8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te geven aan de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken voor het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag over de Raming der voor de Tweede Kamer in 2021 benodigde uitgaven op maandag 8 juni van 10.00 uur tot 16.00 uur.

Op verzoek van het lid Van Eijs stel ik voor de volgende door haar ingediende motie opnieuw aan te houden: 34682, nr. 42.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 25424-489; 31016-254; 2019Z18683; 29247-293; 35138-10; 29689-995; 32620-234; 32620-233; 31016-212; 31016-234; 31016-247; 33278-8; 31016-245; 2020Z03739; 29248-318; 35110-14; 26834-46; 29279-548; 29936-45; 29279-528; 29279-533; 29279-527; 29279-526; 29936-44; 33173-16; 29279-496; 34775-VIII-51; 31293-382; 32034-31; 30234-205; 35300-VIII-136; 31289-410; 31289-396; 31293-386; 31293-376; 31293-485; 31293-495; 2020Z03868; 30196-705; 32847-609; 32127-238; 35300-B-15; 31490-273; 34650-14; 34952-106; 2020Z03153; 22112-2842; 21501-32-1225; 21501-02-2099; 21501-02-2120; 32791-4; 31482-109; 29398-792; 29398-775; 32140-67; 32847-612; 22112-2846; 21501-02-2114; 21501-02-2116; 35300-XIV-70; 30196-703; 2020Z01717; 32011-77.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VSO Beleidsvisie op filantropie (32740, nr. 22), met als eerste spreker mevrouw Leijten namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu de heer Stoffer namens de SGP het woord.

De heer Stoffer (SGP):

Dank, voorzitter. Ik wil het verzoek doen om het VAO Asiel- en vreemdelingenbeleid, gekoppeld aan het AO van 12 maart, morgen dus, nog deze week te houden, zodat we er volgende week ook over kunnen stemmen. Dat was mijn vraag.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Stoffer. Dan gaan we daar rekening mee houden.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Bosma namens de PVV. Die zag ik ergens. O, hij komt uit het vak van de VVD.

De heer Martin Bosma (PVV):

Het is een lang verhaal. Ik had gehoopt dat u het stil zou houden, voorzitter.

Voorzitter. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog speelde zich in Nederlands-Indië de bersiap af. Dat waren massale slachtpartijen onder Nederlanders. Tienduizenden Nederlanders zijn daarbij om het leven gekomen. Het was in wezen een genocide. Teneinde dat te stoppen en om onze landgenoten in veiligheid te brengen zijn we de politionele acties begonnen. Dat was een reddingsactie om Nederlanders te beschermen. Al die Nederlanders — dat waren er meer dan 100.000 — die daar gevochten hebben, zijn allemaal helden.

Zijne Majesteit de Koning is nu in Indonesië en heeft daar zijn excuses aangeboden. Dat is een zeer wrange zaak, om een aantal redenen. Om te beginnen wisten wij er helemaal niets van. Het is waarschijnlijk gedaan buiten het kabinet om. Het is ook vreemd omdat er een onderzoek plaatsvindt naar gewelddadigheden tijdens de politionele acties. En het is vreemd omdat er nog een rapport geschreven moet worden over deze zaak. Daar wil ik graag een debat over met de minister-president.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

GroenLinks vindt de gemaakte excuses klasse van de koning en daarmee van de regering. Wij hebben geen behoefte aan dit debat.

De heer Kuzu (DENK):

Het is goed dat er op het hoogste niveau excuses zijn aangeboden, na jaren verdriet en leed, voorzitter. Wij waarderen het gebaar van de koning en hebben geen behoefte aan een debat.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Het CDA heeft er alle begrip voor dat dit een gevoeligheid raakt bij de veteranen en natuurlijk bij de mensen die daarbij betrokken zijn geweest. Dat begrijp ik heel goed. Toch vind ik het opvallend. Ik zag een collega van de heer Bosma, de heer De Roon, bij de NOS geciteerd worden. Hij vroeg zich af, ook zonder onderzoek, waar de excuses voor de bersiap bleven. Nu hoor ik de heer Bosma zeggen ...

De voorzitter:

Dit is geen debat.

De heer Van der Molen (CDA):

... dat hij tegen de excuses is. De heer De Roon is voor de excuses. Dus ik stel voor om ...

De voorzitter:

Dus u steunt het debat?

De heer Van der Molen (CDA):

... hier geen debat te voeren en dat de PVV met zichzelf in debat gaat over wat haar standpunt is.

De voorzitter:

Dus geen steun. Begrijp ik dat goed, meneer Van der Molen? Ja of nee?

De heer Van der Molen (CDA):

Zeker.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Natuurlijk ben ik het ermee eens dat het goed is als de PVV ook zelf duidelijkheid heeft over of ze nu voor of tegen die excuses is. Dan kunnen we misschien die tijd gebruiken om de drie onderzoeken die nu gaande zijn, te laten afronden. Als de onderzoeken zijn afgerond, is dat ook een mooi tijdstip voor het kabinet om te reflecteren op die hele periode. Dan kan er niet alleen worden gekeken naar wat er in Indonesië is gebeurd, maar ook naar wat er in de periode van de bersiap is gebeurd.

De voorzitter:

Ik weet nog steeds niet of u ...

De heer Sjoerdsma (D66):

Geen steun.

De heer Van Raak (SP):

Wij waren ook verrast, maar blij verrast. Ik heb nu geen behoefte aan een debat, maar wel aan een brief waarin de regering uiteenzet hoe ze tot dit besluit is gekomen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun. Ik kan me aansluiten bij de woorden van de heer Sjoerdsma.

De heer Van Gent (VVD):

Geen steun. We sluiten ons aan bij de woorden van de heer Sjoerdsma.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, geen steun. We begrijpen alle gevoeligheden, maar we vinden het heel betekenisvol dat de koning zijn excuses heeft aangeboden.

De voorzitter:

Meneer Bosma, u heeft geen steun.

De heer Martin Bosma (PVV):

Nee, het zal u niet teleurstellen. Ik vind het vreemd dat we wel 100.000 Nederlanders naar Indië sturen, dat daar excuses over worden aangeboden en dat we daar 6.000 jongens hebben achtergelaten, maar dat we niet willen praten over het feit dat hun goede naam op deze manier te grabbel wordt gegooid. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel, meneer Bosma.

Dan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Vier weken geleden spraken wij met de minister van Landbouw over de problemen van de NVWA. Vanochtend maakte de NVWA bekend dat hun ondernemingsraad geen vertrouwen meer heeft in het verbetertraject van de organisatie. Daarop heeft de inspecteur-generaal besloten terug te treden. Dat is een uitermate ernstig signaal van de ondernemingsraad en dus van de organisatie zelf. De Partij voor de Dieren wil graag een debat met de minister van Landbouw over de toekomst van de NVWA.

Mevrouw Lodders (VVD):

De VVD wil heel graag spreken over de toekomst van de NVWA, maar ziet deze aanleiding niet als aanleiding om dat debat te voeren. Dit is een personele aangelegenheid. De minister is aan zet. Dus geen steun voor dit debat, en mijn motivatie daarvoor is duidelijk.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, geen steun. Ik dacht dat de Kamer Kamerbreed, unaniem, afgesproken had om wat terughoudend te zijn in het spreken over het management van de NVWA. En dan staat de Partij voor de Dieren bij de eerste de beste gelegenheid weer hier om die afspraak door te strepen. Dus om die reden alleen al geen steun.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik ben het helemaal eens met de collega's van CDA en VVD. Wij spreken graag de minister aan op de dingen die niet goed gaan bij de NVWA.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Graus (PVV):

Een motie van drie weken geleden van de PVV werd vanmorgen pardoes uitgevoerd, dus van harte steun voor het debat.

De heer Moorlag (PvdA):

Het is uitermate zorgelijk dat toezicht en handhaving al langere tijd niet in control is. Daar hebben we ook het debat over gevoerd. Ik heb wel behoefte aan een brief, maar ik heb op dit moment geen behoefte aan een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Diertens (D66):

Namens mijn collega De Groot geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Geen steun.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter, wel steun voor een brief, niet voor een debat nu, maar in april.

De voorzitter:

Dus u steunt het wel?

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Nee, steun voor een brief, zei ik, maar geen behoefte aan een debat nu.

De voorzitter:

Een brief heeft geen steun nodig.

De heer Stoffer (SGP):

Geen steun.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb het gehoord. Ik kan ook tellen; het zijn er nog geen 30. Dan eindig ik met een retorische vraag: als dit geen reden voor een debat is, wat dan wel?

De voorzitter:

Goed. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel, meneer Wassenberg.

Dan de heer Nijboer namens de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Vanmiddag staat de wetsbehandeling Wet homologatie onderhands akkoord gepland. Die wet is net zo ingewikkeld als die klinkt. Wij hebben vanaf vrijdag alles op alles gezet om goede amendementen te maken, maar daar ben ik nog niet helemaal mee klaar. Dat is wel lastig met die wetgeving. Ik begrijp dat andere fracties daar ook mee worstelen, dus ik verzoek om die reden de wetsbehandeling uit te stellen met bijvoorbeeld ongeveer een week, zodat we de amendementen goed kunnen maken.

