7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Financiën voor het houden van wetgevingsoverleggen met stenografisch verslag op maandag 26 oktober van 11.00 uur tot 19.00 uur en op maandag 2 november van 11.00 uur tot 23.00 uur over het Belastingplan 2021.

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van het CDA bij de stemmingen op 3 maart jongstleden over de motie-Koerhuis c.s. (32847, nr. 621) geacht wenst te worden vóór deze motie te hebben gestemd.

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het lid Aukje de Vries tot lid in plaats van het lid Ziengs, en het lid Ziengs tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Wijngaarden.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 25883-356; 31936-689, 31936-567, 31936-549 en 35300-XII-55.

Aangezien voor een aantal stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik vast dat, wat deze Kamer betreft, de volgende daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 23908-(R1519)-142; 23908-(R1519)-144; 23908-(R1519)-143; 23908-(R1519)-141; 35378-1.

Ook stel ik voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 34931-2; 35176-1; 32317-575; 2020Z02696; 30139-229; 30806-52; 26488-456; 33358-15; 33033-25; 25124-100; 29628-935; 29628-919; 29628-921; 33033-24; 33033-23; 31209-222; 30175-342; 30175-343; 33136-23; 32861-57; 32861-56; 29826-120; 30175-341; 30015-61; 25834-165; 33529-717; 32849-193; 33529-720; 33529-718; 33529-699; 33529-701; 33529-716; 33529-723; 33529-700; 35250-37; 33529-704; 32849-200; 33529-702; 33529-706; 35369-(R2142)-1; 2020Z01515; 2020Z01717; 33529-694; 28362-24; 31239-310; 28362-21; 35334-47; 35334-49; 2020Z02828; 35334-44; 35334-39; 25295-94; 35300-V-63; 2020Z00722; 30952-351; 32545-114; 21501-02-2113; 32735-270; 33625-289; 26485-319; 26485-318; 26485-317; 34931-3; 35300-VI-96; 24202-42; 21501-28-194.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, met als eerste spreker de heer Alkaya namens de SP;

  • -het VSO Weging Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland (32734, nr. 40), met als eerste spreker de heer Sjoerdsma namens D66;

  • -het VAO Jemen, met als eerste spreker mevrouw Ploumen namens de PvdA;

  • -het VAO Toepassing Fair Practice Code, met als eerste spreker de heer Kwint namens de SP;

  • -het VAO Strafrechtelijke onderwerpen, met als eerste spreker de heer Groothuizen namens D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Na de boterzachte Nederlandse Klimaatwet dreigen we nu ook in Europa een volstrekt ontoereikende Klimaatwet te krijgen. De klimaatjongeren uit heel Europa voelen zich in de steek gelaten. Er is nu klimaatactie nodig.

De voorzitter:

U bent klaar?

De heer Van Raan (PvdD):

En daarom willen we zo snel mogelijk in debat, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Zo kan het ook, heel kort.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Op zich zou ik dit graag willen steunen, maar we hebben al een meerderheidsdebat afgesproken over de Green Deal, waar de Klimaatwet een kernonderdeel van is. En we hebben daar een appreciatie van gekregen. Dus ik stel voor dat we dat debat snel inplannen, dan kunnen we integraal praten over de Klimaatwet. Daarnaast hebben we als commissie ook al een procedureafspraak over hoe we de Europese Klimaatwet gaan behandelen. Dus een apart debat lijkt me niet zo zinvol. Betrekken bij het snel in te plannen debat over de Green Deal.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Dat debat is al ingepland. De Green Deal gaat over tientallen voorstellen. Dit is een essentieel onderdeel daarvan.

De voorzitter:

Dus u houdt vast aan een apart debat.

De heer Van Raan (PvdD):

Zeker.

De voorzitter:

En meneer Van der Lee, geen steun of wel steun? Want de heer Van Raan is niet helemaal overtuigd.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Nee, maar ik geef geen steun voor een apart debat, want ik wil het betrekken bij de Green Deal. Daar is het echt de kern van.

De voorzitter:

Oké.

De heer Harbers (VVD):

Met dezelfde argumentatie als die van de heer Van der Lee, ook geen steun. Waarbij ik in herinnering breng dat we al eerder hebben afgesproken dat dat plenaire debat over de Green Deal snel wordt ingepland na het gesprek met Frans Timmermans, dat halverwege deze maand plaatsvindt.

De heer Van Raan (PvdD):

Op 19 maart, om precies te zijn.

De voorzitter:

Nou, volgens mij in de week ...

De heer Harbers (VVD):

Dan is dat gesprek. En we hadden al eerder aangegeven dat we het op prijs zouden stellen als dat plenaire debat snel na dat gesprek wordt ingepland.

De voorzitter:

Ja.

De heer Van Raan (PvdD):

Ingepland ...

De voorzitter:

Dat klopt, en daarom is erin voorzien om dit in de week van 24 maart in te plannen. Maar dus geen steun voor een apart debat.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. Die vreselijke Klimaatwet van de heer Timmermans, die steeds meer en meer klimaatmacht naar zich toe wil trekken. Dat heeft hele grote gevolgen; van klimaatpaus tot klimaatdictator, zou ik willen zeggen. Dus natuurlijk steun voor een apart debat.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. De Europese Commissie slaat hiermee inderdaad de plank echt volledig mis. Ik vind het goed dat we in de week van 24 maart een debat hebben, maar ik wil ook dit verzoek steunen. Wat ons betreft moet het klimaatbeleid rechtvaardig en democratisch zijn. Dat is hier niet aan de orde.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. We gaan nog in gesprek met de heer Timmermans en daarna staat hier een breder debat ingepland, dus geen steun voor een separaat debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat geldt voor het CDA ook.

De heer Sienot (D66):

Geen steun voor het debat, mevrouw de voorzitter.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De heer Van der Lee heeft het goed onder woorden gebracht. Daar sluit ik me bij aan, dus geen steun voor dit aparte debat.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. We moeten het hier zeker over hebben, want Europa trekt veel te veel macht naar zich toe. Maar 24 maart is vroeg genoeg, dus geen steun om dat volgende week al te doen.

De heer Öztürk (DENK):

Geen steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Nou, voorzitter, we kijken elkaar weer aan met meer dan 30 leden, dus graag inplannen.

De voorzitter:

Dus u wilt dit toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten? Dan doen we dat.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Hijink namens de SP.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. Morgen hebben wij hier het debat over het coronavirus en over de uitbraak daarvan in ons land en over de hele wereld. We hebben maar vier minuutjes spreektijd voor dat debat. Ik heb zelf best heel veel vragen. Ik zou daar graag twee minuten bij willen hebben, namelijk zes minuten.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Ik kijk even of iemand er bezwaar tegen heeft om de spreektijden uit te breiden naar zes minuten. Niemand? Iedereen vindt het een goed voorstel? Dank u wel, meneer Hijink. Dat gaan we dan doen.

U heeft nog een verzoek.

De heer Hijink (SP):

Nog een verzoek. Vanochtend is bekend geworden dat De Hoenderloo Groep, een grote, belangrijke jeugdzorginstelling, definitief dichtgaat. Dat is heel heftig voor de jongeren die het betreft en de mensen die daar werken. We hebben al een dertigledendebat op de rol te staan. Ik zou graag willen dat wij dat uitbreiden tot een volwaardig debat en ook dat wij dat op korte termijn, bijvoorbeeld volgende week, gaan voeren. Ik zou ook graag willen dat voorafgaand aan dat debat de vele vragen die wij als commissie hebben gesteld, beantwoord gaan worden.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Zeker steun. Heel treurig, vooral ook omdat een doorstart nooit een eerlijke kans heeft gekregen, dus absoluut een meerderheidsdebat.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Steun, ook om het op hele korte termijn in te plannen, want als we het hier over anderhalf jaar over hebben, dan heeft het geen zin meer.

De heer Wörsdörfer (VVD):

Vooralsnog geen steun. Laten we eerst maar de antwoorden krijgen op de feitelijke vragen.

Mevrouw Van Beukering-Huijbregts (D66):

D66 wil ook eerst de antwoorden op de vragen afwachten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, het is goed om de antwoorden te krijgen. Dan hebben we iets om over te discussiëren. Daarna zal mijn partij in ieder geval het debat steunen, maar niet dan nadat we de antwoorden hebben gehad.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Pas een debat nadat we de antwoorden hebben gehad. We steunen het debat, maar pas nadat we de antwoorden hebben gehad.

De heer Hijink (SP):

Maar wij kunnen hier toch afspreken dat we die antwoorden krijgen?

De voorzitter:

Maar het verzoek is volgende week. Dat is wat u vraagt.

De heer Hijink (SP):

Die vragen zijn al bij het ministerie binnen, dus ze hebben er nu ruim een week de tijd voor om ze te beantwoorden. Mij dunkt dat dat ruim voldoende is. Dan kunnen wij volgende week of, als de beantwoording een probleem is, zelfs in de loop van volgende week, woensdag of donderdag, kijken of we hierover kunnen debatteren.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter, nog een keer: steun voor het debat, maar we moeten wel de antwoorden hebben.

De voorzitter:

Oké, nou snap ik 'm.

De heer Rog (CDA):

Dat geldt ook voor de CDA-fractie.

De voorzitter:

Dan heeft u eigenlijk een meerderheid, maar er is duidelijk gezegd: pas als de antwoorden binnen zijn.

De heer Hijink (SP):

Jazeker, dat begrijp ik ook, voorzitter. Ik heb er ook zelf om gevraagd dat die antwoorden er moeten zijn. Maar ik kan me wel voorstellen dat de minister het snapt als wij een verzoek doen om een beetje vaart te maken. Er zit gewoon tijdsdruk op, omdat dit gaat over jongeren die hun zorg kwijtraken ...

De voorzitter:

Dat begrijp ik. Dat heeft u gezegd.

De heer Hijink (SP):

... en werknemers die hun baan kwijtraken.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Dan ga ik naar de heer Bosman namens de VVD.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Ik ben des duivels. Des duivels. Het kan niet waar zijn dat wij hier onze militairen tot moordenaar maken. Er is nu een uitspraak gekomen, ook van het Openbaar Ministerie. Dat herhaalt die uitspraak. Mijn insteek is dat het Wetboek van Strafrecht hier vermengd wordt met het Wetboek van Militair Strafrecht. Volgens mij moeten we hier serieus over spreken met de minister, want het gevolg hiervan kan hetzelfde zijn als wat Eric O. is overkomen in 2003 met een schietincident. Als we niet helder hebben hoe de zaken lopen voor de militair, lopen militairen het risico dat ze altijd voor moordenaar worden uitgemaakt. Daar wil ik graag een debat over.

De heer Van Dam (CDA):

Voorzitter. Ik heb die brief gelezen. Juridisch kan het wellicht helemaal correct zijn, maar ik deel volkomen de verontwaardiging van de heer Bosman over wat dit maatschappelijk betekent. Ik weet niet of hij het expliciet gevraagd heeft, maar ik zou een brief hierover, om te verduidelijken wat nu precies de bedoeling is, zeer steunen. Maar deze brief is juist de opmaat voor mensen om naar de rechter te gaan. Dus wat mij betreft is de zaak onder de rechter. Dat verhindert mij om op dit moment steun te geven aan een debataanvraag.

De voorzitter:

Geen steun.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Militairen gaan namens ons en voor ons op missie. Die verdienen niet dit soort kwalificaties. Die verdienen respect en die verdienen onze steun. Ik zou graag in eerste instantie een brief willen zien en vervolgens overwegen of een debat op dat moment nodig is. Dus vooralsnog geen steun. Eerst een brief en dan bezien we of er een debat moet komen.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Markuszower (PVV):

Steun.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. We hebben de traditie in de Tweede Kamer dat we er nog niet over praten als er sprake is van hoger beroep of als iets onder de rechter is, dus ik steun wel een brief maar geen debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Dat geldt ook voor ons. Als onze militairen namens ons weggaan, zijn ze onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Dus laten we eerst de brief afwachten. Het is nog te vroeg voor een debat, want zolang dingen onder de rechter zijn, moeten we dat eerst afwachten.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ga mee in deze lijn, dus ik wil eerst een brief en daarna samen bekijken wat de vervolgstappen zijn en wat dan handig is. Oké?

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik volg de lijn van Van Dam, dus geen steun voor een debat op dit moment.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Van Dam, dus wel een brief maar voorlopig nog geen debat. Misschien daarna wel.

De heer Azarkan (DENK):

En ook ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van Dam.

De heer Van Nispen (SP):

Dat geldt zelfs voor mij.

De voorzitter:

Zelfs ... Oké. Meneer Bosman, u heeft geen meerderheid.

De heer Bosman (VVD):

Nee, helder. Maar wel voor een brief. In die brief zou ik graag een vergelijking willen hebben tussen het civiel strafrecht en het militair strafrecht, ook met betrekking tot de relatie die is gelegd met Eric O. Daarbij zijn specifieke afspraken gemaakt over het handelen van het OM ten aanzien van militairen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ploumen namens de PvdA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Vandaag is het rapport van de commissie-Van Manen uitgekomen over het faillissement van het Slotervaartziekenhuis en het ziekenhuis in Lelystad. Eerder heb ik gevraagd — dank aan de collega's voor de steun daarvoor — om, als de drie onderzoeken naar de gebeurtenissen afgerond zijn, binnen een week of twee een reactie van de minister te krijgen en om dan graag met snelheid het debat in te plannen. Ik vraag dat mede namens mevrouw Sazias van 50PLUS en de heer Van Gerven van de SP, want die konden er nu niet bij zijn.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik heb de vorige keer al gezegd dat ik het behoorlijk onsportief vind. Ja, dan kan mevrouw Ploumen gaan zuchten, maar mijn verzoeken staan op plek 7 en plek 10 van de lijst. Mevrouw Ploumen is nummer 105, maar gaat nu de boel naar zich toetrekken. Het is prima om een meerderheidsdebat te doen, maar dan wel het debat dat nu op plek 7 staat.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, het maakt mij niet uit. Ik weet niet eens op welk nummer een debat staat. Ik heb een debat aangevraagd. Dat is door alle collega's gesteund, ook door mevrouw Agema. Ik laat het aan u of u dan nummer 7 of nummer 105 doet. Het gaat mij erom dat er rapporten liggen die aantonen dat er ernstige fouten zijn gemaakt bij dat faillissement. Dát moeten wij bespreken. Dát staat voor mij voorop. Dat moet gewoon snel. En ik laat het verder aan u, voorzitter.

De voorzitter:

Maar ik zit te kijken of het volgende misschien mogelijk is. Het is vandaag woensdag. U zegt dat u een aantal debatten op de lijst heeft staan, mevrouw Agema. Dat geldt ook voor dit debat, dat eerst op 97 stond.

Mevrouw Agema (PVV):

7 en 10.

De voorzitter:

Ja, misschien kunt u kijken of die samengevoegd kunnen worden.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Ja, prima.

De voorzitter:

Dan komen jullie morgen gewoon terug om dit snel in te plannen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vind het prima om van 7 of 10 een meerderheidsdebat te maken, maar niet van nummer 105. Dat vind ik gewoon niet fair.

De voorzitter:

Nee, maar een debat snel inplannen, heeft gewoon een meerderheid van de Kamer nodig. Is dat een idee? Of wat wilt u?

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Het maakt mij niet uit, voorzitter. Het gaat mij er helemaal niet om wie dat debat aanvraagt. Het gaat mij erom dat vandaag dat rapport is uitgekomen. Ik wil heel graag dat de minister binnen twee weken reageert. Volgens mij willen we dat allemaal.

De voorzitter:

Goed, dan ga ik naar de heer Veldman, VVD.

De heer Veldman (VVD):

Ik denk dat het goed is, en dat ben ik met beiden eens, dat we snel dit debat hebben ...

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Precies.

De heer Veldman (VVD):

... maar pas nadat we een appreciatie van het kabinet hebben van alle drie de rapporten.

De voorzitter:

Oké. Misschien is het dan toch goed om het nu niet verder uit te discussiëren?

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Ja, prima hoor. Dat was volgens mij ook altijd het idee.

De voorzitter:

Misschien is het nog goed om mevrouw Agema nog even te horen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb nog een kleine correctie: het gaat om plek 3 en plek 6.

De voorzitter:

Overleg even met elkaar en kom dan morgen terug. Of kom terug als de reactie er is.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Prima, en dan komen wij met een gezamenlijke positie, zodat de mensen die hierdoor getroffen zijn snel het debat kunnen volgen.

De voorzitter:

Dat lijkt me prima. Volgens mij willen jullie allemaal hetzelfde.

De heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, volgende week is er een Raad Buitenlandse Zaken, op 12 maart. Morgen, op 5 maart, hebben we daar een AO over. Ik wil graag alvast voorsorteren op een VAO, dat we dan morgen zouden houden. Stemmingen hoeven niet per se morgen. Als die bij de komende reguliere stemmingen van dinsdag zijn, is dat vroeg genoeg. Maar morgen wel het VAO.

De voorzitter:

Dan gaan we kijken hoe we dat gaan inplannen. Dank u wel.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van de werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven