13 Stemmingen moties Wet wijziging woonplaatsbeginsel

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Jeugdwet in verband met de verduidelijking van het woonplaatsbeginsel (Wet wijziging woonplaatsbeginsel),

te weten:

  • -de motie-Westerveld over het overgangsrecht verlengen tot de duur van de behandeling (35219, nr. 8);

  • -de motie-Wörsdörfer over de wettelijke verjaringstermijn tussen jeugdhulp en facturatie verkleinen (35219, nr. 9);

  • -de motie-Peters over de vormgeving van de onderzoeks-, betaal- en informatieplicht van gemeenten (35219, nr. 10).

(Zie vergadering van 22 januari 2020.)

De voorzitter:

De motie-Westerveld (35219, nr. 8) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jeugdigen van wie de woonplaats wijzigt door de inwerkingtreding van deze wet, slechts recht houden op maximaal een jaar hulp met dezelfde voorwaarden en tarieven als waar de vorige gemeente mee had ingestemd;

constaterende dat de nieuw verantwoordelijke gemeente door deze wet na een jaar een nieuwe afweging mag maken wat betreft de jeugdhulp, tarieven en voorwaarden;

overwegende dat continuïteit in hulp voor kinderen in de jeugdzorg van essentieel belang is en een onderbreking in de hulp op deze manier hoogst onwenselijk is;

overwegende dat de minister wél een uitzondering maakt voor kinderen in de pleegzorg en daar geen beperkte periode stelt aan het overgangsrecht;

verzoekt de regering afspraken te maken met de VNG en gemeenten die ervoor zorgen dat gemeenten na de overgangstermijn van een jaar de door een andere gemeente toegekende jeugdhulp die nog niet is afgerond voortzetten, tenzij er zorginhoudelijke redenen zijn om die jeugdhulp te wijzigen of te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11, was nr. 8 (35219).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Mevrouw Kuiken?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ben te laat, voorzitter, maar ik wilde toch nog graag in de Handelingen laten opnemen dat wij abusievelijk vóór de motie op stuk nr. 114 hebben gestemd, bij de stemmingen over het VAO Maatschappelijke opvang (29325). Daar hadden we tegen moeten zijn.

De voorzitter:

Deze opmerking zal in de Handelingen worden opgenomen.

We gaan nu stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld (35219, nr. 11, was nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de VVD, de ChristenUnie, de PVV, FvD en Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wörsdörfer (35219, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Peters (35219, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven