6 Medische preventie/Infectieziekten

Aan de orde is het VAO Medische preventie/Infectieziekten (AO d.d. 6/2).

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Medische Zorg en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom. Ik geef de heer Jansen namens de PVV het woord.

De heer Jansen (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De PVV is geen partij voor struisvogelpolitiek. Op het moment dat wij merken dat de volksgezondheid in het geding is, steken wij onze kop dus niet in het zand. Daarom zullen we naar aanleiding van het overleg twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het slechts een kwestie van tijd is voordat het coronavirus ook in Nederland zal opduiken maar dat niet te voorspellen valt in welke mate of ernst;

van oordeel dat burgers gebaat zijn bij duidelijke informatie en communicatie over het coronavirus, inclusief de te nemen stappen om het risico op besmetting bij een uitbraak zo klein mogelijk te houden;

verzoekt de regering drie scenario's uit te werken, licht, middel en zwaar, en daarbij aan te geven wanneer deze in werking treden met daaraan te koppelen maatregelen en hoe deze gecommuniceerd gaan worden naar onze inwoners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81 (25295).

Heel kort, meneer Hijink, want ik heb begrepen dat er net een algemeen overleg is geweest waar uitgebreid met elkaar van gedachten is gewisseld over dit onderwerp.

De heer Hijink (SP):

Ja, juist omdat wij dat debat net hebben gehad. Ik snap de bedoeling van de heer Jansen, van de PVV, wel. Maar volgens mij heeft de minister zojuist in het debat heel duidelijk gemaakt dat er allerlei scenario's klaarliggen voor wat er ook gebeuren kan. We zijn dus op al die varianten voorbereid. Dan vraag ik mij af waarom de PVV nu precies in drie specifieke gevallen een apart scenario uitgewerkt wil hebben, terwijl de minister zo duidelijk heeft aangegeven dat wij juist op allerlei verschillende scenario's zijn voorbereid.

De heer Jansen (PVV):

Een deel van de motie roept ertoe op om juist naar onze inwoners duidelijk en helder te communiceren wat de maatregelen zijn, afhankelijk van het scenario. Op dit moment moeten mensen zelf contact zoeken met hun huisarts, zelf gaan bellen en zelf gaan zoeken op een website van het RIVM of wie dan ook om informatie te krijgen. Dat willen wij anders zien.

De voorzitter:

Gaat u verder, meneer Jansen.

De heer Jansen (PVV):

Voorzitter, de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat meerdere landen al een vliegverbod van en naar China hebben afgekondigd ter bescherming van het luchtvaartpersoneel en om het risico in te dammen dat het coronavirus zich via deze directe vliegverbindingen verder zal verspreiden;

van mening dat ook in Nederland proactief opgetreden moet worden tegen het coronavirus, omdat we anders achter de feiten aanlopen en er mogelijk onnodig besmettingen kunnen plaatsvinden of slachtoffers kunnen vallen;

verzoekt de regering een personenvliegverbod af te kondigen voor alle directe vliegroutes van en naar China en andere risicogebieden totdat de virusuitbraak daar over zijn piek heen is, er een vaccin beschikbaar komt of er andere redenen zijn om aan te nemen dat het weer veilig is om de vluchten te hervatten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 82 (25295).

Dank u wel, meneer Jansen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Otterloo namens 50PLUS.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Voorzitter. Ik heb een motie naar aanleiding van het overleg van hedenochtend, dat niet alleen over het coronavirus ging maar ook over verdere preventie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Gezondheidsraad positief heeft geadviseerd over het aanbieden van het gordelroosvaccin aan mensen boven de 60 jaar;

overwegende dat de regering het voornemen heeft om dat advies over te nemen, maar dat het vaccin de komende jaren waarschijnlijk niet beschikbaar is;

verzoekt de regering zich maximaal in te zetten om het gordelroosvaccin op korte termijn beschikbaar te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Otterloo en Sazias. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 83 (25295).

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Wat het coronavirus betreft moet ik zeggen dat wij tot op dit moment nog vertrouwen hebben in de wijze waarop het kabinet de zaken aanpakt en de informatie aan de bevolking verstrekt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Otterloo. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Ellemeet namens GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederlanders met een Chinese achtergrond op geen enkele manier schuldig zijn aan het coronavirus;

overwegende dat beledigingen die Nederlanders met een Chinese achtergrond krijgen over het coronavirus, kwetsend en onacceptabel zijn;

overwegende dat ook kinderen bewust moeten zijn van het feit dat zogenaamde grappen en opmerkingen over het coronavirus richting kinderen met een Chinese achtergrond kwetsend zijn;

van mening dat het goed is dat de minister zich zal inzetten om dit racisme te bestrijden;

spreekt uit dat racistische en discriminerende uitlatingen over het coronavirus naar mensen met een Chinese achtergrond ontoelaatbaar zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet, Ploumen, Hijink, Kuik, Van Esch en Diertens.

Zij krijgt nr. 84 (25295).

Dank u wel, mevrouw Ellemeet. Dan geef ik nu het woord aan de heer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. We hebben gesproken over het coronavirus, maar ook over verschillende vormen van bevolkingsonderzoek. Op dat laatste punt wil ik graag twee moties indienen. De eerste gaat over darmkankerscreening.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat momenteel de darmkankerscreening zich richt op mensen van 55 tot 75 jaar oud;

constaterende dat verschillende experts de oproep doen om deze screening uit te breiden naar mensen van 50 tot 75 jaar oud;

constaterende dat Europese richtlijnen reeds een screening vanaf 50 jaar aanbevelen;

constaterende dat de minister pas in 2021 gaat onderzoeken of een aanpassing in de leeftijden voor deze screening nodig is;

van mening dat dit te laat is, aangezien ruim 5.000 mensen per jaar overlijden aan de gevolgen van darmkanker;

verzoekt de regering de minimumleeftijd voor screening van darmkanker zo spoedig mogelijk te verlagen naar 50 jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 85 (25295).

De heer Hijink (SP):

Dan nog een motie over een bloederig onderwerp, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er jaarlijks zeker 1.000 senioren overlijden door het scheuren van een aneurysma van de aorta in de buik, een zogenaamde AAA-ruptuur, en dat dit sterftecijfer wordt bevestigd door het RIVM;

constaterende dat de Gezondheidsraad echter adviseert dat een bevolkingsonderzoek op dit thema er niet hoeft te komen en dat dit advies door het ministerie is overgenomen;

constaterende dat het RIVM concludeert dat een screening op AAA kosteneffectief is bij een drempelwaarde van €20.000;

verzoekt de regering te onderzoeken of een invoering van een AAA-bevolkingsscreening conform de Europese AAA-richtlijn mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 86 (25295).

Dank u wel, meneer Hijink. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Esch namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik zal er snel doorheen gaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nieuwe coronavirus (naar alle waarschijnlijkheid) is ontstaan op een Chinese markt waar wilde dieren verkocht werden;

overwegende dat de handel in wilde dieren een belangrijke oorzaak is van de uitbraak van nieuwe infectieziekten onder mensen;

van mening dat de minister voor Medische Zorg en Sport en de minister van LNV hierin een gezamenlijke preventietaak hebben;

verzoekt de regering binnen de Europese Unie het gesprek te starten over de handel in wilde dieren als oorzaak van nieuwe infectieziekten, en daarbij de mogelijkheid tot een importverbod mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 87 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nieuwe coronavirus (naar alle waarschijnlijkheid) is ontstaan op een Chinese markt waar wilde dieren werden verkocht;

overwegende dat de handel in wilde dieren een belangrijke oorzaak is voor de uitbraak van nieuwe infectieziekten onder mensen;

verzoekt de regering bij de volgende Algemene Vergadering van de WHO, indien de handel in wilde dieren als oorzaak van nieuwe infectieziektes niet op de agenda staat, er alsnog voor te zorgen dat dit op de agenda komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de — legale en illegale — handel in wilde dieren een belangrijke oorzaak is van de uitbraak van nieuwe infectieziekten onder mensen;

overwegende dat Nederland een transitland is voor de illegale handel in bedreigde wilde diersoorten;

verzoekt de regering de opsporing van en handhaving tegen de illegale handel in bedreigde wilde diersoorten te intensiveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89 (25295).

Dank u wel, mevrouw Van Esch. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kuik, namens het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter. We hebben net een goed AO gehad, en ook een goede beantwoording, maar er blijven nog wel een aantal dingen onduidelijk. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het nieuwe coronavirus niet statisch is en dat dus ook de voorzorgsmaatregelen niet statisch mogen zijn en voortdurende alertheid en aanpassing nodig zijn;

constaterende dat de KLM na advies van onder andere de WHO, het ECDC en het RIVM heeft besloten in ieder geval tot half maart niet meer op China te zullen vliegen;

constaterende dat enkele andere vliegmaatschappijen wel nog steeds rechtstreeks tussen Nederland en China vliegen;

verzoekt de regering vliegmaatschappijen die nog steeds op China vliegen te wijzen op de informatie waarop de KLM haar besluit heeft gebaseerd;

verzoekt de regering tevens zo spoedig mogelijk in kaart te brengen welke wettelijke mogelijkheden er nodig zijn om per direct een vliegverbod op China af te kunnen dwingen, voor het geval dit onverhoopt binnenkort noodzakelijk zal zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuik en Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 90 (25295).

Dank u wel, mevrouw Kuik. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Diertens, namens D66.

Mevrouw Diertens (D66):

Dank u wel, ook voor het goede debat dat we gevoerd hebben.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het rotavirus voor risicogroepen als baby's, die te vroeg geboren zijn en een laag geboortegewicht hebben, een grote dreiging is;

constaterende dat baby's tot zes weken niet gevaccineerd kunnen worden;

constaterende dat een universele rotavaccinatie de allerzwaksten kan beschermen;

overwegende dat het eerste advies over dit vaccin alweer enkele jaren geleden is uitgebracht, en er wellicht zaken zijn veranderd;

verzoekt de regering opnieuw onderzoek te doen naar de kosteneffectiviteit van het opnemen van het rotavaccin als universele vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma en de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over de resultaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Diertens en Hermans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris heeft toegezegd dat als wetenschappelijk onderbouwd zou worden dat het opnemen van meningokokken B in het Rijksvaccinatieprogramma nut heeft, hij daar zo snel mogelijk opvolging aan zal geven;

constaterende dat dit wetenschappelijke onderzoek inmiddels gepubliceerd is in The New England Journal of Medicine;

constaterende dat meningokokken B desalniettemin pas in 2021 op de werkagenda staat van de Gezondheidsraad;

verzoekt de regering de meningokokken B in 2020 op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Diertens en Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (25295).

Dank u wel, mevrouw Diertens. Tot slot is het woord aan mevrouw Ploumen, namens de PvdA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. We spraken in het algemeen overleg ook over het bevolkingsonderzoek borstkanker. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij de informatie over nevenbevindingen zal aanpassen op de website en dat hij ook bij de herziening van de brochure meer informatie over nevenbevindingen zal geven. Hij heeft ook toegezegd dat hij gaat onderzoeken op welke wijze het rapporteren over nevenbevindingen aan vrouwen verbeterd kan worden, en hij gaat bekijken op welke manier dat het beste kan. Wellicht kan het via een onderzoek van de Gezondheidsraad, maar hij wil alle opties onderzoeken.

Voorzitter. Ik ben zeer blij met die toezeggingen. Ik heb de laatste dagen veel berichten van vrouwen gekregen waarbij nevenbevindingen geconstateerd waren en die toch borstkanker bleken te hebben, ondanks dat ze daarover niet waren geïnformeerd. Dat willen we veel vrouwen besparen en ik ben blij dat de staatssecretaris daar nu actie op onderneemt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ploumen. De staatssecretaris heeft drie minuten nodig voordat hij kan reageren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord.

Staatssecretaris Blokhuis:

Dank u wel, voorzitter. Ook dank dat ik als eerste het woord mag. Normaal gaat de minister voor, maar ik heb een verplichting buiten de deur. Ik mag dan straks weg als ik commentaar heb gegeven op de vijf moties die op mijn adres terecht zijn gekomen.

De eerste motie is de motie op stuk nr. 83, van de heer Van Otterloo, mede-ingediend door mevrouw Sazias, waarin de regering wordt verzocht zich maximaal in te zetten om het gordelroosvaccin op korte termijn beschikbaar te stellen. Ik heb in het debat volgens mij aangegeven dat wij die inspanning willen leveren, dus geef ik deze motie oordeel Kamer.

Voorzitter. In de motie op stuk nr. 85 van de heer Hijink wordt gevraagd om de leeftijd voor darmkankerscreening te verlagen naar 50 jaar. Daar hebben we best al wat over gewisseld in het debat. In dat licht bezien ontraad ik de motie.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 86, waarin wordt gevraagd de AAA-bevolkingsscreening — zeg maar: de aorta — conform de Europese richtlijn te onderzoeken. Daar hebben we ook het een en ander over gewisseld. Ik ontraad de motie.

In de motie op stuk nr. 91 wordt de regering verzocht opnieuw onderzoek te doen naar de kosteneffectiviteit van het opnemen van het rotavaccin. Dat wil ik doen. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 92 van mevrouw Diertens en de heer Hijink. Het dictum gaat heel ver. Daarin staat: meningokokken B in 2020 opnemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Als we dat zouden doen, doorkruisen we ons eigen vaccinatiebeleid. Er is nieuw wetenschappelijk inzicht. Daar heeft mevrouw Diertens in het AO op geattendeerd. Dan is de koninklijke route dat wij advies vragen aan de Gezondheidsraad. Op basis van dat advies beslissen we of we het wel of niet opnemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Als we nu zelf dat wetenschappelijke onderzoek gaan bestuderen en op basis daarvan het gaan invoeren, is dat wel een trendbreuk. Alleen al daarom ontraad ik deze motie.

Mevrouw Diertens (D66):

Ik begrijp dat dit de koninklijke route is, maar dit is al eerder ter sprake geweest. Toen was het antwoord van de staatssecretaris dat zodra die wetenschappelijke kennis er zou zijn, hij zou overwegen om het zo snel mogelijk in te voeren. Nu staat het pas in 2021 op de werkagenda van de Gezondheidsraad. Vandaar deze motie.

Staatssecretaris Blokhuis:

Voorzitter. Misschien kan ik daar nog heel kort op reageren. Mijn kwalificatie blijft hetzelfde. Ik wil deze motie echt ontraden, want anders zou dit een precedent scheppen dat de politiek een besluit neemt om iets toe te voegen aan het vaccinatieprogramma zonder onafhankelijk advies van de Gezondheidsraad. Dat ontraad ik echt. Ik wil wel beloven dat ik met de Gezondheidsraad in gesprek ga. Ik heb al gezegd dat die wetenschappelijke commissie twee keer per jaar vergadert. Zij gaat dit voorjaar weer vergaderen over de prioritering in haar onderzoeksagenda. Ik wil datgene wat wij hier gewisseld hebben, expliciet onder de aandacht brengen van die commissie en vragen of zij daar heel serieus naar wil kijken.

De voorzitter:

Mevrouw Diertens, wat gaat u met de motie doen?

Mevrouw Diertens (D66):

Dan wil ik haar graag aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Diertens stel ik voor haar motie (25295, nr. 92) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de minister voor Medische Zorg.

Minister Bruins:

Voorzitter, een aantal moties. Gelet op de tijd is het niet mogelijk om het hele debat van vanochtend over het coronavirus hier kort samen te vatten. Met de moties doe ik onrecht aan alle nuances van het debat van vanochtend. Maar ik geef dan toch een opvatting over de moties.

In de motie op stuk nr. 81 wordt gevraagd om drie scenario's uit te werken. Ik ontraad deze motie. Er liggen allerlei handboeken, protocollen en scenario's gereed. Ik heb dat vanmorgen omstandig betoogd. Je kunt die niet eventjes in drie scenario's uitwerken en dat vervolgens communiceren. Ik denk dat het altijd nodig is dat er actuele informatie over de ontwikkelingen rond dat coronavirus bekend wordt gemaakt. Dat gaat soms per website. Dat gaat soms via televisie en radio. Dat gaat soms ook via het telefoonnummer dat daarvoor bij het RIVM beschikbaar is.

Dan de motie op stuk nr. 82, over een vliegverbod. Ik ontraad deze motie, onder verwijzing naar het debat van vanmorgen. Het is een disproportionele maatregel. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert expliciet om deze route niet op te gaan, dus ontraad ik de motie op stuk nr. 82.

De heer Jansen (PVV):

De minister ontraadt de motie maar KLM heeft vanmorgen bekendgemaakt: wij gaan tot medio maart niet meer vliegen van en naar China. En dat doen ze gebaseerd op het advies van de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie. De minister zegt zich te baseren op dezelfde instantie. Hoe kan hij dat dan met elkaar rijmen?

Minister Bruins:

Ook deze vraag hebben we vanmorgen gehad. De vliegtuigmaatschappij maakt haar eigen afweging en betrekt daarbij de informatie van de WHO en andere organisaties, maar heeft ook eigen overwegingen. Die overwegingen kunnen bijvoorbeeld liggen in het feit dat de vraag naar tickets naar de in de motie genoemde locaties sterk vermindert op dit moment.

In de motie op stuk nr. 84 wordt een uitspraak van het parlement gevraagd. Dus daar hoef ik eigenlijk niet eens iets van te vinden maar ik vind er natuurlijk wel wat van. De motie spreekt uit dat racistische en discriminerende uitlatingen over het coronavirus naar mensen met een Chinese achtergrond ontoelaatbaar zijn. Ik mag er geen oordeel over hebben, maar ik ondersteun deze motie zeer. Ik heb het Jeugdjournaal daarover inmiddels ook te woord gestaan.

De motie op stuk nr. 87 verzoekt de regering binnen de Europese Unie het gesprek te starten over de handel in wilde dieren als oorzaak van nieuwe infectieziekten, en daarbij de mogelijkheid tot een importverbod mee te nemen. Ik stel voor dat deze motie wordt aangehouden. Ik wil daarover eerst spreken met de collega van Landbouw.

De voorzitter:

Maar als deze motie wordt aangehouden?

Minister Bruins:

Dan ontraad ik de motie.

De voorzitter:

Oké, Mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik houd de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (25295, nr. 87) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Bruins:

Dan de motie op stuk nr. 88, waarin de regering wordt verzocht bij de volgende algemene vergadering van de WHO, indien de handel in wilde dieren, als oorzaak van nieuwe infectieziektes, niet op de agenda staat, er alsnog voor te zorgen dat dit op de agenda komt. Oordeel Kamer. Ik ga dat aan de orde stellen bij de WHO-vergadering.

De motie op stuk nr. 89 verzoekt de regering de opsporing van en handhaving tegen de illegale handel in bedreigde wilde diersoorten te intensiveren. Dat is een taak die bij de collega van landbouw rust. Dus ik stel voor deze motie aan te houden, opdat ik dat kan bespreken met de collega van Landbouw.

De voorzitter:

Eerst mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Goed, hoor. Laten we deze motie dan maar even aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (25295, nr. 89) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

En als u met uw collega van Landbouw spreekt, krijgt de Kamer dan informatie over de uitkomst?

Minister Bruins:

Nee, dan houd ik dat lekker voor mezelf! Nee hoor, ik ga dat spoorslags met uw Kamer …

De voorzitter:

Dan nodigen we u graag hier uit om het persoonlijk te vertellen.

Minister Bruins:

Spoorslags, voorzitter, spoorslags!

De motie op stuk nr. 90 krijgt oordeel Kamer. Vliegtuigmaatschappijen maken eigen afwegingen bij de routes die ze bevliegen. Een vliegverbod vind ik een uiterste noodmaatregel die nu niet aan de orde is, maar ik wil het best een keer op een rijtje zetten. Dat was ook het verzoek dat vanmorgen klonk. Dat ligt nu vast in deze motie. Dus oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 90.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we over tien minuten stemmen. Dus ik schors de vergadering tot kwart over drie.

De vergadering wordt van 15.07 uur tot 15.15 uur geschorst.

Naar boven