tot Nederland toe te laten. Ik moet die motie helaas ontraden, want dit is een variant op een vaker gehoorde oproep van de PVV om de grenzen te sluiten. Op dit moment is dat niet reëel. De heer Emiel van Dijk kent het kabinetsstandpunt daarover. Ik ontraad de motie. Wat de tweede motie van de heer Emiel van Dijk betreft, om onder geen beding akkoord te gaan met visumvrij reizen van 80 miljoen Turken naar de Europese Unie het volgende. De visumbepaling is onderdeel van de EU-Turkijeverklaring. Maar om dat in werking te laten treden, moet Turkije voldoen aan de benchmarks die er zijn voor visumvrij reizen. Daar is op dit moment nog niet aan voldaan. De motie miskent ook dat die eisen er zijn en dat daar nog niet aan voldaan is.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Hoor ik de staatssecretaris nu zeggen dat de Turkijedeal dus nog gewoon werkt? Als ik alle media goed heb begrepen, en voornamelijk de uitlatingen van de heer Erdogan overal waar hij maar kon, is de Turkijedeal van tafel. Zijn we dan geen gekke Henkie als we zeggen: wij gaan nog aan allerlei voorwaarden voldoen, waaronder visumvrij reizen, gratis geld naar de Turken, terwijl de Turken de grens opengooien, in tegenstelling tot wat de afspraken zouden zijn geweest?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Op dit moment is die EU-Turkijeverklaring er. Daar wordt over gesproken met de Turken. De heer Emiel van Dijk weet net zo goed als ik dat president Macron van Frankrijk en de Bundeskanzler, mevrouw Merkel, volgende week, op 17 maart, in Istanbul met de heer Erdogan spreken. Er wordt nog steeds gesproken over de bestaande EU-Turkijeverklaring.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Het is natuurlijk dodelijk naïef van de staatssecretaris om te doen alsof die deal nog standhoudt. We hebben de oorlogstaal van Erdogan kunnen zien. Hij maakt de Grieken voor nog erger uit dan de nazi's destijds, omdat ze hun grenzen dichthouden. De Turken voeren oorlog in Syrië en richten daar een enorme bende aan. Vervolgens zetten ze de grens open naar de Europese Unie en zeggen ze de deal op. De staatssecretaris gaat doodleuk verder praten met de Turken en doet net alsof er niks aan de hand is. Ze houdt allerlei wortels in het vooruitzicht, terwijl er keihard met de stok overheen gegaan had moeten worden. Het is echt ongelofelijk.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Deze staatssecretaris gaat niet doodleuk praten met de Turken. Dat is niet aan mij. Ik doe ook niet alsof er niets aan de hand is. Ik heb het standpunt verkondigd zoals dat op dit moment bestaat, namelijk dat de EU-Turkijeverklaring standhoudt. Daar wordt van de kant van de Europese Unie aan gewerkt en daar laat ik het bij.
Dan de motie van de heer Van Ojik op stuk nr. 606. Zoals de heer Van Ojik weet, maakt herplaatsing noch deel uit van de Nederlandse inzet noch van het beleid van dit kabinet. Het kabinet heeft gezegd: wij willen heel veel doen op humanitair, juridisch en praktisch gebied om de noden die die er zijn in Griekenland, en zeker die van de minderjarigen, te verlichten. Maar één ding gebeurt niet. We willen veel steun bieden, maar we willen geen herplaatsing. Het besluit over herplaatsing is bovendien een rijksaangelegenheid en niet een aangelegenheid van gemeenten. Ik moet daarom deze motie ontraden.
Dan de motie van de heer Jasper van Dijk op stuk nr. 607 om deel te nemen aan het plan om minderjarigen te herplaatsen. Ik wil overigens wel zeggen dat het van belang is ... Er wordt niet alleen hier maar ook gisteren bij het AO en in breder verband voortdurend gesproken over minderjarige vluchtelingen, maar dat is nog niet duidelijk. De procedures om te kijken waar de minderjarige migranten vandaan komen, zijn nog niet gevoerd, dus we weten het nog niet eens. We gaan ervan uit dat ze minderjarig zijn, maar dat weten we niet. We weten niet of het vluchtelingen of migranten zijn. We weten niet waar ze vandaan komen. Al die gegevens zijn niet bekend. Wat betreft de motie van de heer Jasper van Dijk: ik heb gisteren in het AO gezegd en toegelicht dat er geen sprake is van een formeel Europees plan. Ik heb gezegd wat de Nederlandse inzet is. Wij willen in de logica en de geest van de EU-Turkijeverklaring waar mogelijk humanitaire, juridische en praktische steun bieden aan Griekenland, maar wij zijn niet van plan om minderjarigen over te nemen. Ik moet de motie dus ontraden.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Eerst even over de status van de kinderen. Even voor de helderheid: in deze motie staat niet wat voor kinderen het betreft. Dan uw andere punt. De staatssecretaris zegt: er is geen formeel plan. Volgens mij is er een heel concreet voorstel van de Europese Commissie, in samenwerking met de Griekse regering. Dat wordt voorgelegd aan de lidstaten om mee te werken aan de verdeling van de kinderen. Stelt u als voorwaarde dat er een Europees plan moet zijn?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Dat heb ik niet als voorwaarde genoemd. Ik heb gezegd dat Nederland bereid is om in de logica van de EU-Turkijeverklaring datgene te doen wat humanitair, juridisch en praktisch nodig is. Daar zijn we toe bereid en dat doen we ook. Nederland heeft bij de opvang van Syrische vluchtelingen in 2015 en 2016 vooraan gestaan. Wij staan ook vooraan bij de hervestiging, wat een onderdeel is van de EU-Turkijeverklaring. Dat doen we allemaal, maar we nemen nu geen minderjarigen over.
De voorzitter:
De heer Jasper van Dijk, tot slot.
De heer Jasper van Dijk (SP):
De staatssecretaris zei: er is formeel geen plan van de Europese Commissie. Dat impliceert dat ze, als dat er ligt, akkoord kan gaan met het voorstel. Volgens mij ligt er gewoon een plan en een concreet voorstel. Ik zou u dus willen vragen om dat nog even heel goed te heroverwegen.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Het antwoord op wat de heer Jasper van Dijk naar voren brengt, dat het dat impliceert, is nee.
De voorzitter:
Heeft u een andere vraag, meneer Van Ojik? Ja?
De heer Van Ojik (GroenLinks):
We voeren dit debat omdat de staatssecretaris aan het eind van de dag naar Brussel gaat. Ik zou haar willen vragen: waarom stelt zij zich zo onbuigzaam op? Je kunt toch zeggen: ik ga daarheen en ik ga praten. We weten van een aantal landen wat hun positie is ten aanzien van de kwestie van het overnemen van kwetsbare kinderen. Waarom zegt de staatssecretaris niet: "Ik ga dat gesprek aan. Ik ga eens goed luisteren. Ik weet hoe er in Nederland ongeveer over gedacht wordt, in de coalitie, in het parlement en in de samenleving. En als ik terugkom, ga ik u vertellen wat daaruit gekomen is"? Waarom zegt ze nu al, voordat ze in de auto of de trein naar Brussel stapt: daar valt met mij niet over te praten? Wat is daar de zin van?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ik heb dat zojuist ook aan de heer Jasper van Dijk uitgelegd. Ik heb het gisteren uitvoerig uitgelegd. Nederland heeft tot nu toe altijd helemaal vooraan gestaan bij de opvang van Syrische vluchtelingen, bij hervestiging enzovoort. Nederland zegt: "Wij willen alles doen en we kijken naar de totaliteit en de logica van de EU-Turkijeverklaring. In de context van die verklaring bieden we humanitaire hulp, juridische hulp en praktische hulp. Maar één ding doen we niet, en dat is het overnemen van vluchtelingen, ook als het gaat om minderjarige kinderen."
De voorzitter:
Gaat u verder. De motie van de heer Voordewind.
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Ja, de motie van de heer Voordewind op stuk nr. 608. Ik heb sympathie voor wat de motie beoogt, namelijk de goede opvang van amv's. Daar gaat het over. Daar hebben we het met z'n allen over. Het gaat om de goede opvang van amv's. Er moet nog wel gekeken worden welke dat zijn, maar dat even terzijde. Het is natuurlijk wel aan de Grieken om te bepalen waar ze kwetsbare groepen willen opvangen. In de praktijk brengen ze iemand al naar het vasteland zodra diegene als kwetsbaar is geïdentificeerd. Dat hebben ze in 2020 al met 6.500 mensen gedaan. Ik ga er dus van uit dat dat vasteland voor Griekenland inderdaad een gegeven is. Belangrijk is dat de amv's goed worden opgevangen. Daar wil ik ook zeker op aandringen. Zoals ik al een paar keer gezegd heb, wil Nederland daar ook van harte aan bijdragen, humanitair, juridisch en praktisch, met de mensen en de goederen waar om gevraagd wordt. Dan kan ik me ook voorstellen dat die opvang op het vasteland zal plaatsvinden. Als ik de motie zo mag uitleggen, kan ik haar oordeel Kamer laten.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het gaat inderdaad om fatsoenlijke opvang. We weten hoe die opvang nu geregeld is. Er komt extra geld. Ik zou het waarderen als de staatssecretaris dat geld ook als breekijzer gebruikt om zeker te weten dat deze kinderen in beschermde en humane opvang op het vasteland terechtkomen. Mijn tweede vraag — die is nog niet beantwoord — ging over het contact met België en Spanje. Als de staatssecretaris straks bij de JBZ zit, is ze dan ook bereid om eens met de Belgen en de Spanjaarden te overleggen over wat zij nu eigenlijk doen met het verzoek van Duitsland?
Staatssecretaris Broekers-Knol:
Wat dat laatste betreft: die vergaderingen zijn er natuurlijk om te overleggen. Overleggen kan dus altijd. Dat is geen enkel punt. Er zullen wel meer landen zijn waarmee ik zal overleggen. Dat is ook echt de intentie van die vergaderingen. Dan die tweede tranche van 350 miljoen euro die de Europese Unie beschikbaar stelt aan Griekenland. Ik heb gisteren ook gezegd dat ik zeker naar voren wil brengen dat het belangrijk is dat een deel van dat geld besteed wordt aan de opvang van die kwetsbare kinderen waar we het net over gehad hebben. Ik moet zeggen dat ik het woord "breekijzer" in dezen niet wil gebruiken. Dat gaat me te ver.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties zullen we aan het einde van de middag stemmen. Ik dank de staatssecretaris en de Kamerleden.
De vergadering wordt van 13.59 uur tot 14.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-63-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.