3 Ontwerp-Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet

Aan de orde is het VSO Ontwerp-Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet (34985, nr. 53).

De voorzitter:

Allereerst natuurlijk een hartelijk welkom aan de minister. Goedemorgen. We beginnen met het VSO Ontwerp-Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet, met als eerste spreker de heer Laçin van de SP.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Ik vervang mijn collega Van Gerven voor dit VSO. De natuur is weerloos en om die reden verdient zij bescherming. Met dit Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet wordt die bescherming wat ons betreft onvoldoende geboden. Zo lezen we bijvoorbeeld, als het gaat over activiteiten in en rond Natura 2000-gebieden, dat alle maatregelen genomen moeten worden die redelijkerwijs gevraagd kunnen worden en dat nadelige gevolgen zo veel als mogelijk beperkt moeten worden. Allemaal rekbare begrippen, die voor de natuur wat ons betreft risicovol zijn. Daarom hebben wij deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Aanvullingswet natuur Omgevingswet in de eerste plaats ervoor dient te zorgen dat de natuur in ons land beschermd wordt;

constaterende dat er in voorkomende gevallen conflicterende belangen kunnen bestaan tussen natuur en economie;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat bij de beoordeling van activiteiten in en rond de Natura 2000-gebieden, het belang van de soortenbescherming, voortkomend uit de Europese richtlijnen, altijd voor andere belangen gaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Laçin en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 54 (34985).

De heer Laçin (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Bromet, GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een beleidsneutrale overheveling van de Wet natuurbescherming in het Omgevingswetstelsel verschillende malen door de minister is toegezegd en bevestigd;

constaterende dat gedragscodes in de toekomst niet meer worden vastgesteld via een besluit waartegen beroep kan worden aangetekend via een appellabel goedkeuringsbesluit;

overwegende dat dit niet beleidsneutraal is en hierdoor de rechtsbescherming achteruitgaat;

verzoekt de regering het aanvullingsbesluit aan te passen zodat de vaststelling van gedragscodes wederom via een appellabel goedkeuringsbesluit plaatsvindt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55 (34985).

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

En de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat toegankelijke natuurinformatie voor overheden, initiatiefnemers en burgers van groot belang is;

overwegende dat de overheveling in het Omgevingswetstelsel betekent dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet hiervoor een logische plek is;

overwegende dat nu onduidelijk is in hoeverre overheden in de toekomst verplicht zijn (natuur)informatie te tonen;

verzoekt de regering voor de zomer de Kamer te informeren over welke verplichtingen en mogelijkheden overheden hebben ten aanzien van ontsluiten van informatie over natuur via het Digitaal Stelsel Omgevingswet;

verzoekt de regering tevens te verduidelijken welke regels uit de omgevingsverordening, waterschapsverordening en het omgevingsplan juridisch gezien gekoppeld moeten worden aan geo-informatie van het werkingsgebied, zodat zij zichtbaar zijn met een klik op de kaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56 (34985).

De heer Von Martels, CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Onze fractie heeft een vraag gesteld over dat er geen nieuwe inzichten zijn met betrekking tot het ontwikkelen van diersoorten die forse landbouwschade veroorzaken, maar ook schade in het algemeen. De minister antwoordde dat haar op basis van door Alterra verricht onderzoek is gebleken dat er geen aanleiding is om soorten aan de landelijke vrijstellingslijst toe te voegen, dan wel soorten van de lijst te verwijderen. Maar dat onderzoek is alweer van een paar jaar geleden. Het is wat ons betreft over de versheidsdatum heen. De minister zegt dat de stijging in de landelijke faunaschadecijfers te verklaren zijn door de toename in omvang van de populatie van met name de Canadese gans, een soort die op de landelijke vrijstellingslijst staat. Wij willen daar graag een actueel beeld van ontvangen en dienen daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in delen van het land men overlast en/of schade ondervindt van diersoorten die niet bedreigd zijn maar ook niet op de provinciale vrijstellingslijst staan, zoals de steenmarter, de zilvermeeuw, de kleine mantelmeeuw en invasieve diersoorten;

overwegende dat het huidige beeld van schade en overlast onvolledig is, omdat schade alleen gemeld wordt als er kans is op vergoeding;

verzoekt de regering in overleg te treden met de provincies teneinde na te gaan of de vrijstellingslijst geactualiseerd dient te worden opdat deze beter aansluit bij de voorkomende overlast en/of schade, en de resultaten van dat overleg aan de Kamer te melden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Von Martels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57 (34985).

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik heb een vraag. Het gaat in de motie volgens mij over dieren die meer dan vroeger voorkomen en waarvan het CDA nu zegt: misschien kunnen ze wel opgeheven worden als beschermde diersoort. Is het CDA ook bereid om dieren die vroeger niet op die lijst stonden maar inmiddels wel bedreigd worden, toe te voegen aan de lijst?

De heer Von Martels (CDA):

Zeker. Geen enkel probleem. Het gaat erom dat we een goed beeld krijgen van de actuele situatie. Dat kan beide kanten opgaan. Wij vinden het beter als die cijfers geactualiseerd worden. De Alterracijfers zijn van vier, vijf jaar geleden. Dus laat de minister ernaar kijken. Dan kunnen we daarna beoordelen of het gerechtvaardigd is om eventueel dieren toe te voegen dan wel van de lijst af te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Stoffer, SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik vervang de heer Bisschop en kom één motie indienen. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aanwijzingsbesluiten voor Natura 2000-gebieden volgens de betreffende richtlijn een beschrijving van de prioriteiten moeten bevatten in het licht van het relatieve belang van een gebied voor het in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen van een Natura 2000-habitattype of -soort in zijn natuurlijke verspreidingsgebied;

van mening dat in de huidige aanwijzingsbesluiten onvoldoende sprake is van de genoemde prioritering, zodat bij de toetsing in het kader van de stikstofproblematiek alles even zwaar telt;

overwegende dat de Kamer via de motie Bisschop (32670, nr. 188) heeft gevraagd om betere prioriteitstelling in het Natura 2000-beleid;

verzoekt de regering het aanvullingsbesluit en de aanwijzingsbesluiten voor de verschillende gebieden zo aan te passen dat uitvoering gegeven wordt aan de genoemde motie en de genoemde prioriteitstelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer en Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58 (34985).

Het woord is aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb slechts één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-Remkes in het kader van de stikstofproblematiek niet voor niets constateerde dat "niet alles kan" in ons land;

constaterende dat met het invoeren van de Omgevingswet voorzien wordt in een grotere beleidsvrijheid voor provincies met betrekking tot het afwegen van — soms tegenstrijdige — belangen;

overwegende dat natuurbeleid bij uitstek een onderwerp is met een provincie-overstijgend karakter;

verzoekt de regering het natuurbeleid weer de verantwoordelijkheid van het Rijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59 (34985).

De heer Weverling, VVD.

De heer Weverling (VVD):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in delen van het land men overlast en/of schade ondervindt van steenmarters;

verzoekt de regering in overleg te treden met de provincies teneinde de schade en overlast van steenmarters aanmerkelijk te beperken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60 (34985).

De heer Wassenberg heeft een vraag.

De heer Wassenberg (PvdD):

Weet de heer Weverling dat de natuurlijke vijand van de steenmarter de vos is? De steenmarter staat nu op de vrijstellingslijst. Je kunt dan misschien beter de vos van de vrijstellingslijst halen, zodat je op die manier de steenmarter kunt bestrijden, in de woorden van de VVD.

De heer Weverling (VVD):

Weet de heer Wassenberg wat de steenmarter allemaal aanricht en waar hij allemaal in en op kruipt en tussen gaat zitten, en welke ellende hij veroorzaakt?

De voorzitter:

Heel kort, meneer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag.

De voorzitter:

Dat kan.

De heer Weverling (VVD):

Ik was niet van plan om nu ook de vos bij de steenmarter te betrekken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn wij aan het eind gekomen van de eerste termijn van de Kamer. We gaan vijf minuutjes schorsen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de eerste motie van de heer Laçin en de heer Van Gerven, op stuk nr. 54. Het hele stelsel van de wet is er natuurlijk op gericht om de natuur te beschermen. Dat deel ik met de indieners van deze motie. Daarom is die wet ook zo van belang. Maar deze motie zegt dat dat altijd het enige belang moet zijn dat je dan als hoogste neerzet. We hebben het regime al helemaal ingeregeld. Ook voor Natura 2000-gebieden en de soortenbescherming geldt het regime van de Vogel- en Habitatrichtlijn onverkort. Daar verandert deze wet niets aan. Met het aanvullingsbesluit wordt het omgezet in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Daarnaast geldt nog de algemene zorgplicht waarover de indiener van de motie spreekt. Eigenlijk is deze motie dus overbodig en daarmee ontraad ik 'm.

