7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor dinsdag 25 juni ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid Van Haga over een proactieve handelsagenda en bij het notaoverleg over de Staat van het onderwijs.

Voorts stel ik voor dan ook te stemmen over:

  • -de ingediende moties bij het wetgevingsoverleg over het Jaarverslag en de slotwet van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2018;

  • -de aangehouden motie-Kops (34293, nr. 57).

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze voor kennisgeving aan te nemen: 29689-986; 30872-230; 34627-48; 32637-371; 31322-394; 29398-670; 29689-990.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 32824-261; 32824-262; 32824-263; 35070-12; 24170-179; 31765-402; 30597-492; 31765-360; 31765-357; 31765-354; 34104-239; 34104-249; 29427-118; 2019Z10548; 22112-2810; 34775-IX-32; 27925-652; 35200-XIII-1; 31289-395; 30079-93; 31289-391; 30079-106; 32824-240; 31289-397; 31289-373; 34775-VIII-129; 35000-XII-78; 29398-679; 35000-XII-77; 29398-675; 31209-221; 29398-671; 35000-XII-76; 27565-173; 35000-XII-72; 29296-35; 34551-3; 34730-V-3; 34775-V-37; 34620-V-3; 34775-V-4; 34775-V-6; 34775-V-7; 34775-V-9; 34776-3; 34845-V-3; 34550-V-43; 34550-V-44; 34550-V-51; 34550-V-59; 34550-V-6; 34550-V-68; 34550-V-7; 34550-V-75; 34550-V-77; 34550-V-78; 34775-V-5; 34475-V-2; 35200-XV-7; 35200-XV-6; 35200-XV-2; 35200-XIII-2; 23987-360; 30234-213; 30234-212; 30234-210; 30234-207; 34543-19; 30234-214; 30234-211; 30234-204; 21501-02-2016; 21501-02-2022; 29279-515; 32545-104; 35000-IX-23; 32545-106; 32013-213; 32545-103; 32013-212; 35000-IX-16; 26485-305; 32545-74; 32545-100; 32013-211; 32545-101; 33957-31; 32545-99; 32813-259; 32545-86; 35000-VIII-186; 27923-358; 35000-VIII-190; 35115-3; 31066-495; 35147-1; 32668-12; 35147-2; 29385-99; 35000-A-91; 35000-A-90; 35000-A-89; 29385-98; 35000-A-86; 35000-A-88; 35000-A-87; 35000-A-85; 35000-A-84; 32252-62; 31305-271; 35000-A-82; 35000-A-81; 35000-A-79; 31305-270; 23987-361; 21501-20-1456; 21501-20-1452; 21501-20-1450; 21501-20-1451; 30420-296; 30420-297; 31511-32; 30420-299; 30420-301; 30420-300; 30420-302; 30420-316; 30420-304; 30420-317; 21501-28-188; 27925-614; 22660-74; 35115; 28760-84; 35200-XV-11; 26448-622; 35000-XV-91; 35200-XV-10; 35200-XV-9; 35200-XV-5; 35200-XV-8; 35200-XV-1; 35200-XIII-10; 35200-XIII-9; 35200-XIII-11; 35200-XIII-5.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het VAO Jeugdhulp, met als eerste spreker de heer Raemakers namens D66;

  • -het VAO Emancipatie, met als eerste spreker mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu mevrouw Ploumen namens de PvdA het woord.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Gisteren konden wij in Het Urkerland lezen dat de bus van Schreeuw om Leven klaarstaat op Urk om vrouwen lastig te vallen die op weg zijn naar een abortuskliniek nadat ze een moeilijke beslissing hebben genomen, en om hen in die bus te lokken. Ik wil daar graag een debat over met de minister.

De voorzitter:

Wie kan ik hierover het woord geven?

Mevrouw Tellegen (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp de ergernis van mevrouw Ploumen. Wij hebben er afgelopen week of vorige week — ik ben het kwijt — uitgebreid een debat over gevoerd. Geen steun op dit moment.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter. Voor mij is dit juist een reden om het debat wel te steunen, want het debat van vorige week heeft niet kunnen weerhouden dat deze bus klaarstaat om uit te rijden. Volgens mij is dat dus reden voor debat.

De heer Hijink (SP):

We hebben gisteren nog gestemd over dit onderwerp. Gemeenten kunnen heel veel doen om dit te voorkomen, om te zorgen dat mensen veilig naar de kliniek kunnen. Ik zou dus zeggen: laten we eerst kijken hoe dat gaat. Dan hebben we misschien op een later moment een debat.

De voorzitter:

Oké, geen steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik deel zeer de verontwaardiging van mevrouw Ploumen, maar we hebben het hier inderdaad al over gehad. De gemeenten zijn nu als eerste aan zet. Dan gaan we verder kijken. Op dit moment dus geen steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik ben dankbaar dat mevrouw Ploumen Het Urkerland op de voet volgt. Er staan altijd heel interessante artikelen in. Wat dit betreft sluit ik me van harte aan bij degenen die zeiden dat we er vorige week een debat over hebben gehad en dat gisteren de stemmingen waren. Er is nu geen reden voor een debat.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. In lijn met vorige sprekers: we hebben er vorige week een debat over gehad, dus nu geen steun om een volgend debat in te plannen.

De heer Öztürk (DENK):

Vorige week was er een debat. Er zijn moties ingediend. Laten de minister en de gemeentes aan het werk gaan. Misschien is het goed als de SGP met de mensen van die bus gaat praten. Misschien heeft dat effect.

Mevrouw Agema (PVV):

De gemeente is aan zet.

De heer Drost (ChristenUnie):

Ook geen steun.

De voorzitter:

Mevrouw Ploumen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. We gaan het nauwlettend volgen en dan meld ik me weer op een later moment. Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ploumen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Kwint namens de SP.

De heer Kwint (SP):

Dank u wel, voorzitter. Op dit moment zijn scholieren van het Calvijn College in grote onzekerheid over de vraag of zij überhaupt wel geslaagd zijn. Er is een hoop fout gegaan bij de examens. Nu blijkt uit onderzoek van het LAKS dat een kwart van de scholieren in Nederland aangeeft dat zij in hun programma van afsluiting, het overzicht van hun schoolexamens, schoolexamens zien staan die zij nooit gemaakt hebben. Als dat zo is, hebben wij een heel groot probleem met de kwaliteit van de examens in Nederland. Dat vraagt om een debat met minister Slob.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Ik steun de debataanvraag, maar ik zou wel eerst een schriftelijke reactie van de minister op dit onderzoek willen zien.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Ook graag een reactie van de minister. Vorig jaar hadden we in Maastricht een enorm debacle, nu dit. Alle reden voor een debat. Steun.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Het lijkt epidemische vormen aan te nemen, dus dat debat moet er komen. Maar wel graag eerst een uitleg van de minister.

De heer Rog (CDA):

Ik steun de debataanvraag van de heer Kwint. Ik steun ook het verzoek om een brief van de regering.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Steun voor een debat. Wat ons betreft ook eerst een uitgebreide reactie van de minister.

De heer Öztürk (DENK):

Dat geldt ook voor ons.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voor mij geldt hetzelfde, maar ik wil er graag iets aan toevoegen. Met de lange lijst van debatten die we hebben staan, zou dit pas heel laat aan de orde komen. Ik vind het belangrijk om het plenair te behandelen, maar ik vind het ook belangrijk om het dit jaar nog te behandelen. Dus wat mij betreft doen we dat ergens in oktober, november als er ruimte op de agenda is.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Steun voor het debat.

De heer Drost (ChristenUnie):

Wij willen graag eerst een brief van de minister ontvangen, voordat wij bepalen of we een debat willen voeren.

De heer Stoffer (SGP):

Voor ons ook eerst een brief en dan pas eventueel een debat.

De voorzitter:

Er is een meerderheid, meneer Kwint. Maar het hoeft toch niet vóór het reces?

De heer Kwint (SP):

Nee, zeker niet. Sterker nog, ik zou de minister willen aanraden om eerst alle hens aan dek te houden voor de leerlingen van het Calvijn College. Dan gaan wij achteraf kijken wat we volgend jaar beter kunnen doen.

De voorzitter:

Zo is dat. Dank u wel.

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ellemeet, namens GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. We hebben veel ouderen die het ziekenhuis bezoeken. Meer dan 50% van de patiënten in het ziekenhuis is ouder. Toch blijkt dat we nog te weinig informatie en kennis hebben over de uitkomsten van behandelingen, juist voor deze groepen, en dat terwijl ouderen de beste zorg verdienen. Artsen geven zelf ook aan dat ze meer kennis willen. Het is dus een belangrijk onderwerp, zeker voor deze doelgroep. Ik wil graag een debat met de minister voor Medische Zorg hierover.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik begrijp dat er meer behoefte is aan onderzoek. Dat hebben wij ook, maar ik denk dat we het beter gewoon aan de minister kunnen vragen. Ik zie op dit moment geen noodzaak tot een debat.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, steun voor het debat.

De heer Geleijnse (50PLUS):

Belangrijk onderwerp. We hebben vanmorgen in de commissie met elkaar besloten om een brief aan het kabinet te vragen om hierop te reageren. Dat wacht ik even af. Dan gaan we daarna kijken of het een debat verdient.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Ik begreep dat in de procedurevergadering vanochtend is afgesproken om na het reces een AO Medisch specialistische zorg in te plannen. Ik kan me voorstellen dat dit onderwerp daar besproken wordt. Nu dus geen steun van het CDA voor een debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Eens met de collega van het CDA. Wij willen de kabinetsreactie afwachten en het onderwerp dan bij de betreffende AO's betrekken.

De heer Hijink (SP):

Er komt een brief. Ik zou ook zeggen: na het reces een algemeen overleg.

De heer Raemakers (D66):

Eens met de lijn van het CDA. Als we dat AO na de zomer houden, kunnen we dit punt, dat heel belangrijk is, zo snel mogelijk bespreken. Dus geen steun voor het verzoek.

De heer Öztürk (DENK):

Steun.

De voorzitter:

U heeft onvoldoende steun.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Helaas voorzitter. Jammer dat we dit niet uitgebreider kunnen bespreken en het in de veelheid van onderwerpen in een AO moeten behandelen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ellemeet.

Mevrouw Diks, namens de commissie.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

De vraag aan het Presidium is om een debat over 5G nog voor het zomerreces te houden. Ik zie u gebaren. Ik snap dat de agenda heel erg vol zit, maar de commissie heeft er alle belang bij om dit debat nog voor het reces in te plannen.

De voorzitter:

Dat is namens de hele commissie?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ja, namens de hele commissie EZK.

De voorzitter:

Oké, dank u wel. We gaan kijken hoe we dat in godsnaam voor elkaar gaan krijgen. Dank u wel. Ik sluit niet uit dat het nachtwerk wordt, maar dat is geen probleem, toch?

Mevrouw Van Weerdenburg namens de PVV, maar volgens mij ook namens de commissie.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):

Voorzitter. Ik zei niet namens de commissie. De commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking houdt morgenavond een wetgevingsoverleg over het Jaarverslag 2018. Ik zou daar heel graag willen spreken over de drie brieven over Mali die de minister voor BuHa-OS vertrouwelijk aan de Kamer heeft gestuurd. Diverse pogingen via de commissie hebben tot nu toe niets opgeleverd, in ieder geval geen openbaarmaking. Vandaar dat ik hier met dit ongebruikelijke verzoek in de regeling sta in een ultieme poging om haar op te roepen om dit voor morgen 11.00 uur openbaar te maken, of, als zij dat mocht weigeren, morgen voor 11.00 uur een openbare brief aan de Kamer te sturen met daarin de redenen waarom naar haar mening openbaarmaking in strijd zou zijn met het belang van de Nederlandse Staat. Dat is immers de voorwaarde die artikel 68 voorschrijft.

De voorzitter:

U heeft prima verwoord dat het ongebruikelijk is, maar het is al drie keer in de commissie is geweest. In principe is zo'n verzoek een individueel recht van Kamerleden. Als jullie iets aan dat verzoek zouden willen toevoegen, dan kan dat, maar er is geen meerderheid in de zaal nodig om dit door te geleiden.

De heer Van Haga heeft er toch behoefte aan iets te zeggen.

De heer Van Haga (VVD):

Nou ja, nu ik hier toch sta.

De voorzitter:

Ach, nu ik hier toch zit.

De heer Van Haga (VVD):

Precies. De grondhouding moet altijd zijn: openbaarmaking. Ik heb samen met mevrouw Van Weerdenburg in de procedurevergadering herhaaldelijk gevraagd om openbaarmaking, maar ik geloof er toch in dat de minister op een haar geëigend moment tot openbaarmaking zal overgaan. Dus op dit moment geen steun voor dit voorstel.

De voorzitter:

Nee. Ik had u eigenlijk niet het woord moeten geven, meneer Van Haga.

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 13.31 uur tot 13.34 uur geschorst.

Voorzitter: Martin Bosma

Naar boven