De heer Van Dam (CDA):

Ik vind het prima als we vandaag een paar uur uitstel doen, maar als we dit gaan doen, dan wordt de planning van de Kamer ook heel ingewikkeld. Ik ben er dus niet voor.

De heer Van Raak (SP):

In het kader van een goede wetsbehandeling steun ik het voorstel.

Mevrouw Diertens (D66):

Namens collega Groothuizen steun voor deze aanvraag.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik denk dat dit een goed voorstel is. Het is inderdaad een complexe wet. Het is goed als de Kamer hier goed naar gaat kijken.

De heer Graus (PVV):

Namens mijn collega Markuszower van harte steun.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Steun voor uitstel.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

De heer Van Gent (VVD):

Kijkend naar de inbrengen, is het jammer dat er zo weinig partijen een inbreng hebben geleverd en die wet nu plotseling zo veel interesse krijgt. Ik heb dus wel moeite met uitstel, maar ik zie ook hoe het ervoor staat. Een week uitstel, zou dat een optie kunnen zijn?

De voorzitter:

Ja, dat vraagt de heer Nijboer. U heeft een meerderheid, meneer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Ja, ik dank de collega's voor het begrip.

De voorzitter:

De behandeling van de wet gaat vanavond dus niet door. We gaan het voor volgende week of later plannen.

De heer Wilders namens de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We hebben morgen het belangrijke coronadebat. Ik heb daarvoor twee voorstellen. Er is veel gebeurd; het is een belangrijke zaak. Het eerste voorstel is om de spreektijd uit te breiden. Ik geloof dat die op vier minuten staat. Misschien kunt u daar zes minuten van maken.

Het tweede is dat ik dit eigenlijk een chefsache vind. Met andere woorden, ik zou ook de minister-president erbij willen hebben. Niet alleen omdat het chefsache is en omdat ik vond dat de minister voor Medische Zorg gisteren bij het vragenuur slechte antwoorden gaf, maar ook omdat er inmiddels overleg is geweest met de Europese Raad. Hij heeft daar met zijn collega's in Europa gesproken. Dat is reden temeer om hem hier uit te nodigen.

De voorzitter:

Dan begin ik met het makkelijkste verzoek. Dat is uitbreiding van de spreektijden. Is iedereen akkoord met zes minuten? Dan is dat in elk geval afgesproken.

Nu het verzoek om de minister-president bij het debat te vragen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Wij zijn wel akkoord met uitbreiding van de spreektijd, maar voor ons hoeft de minister-president er niet bij te zijn.

Mevrouw Diertens (D66):

Uitbreiding spreektijd akkoord. B niet.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, dit is een belangrijke aangelegenheid. Iedereen in het land heeft het erover. De minister-president laat zich ook nadrukkelijk zien. Ik vind het belangrijk dat de minister-president erbij aanwezig is, dus bij uitzondering steun voor de heer Wilders.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter, steun voor uitbreiding spreektijd. Of het om vijf of zes minuten gaat, laat ik even aan u. Geen steun voor het verzoek om de minister-president bij het debat uit te nodigen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, uitbreiding spreektijd is akkoord. Als het gaat om de afvaardiging van het kabinet: daar gaan zij zelf over. Wat ons betreft geen uitnodiging aan de minister-president, omdat we spreken met de minister voor Medische Zorg. Die redt zich er prima mee.

De heer Hijink (SP):

Nou, we zien de minister-president nu vooral in beeld als hij aan het klungelen is met handen schudden. Het lijkt mij wel goed dat hij hier morgen verschijnt, zodat wij ook kunnen zien of het kabinet nog een duidelijke strategie heeft voor hoe wij dit virus gaan bestrijden. Dus steun voor het voorstel.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, ook steun voor het voorstel, want de minister-president is naar ik aanneem ook voorzitter van de ministeriële commissie. In dier voege voegt zijn aanwezigheid zeker iets toe aan het debat.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter, de uitbreiding spreektijd hoeft voor ons niet, maar het mag wel. Wat ons betreft nodigen we ook de minister-president uit.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja, voorzitter, niet alleen uitbreiding spreektijd, maar ook aanwezigheid van de minister-president is gewenst.

De heer Renkema (GroenLinks):

Wat mij betreft is het op dit moment voldoende dat de meest betrokken minister hier is.

De voorzitter:

Dus geen steun voor de mp.

Dank u wel. U heeft wel zes minuten spreektijd.

De heer Wilders (PVV):

Ja. Nou, jammer dat de minister-president niet wordt uitgenodigd. Ik voorspel u dat we hier binnenkort een debat hebben over dit thema met de minister-president.

De voorzitter:

Oké. Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: De Roon

Naar boven