Dan de motie op stuk nr. 55 over de rechtsbescherming en de gedragscodes. Onder de Omgevingswet vindt de vaststelling van de gedragscodes plaats via een ministeriële regeling in plaats van een apart besluit. Op die manier past de gedragscode ook binnen de instrumenten die in de Omgevingswet beschikbaar zijn. Op die ministeriële regeling is inspraak mogelijk. Dat gebeurt hier ook, dat komt hier ook langs. Op grond van de Awb is er geen bezwaar en beroep mogelijk tegen een ministeriële regeling, maar belanghebbenden kunnen invloed uitoefenen bij het tot stand komen van zo'n gedragscode. Hij komt dus niet alleen hier langs. Ook bij de totstandkoming van de gedragscode kan invloed uitgeoefend worden. Bij de voorbereiding worden belanghebbenden betrokken en bij de internetconsultatie is er de mogelijkheid van inspraak. Dus van tevoren hebben we het allemaal geborgd. Op dit moment wordt het instrument "gedragscode" tegen het licht gehouden. Daarbij zijn IPO, VNG en de Unie van Waterschappen betrokken, alsmede andere gebruikers van de gedragscode. In dat kader zal ook het punt van de rechtsbescherming meegenomen worden. Eventuele wijzigingen van de systematiek rondom de gedragscodes kunnen via een apart wijzigingsspoor worden meegenomen. Een heel verhaal, maar op grond van deze motivering ontraad ik deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 56 over het Digitaal Stelsel Omgevingswet en het ontsluiten van informatie. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven. Ik kan ook nu al meer duidelijkheid geven over de regels uit de door GroenLinks genoemde instrumenten die zichtbaar worden met een klik op de kaart. Alle regels uit de omgevingsverordening, het omgevingsplan en de waterschapsverordening worden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet zichtbaar met die klik op de kaart. Die regels worden dus ook altijd gekoppeld aan een werkingsgebied en voorzien van geo-informatie, ook voor natuur. Deze motie krijgt dus oordeel Kamer.

De heer Von Martels vraagt mij met een motie op stuk nr. 57 om met de provincie in gesprek te gaan over de actualisatie van de vrijstellingslijst. De evaluatie van de vrijstellingslijst is een provinciale aangelegenheid. Als er sprake is van landelijke schade en overlast kan het Rijk soorten op de landelijke vrijstellingslijst plaatsen. Ik ben bereid om met de provincies in gesprek te gaan over wat het probleem is en hoe we dat het beste op het landelijk of provinciaal niveau kunnen aanpakken. Ik geef deze motie oordeel Kamer.

Voorzitter. Voor de motie op stuk nr. 58 heb ik een paar extra woorden nodig, want er is een verschil tussen het juridische woord "prioriteitsstelling" en hoe ik het lees in deze motie. Dus goed opletten, meneer Stoffer. Het wordt een verhandeling. Het klopt dat de Kamer de motie-Bisschop van 17 oktober 2019 (32670, nr. 188) over een betere prioriteitsstelling in het Natura 2000-beleid heeft aangenomen. Ik voer die motie uit met de actualisatie van het Natura 2000-doelensysteem. Daar zijn we nu mee bezig. Daarin wordt ook gekeken naar de wijze waarop de Natura 2000-doelen zijn geformuleerd en of daarin een andere doelformulering mogelijk is. De resultaten daarvan worden verwerkt in de aanwijzingsbesluiten voor de verschillende gebieden. Dat gebeurt als de actualisatie van de aanwijzingsbesluiten aan de orde is. Dat doen we niet even tussendoor. We hebben gewoon steeds momenten waarop we die aanwijzingsbesluiten actualiseren en dan bekijken we wat daarvoor nodig.

Deze motie suggereert, althans zo lees ik 'm, dat er ook een onmiddellijke prioriteitsstelling ingevoerd moet worden en dat dat een soort van ranking gaat worden tussen doelen in een Natura 2000-gebied. Wij kunnen niet nu zomaar even zeggen: wij gaan een soort ranking maken van doelen die nu in een gebied als eerste gediend moeten worden, en de andere doelen, die ook nagestreefd worden in dat gebied, doen we maar als laatste. Wij kijken wel steeds goed naar die doelen in zichzelf. Als er bijvoorbeeld klimaatverandering plaatsvindt waardoor je een bepaalde soort niet meer in een gebied hebt, moet je dat kunnen aanpassen. Dat doen we dus ook op het daarvoor geëigende moment. Het is alleen niet zo dat ik nu zomaar even tussendoor rankings kan maken tussen de doelen. Op basis van die uitleg moet ik de motie ontraden. Maar we zijn dus wel bezig met de actualisatie van die doelensystematiek, wat de heer Bisschop eigenlijk ook al gevraagd heeft. Het is een vrij secure behandeling, maar zoals de motie nu geformuleerd is, moet ik haar ontraden.

De motie op stuk nr. 59 van de heer Wassenberg vraagt om het natuurbeleid naar het Rijk over te brengen. Daarover heb ik in een ander debat ook een levendige discussie met de heer Futselaar gehad. In dat debat was ik er al op tegen, en hier ontraad ik de motie ook weer.

De motie op stuk nr. 60 van de heer Weverling vraagt om op het punt van de steenmarters het gesprek met de provincies aan te gaan. Ook hierbij geldt dat de provincies natuurlijk de bevoegdheid hebben om te kijken wat ze tegen de steenmarter doen, maar ik ben wel bereid om het overleg met de provincies daarover te voeren. Daarmee kan ik deze motie oordeel Kamer geven.

Dat was het volgens mij, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze moties zal volgende week dinsdag worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven