3 Extra JBZ-Raad d.d. 4 maart 2020 (asiel- en vreemdelingenbeleid)

Aan de orde is het VAO Extra JBZ-Raad d.d. 4 maart 2020 (asiel- en vreemdelingenbeleid).

De voorzitter:

Aan de orde is thans het VAO Extra JBZ-Raad d.d. 4 maart 2020. Dat betreft asiel- en vreemdelingenbeleid. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Fijn dat u bij ons bent. We hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer, waarvan er vier gaan spreken. De eerste is de heer Emiel van Dijk van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Met de Turkijedeal heeft de VVD zich onderworpen aan de grillen van islamofascist Erdogan. Vele honderdduizenden niet-westerse allochtonen zijn de afgelopen jaren door Rutte en consorten naar Nederland gehaald. Nu dreigt Erdogan de grenzen nóg verder open te zetten als hij niet een nóg grotere zak geld krijgt van de Europese Unie. Pure chantage van Turkije.

Maar dan het nieuws. Persbureau Reuters pakte gisteravond groot uit met het bericht dat Nederland samen met Frankrijk, Italië en Duitsland, Turkije een hele grote zak geld wil aanbieden om Erdogan te paaien. De VVD-staatssecretaris zei gisteravond nog dat er geen concreet voorstel ligt voor aanvullende financiële steun aan Turkije, maar nu blijkt dat de staatssecretaris de Kamer gisteren gewoon voor de gek heeft gehouden. Ze houdt niet alleen de optie open dat er nog meer geld naar Turkije gaat. Het blijkt dat dit dus al door de Nederlanders in Brussel is voorgesteld. Als een stel laffe, onderdanige hielenlikkers willen Nederlandse diplomaten Erdogan gewoon nog meer geld geven voor deze vorm van chantage. Dit is ongehoord en onacceptabel. Ik heb daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

roept de regering op om geen cent Nederlands belastinggeld meer, ook niet via de EU, naar Turkije te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Emiel van Dijk en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 596 (32317).

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Voorzitter. Erdogan heeft de grenzen wagenwijd opengezet en stuurt weer ladingen vol gelukszoekers en andere lastpakken deze kant op. Bussen werden in Constantinopel klaargezet om migranten naar de EU te brengen. Honderdduizenden, zo niet miljoenen zegt Erdogan onze kant op te sturen. Dit kabinet en deze staatssecretaris laten het allemaal op zich afkomen en doen er niets aan. De PVV daarentegen wel. Ik heb daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

roept de regering op om geen enkele gelukszoeker, ook niet die nu door Erdogan naar Europa worden gestuurd, tot Nederland toe te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Emiel van Dijk en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 597 (32317).

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Becker van de fractie van de VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Dank u wel, voorzitter. In tegenstelling tot wat de collega van de PVV hier beweert, heeft de VVD juist door de Turkijedeal te sluiten ervoor gezorgd dat in 2016 een enorme toestroom van migranten naar Europa is teruggedrongen, met maar liefst 96%. We zijn er nog steeds enorm blij mee dat we dat gedaan hebben. We zien nu dat de heer Erdogan in het nauw is gekomen en dat hij probeert de EU te chanteren. De VVD heeft gisteren ook in het debat met deze staatssecretaris gezegd: wij laten ons niet chanteren; de deal is de deal.

Ik ben dan ook blij dat de staatssecretaris heeft gezegd dat dat ook wat het kabinet betreft de inzet moet zijn, dat de Europese Commissie zo snel mogelijk met Ankara om de tafel moet komen om ervoor te zorgen dat aan beide zijden de deal daadwerkelijk wordt nageleefd en, nog belangrijker, dat de Griekse grens ondertussen dicht blijft. Het is goed dat de Griekse regering daarop inzet en dat de EU daar steun aan verleent, niet alleen in woord, maar ook in daad. Er is 700 miljoen extra toegezegd. Wij hebben de staatssecretaris ook opgeroepen om wanneer er bilateraal een verzoek aan Nederland wordt gedaan, te kijken of we dat ook kunnen doen. Ik begreep dat er onder andere nog een discussie loopt over een schip.

Tot slot, voorzitter. Ik heb geen moties, maar ik wil de staatssecretaris nog maar eens meegeven dat wij als VVD ook denken dat het belangrijk is om uiteindelijk niet chantabel te zijn door iemand als Erdogan. We moeten ons eigen huiswerk doen door ook noodscenario's in ons achterhoofd te hebben. We gaan er nog steeds voor dat die deal de deal blijft, maar mocht het niet lukken, dan moeten we ook noodscenario's op de plank hebben liggen om te voorkomen dat een situatie als in 2015 zich herhaalt. Dat gaan we wat de VVD betreft niet meemaken.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag van de heer Van Dijk.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Dit is natuurlijk pure kletspraat van de VVD hier. Dit zijn pure krokodillentranen: een deal sluiten met dictator Erdogan en vervolgens hier gaan lopen klagen over chantage, waar we niet aan moeten toegeven. Het was premier Rutte die dat juist wel heeft gedaan. Als ik een vraag mag stellen aan de collega van de VVD: is het resultaat van die afname van 96% dan die 30.000 die er elk jaar nog steeds binnenkomen, die asielinstroom? Als ik dat mag vragen aan de VVD: hoeveel waren het er dan in 2015?

Mevrouw Becker (VVD):

Nee, het is zo dat die 96% gaat over de instroom richting de EU als geheel ten opzichte van de prognoses die er lagen. Voor Nederland was de prognose dat er 96.000 migranten naar Nederland zouden komen. Dat is met een derde teruggedrongen naar 33.000 in het jaar na die enorme crisis. Dat is dus iets wat de VVD voor elkaar heeft gekregen door te doen, door niet te schreeuwen aan de zijlijn maar inderdaad met de heer Erdogan om de tafel te gaan en ervoor te zorgen dat mensen worden opgevangen in de regio, waar ze veilig zijn, in plaats van dat ze de gevaarlijke oversteek wagen om naar Europa te komen. Dat zijn daden die wij voor elkaar hebben gekregen en waar ik nog steeds voor sta.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Het is geweldig om te zien dat de VVD hier mooie sier probeert te maken met het sluiten van de grenzen door Macedonië, door Servië, door Hongarije en al die andere landen die wél staan voor hun eigen bevolking en die zeggen: wij gaan de poorten naar Europa niet openzetten, zoals de VVD dat wel heeft gedaan. U heeft zich onderdanig opgesteld. Dat doet u nog steeds tegenover Erdogan. U staat klaar met de volgende zak geld. Van deze VVD hoeven we helemaal niks te verwachten als het gaat om opkomen voor onze eigen bevolking. Dus succes.

Mevrouw Becker (VVD):

Ik heb geen vraag gehoord, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Van Toorenburg van de fractie van het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, dank u wel. We hebben gister een indringend debat gevoerd met de staatssecretaris en we hoeven dat vandaag niet over te doen. Maar we weten dat de staatssecretaris nu op pad gaat om in gesprek te gaan over de oplossingen die nodig zijn ten aanzien van de situatie die is ontstaan. Erdogan misbruikt mensen op een heel cynische, akelige manier voor zijn politieke gewin. Tegelijkertijd hecht ik er ook wel aan om hier te zeggen dat wij allemaal de beelden hebben gezien van hoe het gaat met de mensen aan de grenzen, niet alleen aan de grenzen van Turkije richting Syrië maar zeker ook aan de grens tussen Turkije en Griekenland, waar zich drama's afspelen. Terecht houdt Griekenland de grenzen dicht. Dat is de verantwoordelijkheid die Griekenland heeft genomen en ook mag nemen, maar dat staat niet in de weg van het feit dat we moeten nadenken over hoe we er als westerse maatschappij op een goede manier voor kunnen zorgen dat mensen niet onnodig slachtoffer worden. Ik wil de staatssecretaris dus vooral heel veel succes wensen. Zij heeft een ingewikkelde opdracht, maar ik denk dat het belangrijk is dat zij dit voor Nederland goed doet. Daarom vond ik het belangrijk om dat hier te zeggen. Er moet echt wat gebeuren. De grenzen kunnen niet open en tegelijkertijd kunnen we mensen niet op deze manier in de ellende laten zitten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Jasper van Dijk van de fractie van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Als SP staan we voor een realistisch migratiebeleid. Dat betekent dat mensen die geen recht hebben op asiel, terug zullen moeten keren naar hun land van herkomst. Maar op de Griekse eilanden vindt op dit moment een humanitaire ramp plaats, met dood en verderf. Er is plaats voor 3.000 mensen op Lesbos, 3.000 vluchtelingen; er zijn er 20.000. De Turkijedeal faalt hier volledig. Vanmiddag gaat deze staatssecretaris naar Brussel om hierover te spreken. Als zij ook maar iets van menselijke waardigheid en solidariteit in zich draagt — daar geeft de EU altijd hoog van op — dan zou ze de volgende motie met haar Europese collega's moeten omarmen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat duizenden kinderen op de Griekse eilanden geconfronteerd worden met een humanitaire ramp;

constaterende dat de Griekse regering heeft verzocht om maximaal 2.500 alleenstaande minderjarige asielzoekers te herplaatsen;

verzoekt de regering op de extra JBZ-Raad van 4 maart een oproep te doen om dit verzoek in te willigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 598 (32317).

Dan de heer Hiddema van de fractie van Forum voor Democratie.

De heer Hiddema (FvD):

Voorzitter. De staatssecretaris gaat op reis, naar Brussel nog wel, hebben we gisteren begrepen. Ik heb daar geconstateerd dat ze bepaald niet barstensvol zelfvertrouwen aan deze reis zal beginnen, dus enig FvD-krachtvoer kan ze tijdens de rit wel gebruiken, denk ik zo. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Turkije in weerwil van het akkoord met de EU duizenden migranten naar de Griekse en Bulgaarse grens heeft vervoerd, met als boodschap dat de grens naar de EU open zou zijn;

constaterende dat de Turkijedeal is gesloten met als doel om een scenario als in 2015 te voorkomen, maar dat Turkije de immigratie naar Europa juist bevordert;

overwegende dat het risico reëel is dat er opnieuw een grote toestroom van immigranten via de Balkanroute naar West-Europa komt;

verzoekt het kabinet op basis van artikel 25 van de Schengengrenscode grenscontroles te herintroduceren, net zoals Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Oostenrijk, Zweden en Noorwegen hebben gedaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hiddema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 599 (32317).

De heer Hiddema (FvD):

Motie twee.

De voorzitter:

Ho ho ho. Een vraag van de heer Groothuizen.

De heer Groothuizen (D66):

Ja, voorzitter, want ik vraag me dan af hoe dat in de visie van Forum voor Democratie eruit moet zien. Ik begrijp dat de heer Hiddema zegt: ik wil voorkomen dat er mensen Nederland binnenkomen. Ik bedoel: die zijn niet heel groot, dus dat zou dan ertoe leiden dat je elke vrachtwagen, elke bus en elke kofferbak moet gaan openmaken om te kijken of daar migranten in zitten die naar Nederland zouden komen. Is dat inderdaad wat Forum voorstaat, dat we elk voertuig dat de grens over wil gaan, controleren?

De heer Hiddema (FvD):

Als degene die uit eigen waarneming en ondervinding en met een geschoolde blik tot de overtuiging geraakt dat er tien auto's staan, waarvan hij met zijn kennis, kunde en capaciteiten, en arbeidslust, denkt "die ga ik alle tien onderzoeken", dan vertrouw ik hem zozeer dat ik zeg: ja, dan moet het verkeer maar even opgehouden worden. Laat die man zijn zegenrijke werk maar doen. Ja.

De heer Groothuizen (D66):

Dat is een helder antwoord, maar dat betekent dus dat Forum voor Democratie ervoor kiest om eindeloze rijen langs de grenzen te hebben, wat onze economie natuurlijk flink gaat raken. Want dat is dan de consequentie die u accepteert.

De heer Hiddema (FvD):

O nee, nee, nee. Ik kan u voorbeelden geven die zeer bevrijdend kunnen werken binnen uw angstvisioenen. Bussen Japanse toeristen? Rij maar lekker door. Chinese toeristen? Ja, we hebben nu een virus, hè. Die hebben altijd wat.

De voorzitter:

Slecht voorbeeld.

De heer Hiddema (FvD):

Eskimo's? Lekker doorrijden. Balkanvrouwenhandelaren? Die kan je er wel een beetje uithalen. Je moet wel op een gezonde wijze etnisch kunnen profileren, anders wordt het natuurlijk helemaal niks. Maar goed, ik laat het over aan de bekwaamheid van de mensen die best bereid zullen zijn om daartoe al hun talenten in te zetten, want die zitten nu werkeloos achter een bureautje, met jeukende vingers.

De voorzitter:

U heeft nog 55 seconden voor uw tweede motie.

De heer Hiddema (FvD):

Hoop doet leven. Hoop doet leven. Je moet wat doen. Ik was bij motie twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Griekenland als buitengrensland momenteel met vrijwel onhoudbare asielproblematiek kampt;

constaterende dat Turkije nu duizenden migranten met bussen naar de Griekse grens heeft vervoerd;

constaterende dat Griekenland in reactie hierop heeft aangekondigd de mogelijkheid tot het aanvragen van asiel op te schorten;

overwegende dat dit vanuit Grieks perspectief een begrijpelijke stap is, en dat Griekenland geen beschuldiging maar steun verdient;

verzoekt de regering af te zien van het veroordelen van deze stap en van het steunen van een dergelijke veroordeling binnen de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hiddema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 600 (32317).

De heer Hiddema (FvD):

Nou, hier heb ik nog even een derde motie, tegen ongeneeslijk wensdenken. Houd Erdogan in de gaten. Leer van de geschiedenis. Weet met wie je te maken hebt. Op onbevangen momenten heeft hij zich zo in zijn hartje laten kijken dat zijn ware bedoelingen eruit spatten.

De voorzitter:

U moet snel aan uw motie beginnen, anders is uw tijd voorbij.

De heer Hiddema (FvD):

Erdogan is een islamiet met een geheime agenda.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Turkse president van mening is dat democratie als een trein is: als je bestemming is bereikt, stap je uit;

constaterende dat de EU het Turkse regime de afgelopen decennia met miljarden heeft gesubsidieerd, zowel in het kader van de Turkijedeal als in het kader van de EU-toetreding;

overwegende dat Turkije na al die jaren en al die miljarden voor Nederland geen "verre vriend" en voor Griekenland geen "goede buur" is gebleken;

verzoekt de regering om, in ieder geval zolang Erdogan aan de macht is, geen enkele toestemming te geven voor het verlenen van financiële EU-steun aan Turkije,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hiddema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 601 (32317).

De heer Hiddema was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Ik schors even voor drie minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Voorzitter. Ik heb de vierde en de vijfde motie nog niet.

De voorzitter:

Nou, dan is het gewoon oordeel Kamer.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Misschien mag ik een exemplaar hebben van de vierde en de vijfde motie? En van de zesde, want ik heb er nu drie.

Voorzitter. Laten we over één ding heel duidelijk zijn. De situatie in met name Turkije en bij de Turks-Griekse grens is verschrikkelijk. Griekenland moet de buitengrenzen van de Europese Unie bewaken. Dat doet het. Tegelijkertijd zien we dat mensen vanaf de Turkse kant de gelegenheid hebben gekregen om richting Europa te trekken. Maar door het beschermen van de buitengrenzen van de Europese Unie worden ze nu niet binnengelaten in de Europese Unie. Daardoor is er daar een heel akelige situatie. Het is wel zo dat de VN en met name UNHCR zich enorm inzetten om te zorgen voor dekens, voedsel, water enzovoorts. Kortom, met de mogelijkheden die er zijn, wordt daaraan gewerkt, maar dat laat onverlet dat het een dramatische situatie is.

Er is een aantal moties ingediend die ik stuk voor stuk zal behandelen.

De voorzitter:

Een vraag nog even van de heer Van Dijk.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Ja, want ik wil hier toch wel even bezwaar tegen maken. Ik weet niet of de staatssecretaris de beelden heeft gezien van gewelddadige migranten die stenen naar de politie gooien, die Allahoe akbar schreeuwen, die Griekse grenswachten belagen en die op Lesbos, Chios en noem maar op hele kampementen in brand steken. Het zijn allemaal mensen die al vele jaren in Turkije verblijven en die niet door de interventie van Turkije vanuit Syrië naar de EU zijn getrokken. Die mensen zitten daar dus al vele jaren en hebben daar al een bestaan opgebouwd en zijn nu door Erdogan op bussen gezet om de grens over te gaan bij Griekenland om daar rotzooi te trappen. Bent u het niet met me eens dat dit dus een beetje een verkeerde voorstelling van zaken is, die alleen maar de zieligheidsindustrie loopt te faciliteren en dat dat juist iets is wat u niet zou moeten doen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik loop helemaal niet de zieligheidsindustrie te faciliteren. Ik heb aangegeven dat daar sprake is van een dramatische situatie. Dan kijk ik vooral naar kwetsbare kinderen en naar überhaupt de omstandigheden aldaar. Dat er altijd vervelende mensen zijn die hele rare dingen doen, geef ik ook graag toe. De situatie is in totaliteit dramatisch. Ik vind het ook dramatisch dat mensen gaan schoppen, tieren, razen enzovoorts. Dat is ook een heel vervelende situatie maar ik heb het nu over de situatie dat de mensen daar op de een of andere manier de mogelijkheid hebben gekregen om daarnaartoe te gaan en dat het daar koud is en regent en er kinderen vertrapt dreigen te worden. Het is goed dat de UNHCR, de Verenigde Naties dus, te hulp schiet om te zorgen dat daar middelen komen om in ieder geval de eerste nood te lenigen. Ik denk dat dat vanuit humanitair oogpunt ook belangrijk is, want we moeten de humaniteit niet uit het oog verliezen bij dat proces dat zich nu afspeelt met het bewaken door Griekenland van de buitengrenzen en Turkije dat er op deze manier voor zorgt dat dit zich nu voordoet aan de buitengrenzen van de Europese Unie.

De voorzitter:

De eerste motie.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dat is de motie op stuk nr. 596 van de heer Emiel van Dijk, waarin de Nederlandse regering wordt opgeroepen om geen cent belastinggeld, ook niet via de EU, naar Turkije te sturen. Die motie moet ik helaas voor de heer Van Dijk ontraden. De Europese Unie heeft een deal gesloten met Turkije, waarbij er goede afspraken zijn gemaakt. Het is van belang dat we ervoor zorgen dat Turkije zich houdt aan die afspraken. Er is een klein gezichtspunt, in de zin dat je kunt zien dat Turkije zich misschien helemaal niet aan die deal wil gaan houden en dat het, zeg maar, een speldenprik doet richting de Europese Unie die ik afwijs — dat zeg ik er keihard bij — maar tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat die Turkijedeal in stand kan blijven. Het is van belang dat op die manier de afspraken die gemaakt zijn, waarbij Turkije de Syrische vluchtelingen opvangt en de Europese Unie een bedrag geeft aan Turkije om dat mogelijk te maken en daar voor gezondheidszorg en dergelijke te zorgen, in stand kunnen blijven.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Ik wachtte even op het eind van het betoog van de staatssecretaris, want ik dacht dat ze nog zou ingaan op het nieuwsbericht van Reuters waarin dus wordt gesteld dat Nederlandse ambassadeurs van de Europese Unie al hebben voorgesteld om Turkije extra geld te geven naar aanleiding van al deze chantage. Dus ik wil graag dat de staatssecretaris daarop antwoordt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

In de context van het verzekeren van de naleving van de EU-Turkijedeal staat Nederland open voor een gesprek over aanvullende steun aan Turkije voor de opvang van vluchtelingen, onder andere aanvullende financiering bovenop de 6 miljard euro van de FRIT. Nederland heeft voorkeur voor financiering uit de EU-begroting, waarbij overbruggingsfinanciering uit de huidige EU-begroting kan komen en verdere steun uit het volgende financiële kader van de EU. Een aanvullende financiering moet voorwaardelijk zijn aan Turkse naleving van de EU-Turkijeverklaring en moet onderdeel worden van een breder pakket aan afspraken met Turkije. Door onder andere de Nederlandse ambassadeur in Brussel is voorgesteld om extra financiering te geven. Ik heb daar net een antwoord op gegeven. In de context van het verzekeren van die naleving staat Nederland ópen voor een gesprek. En dat wil niet zeggen dat het al gebeurd is.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Ik constateer hier dat de staatssecretaris dus gewoon buigt voor chantage van de Turken. U zat gisteren gewoon doodleuk te vertellen dat de viceministers die u heeft gesproken, zeggen: luister, als er niet meer geld op tafel komt, dan zetten wij de grenzen wagenwijd open. En nog dezelfde avond, voordat u bij uw hotel was, werden busladingen vol naar de buitengrenzen gebracht. Dat heeft u gisteren ook gezegd, zeg ik via de voorzitter. En nu zegt de staatssecretaris doodleuk: nou, er kunnen nog wel wat meer miljarden naartoe, als ze de deal maar naleven. Wat is dat voor een waanzin!

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik wil het gesprek dat we gisteravond in het AO hebben gehad, niet herhalen. Ik heb toen ook gezegd — en dat weet de heer Emiel van Dijk ook — dat ik vind dat we alles in werking moeten stellen om ervoor te zorgen dat de EU-Turkijeverklaring overeind blijft en dat we in gesprek blijven met de Turken. En als het voor het vervolg nodig is dat er over aanvullende steun gesproken wordt, dan moeten we daar open voor staan en moeten we het gesprek daarover aangaan. Dat heb ik gisteravond ook gezegd.

De voorzitter:

Helder. Dan de motie op stuk nr. 597.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Over de motie op stuk nr. 597, waarin de heer Van Dijk de regering oproept om geen enkele gelukszoeker tot Nederland toe te laten, moet ik het volgende zeggen. Elk asielverzoek wordt op zijn merites beoordeeld. En indien het inderdaad om een gelukszoeker gaat, dan wordt er geen asiel verleend en wordt er gewerkt aan spoedige terugkeer naar het land van herkomst. Dus ik moet de motie ontraden.

Dan wat betreft de motie op stuk nr. 598 van de heer Jasper van Dijk. Deze motie gaat over de duizenden kinderen op de Griekse eilanden. Op het ogenblik levert Griekenland een grote inspanning om ervoor te zorgen dat de buitengrenzen van de Europese Unie beschermd worden. Daar zitten verschillende aspecten aan. De Europese Commissie coördineert dit allemaal. Zij is de bewaker van het acquis en zorgt ervoor dat de regels gehandhaafd worden. De Europese Commissie houdt ook oog op de opvang en de asielprocedure. Op dit moment is het herplaatsen niet aan de orde. We praten vandaag over de inzet van Griekenland, gemonitord en gesteund door de Europese Commissie, om de buitengrenzen van de Europese Unie te bewaken. Er is indertijd een motie aangenomen van de heer Voordewind. Daarin werd mij gevraagd om met de andere lidstaten te bezien wat we eraan kunnen doen. Die motie staat voor mij en die gaat minder ver dan wat de heer Jasper van Dijk vandaag vraagt in zijn motie. Ik heb dus al gewerkt en zal ook blijven werken aan de uitvoering van de motie van de heer Voordewind, maar die gaat minder ver. Ik moet om die reden de motie van de heer Jasper van Dijk ontraden.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Er is vandaag een extra top ingelast vanwege de noodlijdende situatie aan de Turks-Griekse grens maar ook op de Griekse eilanden. We zien de beelden dagelijks. Het is verschrikkelijk wat daar gebeurt. U zegt heel terecht tegen mijn collega: het gaat om de kinderen en de kwetsbare mensen aan de Turks-Griekse grens. Deze motie gaat over de kinderen op de Griekse eilanden, onderdeel van de Europese Unie. Wat let u om vanmiddag dit punt te agenderen? Zo mag u mijn motie lezen, zeg ik tegen de staatssecretaris. Agendeer dit punt van de meest kwetsbare kinderen op die eilanden. Wilt u dat doen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

We hebben daar gisteravond ook al over gesproken en ik heb toen ...

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, nee. De heer Van Dijk wil wellicht nog iets zeggen. Nee. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Pardon.

De voorzitter:

Het woord is aan u.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Was wat u net zei, niet voor mij bedoeld?

De voorzitter:

Nee, de heer Voordewind wilde iets zeggen, maar dat heb ik hem ontraden.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Oké. Ik stokte meteen.

De voorzitter:

Ja, het is hier af en toe een gekkenhuis.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik volg uw bevelen meteen op, maar het was dus niet aan mij gericht.

We hebben het er gisteravond ook over gehad. Ik heb toen tegen de heer Jasper van Dijk gezegd — ik zeg hetzelfde nu weer over de motie-Voordewind — dat ik het bij de lidstaten onder de aandacht zal brengen en het aan de orde zal stellen. Maar ik ga niet de agenda aanpassen. Die gaat nu over een crisissituatie aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Ik zal niet zeggen dat we het punt van die kinderen nu op de agenda moeten plaatsen. Bovendien zou dat betekenen dat er meteen wordt gezegd "we nemen er zelf een heleboel", terwijl de rest misschien vervolgens niks doet. Dat lost niets op. Het probleem is er. Ik heb de motie-Voordewind. Ik stel het aan de orde met mijn collega's van de andere lidstaten. Ik denk dat dat op dit moment aan de orde is.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De staatssecretaris geeft een heel formalistisch antwoord. Natuurlijk staan de Griekse eilanden vanmiddag op de agenda. Die zijn onderdeel van dit debat en onderdeel van de noodlijdende situatie. Ik vraag u slechts om de situatie op de eilanden, en dan met name de situatie van die kinderen, vanmiddag te agenderen. U hoeft geen getallen te noemen en claims neer te leggen van wat Nederland allemaal moet gaan doen. Ik vraag u slechts dit punt te agenderen omdat het de Europese Unie betreft en het een bijzondere verantwoordelijkheid is. Ik neem aan dat u die mening met mij deelt.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Nogmaals, agenderen betekent dat ik vraag om de agenda aan te passen en dit punt erop te zetten. Als het aan de orde komt bij de rondvraag — er is altijd een rondvraag — dan wil ik het zeker noemen en zeggen, maar dan in de geest van de motie van de heer Voordewind die eerder is aangenomen. In die geest ben ik bereid om dat te doen. Dat doe ik dus bij de rondvraag of bij wat verder ter tafel komt, bij dat soort teksten. Nogmaals, op die manier wil ik het in de geest van de motie van de heer Voordewind aan de orde stellen. De letterlijke tekst van de motie van de heer Jasper van Dijk moet ik ontraden, maar ik heb nu gezegd hoe ik het zal doen.

De voorzitter:

Helder. Ik wil eigenlijk heel snel door naar het volgende debat ...

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik begrijp het.

De voorzitter:

Als u de volgende moties kort en puntig kan becommentariëren, dan zou ik dat waarderen.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ja. Dan de motie van de heer Hiddema op stuk nr. 599 over artikel 25 van de Schengengrenscode en de grenscontroles. Ik moet u zeggen dat dit op dit moment niet aan de orde is in Nederland, maar alle opties zijn open. We moeten altijd kijken hoe de situatie op een gegeven moment is, maar op dit moment is het niet aan de orde. Om die reden moet ik de motie ontraden.

Dan de motie van de heer Hiddema op stuk nr. 600 over de bussen, waarbij het erom gaat dat Griekenland steun verdient. Griekenland verdient steun en krijgt ook steun van de Europese Commissie. Er is 700 miljoen toegezegd. Ik denk dat ik de motie om die reden kan ontraden. Het wordt immers al gedaan.

Ik kom op de laatste motie van de heer Hiddema, de motie op stuk nr. 601. Daarin staat dat Turkije na al die jaren geen "verre vriend" en voor Griekenland geen "goede buur" is gebleken. Er wordt gevraagd om geen financiële steun aan Turkije te verlenen zolang Erdogan aan de macht is. Ik heb eerder gezegd dat het belangrijk is dat we hard werken om de EU-Turkijeverklaring in stand te houden en te zorgen dat we wat dat betreft verder komen en dat we vooruitgaan. Dat betekent dat ook de Europese Unie zich zal moeten houden aan de EU-Turkijeverklaring. En dat betekent dat er ook geldelijke steun is. Om die reden moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Helder. Tot zover dit debat.

Ik dank de staatssecretaris voor haar aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen vandaag nog over deze zes moties. De stemmingen zullen plaatsvinden bij aanvang van de middagvergadering. Wij stemmen dus straks over deze moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven